search


keyboard_tab Media online 2019/0789 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2019/0789 NL cercato: 'toestemming' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl
 

Artikel 4

Uitoefening van de rechten bij doorgifte door andere rechthebbenden dan omroeporganisaties

1.   Handelingen van doorgifte van programma's zijn onderworpen aan de toestemming van de houders van het exclusieve recht op mededeling aan het publiek.

De lidstaten dragen er zorg voor dat rechthebbenden hun rechten om al dan niet toestemming voor een doorgifte te verlenen alleen kunnen uitoefenen via een organisatie voor collectief beheer.

2.   Indien een rechthebbende het beheer van het in lid 1, tweede alinea, bedoelde recht niet aan een organisatie voor collectief beheer heeft overgedragen, wordt de organisatie voor collectief beheer die rechten van dezelfde categorie beheert voor het grondgebied van de lidstaat waarvoor de exploitant van een doorgiftedienst rechten voor een doorgifte wenst te vereffenen, geacht gerechtigd te zijn om namens deze rechthebbende de doorgifte toe te staan of te weigeren.

Indien echter meer dan één organisatie voor collectief beheer de rechten van die categorie beheert voor het grondgebied van die lidstaat, besluit de lidstaat voor het grondgebied waarvan de exploitant van een doorgiftedienst rechten voor een doorgifte wenst te vereffenen, welke organisatie(s) voor collectief beheer gerechtigd is of zijn om een doorgifte toe te staan of te weigeren.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat een rechthebbende dezelfde rechten en plichten heeft uit een overeenkomst tussen een exploitant van een doorgiftedienst en de organisatie(s) voor collectief beheer die overeenkomstig lid 2 handelen, als de rechthebbenden die het beheer van hun rechten aan deze organisatie(s) voor collectief beheer hebben overgedragen. De lidstaten zorgen er tevens voor dat die rechthebbende deze rechten kan doen gelden binnen een termijn die door de betrokken lidstaat wordt vastgesteld en die niet korter mag zijn dan drie jaar vanaf de datum van de doorgifte die hun werk of een ander beschermd materiaal omvat.

Artikel 5

Uitoefening door omroeporganisaties van de rechten op doorgifte

1.   De lidstaten dragen er zorg voor dat artikel 4 niet van toepassing is op de rechten bij doorgifte die door een omroeporganisatie worden uitgeoefend met betrekking tot haar eigen uitzendingen, ongeacht of het om haar eigen rechten gaat dan wel of deze haar door andere rechthebbenden zijn overgedragen.

2.   De lidstaten schrijven voor dat wanneer omroeporganisaties en exploitanten van de doorgiftediensten in het kader van deze richtlijn onderhandelingen over toestemming voor doorgifte aangaan, deze onderhandelingen te goeder trouw worden gevoerd.

Artikel 6

Bemiddeling

De lidstaten zorgen ervoor dat op de bijstand van een of meer bemiddelaars als bedoeld in artikel 11 van Richtlijn 93/83/EEG een beroep kan worden gedaan wanneer er geen overeenkomst is gesloten tussen de organisatie voor collectief beheer en de exploitant van een doorgiftedienst of tussen de exploitant van een doorgiftedienst en de omroeporganisatie, betreffende de toestemming voor doorgifte van uitzendingen.

Artikel 8

Uitzending van programma's via directe injectie

1.   Indien een omroeporganisatie haar programmadragende signalen via directe injectie aan een distributeur van signalen overbrengt, zonder dat zijzelf deze programmadragende signalen gelijktijdig en direct uitzendt naar het publiek, en de distributeur van signalen deze programmadragende signalen aan het publiek uitzendt, worden de omroeporganisatie en de distributeur van signalen geacht samen één enkele handeling van mededeling aan het publiek te verrichten, waarvoor zij toestemming van de rechthebbenden verkrijgen. De lidstaten kunnen voorzien in modaliteiten voor het verkrijgen van toestemming van rechthebbenden.

2.   De lidstaten kunnen bepalen dat de artikelen 4, 5 en 6 van deze richtlijn van overeenkomstige toepassing zijn op de uitoefening door rechthebbenden van het recht om aan distributeurs van signalen al dan niet toestemming te verlenen voor de in lid 1 bedoelde uitzending door middel van een van de technische middelen als bedoeld in artikel 1, lid 3, van Richtlijn 93/83/EEG of artikel 2, punt 2, van deze richtlijn.

HOOFDSTUK V

Slotbepalingen

Artikel 11

Overgangsbepaling

Op overeenkomsten over de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten voor handelingen van mededeling aan het publiek van werken of ander beschermd materiaal, per draad of draadloos, en de beschikbaarstelling aan het publiek van werken of ander beschermd materiaal, al dan niet draadloos, op zodanige wijze dat werken en ander materiaal voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk kunnen zijn, die plaatsvinden bij het verstrekken van een ondersteunende onlinedienst en handelingen van reproductie die noodzakelijk zijn voor de verlening van, de toegang tot of het gebruik van een dergelijke ondersteunende onlinedienst, die van kracht zijn op 7 juni 2021, is artikel 3 van toepassing met ingang van 7 juni 2023 indien deze overeenkomsten na die datum verstrijken.

Op toestemming die verkregen is voor handelingen van mededeling aan het publiek en welke binnen het toepassingsgebied van artikel 8 valt en die van kracht is op 7 juni 2021 is artikel 8 van toepassing met ingang van 7 juni 2025 indien deze toestemming na die datum verstrijkt.


whereas









keyboard_arrow_down