search


keyboard_tab Media online 2019/0789 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2019/0789 NL cercato: 'werken' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl
 

Artikel 3

Toepassing van het oorsprongslandbeginsel op ondersteunende onlinediensten

1.   De handelingen van mededeling aan het publiek van werken of ander beschermd materiaal, per draad of draadloos, en van beschikbaarstelling aan het publiek van werken of ander beschermd materiaal, op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn, die plaatsvinden bij het verstrekken aan het publiek van:

a)

radioprogramma's; en

b)

televisieprogramma's die:

i)

nieuws- en actualiteitenprogramma's betreffen; of

ii)

volledig door de omroeporganisatie zijn gefinancierd

in een ondersteunende onlinedienst door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, en de handelingen tot reproductie van dergelijke werken of dergelijk ander beschermd materiaal die noodzakelijk zijn voor de verlening van, de toegang tot of het gebruik van een dergelijke onlinedienst voor dezelfde programma's, worden voor de uitoefening van de auteursrechten en naburige rechten die relevant zijn voor deze handelingen, geacht uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft.

Punt b) van de eerste alinea is niet van toepassing op de uitzendingen van sportevenementen en werken en ander beschermd materiaal die daarin opgenomen zijn.

2.   De lidstaten dragen er zorg voor dat bij de vaststelling van het bedrag van de betalingen voor de rechten waarvoor het in lid 1 bepaalde oorsprongslandbeginsel geldt, de partijen rekening houden met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst, zoals kenmerken van die dienst, waaronder de duur van de onlinebeschikbaarheid van de in die dienst aangeboden programma's, het luisteraars- of kijkerspubliek en de aangeboden taalversies.

De eerste alinea staat er niet aan in de weg dat het bedrag van de betalingen wordt berekend op basis van de inkomsten van de omroeporganisatie.

3.   Het in lid 1 bepaalde oorsprongslandbeginsel doet geen afbreuk aan de contractuele vrijheid van rechthebbenden en omroeporganisaties om, in overeenstemming met het Unierecht, de exploitatie van dergelijke rechten, met inbegrip van die uit hoofde van Richtlijn 2001/29/EG, te beperken.

HOOFDSTUK III

Doorgifte van televisie- en radioprogramma's

Artikel 11

Overgangsbepaling

Op overeenkomsten over de uitoefening van auteursrechten en naburige rechten voor handelingen van mededeling aan het publiek van werken of ander beschermd materiaal, per draad of draadloos, en de beschikbaarstelling aan het publiek van werken of ander beschermd materiaal, al dan niet draadloos, op zodanige wijze dat werken en ander materiaal voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk kunnen zijn, die plaatsvinden bij het verstrekken van een ondersteunende onlinedienst en handelingen van reproductie die noodzakelijk zijn voor de verlening van, de toegang tot of het gebruik van een dergelijke ondersteunende onlinedienst, die van kracht zijn op 7 juni 2021, is artikel 3 van toepassing met ingang van 7 juni 2023 indien deze overeenkomsten na die datum verstrijken.

Op toestemming die verkregen is voor handelingen van mededeling aan het publiek en welke binnen het toepassingsgebied van artikel 8 valt en die van kracht is op 7 juni 2021 is artikel 8 van toepassing met ingang van 7 juni 2025 indien deze toestemming na die datum verstrijkt.

Artikel 14

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 17 april 2019.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

A. TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

G. CIAMBA


(1)  PB C 125 van 21.4.2017, blz. 27.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 28 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 15 april 2019.

(3)  Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).

(4)  Richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 28).

(5)  Richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel (PB L 248 van 6.10.1993, blz. 15).

(6)  Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang en tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1).

(7)  Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan op de interne markt (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 72).

(8)  PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.


whereas









keyboard_arrow_down