(3) De Unie heeft reeds een aantal maatregelen genomen om consumenten, handelaren en beoefenaars van juridische beroepen beter bekend te maken met consumentenrechten en te zorgen voor betere handhaving van consumentenrechten en verhaalsmogelijkheden voor consumenten.
Er bestaan echter nog steeds lacunes in het nationale recht wat betreft werkelijk doeltreffende en evenredige sancties om inbreuken binnen de Unie te ontmoedigen en te bestraffen, onvoldoende individuele remedies voor consumenten die schade hebben geleden door schending van de nationale wetgeving tot omzetting van Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) en tekortkomingen in de stakingsprocedure op grond van Richtlijn 2009/22/EG van het Europees Parlement en de Raad (4).
De herziening van de stakingsprocedure moet worden aangepakt door middel van een afzonderlijk instrument tot wijziging en ter vervanging van Richtlijn 2009/22/EG.
- = -
(9) Overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) 2017/2394 moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die zijn betrokken bij de gecoördineerde maatregelen in hun jurisdictie alle noodzakelijke handhavingsmaatregelen nemen tegen de handelaar die verantwoordelijk is voor de wijdverspreide inbreuk of de wijdverspreide inbreuk met een Uniedimensie om die inbreuk te doen beëindigen of te verbieden.
Waar passend, leggen zij sancties zoals geldboeten of dwangsommen op aan de handelaar die verantwoordelijk is voor de wijdverbreide inbreuk of de wijdverbreide inbreuk met een Uniedimensie.
De handhavingsmaatregelen worden op een doeltreffende, efficiënte en gecoördineerde wijze genomen om de wijdverbreide inbreuk of de wijdverbreide inbreuk met een Uniedimensie te doen beëindigen of te verbieden.
De betrokken bevoegde autoriteiten streven ernaar gelijktijdig handhavingsmaatregelen te nemen in de lidstaten die door de inbreuk geraakt zijn.
- = -
(11) Zoals wordt bepaald in artikelen 9 en 10 van Verordening (EU) 2017/2394, moet bij het opleggen van sancties in voorkomend geval naar behoren rekening worden gehouden met de aard, ernst en duur van de betrokken inbreuk.
Het opleggen van sancties moet in verhouding staan tot en in overeenstemming zijn met het Unierecht en het nationaal recht, met inbegrip van de toepasselijke procedurele waarborgen en de beginselen van het Handvest.
Tot slot moeten de opgelegde sancties passend zijn gezien de aard en de algehele daadwerkelijke of potentiële schadelijke gevolgen van de inbreuk op het Unierecht ter bescherming van de consumentenbelangen.
De bevoegdheid om sancties op te leggen moet rechtstreeks, op eigen gezag van de bevoegde autoriteiten worden uitgeoefend of, indien noodzakelijk, door een beroep te doen op andere bevoegde autoriteiten of andere overheidsinstanties, of, in voorkomend geval, door aangewezen organen instructies te geven, of door een verzoek in te dienen bij de rechtbanken die bevoegd zijn het vereiste besluit te nemen, onder meer door, in voorkomend geval, beroep in te stellen ingeval het verzoek tot het geven van het vereiste besluit wordt afgewezen.
- = -
(13) De lidstaten mag niet worden belet om in hun nationaal recht hogere op omzet gebaseerde maximumboetes te handhaven of in te voeren voor wijdverbreide inbreuken en wijdverbreide inbreuken met een Uniedimensie.
Het moet voor de lidstaten ook mogelijk zijn dergelijke geldboeten te baseren op de wereldwijde omzet van de handelaar of om de regels inzake geldboeten uit te breiden naar andere inbreuken die niet vallen onder de bepalingen van deze richtlijn die verband houden met artikel 21 van Verordening (EU) 2017/2394.
De verplichting dat de geldboete ten minste 4 % van de jaaromzet van de handelaar moet bedragen, mag niet van toepassing zijn op aanvullende regels van de lidstaten inzake dwangsommen, zoals dagelijkse geldboeten wegens niet-naleving van een beslissing, een bevel, een tijdelijke maatregel, een verbintenis van de handelaar of een andere maatregel met als doel een einde te maken aan de inbreuk.
- = -
(21) De transparantieverplichtingen met betrekking tot de belangrijkste parameters ter bepaling van de rangschikking worden ook gereguleerd door Verordening (EU) 2019/1150 van het Europees Parlement en de Raad (9).
De transparantieverplichtingen uit hoofde van die verordening hebben betrekking op een breed scala van online tussenpersonen, waaronder onlinemarktplaatsen, maar zijn alleen van toepassing tussen handelaren en online tussenpersonen.
Er moeten daarom vergelijkbare transparantieverplichtingen worden opgenomen in Richtlijn 2005/29/EG om adequate transparantie naar consumenten toe te garanderen, behalve in het geval van aanbieders van online zoekmachines die uit hoofde van die verordening al verplicht zijn de belangrijkste parameters toe te lichten die, individueel en collectief, het meest significant zijn voor de bepaling van de rangschikking en het relatieve belang van die belangrijkste parameters, door een gemakkelijk toegankelijke en openbaar beschikbare beschrijving van hun online zoekmachines in duidelijke, begrijpelijke bewoordingen te verstrekken.
- = -
(22) Handelaren die consumenten in staat stellen te zoeken naar goederen en diensten, zoals reizen, accommodatie en recreatieve activiteiten, die worden aangeboden door verschillende handelaren of door consumenten, moeten consumenten op de hoogte brengen van de belangrijkste standaardparameters ter bepaling van de rangschikking van aanbiedingen die aan de consument worden gepresenteerd als resultaat van de zoekopdracht en van hun relatieve belang ten opzichte van andere parameters.
Die informatie moet beknopt zijn en op eenvoudige en prominente wijze rechtstreeks beschikbaar worden gesteld.
De parameters die de rangschikking bepalen zijn algemene criteria, processen, specifieke signalen die in algoritmes of andere aanpassings- of degradatiemechanismen zijn geïntegreerd, die in verband met de rangschikking worden gebruikt.
- = -
(25) Onlinemarktplaatsen moeten voor de toepassing van de Richtlijnen 2005/29/EG en 2011/83/EU op dezelfde wijze worden gedefinieerd als in Verordening (EU) nr. 524/2013 van het Europees Parlement en de Raad (11) en Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad (12).
De definitie van “onlinemarktplaats” moet echter worden geactualiseerd en technologisch neutraler worden gemaakt zodat ook nieuwe technologieën eronder vallen.
Daarom is het passend om niet te verwijzen naar een “website”, maar naar software, met inbegrip van een website, een deel van een website of een door of namens de handelaar beheerde applicatie, in overeenstemming met het begrip “online-interface” zoals omschreven in Verordening (EU) 2017/2394 en Verordening (EU) 2018/302 van het Europees Parlement en de Raad (13).
- = -
(36) Het begrip “functionaliteit” moet worden opgevat als een verwijzing naar de manieren waarop digitale inhoud of een digitale dienst kan worden gebruikt.
De aan- of afwezigheid van technische beperkingen, zoals bescherming via Digital Rights Management of regiocodering, kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor de mate waarin de digitale inhoud of digitale dienst alle beoogde functies kan vervullen.
Het begrip “interoperabiliteit” houdt verband met de vraag of en in hoeverre digitale inhoud of een digitale dienst kan werken met hardware of software die verschilt van de hardware of software waarmee gelijksoortige digitale inhoud of digitale diensten normaliter worden gebruikt.
Bij een correcte werking zou de digitale inhoud of de digitale dienst bijvoorbeeld informatie kunnen uitwisselen met dergelijke andere software en hardware en de uitgewisselde informatie kunnen gebruiken.
Het begrip “compatibiliteit” wordt gedefinieerd in Richtlijn (EU) 2019/770.
- = -
(45) Handelaren kunnen de prijs van hun aanbiedingen personaliseren voor specifieke consumenten of specifieke categorieën consumenten aan de hand van geautomatiseerde besluitvorming en profilering van consumentengedrag, waarmee zij de koopkracht van de consument kunnen inschatten.
Consumenten moeten duidelijk worden geïnformeerd wanneer de prijs die zij te zien krijgen, is gepersonaliseerd aan de hand van geautomatiseerde besluitvorming, zodat zij in hun aankoopbesluit rekening kunnen houden met de potentiële risico’s.
Derhalve dient aan Richtlijn 2011/83/EU een specifieke informatievereiste te worden toegevoegd op grond waarvan de consument in kennis moet worden gesteld wanneer de prijs is gepersonaliseerd op basis van geautomatiseerde besluitvorming.
Deze informatievereiste mag niet gelden voor technieken als “dynamische” en “realtime” prijsbepaling, waarbij de prijs zeer flexibel en snel wordt veranderd naar aanleiding van de vraag op de markt, wanneer bij die technieken geen sprake is van personalisering op basis van geautomatiseerde besluitvorming.
Deze informatievereiste doet niet af aan Verordening (EU) 2016/679, die onder meer voorziet in het recht personen om niet te worden onderworpen aan geautomatiseerde individuele besluitvorming, met inbegrip van profilering.
- = -
(46) Gezien de technologische ontwikkelingen is het noodzakelijk om de verwijzing naar de fax in de lijst van communicatiemiddelen in artikel 6, lid 1, onder c), van Richtlijn 2011/83/EU te schrappen, aangezien de fax nog slechts zelden wordt gebruikt en grotendeels verouderd is.
- = -
(49) Het moet handelaren ook worden verboden valse consumentenbeoordelingen en -aanbevelingen te plaatsen, zoals “likes” op sociale media, of andere partijen de opdracht te geven dit te doen, teneinde hun producten te promoten, evenals om beoordelingen en aanbevelingen van consumenten te manipuleren, bijvoorbeeld door alleen positieve beoordelingen te publiceren en de negatieve te verwijderen.
Een dergelijke praktijk kan zich ook voordoen door middel van de extrapolatie van aanbevelingen, indien de positieve interactie van een gebruiker met bepaalde online inhoud wordt gekoppeld aan of verplaatst naar andere, maar aanverwante inhoud, waardoor de indruk wordt gewekt dat de gebruiker ook positief tegenover de aanverwante inhoud staat.
- = -