search


keyboard_tab Digital Market Act 2022/1925 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/1925 NL cercato: 'verbonden' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index verbonden:

    HOOFDSTUK I
    ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

    HOOFDSTUK II
    POORTWACHTERS
  • 4 Artikel 2 Definities

  • HOOFDSTUK III
    PRAKTIJKEN VAN POORTWACHTERS DIE DE BETWISTBAARHEID BEPERKEN OF ONEERLIJK ZIJN
  • 1 Artikel 9 Schorsing

  • HOOFDSTUK IV
    MARKTONDERZOEK

    HOOFDSTUK V
    BEVOEGDHEDEN OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK, HANDHAVING EN TOEZICHT

    HOOFDSTUK VI
    SLOTBEPALINGEN


whereas verbonden:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 410

 

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“poortwachter”: een op grond van artikel 3 aangewezen onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt;

2)

“kernplatformdienst”: een van de volgende diensten:

a)

onlinetussenhandelsdienst;

b)

onlinezoekmachine;

c)

onlinesocialenetwerkdienst;

d)

videoplatformdienst;

e)

nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst;

f)

besturingssysteem;

g)

webbrowser;

h)

virtuele assistent;

i)

cloudcomputingdienst;

j)

onlineadvertentiedienst, waaronder advertentienetwerken, advertentie-uitwisselingsdiensten en andere advertentietussenhandelsdiensten, aangeboden door een onderneming die een van de in de punten a) tot en met i) genoemde kernplatformdiensten aanbiedt;

3)

“dienst van de informatiemaatschappij”: elke dienst als gedefinieerd in artikel 1, lid 1, punt b), van Richtlijn (EU) 2015/1535;

4)

“digitale sector”: de sector van producten en diensten die worden geleverd door middel van, of via, diensten van de informatiemaatschappij;

5)

“onlinetussenhandelsdienst”: onlinetussenhandelsdienst als gedefinieerd in artikel 2, punt 2), van Verordening (EU) 2019/1150;

6)

“onlinezoekmachine”: een onlinezoekmachine als gedefinieerd in artikel 2, punt 5), van Verordening (EU) 2019/1150;

7)

“onlinesocialenetwerkdienst”: een platform dat eindgebruikers in staat stelt via meerdere apparaten met elkaar in verbinding te treden en te communiceren, inhoud te delen en andere gebruikers en inhoud te ontdekken, met name via chats, posts, video’s en aanbevelingen;

8)

“videoplatformdienst”: een videoplatformdienst als gedefinieerd in artikel 1, lid 1, punt a bis), van Richtlijn 2010/13/EU;

9)

“nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst”: een nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst als gedefinieerd in artikel 2, punt 7), van Richtlijn (EU) 2018/1972;

10)

“besturingssysteem”: systeemsoftware die de basisfuncties van de hardware of software regelt en softwareapplicaties daarop mogelijk maakt;

11)

“webbrowser”: een softwareapplicatie die eindgebruikers in staat stelt toegang te krijgen tot en te communiceren met webinhoud die wordt gehost op servers die verbonden zijn met netwerken zoals het internet, met inbegrip van standalone-webbrowsers en webbrowsers die zijn geïntegreerd of ingebed in software of iets soortgelijks;

12)

“virtuele assistent”: een software die verzoeken, taken of vragen kan verwerken, met inbegrip van die welke gebaseerd zijn op auditieve, visuele of geschreven input, gebaren of bewegingen, en die, op basis van die verzoeken, taken of vragen, toegang biedt tot andere diensten of verbonden fysieke apparaten bestuurt;

13)

“cloudcomputingdienst”: een cloudcomputerdienst als gedefinieerd in artikel 4, punt 19), van Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad (24);

14)

“appstore”: een type onlinetussenhandelsdienst dat gericht is op softwareapplicaties als te verstrekken product of dienst;

15)

“softwareapplicatie”: een digitaal product dat of een digitale dienst die op een besturingssysteem draait;

16)

“betalingsdienst”: een betalingsdienst als gedefinieerd in artikel 4, punt 3), van Richtlijn (EU) 2015/2366;

17)

“technische dienst ter ondersteuning van een betalingsdienst”: een dienst in de zin van artikel 3, punt j), van Richtlijn (EU) 2015/2366;

18)

“betalingssysteem voor in-app-aankopen”: een softwareapplicatie, dienst of gebruikersinterface die de aankoop van digitale inhoud of digitale diensten binnen een softwareapplicatie, met inbegrip van inhoud, abonnementen, functies of functionaliteit, en de betalingen van die aankopen faciliteert;

19)

“identificatiedienst”: een type dienst die samen met of ter ondersteuning van kernplatformdiensten wordt aangeboden en om het even welke soort verificatie van de identiteit van eindgebruikers of zakelijke gebruikers mogelijk maakt, ongeacht de gebruikte technologie;

20)

“eindgebruiker”: elke natuurlijke of rechtspersoon die gebruikmaakt van kernplatformdiensten anders dan als zakelijke gebruiker;

21)

“zakelijke gebruiker”: een natuurlijke of rechtspersoon die in commerciële of professionele hoedanigheid gebruikmaakt van kernplatformdiensten ten behoeve van of in het kader van het aanbieden van goederen of diensten aan eindgebruikers;

22)

“rangschikking”: de relatieve zichtbaarheid die wordt gegeven aan goederen of diensten die worden aangeboden via onlinetussenhandelsdiensten, onlinesocialenetwerkdiensten, videoplatformdiensten of virtuele assistenten, of de relevantie die onlinezoekmachines toekennen aan zoekresultaten, zoals gepresenteerd, georganiseerd of meegedeeld door de ondernemingen die onlinetussenhandelsdiensten, onlinesocialenetwerkdiensten, videoplatformdiensten, virtuele assistenten of onlinezoekmachines aanbieden, ongeacht de voor de presentatie, organisatie of mededeling gebruikte technologische middelen en ongeacht of slechts één resultaat wordt gepresenteerd of meegedeeld;

23)

“zoekresultaten”: elke informatie in welke vorm dan ook, met inbegrip van tekstuele, grafische, gesproken of andere output, die wordt teruggezonden als antwoord op, en gerelateerd aan, een zoekopdracht, ongeacht of de teruggezonden informatie een betaald of onbetaald resultaat is, een rechtstreeks antwoord of een product, dienst of informatie aangeboden in samenhang met, weergegeven naast, of geheel of gedeeltelijk ingebed in de organische resultaten;

24)

“gegevens”: elke digitale weergave van handelingen, feiten of informatie en elke compilatie van dergelijke handelingen, feiten of informatie, ook in de vorm van geluidsopnamen, visuele of audiovisuele opnamen;

25)

“persoonsgegevens”: persoonsgegevens als gedefinieerd in artikel 4, punt 1), van Verordening (EU) 2016/679;

26)

“niet-persoonsgebonden gegevens”: andere gegevens dan persoonsgegevens;

27)

“onderneming”: een entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd, met inbegrip van alle verbonden bedrijven of verbonden ondernemingen die een groep vormen door de directe of indirecte zeggenschap over een bedrijf of onderneming door een ander(e);

28)

“zeggenschap”: de mogelijkheid om een beslissende invloed uit te oefenen op een onderneming, in de zin van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004;

29)

“interoperabiliteit”: het vermogen om informatie uit te wisselen en de uitgewisselde informatie wederzijds te gebruiken via interfaces en andere oplossingen, zodat alle elementen van hardware of software functioneren met andere hardware of software en met gebruikers, en dat op alle manieren waarop zij bedoeld zijn om te functioneren;

30)

“omzet”: het door een onderneming verkregen bedrag in de zin van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 139/2004;

31)

“profilering”: profilering als gedefinieerd in artikel 4, punt 4), van Verordening (EU) 2016/679;

32)

“toestemming”: toestemming als gedefinieerd in artikel 4, punt 11), van Verordening (EU) 2016/679;

33)

“nationale rechterlijke instantie”: een rechterlijke instantie van een lidstaat in de zin van artikel 267 VWEU.

HOOFDSTUK II

POORTWACHTERS

Artikel 9

Schorsing

1.   Indien de poortwachter in een met redenen omkleed verzoek aantoont dat de naleving van een specifieke verplichting van artikel 5, 6 of 7 met betrekking tot een kernplatformdienst die op grond van artikel 3, lid 9, is opgenomen in het aanwijzingsbesluit, als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden buiten zijn wil de economische levensvatbaarheid van zijn activiteiten in de Unie in gevaar zou brengen, kan de Commissie een uitvoeringshandeling vaststellen waarin zij haar besluit om de in dat verzoek vermelde specifieke verplichting bij wijze van uitzondering geheel of gedeeltelijk te schorsen (“het schorsingsbesluit”), uiteenzet. In die uitvoeringshandeling onderbouwt de Commissie haar schorsingsbesluit met een beschrijving van de uitzonderlijke omstandigheden die aan de schorsing ten grondslag liggen. Die uitvoeringshandeling wordt in reikwijdte en duur beperkt tot wat noodzakelijk is om de bedreiging van de levensvatbaarheid van de poortwachter aan te pakken. De Commissie streeft ernaar die uitvoeringshandeling onverwijld en uiterlijk drie maanden na ontvangst van een volledig, met redenen omkleed verzoek vast te stellen. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 50, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

2.   Indien schorsing op grond van lid 1 wordt verleend, evalueert de Commissie jaarlijks haar schorsingsbesluit, tenzij het besluit in een kortere termijn voorziet. Na de evaluatie heft de Commissie de schorsing geheel of gedeeltelijk op of besluit zij dat nog steeds aan de voorwaarden van lid 1 wordt voldaan.

3.   In dringende gevallen kan de Commissie op een met redenen omkleed verzoek van een poortwachter de toepassing van een specifieke verplichting als bedoeld in lid 1 op een of meer afzonderlijke kernplatformdiensten reeds vóór het besluit op grond van dat lid voorlopig schorsen. Een dergelijk verzoek kan te allen tijde worden gedaan en ingewilligd in afwachting van de beoordeling van de Commissie op grond van lid 1.

4.   Wanneer de Commissie het in de leden 1 en 3 bedoelde verzoek beoordeelt, houdt zij met name rekening met de gevolgen van de naleving van de specifieke verplichting voor de economische levensvatbaarheid van de activiteiten van de poortwachter in de Unie alsook voor derden, in het bijzonder kmo’s (ook wel mkb genoemd) en consumenten. Aan de schorsing kunnen voorwaarden en verplichtingen worden verbonden die door de Commissie worden vastgesteld om een eerlijk evenwicht te bewaren tussen die belangen en de doelstellingen van deze verordening.


whereas









keyboard_arrow_down