search


keyboard_tab Clausole e vendite online Direttiva EU 2019/2161 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2019/2161 2011/83 2005/29 1998/6 1993/13

2019/2161 NL cercato: 'commissie' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


index commissie:


whereas commissie:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 493

 

“Artikel 8 ter

1.   De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van deze richtlijn en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten kunnen dergelijke sancties beperken tot situaties waarin de contractuele bedingen in het nationale recht uitdrukkelijk in alle omstandigheden worden aangemerkt als oneerlijk of indien een handelaar contractuele bedingen blijft toepassen die als oneerlijk zijn aangemerkt in een overeenkomstig artikel 7, lid 2, genomen definitieve beslissing.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat voor het opleggen van sancties waar passend rekening wordt gehouden met de volgende niet-limitatieve en indicatieve criteria:

a)

de aard, de ernst, de omvang en de duur van de inbreuk;

b)

door de verkoper of leverancier genomen maatregelen om de door de consumenten geleden schade te beperken of te verhelpen;

c)

eerdere inbreuken van de verkoper of leverancier;

d)

de door de verkoper of leverancier als gevolg van de inbreuk behaalde financiële voordelen of vermeden verliezen, als daarover relevante informatie beschikbaar is;

e)

sancties die in grensoverschrijdende zaken in andere lidstaten aan de verkoper of leverancier zijn opgelegd voor dezelfde inbreuk, wanneer informatie over dergelijke sancties beschikbaar is via het bij Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad (*1) opgericht mechanisme;

f)

andere verzwarende of verzachtende factoren die van toepassing zijn op de omstandigheden van de zaak.

4.   Onverminderd lid 2 van dit artikel, zorgen de lidstaten ervoor dat, wanneer er overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) 2017/2394 sancties moeten worden opgelegd, deze de mogelijkheid omvatten om geldboeten op te leggen door middel van administratieve procedures en/of om juridische procedures te starten voor het opleggen van geldboeten, waarbij het maximumbedrag van zulke geldboeten ten minste 4 % van de jaaromzet van de verkoper of leverancier in de betrokken lidstaat of lidstaten bedraagt.

5.   In situaties waarin overeenkomstig lid 4 een geldboete moet worden opgelegd, maar er geen informatie beschikbaar is over de jaaromzet van de verkoper of leverancier, introduceert de lidstaat de mogelijkheid om geldboeten op te leggen waarvan het maximumbedrag ten minste 2 miljoen EUR bedraagt.

6.   De lidstaten stellen de commissie uiterlijk op 28 november 2021 in kennis van de in lid 1 bedoelde voorschriften en maatregelen en delen haar eventuele latere wijzigingen onverwijld mede.

“Artikel 8

1.   De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van deze richtlijn en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat voor het opleggen van sancties waar passend rekening wordt gehouden met de volgende niet-limitatieve en indicatieve criteria:

a)

de aard, de ernst, de omvang en de duur van de inbreuk;

b)

door de handelaar genomen maatregelen om de door de consumenten geleden schade te beperken of te verhelpen;

c)

eerdere inbreuken van de handelaar;

d)

de door de handelaar als gevolg van de inbreuk behaalde financiële voordelen of vermeden verliezen, als daarover relevante informatie beschikbaar is;

e)

sancties die in grensoverschrijdende zaken in andere lidstaten aan de handelaar zijn opgelegd voor dezelfde inbreuk, wanneer informatie over dergelijke sancties beschikbaar is via het bij Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad (*2) opgericht mechanisme;

f)

andere verzwarende of verzachtende factoren die van toepassing zijn op de omstandigheden van de zaak.

3.   De lidstaten stellen de commissie uiterlijk op 28 november 2021 in kennis van de in lid 1 bedoelde voorschriften en maatregelen en delen haar eventuele latere wijzigingen onverwijld mede.

(*2)  Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1).”."

Artikel 3

Wijzigingen van Richtlijn 2005/29/EG

Richtlijn 2005/29/EG wordt als volgt gewijzigd:

1)

artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

letter c) wordt vervangen door:

“c)

“product”: een goed of een dienst, met inbegrip van onroerende goederen, digitale diensten en digitale inhoud, evenals rechten en verplichtingen;”;

b)

de volgende letters worden toegevoegd:

“m)

“rangschikking”: het relatieve belang dat wordt gegeven aan producten zoals gepresenteerd, georganiseerd of meegedeeld door de handelaar, ongeacht de voor die presentatie, organisatie of mededeling gebruikte technologische middelen;

n)

“onlinemarktplaats”: een dienst die gebruikmaakt van software, waaronder een website, een deel van een website of een door of namens een handelaar beheerde applicatie, en die consumenten in staat stelt op afstand overeenkomsten te sluiten met andere handelaren of consumenten.”;

2)

in artikel 3 worden de leden 5 en 6 vervangen door:

“5.   Deze richtlijn belet de lidstaten niet om bepalingen vast te stellen ter bescherming van de legitieme belangen van de consumenten met betrekking tot agressieve of misleidende marketing- of verkooppraktijken in het kader van ongevraagde bezoeken door een handelaar bij de consument thuis of van excursies die worden georganiseerd door een handelaar met als doel of gevolg producten te promoten bij of te verkopen aan consumenten Dergelijke bepalingen moeten evenredig, niet-discriminerend en gerechtvaardigd op grond van consumentenbescherming zijn.

6.   De lidstaten stellen de commissie onverwijld in kennis van de op grond van lid 5 vastgestelde nationale bepalingen, alsook van eventuele latere wijzigingen. De commissie stelt deze informatie op gemakkelijk toegankelijke wijze ter beschikking van consumenten en handelaren op een speciaal daarvoor gecreëerde website.”;

3)

aan artikel 6, lid 2, wordt de volgende letter toegevoegd:

“c)

marketing van een goed in één lidstaat als zijnde identiek aan een goed dat in andere lidstaten wordt gemarket, terwijl de samenstelling of kenmerken van dat goed aanzienlijk verschillen, tenzij dit gerechtvaardigd is op grond van legitieme en objectieve factoren.”;

4)

artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

i)

letter d) wordt vervangen door:

“d)

de wijze van betaling, levering en uitvoering, indien deze afwijken van de vereisten van professionele toewijding;”;

ii)

het volgende punt wordt toegevoegd:

“f)

voor op onlinemarktplaatsen aangeboden producten, of de derde die de producten aanbiedt al dan niet een handelaar is, op basis van de verklaring van deze derde aan de aanbieder van de onlinemarktplaats.”;

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“4 bis.   Wanneer consumenten de mogelijkheid wordt geboden om te zoeken naar producten die worden aangeboden door verschillende handelaren of door consumenten op basis van een zoekopdracht in de vorm van een trefwoord, zin of andere invoer, wordt, ongeacht of de transacties uiteindelijk worden afgesloten, het beschikbaar stellen van algemene informatie in een specifiek deel van de online interface dat rechtstreeks en eenvoudig toegankelijk is vanaf de pagina waar de zoekresultaten worden gepresenteerd, over de belangrijkste parameters ter bepaling van de rangschikking van producten die aan de consument wordt gepresenteerd als resultaat van de zoekopdracht en het relatieve belang van die parameters ten opzichte van andere parameters, als essentieel beschouwd. Dit lid geldt niet voor aanbieders van online zoekmachines als bedoeld in artikel 2, punt 6, van Verordening (EU) 2019/1150 van het Europees Parlement en de Raad (*3).

(*3)  Verordening (EU) 2019/1150 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 ter bevordering van billijkheid en transparantie voor zakelijke gebruikers van onlinetussenhandelsdiensten (PB L 186 van 11.7.2019, blz. 57).”;"

c)

het volgende lid wordt toegevoegd:

“6.   Indien een handelaar toegang biedt tot consumentenbeoordelingen van producten, wordt informatie over of en hoe de handelaar garandeert dat de gepubliceerde beoordelingen afkomstig zijn van consumenten die het product daadwerkelijk hebben gebruikt of aangekocht, als essentieel beschouwd.”;

5)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 13

Sancties

1.   De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van deze richtlijn en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat voor het opleggen van sancties waar passend rekening wordt gehouden met de volgende niet-limitatieve en indicatieve criteria:

a)

de aard, de ernst, de omvang en de duur van de inbreuk;

b)

door de handelaar genomen maatregelen om de door de consumenten geleden schade te beperken of te verhelpen;

c)

eerdere inbreuken van de handelaar;

d)

de door de handelaar als gevolg van de inbreuk behaalde financiële voordelen of vermeden verliezen, als daarover relevante informatie beschikbaar is;

e)

sancties die in grensoverschrijdende zaken in andere lidstaten aan de handelaar zijn opgelegd voor dezelfde inbreuk, wanneer informatie over dergelijke sancties beschikbaar is via het bij Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad (*4) opgericht mechanisme;

f)

andere verzwarende of verzachtende factoren die van toepassing zijn op de omstandigheden van de zaak.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer er overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) 2017/2394 sancties moeten worden opgelegd, deze de mogelijkheid omvatten om geldboeten op te leggen door middel van administratieve procedures en/of om juridische procedures te starten voor het opleggen van geldboeten, waarbij het maximumbedrag van zulke geldboeten ten minste 4 % van de jaaromzet van de handelaar in de betrokken lidstaat of lidstaten bedraagt. Zonder afbreuk te doen aan die verordening, kunnen lidstaten om met de nationale grondwet verband houdende redenen de oplegging van geldboeten beperken tot:

a)

inbreuken op de artikelen 6, 7, 8, 9 van en bijlage I bij deze richtlijn, en

b)

de aanhoudende toepassing door de handelaar van een handelspraktijk die door de bevoegde nationale autoriteit of rechtbank als oneerlijk is aangemerkt, indien die handelspraktijk geen onder a) bedoelde inbreuk vormt.

4.   In situaties waarin overeenkomstig lid 3 een geldboete moet worden opgelegd, maar er geen informatie beschikbaar is over de jaaromzet van de handelaar, introduceert de lidstaat de mogelijkheid om geldboeten op te leggen waarvan het maximumbedrag ten minste 2 miljoen EUR bedraagt.

5.   De lidstaten stellen de commissie uiterlijk op 28 november 2021 in kennis van de in lid 1 bedoelde voorschriften en maatregelen en delen haar eventuele latere wijzigingen onverwijld mede.

(*4)  Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1).”;"

7)

bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

het volgende punt wordt ingevoegd:

“11 bis.

Het verschaffen van zoekresultaten in reactie op een online zoekopdracht van een consument zonder duidelijk te onthullen dat het een betaalde reclame betreft of er een betaling is gedaan die specifiek was bedoeld om een hogere rangschikking voor producten te verkrijgen.”;

b)

de volgende punten worden ingevoegd:

“23 bis.

Het doorverkopen van tickets aan consumenten indien de handelaar deze heeft verkregen door gebruik te maken van elektronische middelen om welke ingestelde limieten dan ook met betrekking tot het aantal tickets dat een persoon mag kopen of andere regels die van toepassing zijn op de aankoop van tickets, te omzeilen;

23 ter.

Beweren dat beoordelingen van producten zijn ingediend door consumenten die het product daadwerkelijk hebben gebruikt of aangekocht, zonder redelijke en proportionele stappen te nemen om na te gaan of deze beoordelingen afkomstig zijn van dergelijke consumenten;

23°quarter.

Het plaatsen of een andere rechts- of natuurlijke persoon de opdracht geven tot het plaatsen van valse beoordelingen of aanbevelingen van consumenten of het op misleidende wijze voorstellen van consumentenbeoordelingen of aanbevelingen op sociale media, teneinde producten te promoten.”.

“Artikel 24

Sancties

1.   De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van deze richtlijn en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten zorgen ervoor dat voor het opleggen van sancties waar passend rekening wordt gehouden met de volgende niet-limitatieve en indicatieve criteria:

a)

de aard, de ernst, de omvang en de duur van de inbreuk;

b)

door de handelaar genomen maatregelen om de door de consumenten geleden schade te beperken of te verhelpen;

c)

eerdere inbreuken van de handelaar;

d)

de door de handelaar als gevolg van de inbreuk behaalde financiële voordelen of vermeden verliezen, als daarover relevante informatie beschikbaar is;

e)

sancties die in grensoverschrijdende zaken in andere lidstaten aan de handelaar zijn opgelegd voor dezelfde inbreuk, wanneer informatie over dergelijke sancties beschikbaar is via het bij Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad (*8) opgericht mechanisme;

f)

andere verzwarende of verzachtende factoren die van toepassing zijn op de omstandigheden van de zaak.

3.   De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer er overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) 2017/2394 sancties moeten worden opgelegd, deze de mogelijkheid omvatten om geldboeten op te leggen door middel van administratieve procedures en/of om juridische procedures te starten voor het opleggen van geldboeten, waarbij het maximumbedrag van zulke geldboeten ten minste 4 % van de jaaromzet van de handelaar in de betrokken lidstaat of lidstaten bedraagt.

4.   In situaties waarin overeenkomstig lid 3 een geldboete moet worden opgelegd, maar er geen informatie beschikbaar is over de jaaromzet van de handelaar, introduceert de lidstaat de mogelijkheid om geldboeten op te leggen waarvan het maximumbedrag ten minste 2 miljoen EUR bedraagt.

5.   De lidstaten stellen de commissie uiterlijk op 28 november 2021 in kennis van de in lid 1 bedoelde voorschriften en maatregelen en delen haar eventuele latere wijzigingen onverwijld mede.

(*8)  Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1).”;"

14)

in artikel 29 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   Indien een lidstaat gebruikmaakt van één van de in artikel 3, lid 4, artikel 6, leden 7 en 8, artikel 7, lid 4, artikel 8, lid 6, artikel 9, leden 1 bis en 3, en artikel 16, tweede en derde alinea, vermelde regelgevingsopties, stelt hij de commissie daarvan uiterlijk op 28 november 2021 in kennis, alsook van eventuele latere wijzigingen.”;

15)

bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

deel A wordt als volgt gewijzigd:

i)

de derde alinea onder “Herroepingsrecht” wordt vervangen door:

“Om het herroepingsrecht uit te oefenen, moet u ons [2] via een ondubbelzinnige verklaring (bv. schriftelijk per post of e-mail) op de hoogte stellen van uw beslissing de overeenkomst te herroepen. U kunt hiervoor gebruikmaken van het bijgevoegde modelformulier voor herroeping, maar bent hiertoe niet verplicht. [3]”;

ii)

punt 2, onder “Instructies voor het invullen van het formulier” wordt vervangen door:

“[2.] Vul hier uw naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres in.”;

b)

in deel B wordt het eerste streepje vervangen door:

“Aan [hier moet de handelaar zijn naam, adres en e-mailadres invullen]:”.

Artikel 5

Informatie over consumentenrechten

De commissie zorgt ervoor dat burgers die zoeken naar informatie over hun consumentenrechten of over buitengerechtelijke geschillenbeslechting, kunnen gebruikmaken van een online toegangspunt in de vorm van de enkele bij Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees Parlement en de Raad (18) opgerichte digitale toegangspoort, dat hen in staat stelt om:

a)

op een duidelijke, begrijpelijke en eenvoudige manier toegang te krijgen tot actuele informatie over hun consumentenrechten in de Unie, en

b)

een klacht in te dienen via het bij Verordening (EU) nr. 524/2013 opgerichte online platform voor geschillenbeslechting en het bevoegde centrum van het netwerk van Europese consumentencentra, afhankelijk van de betrokken partijen.

Artikel 6

Verslag door de commissie en evaluatie

De commissie dient uiterlijk op 28 mei 2024 bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing ervan. Dit verslag omvat met name een evaluatie van de bepalingen van deze richtlijn die betrekking hebben op:

a)

evenementen die worden georganiseerd op andere locaties dan de verkoopruimten van de handelaar, en

b)

gevallen van goederen die worden gemarket als identiek maar waarvan de samenstelling of kenmerken aanzienlijk verschillen, onder meer met betrekking tot de vraag of in die gevallen strengere vereisten moeten gelden, waaronder een verbod in bijlage I bij Richtlijn 2005/29/EG, en of er meer gedetailleerde bepalingen nodig zijn inzake informatie over de differentiatie van goederen.

Dat verslag gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

Artikel 7

Omzetting

1.   De lidstaten dienen uiterlijk op 28 november 2021 de nodige bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Zij passen die bepalingen toe vanaf 28 mei 2022.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.


whereas









keyboard_arrow_down