search


keyboard_tab Diritto d'autore 2019/0790 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2019/0790 NL cercato: 'nemen' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


index nemen:


whereas nemen:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 493

 

Artikel 3

Tekst- en datamining met het oog op wetenschappelijk onderzoek

1.   De lidstaten voorzien in een uitzondering op de rechten bedoeld in artikel 5, onder a), en artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG, artikel 2 van Richtlijn 2001/29/EG, en artikel 15, lid 1, van deze richtlijn voor reproducties en opvragingen door onderzoeksorganisaties en instellingen voor cultureel erfgoed om met het oog op wetenschappelijk onderzoek tekst- en datamining te verrichten op werken of andere materialen waartoe zij rechtmatige toegang hebben.

2.   Kopieën van werken of andere materialen die worden gemaakt overeenkomstig lid 1, worden opgeslagen met een passend beveiligingsniveau en mogen worden bewaard voor doeleinden in verband met wetenschappelijk onderzoek, inclusief de verificatie van onderzoeksresultaten.

3.   Rechthebbenden kunnen maatregelen nemen om de veiligheid en de integriteit te verzekeren van de netwerken en databanken waar de werken of andere materialen worden gehost. Deze maatregelen gaan niet verder dan wat nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

4.   De lidstaten moedigen rechthebbenden, onderzoeksorganisaties en instellingen voor cultureel erfgoed aan om algemeen aanvaarde beste praktijken vast te stellen met betrekking tot de toepassing van de in lid 2 bedoelde verplichting en de in lid 3 bedoelde maatregelen.

Artikel 5

Gebruik van werken en andere materialen in digitale en grensoverschrijdende onderwijsactiviteiten

1.   De lidstaten voorzien in een uitzondering op of beperking van de rechten bedoeld in artikel 5, onder a), b), d), en e), en artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG, de artikelen 2 en 3 van Richtlijn 2001/29/EG, artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2009/24/EG en artikel 15, lid 1, van deze richtlijn om digitaal gebruik van werken en andere materialen dat uitsluitend dient voor illustratie bij het onderwijs, mogelijk te maken voor zover dit wordt gerechtvaardigd door het te bereiken niet-commerciële doel, op voorwaarde dat zulk gebruik:

a)

plaatsvindt onder de verantwoordelijkheid van een onderwijsinstelling, in haar gebouwen of elders, of door middel van een beveiligde elektronische omgeving die alleen toegankelijk is voor de leerlingen of studenten en het onderwijzend personeel van de onderwijsinstelling, en

b)

vergezeld gaat van de vermelding van de bron, waaronder de naam van de auteur, tenzij dit niet mogelijk blijkt.

2.   Niettegenstaande artikel 7, lid 1, kunnen de lidstaten bepalen dat de op grond van lid 1 vastgestelde uitzondering of beperking niet van toepassing is, of niet van toepassing is met betrekking tot specifieke vormen van gebruik of soorten werken of andere materialen, zoals materialen die in de eerste plaats bedoeld zijn voor de onderwijsmarkt of bladmuziek, voor zover passende licenties die de in lid 1 van dit artikel beschreven handelingen toestaan en die afgestemd zijn op de behoeften en specifieke kenmerken van onderwijsinstellingen, vlot beschikbaar zijn op de markt.

De lidstaten die besluiten gebruik te maken van de eerste alinea van dit lid, nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de licenties voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde handelingen op een passende wijze beschikbaar en zichtbaar zijn voor onderwijsinstellingen.

3.   Het gebruik van werken en andere materialen dat uitsluitend dient voor illustratie bij het onderwijs via beveiligde elektronische omgevingen overeenkomstig de bepalingen van op grond van dit artikel vastgesteld nationaal recht, wordt geacht uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de onderwijsinstelling is gevestigd.

4.   De lidstaten kunnen voorzien in een billijke vergoeding voor rechthebbenden voor het gebruik van hun werken of andere materialen op grond van lid 1.

Artikel 15

Bescherming van perspublicaties met betrekking tot onlinegebruik

1.   De lidstaten verlenen in een lidstaat gevestigde uitgevers van perspublicaties de in artikel 2 en artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2001/29/EG bedoelde rechten voor het onlinegebruik van hun perspublicaties door aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij.

De in de eerste alinea bedoelde rechten gelden niet voor particulier of niet-commercieel gebruik van perspublicaties door individuele gebruikers.

De krachtens de eerste alinea verleende bescherming geldt niet voor handelingen op het gebied van hyperlinking.

De in de eerste alinea bedoelde rechten gelden niet voor het gebruik van losse woorden of zeer korte fragmenten van een perspublicatie.

2.   De in lid 1 bedoelde rechten doen geen afbreuk aan en zijn op generlei wijze van invloed op rechten waarin het Unierecht voorziet voor auteurs en andere rechthebbenden ten aanzien van werken en andere materialen die in een perspublicatie zijn opgenomen. De in lid 1 bedoelde rechten worden niet ingeroepen tegen die auteurs en andere rechthebbenden en ontnemen hun in het bijzonder niet het recht om hun werken en andere materialen te exploiteren onafhankelijk van de perspublicatie waarin zij zijn opgenomen.

Wanneer een werk of ander materiaal wordt verwerkt in een perspublicatie op basis van een niet-exclusieve licentie, worden de in lid 1 bepaalde rechten niet ingeroepen om het gebruik door andere gemachtigde gebruikers te verbieden. De in lid 1 bedoelde rechten worden niet ingeroepen om het gebruik te verbieden van werken of andere materialen waarvan de bescherming is afgelopen.

3.   De artikelen 5 tot en met 8 van Richtlijn 2001/29/EG, Richtlijn 2012/28/EU en Richtlijn (EU) 2017/1564 van het Europees Parlement en de Raad (19) zijn van overeenkomstige toepassing op de in lid 1 van dit artikel bepaalde rechten.

4.   De in lid 1 bepaalde rechten vervallen twee jaar nadat de perspublicatie is verschenen. Die termijn wordt berekend vanaf 1 januari van het jaar volgend op de datum waarop die perspublicatie is verschenen.

Lid 1 is niet van toepassing op perspublicaties die voor het eerst gepubliceerd zijn vóór 6 juni 2019.

5.   De lidstaten voorzien erin dat de auteurs van werken die verwerkt zijn in een perspublicatie, een passend aandeel krijgen van de inkomsten die uitgevers van perspublicaties ontvangen voor het gebruik van hun perspublicaties door aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij.

Artikel 17

Gebruik van beschermde content door aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content

1.   De lidstaten voorzien erin dat een aanbieder van een onlinedienst voor het delen van content, voor de toepassing van deze richtlijn een handeling verricht van mededeling aan het publiek of een handeling van beschikbaarstelling voor het publiek, wanneer hij het publiek toegang verleent tot auteursrechtelijk beschermde werken of andere beschermde materialen die door de gebruikers ervan zijn geüpload.

Een aanbieder van een onlinedienst voor het delen van content moet daarom toestemming krijgen van de in artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2001/29/EG bedoelde rechthebbenden, bijvoorbeeld door het sluiten van een licentieovereenkomst, teneinde werken of andere materialen mee te delen of beschikbaar te stellen voor het publiek.

2.   De lidstaten voorzien erin dat, indien een aanbieder van een onlinedienst voor het delen van content toestemming krijgt, bijvoorbeeld door het sluiten van een licentieovereenkomst, die toestemming ook betrekking heeft op handelingen die worden verricht door gebruikers van de onder artikel 3 van Richtlijn 2001/29/EG vallende diensten wanneer zij niet op commerciële basis handelen of indien hun activiteit geen significante inkomsten genereert.

3.   Wanneer een aanbieder van een onlinedienst voor het delen van content een handeling van mededeling aan het publiek of een handeling van beschikbaarstelling voor het publiek verricht, onder de in deze richtlijn vastgestelde voorwaarden, is de in artikel 14, lid 1, van Richtlijn 2000/31/EG vastgestelde beperking van de aansprakelijkheid niet van toepassing op situaties die onder dit artikel vallen.

De eerste alinea van dit lid laat de mogelijke toepassing onverlet van artikel 14, lid 1, van Richtlijn 2000/31/EG op die dienstverleners voor doeleinden die buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen.

4.   Als geen toestemming wordt verleend, zijn aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content aansprakelijk voor niet-toegestane handelingen van mededeling aan het publiek, met inbegrip van het beschikbaar stellen voor het publiek, van auteursrechtelijk beschermde werken en andere materialen, tenzij de dienstverleners aantonen dat zij:

a)

alles in het werk hebben gesteld om toestemming te krijgen, en

b)

overeenkomstig strenge sectorale normen op het gebied van professionele toewijding, alles in het werk hebben gesteld om ervoor te zorgen dat bepaalde werken en andere materialen waarvoor de rechthebbenden hun de nodige toepasselijke informatie hebben verstrekt, niet beschikbaar zijn, en in ieder geval

c)

na ontvangst van een voldoende onderbouwde melding van de rechthebbenden, prompt zijn opgetreden om de toegang tot de werken en andere materialen in kwestie te deactiveren of deze van hun websites te verwijderen, en alles in het werk hebben gesteld om toekomstige uploads ervan overeenkomstig punt b) te voorkomen.

5.   Bij het bepalen of de dienstverlener zijn verplichtingen uit hoofde van lid 4 is nagekomen en in het licht van het evenredigheidsbeginsel wordt onder meer rekening gehouden met de volgende elementen:

a)

het type, het publiek en de omvang van de diensten en het soort werken of andere materialen die door de gebruikers van de dienst zijn geüpload, en

b)

de beschikbaarheid van passende en doeltreffende middelen en de kosten daarvan voor dienstverleners.

6.   De lidstaten voorzien erin, met betrekking tot nieuwe aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content waarvan de diensten gedurende minder dan drie jaar beschikbaar waren voor het publiek in de Unie en die een jaaromzet hebben van minder dan 10 miljoen EUR, berekend overeenkomstig Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (20), dat de voorwaarden uit hoofde van de aansprakelijkheidsregeling van lid 4 beperkt zijn tot de naleving van lid 4, onder a), en tot prompt optreden, na ontvangst van een voldoende onderbouwde melding, om de toegang tot de gemelde werken of andere materialen te deactiveren of die werken of andere materialen van hun websites te verwijderen.

Wanneer het gemiddelde aantal maandelijkse unieke bezoekers van deze dienstverleners meer dan 5 miljoen bedraagt, berekend op basis van het voorgaande kalenderjaar, moeten zij ook aantonen dat zij alles in het werk hebben gesteld om verdere uploads van de werken en andere materialen in kwestie waarvoor de rechthebbenden de nodige toepasselijke informatie hebben verstrekt, te voorkomen.

7.   De samenwerking tussen de aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content en de rechthebbenden leidt niet tot het voorkomen van de beschikbaarheid van door gebruikers geüploade werken of andere materialen die geen inbreuk maken op het auteursrecht en naburige rechten, ook niet wanneer deze werken of andere materialen vallen onder een uitzondering of beperking.

De lidstaten zorgen ervoor dat gebruikers in elke lidstaat kunnen gebruikmaken van elk van de volgende bestaande uitzonderingen of beperkingen wanneer zij door gebruikers van onlinediensten voor het delen van content gegenereerde content uploaden en beschikbaar maken:

a)

citaat, kritiek, recensie;

b)

gebruik voor een karikatuur, parodie of pastiche.

8.   De toepassing van dit artikel leidt niet tot een algemene toezichtsverplichting.

De lidstaten bepalen dat aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content rechthebbenden op hun verzoek passende informatie verstrekken over de werking van hun praktijken met betrekking tot de in lid 4 bedoelde samenwerking en, indien licentieovereenkomsten worden gesloten tussen dienstverleners en rechthebbenden, informatie over het gebruik van content die onder de overeenkomsten valt.

9.   De lidstaten voorzien erin dat aanbieders van onlinediensten voor het delen van content een doeltreffend en snel klachten- en beroepsmechanisme invoeren dat beschikbaar is voor de gebruikers van hun diensten in geval van geschillen over het deactiveren van de toegang tot of het verwijderen van door hen geüploade werken of andere materialen.

Wanneer rechthebbenden verzoeken om de toegang tot hun specifieke werken of andere materialen te deactiveren of om die specifieke werken of andere materialen te verwijderen, motiveren zij de redenen voor hun verzoek naar behoren. Klachten die in het kader van het in de eerste alinea bedoelde mechanisme worden ingediend, worden onverwijld behandeld en besluiten om geüploade content ontoegankelijk te maken of te verwijderen, worden onderworpen aan menselijke toetsing. De lidstaten voorzien er ook in dat er voor geschillen mechanismen voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting beschikbaar zijn. Deze mechanismen maken het mogelijk dat geschillen onpartijdig worden beslecht en ontnemen de gebruiker niet de door het nationale recht geboden rechtsbescherming, onverminderd de rechten van gebruikers om een beroep te doen op efficiënte rechtsmiddelen. Met name zorgen de lidstaten ervoor dat de gebruikers toegang hebben tot een rechtbank of een andere bevoegde rechterlijke instantie om het gebruik van een uitzondering of beperking op het auteursrecht en naburige rechten te laten gelden.

Deze richtlijn heeft geen gevolgen voor rechtmatig gebruik, zoals op grond van uitzonderingen of beperkingen waarin het Unierecht voorziet, en leidt niet tot de identificatie van individuele gebruikers, noch tot de verwerking van persoonsgegevens, tenzij overeenkomstig Richtlijn 2002/58/EG en Verordening (EU) 2016/679.

Aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content delen hun gebruikers in hun voorwaarden mee dat zij werken en andere materialen kunnen gebruiken op grond van uitzonderingen of beperkingen op het auteursrecht en naburige rechten waarin het Unierecht voorziet.

10.   Vanaf 6 juni 2019 organiseert de Commissie in samenwerking met de lidstaten dialogen met belanghebbenden om beste praktijken te bespreken voor de samenwerking tussen aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content en rechthebbenden. De Commissie verstrekt, in overleg met aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content, rechthebbenden, gebruikersorganisaties en andere relevante belanghebbenden, en rekening houdend met de resultaten van de dialogen met belanghebbenden, richtsnoeren voor de toepassing van dit artikel, met name betreffende de in lid 4 bedoelde samenwerking. Bij het bespreken van beste praktijken wordt in het bijzonder rekening gehouden met het feit dat een evenwicht moet worden gevonden tussen grondrechten en het gebruik van uitzonderingen en beperkingen. Voor deze dialoog met belanghebbenden hebben de gebruikersorganisaties toegang tot adequate informatie van de aanbieders van een onlinedienst voor het delen van content over de werking van hun praktijken met betrekking tot lid 4.

HOOFDSTUK 3

Billijke vergoeding van auteurs en uitvoerende kunstenaars in exploitatiecontracten

Artikel 29

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 7 juni 2021 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.


whereas









keyboard_arrow_down