keyboard_tab Clausole e vendite online Direttiva EU 2019/2161 NL
BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf
2019/2161 2011/83 2005/29 1998/6 1993/13
2019/2161 NL cercato: 'parlement' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl- wordt 51
- handelaar 50
- voor 45
- artikel 39
- europees 37
- parlement 37
- door 33
- richtlijn 33
- zijn 32
- digitale 31
- raad 31
- worden 31
- sancties 30
- deze 29
- lidstaten 29
- verordening 23
- toepassing 22
- informatie 22
- andere 20
- punt 20
- vervangen 19
- consumenten 19
- betreffende 19
- volgende 18
- door: 18
- //eg 18
- over 17
- de 16
- consument 15
- gewijzigd: 14
- volgt 14
- stellen 14
- goederen 14
- geldboeten 13
- inbreuk 13
- maatregelen 13
- diensten 12
- inhoud 12
- producten 12
- beschikbaar 12
- nationale 12
- ervoor 12
- zorgen 11
- opgelegd 10
- moeten 10
- commissie 10
- bepalingen 10
- overeenkomstig 9
- richtlijn 9
- lidstaat 8
“Artikel 8 ter
1. De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van deze richtlijn en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2. De lidstaten kunnen dergelijke sancties beperken tot situaties waarin de contractuele bedingen in het nationale recht uitdrukkelijk in alle omstandigheden worden aangemerkt als oneerlijk of indien een handelaar contractuele bedingen blijft toepassen die als oneerlijk zijn aangemerkt in een overeenkomstig artikel 7, lid 2, genomen definitieve beslissing.
3. De lidstaten zorgen ervoor dat voor het opleggen van sancties waar passend rekening wordt gehouden met de volgende niet-limitatieve en indicatieve criteria:
a) | de aard, de ernst, de omvang en de duur van de inbreuk; |
b) | door de verkoper of leverancier genomen maatregelen om de door de consumenten geleden schade te beperken of te verhelpen; |
c) | eerdere inbreuken van de verkoper of leverancier; |
d) | de door de verkoper of leverancier als gevolg van de inbreuk behaalde financiële voordelen of vermeden verliezen, als daarover relevante informatie beschikbaar is; |
e) | sancties die in grensoverschrijdende zaken in andere lidstaten aan de verkoper of leverancier zijn opgelegd voor dezelfde inbreuk, wanneer informatie over dergelijke sancties beschikbaar is via het bij Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees parlement en de Raad (*1) opgericht mechanisme; |
f) | andere verzwarende of verzachtende factoren die van toepassing zijn op de omstandigheden van de zaak. |
4. Onverminderd lid 2 van dit artikel, zorgen de lidstaten ervoor dat, wanneer er overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) 2017/2394 sancties moeten worden opgelegd, deze de mogelijkheid omvatten om geldboeten op te leggen door middel van administratieve procedures en/of om juridische procedures te starten voor het opleggen van geldboeten, waarbij het maximumbedrag van zulke geldboeten ten minste 4 % van de jaaromzet van de verkoper of leverancier in de betrokken lidstaat of lidstaten bedraagt.
5. In situaties waarin overeenkomstig lid 4 een geldboete moet worden opgelegd, maar er geen informatie beschikbaar is over de jaaromzet van de verkoper of leverancier, introduceert de lidstaat de mogelijkheid om geldboeten op te leggen waarvan het maximumbedrag ten minste 2 miljoen EUR bedraagt.
6. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 28 november 2021 in kennis van de in lid 1 bedoelde voorschriften en maatregelen en delen haar eventuele latere wijzigingen onverwijld mede.
“Artikel 8
1. De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van deze richtlijn en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat voor het opleggen van sancties waar passend rekening wordt gehouden met de volgende niet-limitatieve en indicatieve criteria:
a) | de aard, de ernst, de omvang en de duur van de inbreuk; |
b) | door de handelaar genomen maatregelen om de door de consumenten geleden schade te beperken of te verhelpen; |
c) | eerdere inbreuken van de handelaar; |
d) | de door de handelaar als gevolg van de inbreuk behaalde financiële voordelen of vermeden verliezen, als daarover relevante informatie beschikbaar is; |
e) | sancties die in grensoverschrijdende zaken in andere lidstaten aan de handelaar zijn opgelegd voor dezelfde inbreuk, wanneer informatie over dergelijke sancties beschikbaar is via het bij Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees parlement en de Raad (*2) opgericht mechanisme; |
f) | andere verzwarende of verzachtende factoren die van toepassing zijn op de omstandigheden van de zaak. |
3. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 28 november 2021 in kennis van de in lid 1 bedoelde voorschriften en maatregelen en delen haar eventuele latere wijzigingen onverwijld mede.
(*2) Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1).”."
Artikel 3
Wijzigingen van Richtlijn 2005/29/EG
Richtlijn 2005/29/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) | artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) | in artikel 3 worden de leden 5 en 6 vervangen door: “5. Deze richtlijn belet de lidstaten niet om bepalingen vast te stellen ter bescherming van de legitieme belangen van de consumenten met betrekking tot agressieve of misleidende marketing- of verkooppraktijken in het kader van ongevraagde bezoeken door een handelaar bij de consument thuis of van excursies die worden georganiseerd door een handelaar met als doel of gevolg producten te promoten bij of te verkopen aan consumenten Dergelijke bepalingen moeten evenredig, niet-discriminerend en gerechtvaardigd op grond van consumentenbescherming zijn. 6. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van de op grond van lid 5 vastgestelde nationale bepalingen, alsook van eventuele latere wijzigingen. De Commissie stelt deze informatie op gemakkelijk toegankelijke wijze ter beschikking van consumenten en handelaren op een speciaal daarvoor gecreëerde website.”; |
3) | aan artikel 6, lid 2, wordt de volgende letter toegevoegd:
|
4) | artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) | het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 13 Sancties 1. De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van deze richtlijn en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. 2. De lidstaten zorgen ervoor dat voor het opleggen van sancties waar passend rekening wordt gehouden met de volgende niet-limitatieve en indicatieve criteria:
3. De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer er overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) 2017/2394 sancties moeten worden opgelegd, deze de mogelijkheid omvatten om geldboeten op te leggen door middel van administratieve procedures en/of om juridische procedures te starten voor het opleggen van geldboeten, waarbij het maximumbedrag van zulke geldboeten ten minste 4 % van de jaaromzet van de handelaar in de betrokken lidstaat of lidstaten bedraagt. Zonder afbreuk te doen aan die verordening, kunnen lidstaten om met de nationale grondwet verband houdende redenen de oplegging van geldboeten beperken tot:
4. In situaties waarin overeenkomstig lid 3 een geldboete moet worden opgelegd, maar er geen informatie beschikbaar is over de jaaromzet van de handelaar, introduceert de lidstaat de mogelijkheid om geldboeten op te leggen waarvan het maximumbedrag ten minste 2 miljoen EUR bedraagt. 5. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 28 november 2021 in kennis van de in lid 1 bedoelde voorschriften en maatregelen en delen haar eventuele latere wijzigingen onverwijld mede. (*4) Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1).”;" |
7) | bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 4
Wijzigingen van Richtlijn 2011/83/EU
Richtlijn 2011/83/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) | in artikel 2 wordt de eerste alinea als volgt gewijzigd:
|
2) | artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) | artikel 5, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
4) | artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) | het volgende artikel wordt ingevoegd: “Artikel 24 Sancties 1. De lidstaten stellen de voorschriften vast ten aanzien van de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van nationale bepalingen die zijn vastgesteld op grond van deze richtlijn en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. 2. De lidstaten zorgen ervoor dat voor het opleggen van sancties waar passend rekening wordt gehouden met de volgende niet-limitatieve en indicatieve criteria:
3. De lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer er overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) 2017/2394 sancties moeten worden opgelegd, deze de mogelijkheid omvatten om geldboeten op te leggen door middel van administratieve procedures en/of om juridische procedures te starten voor het opleggen van geldboeten, waarbij het maximumbedrag van zulke geldboeten ten minste 4 % van de jaaromzet van de handelaar in de betrokken lidstaat of lidstaten bedraagt. 4. In situaties waarin overeenkomstig lid 3 een geldboete moet worden opgelegd, maar er geen informatie beschikbaar is over de jaaromzet van de handelaar, introduceert de lidstaat de mogelijkheid om geldboeten op te leggen waarvan het maximumbedrag ten minste 2 miljoen EUR bedraagt. 5. De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 28 november 2021 in kennis van de in lid 1 bedoelde voorschriften en maatregelen en delen haar eventuele latere wijzigingen onverwijld mede. (*8) Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1).”;" |
14) | in artikel 29 wordt lid 1 vervangen door: “1. Indien een lidstaat gebruikmaakt van één van de in artikel 3, lid 4, artikel 6, leden 7 en 8, artikel 7, lid 4, artikel 8, lid 6, artikel 9, leden 1 bis en 3, en artikel 16, tweede en derde alinea, vermelde regelgevingsopties, stelt hij de Commissie daarvan uiterlijk op 28 november 2021 in kennis, alsook van eventuele latere wijzigingen.”; |
15) | bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 5
Informatie over consumentenrechten
De Commissie zorgt ervoor dat burgers die zoeken naar informatie over hun consumentenrechten of over buitengerechtelijke geschillenbeslechting, kunnen gebruikmaken van een online toegangspunt in de vorm van de enkele bij Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees parlement en de Raad (18) opgerichte digitale toegangspoort, dat hen in staat stelt om:
a) | op een duidelijke, begrijpelijke en eenvoudige manier toegang te krijgen tot actuele informatie over hun consumentenrechten in de Unie, en |
b) | een klacht in te dienen via het bij Verordening (EU) nr. 524/2013 opgerichte online platform voor geschillenbeslechting en het bevoegde centrum van het netwerk van Europese consumentencentra, afhankelijk van de betrokken partijen. |
Artikel 6
Verslag door de Commissie en evaluatie
De Commissie dient uiterlijk op 28 mei 2024 bij het Europees parlement en de Raad een verslag in over de toepassing ervan. Dit verslag omvat met name een evaluatie van de bepalingen van deze richtlijn die betrekking hebben op:
a) | evenementen die worden georganiseerd op andere locaties dan de verkoopruimten van de handelaar, en |
b) | gevallen van goederen die worden gemarket als identiek maar waarvan de samenstelling of kenmerken aanzienlijk verschillen, onder meer met betrekking tot de vraag of in die gevallen strengere vereisten moeten gelden, waaronder een verbod in bijlage I bij Richtlijn 2005/29/EG, en of er meer gedetailleerde bepalingen nodig zijn inzake informatie over de differentiatie van goederen. |
Dat verslag gaat zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel.
Artikel 9
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 27 november 2019.
Voor het Europees parlement
De voorzitter
D. M. SASSOLI
Voor de Raad
De voorzitter
T. TUPPURAINEN
(1) PB C 440 van 6.12.2018, blz. 66.
(2) Standpunt van het Europees parlement van 17 april 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en Besluit van de Raad van 8 november 2019.
(3) Richtlijn 2005/29/EG van het Europees parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees parlement en de Raad (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 22).
(4) Richtlijn 2009/22/EG van het Europees parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende het doen staken van inbreuken in het raam van de bescherming van de consumentenbelangen (PB L 110 van 1.5.2009, blz. 30).
(5) Richtlijn 98/6/EG van het Europees parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende de bescherming van de consument inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten (PB L 80 van 18.3.1998, blz. 27).
(6) Richtlijn 2011/83/EU van het Europees parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees parlement en de Raad (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64).
(7) Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1).
(8) Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29).
(9) Verordening (EU) 2019/1150 van het Europees parlement en de Raad van 20 juni 2019 ter bevordering van billijkheid en transparantie voor zakelijke gebruikers van onlinetussenhandelsdiensten (PB L 186 van 11.7.2019, blz. 57).
(10) Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB L 157 van 15.6.2016, blz. 1).
(11) Verordening (EU) nr. 524/2013 van het Europees parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (verordening ODR-consumenten) (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 1)
(12) Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie (PB L 194 van 19.7.2016, blz. 1).
(13) Verordening (EU) 2018/302 van het Europees parlement en de Raad van 28 februari 2018 inzake de aanpak van ongerechtvaardigde geoblocking en andere vormen van discriminatie van klanten op grond van nationaliteit, verblijfplaats of plaats van vestiging in de interne markt, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 2006/2004 en (EU) 2017/2394 en Richtlijn 2009/22/EG (PB L 60 I van 2.3.2018, blz. 1.)
(14) Richtlijn 2000/31/EG van het Europees parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (“richtlijn inzake elektronische handel”) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1).
(15) Richtlijn (EU) 2019/770 van het Europees parlement en de Raad van 20 mei 2019 betreffende bepaalde aspecten van overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud en digitale diensten (PB L 136 van 22.5.2019, blz. 1).
(16) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(17) PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14.
(18) Verordening (EU) 2018/1724 van het Europees parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 1).
whereas