search


keyboard_tab Media online 2019/0789 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2019/0789 NL cercato: 'richtlijn' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl




whereas richtlijn:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 379

 

Artikel 1

Onderwerp

In deze richtlijn worden regels vastgesteld die tot doel hebben de grensoverschrijdende toegang tot meer televisie- en radioprogramma's te vergroten, door de vereffening te vergemakkelijken van de rechten voor het verlenen van onlinediensten ter ondersteuning van de uitzendingen van bepaalde soorten televisie- en radioprogramma's en voor de doorgifte van televisie- en radioprogramma's. In de richtlijn worden ook regels vastgesteld voor de uitzending van televisie- en radioprogramma's via het proces van directe injectie.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder:

1.   "ondersteunende onlinedienst": een onlinedienst bestaande in het aanbieden aan het publiek, door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, van televisie- of radioprogramma's gelijktijdig met of voor een bepaalde periode na de uitzending ervan door de omroeporganisatie, alsmede van materiaal dat een ondersteuning vormt voor die uitzending;

2.   "doorgifte": de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, anders dan de doorgifte via de kabel als bepaald in richtlijn 93/83/EEG, die bedoeld is voor ontvangst door het publiek van een eerste uitzending uit een andere lidstaat, van televisie- of radioprogramma's die voor ontvangst door het publiek zijn bedoeld, wanneer deze eerste uitzending wordt verricht per draad of via de ether, met inbegrip van satellietuitzending, maar niet via online-uitzending, mits:

a)

de doorgifte wordt verricht door een andere partij dan de omroeporganisatie die de eerste uitzending heeft gedaan of onder controle of verantwoordelijkheid waarvan die eerste uitzending plaatsvond, ongeacht de wijze waarop de partij die de doorgifte verricht de programmadragende signalen van de omroeporganisatie met het oog op doorgifte verkrijgt; en

b)

indien de doorgifte via een internettoegangsdienst als gedefinieerd in artikel 2, tweede alinea, punt 2, van Verordening (EU) 2015/2120 geschiedt, zij in een beheerde omgeving wordt verricht;

3.   "beheerde omgeving": een omgeving waarin een exploitant van een doorgiftedienst een beveiligde doorgifte verricht aan bevoegde gebruikers;

4.   "directe injectie": een technisch proces waarin een omroeporganisatie haar programmadragende signalen overbrengt aan een organisatie die geen omroeporganisaties is, op zodanige wijze dat de programmadragende signalen tijdens die overbrenging niet toegankelijk zijn voor het publiek.

HOOFDSTUK II

Ondersteunende onlinediensten van omroeporganisaties

Artikel 3

Toepassing van het oorsprongslandbeginsel op ondersteunende onlinediensten

1.   De handelingen van mededeling aan het publiek van werken of ander beschermd materiaal, per draad of draadloos, en van beschikbaarstelling aan het publiek van werken of ander beschermd materiaal, op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn, die plaatsvinden bij het verstrekken aan het publiek van:

a)

radioprogramma's; en

b)

televisieprogramma's die:

i)

nieuws- en actualiteitenprogramma's betreffen; of

ii)

volledig door de omroeporganisatie zijn gefinancierd

in een ondersteunende onlinedienst door of onder controle en verantwoordelijkheid van een omroeporganisatie, en de handelingen tot reproductie van dergelijke werken of dergelijk ander beschermd materiaal die noodzakelijk zijn voor de verlening van, de toegang tot of het gebruik van een dergelijke onlinedienst voor dezelfde programma's, worden voor de uitoefening van de auteursrechten en naburige rechten die relevant zijn voor deze handelingen, geacht uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de omroeporganisatie haar hoofdvestiging heeft.

Punt b) van de eerste alinea is niet van toepassing op de uitzendingen van sportevenementen en werken en ander beschermd materiaal die daarin opgenomen zijn.

2.   De lidstaten dragen er zorg voor dat bij de vaststelling van het bedrag van de betalingen voor de rechten waarvoor het in lid 1 bepaalde oorsprongslandbeginsel geldt, de partijen rekening houden met alle aspecten van de ondersteunende onlinedienst, zoals kenmerken van die dienst, waaronder de duur van de onlinebeschikbaarheid van de in die dienst aangeboden programma's, het luisteraars- of kijkerspubliek en de aangeboden taalversies.

De eerste alinea staat er niet aan in de weg dat het bedrag van de betalingen wordt berekend op basis van de inkomsten van de omroeporganisatie.

3.   Het in lid 1 bepaalde oorsprongslandbeginsel doet geen afbreuk aan de contractuele vrijheid van rechthebbenden en omroeporganisaties om, in overeenstemming met het Unierecht, de exploitatie van dergelijke rechten, met inbegrip van die uit hoofde van richtlijn 2001/29/EG, te beperken.

HOOFDSTUK III

Doorgifte van televisie- en radioprogramma's

Artikel 5

Uitoefening door omroeporganisaties van de rechten op doorgifte

1.   De lidstaten dragen er zorg voor dat artikel 4 niet van toepassing is op de rechten bij doorgifte die door een omroeporganisatie worden uitgeoefend met betrekking tot haar eigen uitzendingen, ongeacht of het om haar eigen rechten gaat dan wel of deze haar door andere rechthebbenden zijn overgedragen.

2.   De lidstaten schrijven voor dat wanneer omroeporganisaties en exploitanten van de doorgiftediensten in het kader van deze richtlijn onderhandelingen over toestemming voor doorgifte aangaan, deze onderhandelingen te goeder trouw worden gevoerd.

Artikel 6

Bemiddeling

De lidstaten zorgen ervoor dat op de bijstand van een of meer bemiddelaars als bedoeld in artikel 11 van richtlijn 93/83/EEG een beroep kan worden gedaan wanneer er geen overeenkomst is gesloten tussen de organisatie voor collectief beheer en de exploitant van een doorgiftedienst of tussen de exploitant van een doorgiftedienst en de omroeporganisatie, betreffende de toestemming voor doorgifte van uitzendingen.

Artikel 7

Doorgifte van een uit dezelfde lidstaat afkomstige eerste uitzending

De lidstaten kunnen voorschrijven dat de bepalingen van dit hoofdstuk en van hoofdstuk III van richtlijn 93/83/EEG van toepassing zijn op situaties waarin zowel de eerste uitzending als de doorgifte op hun grondgebied plaatsvinden.

HOOFDSTUK IV

Uitzending van programma's via directe injectie

Artikel 8

Uitzending van programma's via directe injectie

1.   Indien een omroeporganisatie haar programmadragende signalen via directe injectie aan een distributeur van signalen overbrengt, zonder dat zijzelf deze programmadragende signalen gelijktijdig en direct uitzendt naar het publiek, en de distributeur van signalen deze programmadragende signalen aan het publiek uitzendt, worden de omroeporganisatie en de distributeur van signalen geacht samen één enkele handeling van mededeling aan het publiek te verrichten, waarvoor zij toestemming van de rechthebbenden verkrijgen. De lidstaten kunnen voorzien in modaliteiten voor het verkrijgen van toestemming van rechthebbenden.

2.   De lidstaten kunnen bepalen dat de artikelen 4, 5 en 6 van deze richtlijn van overeenkomstige toepassing zijn op de uitoefening door rechthebbenden van het recht om aan distributeurs van signalen al dan niet toestemming te verlenen voor de in lid 1 bedoelde uitzending door middel van een van de technische middelen als bedoeld in artikel 1, lid 3, van richtlijn 93/83/EEG of artikel 2, punt 2, van deze richtlijn.

HOOFDSTUK V

Slotbepalingen

Artikel 9

Wijziging van richtlijn 93/83/EEG

In artikel 1 van richtlijn 93/83/EEG wordt lid 3 vervangen door:

"3.   Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder "doorgifte via de kabel": de gelijktijdige, ongewijzigde en integrale doorgifte, door middel van een kabel- of microgolfsysteem aan het publiek, van een eerste uitzending uit een andere lidstaat, al dan niet via de ether, ook per satelliet, van radio- of televisieprogramma's die voor ontvangst door het publiek bestemd zijn, ongeacht de wijze waarop de exploitant van een doorgiftedienst via de kabel de programmadragende signalen van de omroeporganisatie met het oog op doorgifte verkrijgt.".

Artikel 10

Evaluatie

1.   Uiterlijk op 7 juni 2025 verricht de Commissie een evaluatie van deze richtlijn en brengt zij aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité verslag uit over de belangrijkste bevindingen. Het verslag wordt gepubliceerd en op de website van de Commissie bekendgemaakt.

2.   De lidstaten verstrekken de Commissie tijdig de relevante en nodige gegevens voor het opstellen van het in lid 1 bedoelde verslag.

Artikel 12

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 7 juni 2021 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 13

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 14

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 17 april 2019.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

A. TAJANI

Voor de Raad

De voorzitter

G. CIAMBA


(1)  PB C 125 van 21.4.2017, blz. 27.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 28 maart 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 15 april 2019.

(3)  Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).

(4)  richtlijn 2006/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 28).

(5)  richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel (PB L 248 van 6.10.1993, blz. 15).

(6)  Verordening (EU) 2015/2120 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang en tot wijziging van richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten en Verordening (EU) nr. 531/2012 betreffende roaming op openbare mobielecommunicatienetwerken binnen de Unie (PB L 310 van 26.11.2015, blz. 1).

(7)  richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten en de multiterritoriale licentieverlening van rechten inzake muziekwerken voor het online gebruik ervan op de interne markt (PB L 84 van 20.3.2014, blz. 72).

(8)  PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.


whereas









keyboard_arrow_down