(8) Nieuwe technologieën maken geautomatiseerde computeranalyse van informatie in digitale vorm, zoals tekst, geluid, beeld of gegevens, die algemeen bekend is als tekst- en datamining, mogelijk.
Dankzij tekst- en datamining kunnen grote hoeveelheden informatie worden verwerkt om nieuwe kennis te verwerven en nieuwe tendensen te ontdekken.
Technologieën voor tekst- en datamining spelen een grote rol in de digitale economie; evenwel wordt in brede kring erkend dat tekst- en datamining in het bijzonder gunstig kan zijn voor de onderzoeksgemeenschap en op die wijze innovatie kan ondersteunen.
Dergelijke technologieën zijn gunstig voor universiteiten en andere onderzoeksorganisaties, alsook voor instellingen voor cultureel erfgoed, aangezien zij in het kader van hun voornaamste werkzaamheden ook onderzoek zouden kunnen uitvoeren.
Deze organisaties en instellingen worden in de Unie echter geconfronteerd met rechtsonzekerheid over de mate waarin zij tekst- en datamining van content kunnen verrichten.
In bepaalde gevallen kan tekst- en datamining handelingen inhouden die onder het auteursrecht, onder sui-generis-databankenrecht of onder beide vallen, met name wanneer sprake is van reproductie van werken of andere materialen, opvraging van content uit een databank, of beide, hetgeen bijvoorbeeld gebeurt wanneer de gegevens worden genormaliseerd tijdens het proces van tekst- en datamining.
Indien er geen uitzondering of beperking van toepassing is, is toestemming van de rechthebbenden vereist om dergelijke handelingen te verrichten.
- = -
(11) De rechtsonzekerheid met betrekking tot tekst- en datamining moet worden aangepakt door te voorzien in een verplichte uitzondering voor universiteiten en andere onderzoeksorganisaties en voor instellingen voor cultureel erfgoed op het exclusieve reproductierecht en op het recht om opvraging uit een databank te verhinderen.
In lijn met het bestaande onderzoeksbeleid van de Unie, dat universiteiten en onderzoeksinstellingen stimuleert om met de private sector samen te werken, moeten ook onderzoeksorganisaties kunnen gebruikmaken van een dergelijke uitzondering als hun onderzoeksactiviteiten in het kader van publiek-private partnerschappen worden verricht.
Hoewel onderzoeksorganisaties en instellingen voor cultureel erfgoed de begunstigden moeten blijven van die uitzondering, moeten zij bij het uitvoeren van tekst- en datamining kunnen steunen op hun private partners, onder meer door gebruik te maken van hun technologische hulpmiddelen.
- = -
(12) Onderzoeksinstellingen in de gehele Unie bestaan uit een breed scala van entiteiten die in de eerste plaats tot doel hebben wetenschappelijk onderzoek te verrichten of samen met het onderzoek onderwijsdiensten aan te bieden.
De term "wetenschappelijk onderzoek" in de zin van deze richtlijn moet aldus worden opgevat dat hij zowel betrekking heeft op de natuurwetenschappen als op de menswetenschappen.
Vanwege de diversiteit van dergelijke entiteiten is het belangrijk het eens te worden over de definitie van onderzoeksorganisaties. Hieronder moeten bijvoorbeeld naast universiteiten en andere instellingen voor hoger onderwijs en hun bibliotheken, ook andere instellingen die onderzoek verrichten, zoals onderzoeksinstituten en ziekenhuizen, vallen.
Ondanks de verschillen in rechtsvormen en structuren is het gemeenschappelijke kenmerk van de onderzoeksorganisaties in de lidstaten over het algemeen dat zij handelen zonder winstoogmerk of in het kader van een door de staat erkende taak van openbaar belang.
Een dergelijke taak van openbaar belang kan bijvoorbeeld blijken uit de publieke financiering of uit de regelingen die daarvoor getroffen zijn in nationale wetgeving of overheidsopdrachten.
Organisaties waarop commerciële ondernemingen een beslissende invloed uitoefenen die hen in staat stelt controle uit te oefenen vanwege structurele situaties zoals hun hoedanigheid van aandeelhouder of vennoot, hetgeen aanleiding kan geven tot bevoorrechte toegang tot de resultaten van het onderzoek, mogen daarentegen niet worden beschouwd als onderzoeksorganisaties voor de toepassing van deze richtlijn.
- = -
(13) Onder de term instellingen voor cultureel erfgoed moet worden verstaan voor het publiek toegankelijke bibliotheken en musea, ongeacht het soort werken of andere materialen waarover zij beschikken in hun vaste collecties, alsook archieven en instellingen voor cinematografisch of audio(visueel) erfgoed.
Onder die term moeten ook onder meer nationale bibliotheken en nationale archieven worden verstaan, alsook de archieven en voor het publiek toegankelijke bibliotheken van onderwijsinstellingen, onderzoeksorganisaties en openbare-omroeporganisaties.
- = -
(14) De uitzondering voor tekst- en datamining moet van toepassing zijn op content waartoe onderzoeksorganisaties en instellingen voor cultureel erfgoed, met inbegrip van de hieraan verbonden personen, rechtmatige toegang hebben.
Onder rechtmatige toegang moet worden verstaan toegang tot content op basis van open-accessbeleid of via contractuele regelingen tussen rechthebbenden en onderzoeksorganisaties of instellingen voor cultureel erfgoed, zoals abonnementen, of op andere legale wijze.
Als bijvoorbeeld een onderzoeksorganisatie of een instelling voor cultureel erfgoed een abonnement heeft, worden de aan die onderzoeksorganisatie of instelling verbonden personen die mogen gebruikmaken van dat abonnement geacht rechtmatige toegang te hebben.
Onder rechtmatige toegang moet ook worden verstaan toegang tot content die vrijelijk online beschikbaar wordt gesteld.
- = -
(15) Het is mogelijk dat onderzoeksorganisaties en instellingen voor cultureel erfgoed in bepaalde gevallen de kopieën die zijn gemaakt in het kader van de uitzondering ten behoeve van het verrichten van tekst- en datamining moeten bewaren, bijvoorbeeld voor de controle van wetenschappelijke onderzoeksresultaten op een later moment.
In dergelijke gevallen moeten de kopieën op een beveiligde locatie worden bewaard.
Het moet de lidstaten vrijstaan om op nationaal niveau en na overleg met de betrokken belanghebbenden te besluiten verdere specifieke regelingen vast te stellen voor het bewaren van de kopieën, met inbegrip van de mogelijkheid om voor dit doel betrouwbare instanties aan te wijzen.
Om de toepassing van de uitzondering niet nodeloos te beperken, moeten dergelijke regelingen evenredig zijn en mogen zij niet verder gaan dan wat noodzakelijk is om de kopieën op een veilige manier te bewaren en niet-toegestaan gebruik te voorkomen.
Voor ander gebruik ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek dan tekst- en datamining, zoals wetenschappelijke collegiale toetsing en gezamenlijk wettenschappelijk onderzoek, moeten, indien van toepassing, de beperkingen of restricties als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder a), van Richtlijn 2001/29/EG van kracht blijven.
- = -