search


keyboard_tab Digital Market Act 2022/1925 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/1925 NL cercato: 'evaluatie' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index evaluatie:


whereas evaluatie:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 313

 

Artikel 4

evaluatie van de status van poortwachter

1.   De Commissie kan, op verzoek of op eigen initiatief, te allen tijde een op grond van artikel 3 vastgesteld aanwijzingsbesluit heroverwegen, wijzigen of intrekken, om een van de volgende redenen:

a)

er is een wezenlijke verandering opgetreden in de feiten waarop het aanwijzingsbesluit berust;

b)

het aanwijzingsbesluit berust op onvolledige, onjuiste of misleidende informatie.

2.   De Commissie evalueert regelmatig, en ten minste om de drie jaar, of de poortwachters nog steeds aan de vereisten van artikel 3, lid 1, voldoen. Daarbij onderzoekt ze ook of de lijst van kernplatformdiensten van de poortwachter, die afzonderlijk voor zakelijke gebruikers een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers vormen, als bedoeld in artikel 3, lid 1, punt b), moet worden gewijzigd. Die evaluaties hebben geen schorsende werking op de verplichtingen van de poortwachter.

De Commissie onderzoekt ten minste jaarlijks ook of nieuwe ondernemingen die kernplatformdiensten aanbieden aan die vereisten voldoen.

Komt de Commissie op basis van de evaluaties op grond van de eerste alinea tot de bevinding dat de feiten waarop de aanwijzing van de ondernemingen die kernplatformdiensten aanbieden als poortwachters is gebaseerd, zijn veranderd, dan neemt zij een besluit tot bevestiging, wijziging of intrekking van het aanwijzingsbesluit.

3.   De Commissie publiceert en actualiseert continu de lijst van poortwachters en de lijst van de kernplatformdiensten waarvoor de poortwachters aan de verplichtingen van hoofdstuk III moeten voldoen.

HOOFDSTUK III

PRAKTIJKEN VAN POORTWACHTERS DIE DE BETWISTBAARHEID BEPERKEN OF ONEERLIJK ZIJN

Artikel 9

Schorsing

1.   Indien de poortwachter in een met redenen omkleed verzoek aantoont dat de naleving van een specifieke verplichting van artikel 5, 6 of 7 met betrekking tot een kernplatformdienst die op grond van artikel 3, lid 9, is opgenomen in het aanwijzingsbesluit, als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden buiten zijn wil de economische levensvatbaarheid van zijn activiteiten in de Unie in gevaar zou brengen, kan de Commissie een uitvoeringshandeling vaststellen waarin zij haar besluit om de in dat verzoek vermelde specifieke verplichting bij wijze van uitzondering geheel of gedeeltelijk te schorsen (“het schorsingsbesluit”), uiteenzet. In die uitvoeringshandeling onderbouwt de Commissie haar schorsingsbesluit met een beschrijving van de uitzonderlijke omstandigheden die aan de schorsing ten grondslag liggen. Die uitvoeringshandeling wordt in reikwijdte en duur beperkt tot wat noodzakelijk is om de bedreiging van de levensvatbaarheid van de poortwachter aan te pakken. De Commissie streeft ernaar die uitvoeringshandeling onverwijld en uiterlijk drie maanden na ontvangst van een volledig, met redenen omkleed verzoek vast te stellen. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 50, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

2.   Indien schorsing op grond van lid 1 wordt verleend, evalueert de Commissie jaarlijks haar schorsingsbesluit, tenzij het besluit in een kortere termijn voorziet. Na de evaluatie heft de Commissie de schorsing geheel of gedeeltelijk op of besluit zij dat nog steeds aan de voorwaarden van lid 1 wordt voldaan.

3.   In dringende gevallen kan de Commissie op een met redenen omkleed verzoek van een poortwachter de toepassing van een specifieke verplichting als bedoeld in lid 1 op een of meer afzonderlijke kernplatformdiensten reeds vóór het besluit op grond van dat lid voorlopig schorsen. Een dergelijk verzoek kan te allen tijde worden gedaan en ingewilligd in afwachting van de beoordeling van de Commissie op grond van lid 1.

4.   Wanneer de Commissie het in de leden 1 en 3 bedoelde verzoek beoordeelt, houdt zij met name rekening met de gevolgen van de naleving van de specifieke verplichting voor de economische levensvatbaarheid van de activiteiten van de poortwachter in de Unie alsook voor derden, in het bijzonder kmo’s (ook wel mkb genoemd) en consumenten. Aan de schorsing kunnen voorwaarden en verplichtingen worden verbonden die door de Commissie worden vastgesteld om een eerlijk evenwicht te bewaren tussen die belangen en de doelstellingen van deze verordening.

Artikel 10

Vrijstelling om redenen inzake de volksgezondheid en de openbare veiligheid

1.   De Commissie kan, op een met redenen omkleed verzoek van een poortwachter of op eigen initiatief, een uitvoeringshandeling vaststellen waarin zij haar besluit uiteenzet om die poortwachter geheel of gedeeltelijk vrij te stellen van een specifieke verplichting van artikel 5, 6 of 7 met betrekking tot een op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit opgenomen kernplatformdienst, indien die vrijstelling gerechtvaardigd is om de in lid 3 van dit artikel genoemde redenen (“het vrijstellingsbesluit”). De Commissie stelt het vrijstellingsbesluit vast binnen drie maanden na ontvangst van een volledig, met redenen omkleed verzoek en licht in een met redenen omklede verklaring de redenen van de vrijstelling toe. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 50, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

2.   Wanneer op grond van lid 1 een vrijstelling wordt verleend, evalueert de Commissie haar vrijstellingsbesluit indien de reden voor de vrijstelling niet meer bestaat, of ten minste elk jaar. Na de evaluatie heft de Commissie de vrijstelling geheel of gedeeltelijk op of besluit zij dat nog steeds aan de voorwaarden van lid 1 wordt voldaan.

3.   Een vrijstelling op grond van lid 1 kan alleen worden verleend om redenen inzake de volksgezondheid of de openbare veiligheid.

4.   In dringende gevallen kan de Commissie, op een met redenen omkleed verzoek van een poortwachter of op eigen initiatief, de toepassing van een specifieke verplichting als bedoeld in lid 1 op een of meer afzonderlijke kernplatformdiensten reeds vóór het besluit op grond van dat lid voorlopig schorsen. Een dergelijk verzoek kan te allen tijde worden gedaan en ingewilligd in afwachting van de beoordeling van de Commissie op grond van lid 1.

5.   Wanneer de Commissie het in de leden 1 en 4 bedoelde verzoek beoordeelt, houdt zij met name rekening met de gevolgen van de naleving van de specifieke verplichting om de in lid 3 vermelde redenen, en met het effect op de betrokken poortwachter en derden. De Commissie kan aan de schorsing voorwaarden en verplichtingen verbinden om te zorgen voor een eerlijk evenwicht tussen de doelstellingen van de in lid 3 bedoelde redenen en de doelstellingen van deze verordening.

Artikel 35

Jaarlijkse verslaglegging

1.   De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad een jaarverslag in over de uitvoering van deze verordening en de vooruitgang die is geboekt met de verwezenlijking van de doelstellingen ervan.

2.   Het in lid 1 bedoelde verslag omvat:

a)

een samenvatting van de activiteiten van de Commissie, met onder meer de eventueel vastgestelde maatregelen of besluiten en de lopende marktonderzoeken in verband met deze verordening;

b)

de bevindingen waartoe het toezicht op de uitvoering door de poortwachters van de verplichtingen uit hoofde van deze verordening aanleiding heeft gegeven;

c)

een evaluatie van de geaudite beschrijving als bedoeld in artikel 15;

d)

een overzicht van de samenwerking tussen de Commissie en de nationale autoriteiten in verband met deze verordening;

e)

een overzicht van de door de groep op hoog niveau van digitale regelgevers verrichte activiteiten en taken, met een toelichting over de manier waarop haar aanbevelingen voor de handhaving van deze verordening moeten worden uitgevoerd.

3.   De Commissie maakt het verslag bekend op haar website.

Artikel 53

evaluatie

1.   Uiterlijk op 3 mei 2026 en daarna om de drie jaar evalueert de Commissie deze verordening en brengt zij daarover verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité.

2.   Bij de evaluaties wordt beoordeeld of de doelstelling van deze verordening, namelijk het waarborgen van betwistbare en eerlijke markten, is verwezenlijkt en wordt het effect van deze verordening op zakelijke gebruikers, met name kmo’s, en eindgebruikers beoordeeld. Voorts beoordeelt de Commissie of het toepassingsgebied van artikel 7 kan worden uitgebreid tot onlinesocialenetwerkdiensten.

3.   In de evaluaties wordt vastgesteld of het nodig is regels te wijzigen, onder meer met betrekking tot de in artikel 2, punt 2), vastgelegde lijst van kernplatformdiensten, de in de artikelen 5, 6 en 7 vastgelegde verplichtingen en de handhaving daarvan, om ervoor te zorgen dat digitale markten in de hele Unie betwistbaar en eerlijk zijn. Na de evaluaties neemt de Commissie passende maatregelen, die onder meer kunnen bestaan in wetgevingsvoorstellen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekken de Commissie alle hun ter beschikking staande informatie die zij nodig kan hebben voor het opstellen van het in lid 1 bedoelde verslag.


whereas









keyboard_arrow_down