search


keyboard_tab Digital Market Act 2022/1925 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/1925 NL cercato: 'eindgebruikers' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index eindgebruikers:


whereas eindgebruikers:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 1507

 

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Het doel van deze verordening is bij te dragen aan een goed functionerende interne markt door geharmoniseerde regels vast te stellen die in de gehele Unie ten aanzien van alle ondernemingen zorgen voor betwistbare en eerlijke markten in de digitale sector waarop poortwachters aanwezig zijn, een en ander ten behoeve van zowel zakelijke gebruikers als eindgebruikers.

2.   Deze verordening is van toepassing op kernplatformdiensten die poortwachters verlenen of aanbieden aan zakelijke gebruikers die in de Unie zijn gevestigd of aan eindgebruikers die in de Unie zijn gevestigd of zich aldaar bevinden, ongeacht de plaats van vestiging of de verblijfplaats van de poortwachters en ongeacht het recht dat anderszins op de dienstverlening van toepassing is.

3.   Deze verordening is niet van toepassing op markten die verband houden met:

a)

elektronischecommunicatienetwerken als gedefinieerd in artikel 2, punt 1), van Verordening (EU) 2018/1972;

b)

elektronischecommunicatiediensten als gedefinieerd in artikel 2, punt 4), van Verordening (EU) 2018/1972, met uitzondering van die welke verband houden met nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten.

4.   Deze verordening doet met betrekking tot interpersoonlijke communicatiediensten als gedefinieerd in artikel 2, punt 5), van Verordening (EU) 2018/1972, geen afbreuk aan de bevoegdheden en verantwoordelijkheden die krachtens artikel 61 van die richtlijn zijn toegekend aan de nationale regelgevende autoriteiten en andere nationale bevoegde autoriteiten.

5.   Om versnippering van de interne markt te voorkomen, leggen de lidstaten de poortwachters geen verdere verplichtingen op via wettelijke of bestuursrechtelijke maatregelen om betwistbare en eerlijke markten te waarborgen. Niets in deze verordening belet de lidstaten om ondernemingen, met inbegrip van ondernemingen die kernplatformdiensten aanbieden, verplichtingen op te leggen voor aangelegenheden die buiten het toepassingsgebied van deze verordening vallen, mits die verplichtingen verenigbaar zijn met het Unierecht en niet voortvloeien uit het feit dat de betrokken ondernemingen de status hebben van poortwachter in de zin van deze verordening.

6.   Deze verordening doet geen afbreuk aan de toepassing van de artikelen 101 en 102 VWEU. Evenmin doet zij afbreuk aan de toepassing van:

a)

nationale mededingingsregels die mededingingsverstorende overeenkomsten, besluiten van ondernemersverenigingen, onderling afgestemde feitelijke gedragingen en misbruik van machtsposities verbieden;

b)

nationale mededingingsregels die andere vormen van eenzijdige gedragingen verbieden, voor zover die worden toegepast op andere ondernemingen dan poortwachters, of neerkomen op het opleggen van verdere verplichtingen aan poortwachters, en

c)

Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (23) en nationale regels inzake concentratiecontrole.

7.   De nationale autoriteiten nemen geen besluiten die in strijd zijn met een door de Commissie uit hoofde van deze verordening vastgesteld besluit. De Commissie en de lidstaten voeren hun handhavingsmaatregelen uit in nauwe samenwerking en onderlinge coördinatie, op basis van de in de artikelen 37 en 38 neergelegde beginselen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“poortwachter”: een op grond van artikel 3 aangewezen onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt;

2)

“kernplatformdienst”: een van de volgende diensten:

a)

onlinetussenhandelsdienst;

b)

onlinezoekmachine;

c)

onlinesocialenetwerkdienst;

d)

videoplatformdienst;

e)

nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst;

f)

besturingssysteem;

g)

webbrowser;

h)

virtuele assistent;

i)

cloudcomputingdienst;

j)

onlineadvertentiedienst, waaronder advertentienetwerken, advertentie-uitwisselingsdiensten en andere advertentietussenhandelsdiensten, aangeboden door een onderneming die een van de in de punten a) tot en met i) genoemde kernplatformdiensten aanbiedt;

3)

“dienst van de informatiemaatschappij”: elke dienst als gedefinieerd in artikel 1, lid 1, punt b), van Richtlijn (EU) 2015/1535;

4)

“digitale sector”: de sector van producten en diensten die worden geleverd door middel van, of via, diensten van de informatiemaatschappij;

5)

“onlinetussenhandelsdienst”: onlinetussenhandelsdienst als gedefinieerd in artikel 2, punt 2), van Verordening (EU) 2019/1150;

6)

“onlinezoekmachine”: een onlinezoekmachine als gedefinieerd in artikel 2, punt 5), van Verordening (EU) 2019/1150;

7)

“onlinesocialenetwerkdienst”: een platform dat eindgebruikers in staat stelt via meerdere apparaten met elkaar in verbinding te treden en te communiceren, inhoud te delen en andere gebruikers en inhoud te ontdekken, met name via chats, posts, video’s en aanbevelingen;

8)

“videoplatformdienst”: een videoplatformdienst als gedefinieerd in artikel 1, lid 1, punt a bis), van Richtlijn 2010/13/EU;

9)

“nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst”: een nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst als gedefinieerd in artikel 2, punt 7), van Richtlijn (EU) 2018/1972;

10)

“besturingssysteem”: systeemsoftware die de basisfuncties van de hardware of software regelt en softwareapplicaties daarop mogelijk maakt;

11)

“webbrowser”: een softwareapplicatie die eindgebruikers in staat stelt toegang te krijgen tot en te communiceren met webinhoud die wordt gehost op servers die verbonden zijn met netwerken zoals het internet, met inbegrip van standalone-webbrowsers en webbrowsers die zijn geïntegreerd of ingebed in software of iets soortgelijks;

12)

“virtuele assistent”: een software die verzoeken, taken of vragen kan verwerken, met inbegrip van die welke gebaseerd zijn op auditieve, visuele of geschreven input, gebaren of bewegingen, en die, op basis van die verzoeken, taken of vragen, toegang biedt tot andere diensten of verbonden fysieke apparaten bestuurt;

13)

“cloudcomputingdienst”: een cloudcomputerdienst als gedefinieerd in artikel 4, punt 19), van Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad (24);

14)

“appstore”: een type onlinetussenhandelsdienst dat gericht is op softwareapplicaties als te verstrekken product of dienst;

15)

“softwareapplicatie”: een digitaal product dat of een digitale dienst die op een besturingssysteem draait;

16)

“betalingsdienst”: een betalingsdienst als gedefinieerd in artikel 4, punt 3), van Richtlijn (EU) 2015/2366;

17)

“technische dienst ter ondersteuning van een betalingsdienst”: een dienst in de zin van artikel 3, punt j), van Richtlijn (EU) 2015/2366;

18)

“betalingssysteem voor in-app-aankopen”: een softwareapplicatie, dienst of gebruikersinterface die de aankoop van digitale inhoud of digitale diensten binnen een softwareapplicatie, met inbegrip van inhoud, abonnementen, functies of functionaliteit, en de betalingen van die aankopen faciliteert;

19)

“identificatiedienst”: een type dienst die samen met of ter ondersteuning van kernplatformdiensten wordt aangeboden en om het even welke soort verificatie van de identiteit van eindgebruikers of zakelijke gebruikers mogelijk maakt, ongeacht de gebruikte technologie;

20)

“eindgebruiker”: elke natuurlijke of rechtspersoon die gebruikmaakt van kernplatformdiensten anders dan als zakelijke gebruiker;

21)

“zakelijke gebruiker”: een natuurlijke of rechtspersoon die in commerciële of professionele hoedanigheid gebruikmaakt van kernplatformdiensten ten behoeve van of in het kader van het aanbieden van goederen of diensten aan eindgebruikers;

22)

“rangschikking”: de relatieve zichtbaarheid die wordt gegeven aan goederen of diensten die worden aangeboden via onlinetussenhandelsdiensten, onlinesocialenetwerkdiensten, videoplatformdiensten of virtuele assistenten, of de relevantie die onlinezoekmachines toekennen aan zoekresultaten, zoals gepresenteerd, georganiseerd of meegedeeld door de ondernemingen die onlinetussenhandelsdiensten, onlinesocialenetwerkdiensten, videoplatformdiensten, virtuele assistenten of onlinezoekmachines aanbieden, ongeacht de voor de presentatie, organisatie of mededeling gebruikte technologische middelen en ongeacht of slechts één resultaat wordt gepresenteerd of meegedeeld;

23)

“zoekresultaten”: elke informatie in welke vorm dan ook, met inbegrip van tekstuele, grafische, gesproken of andere output, die wordt teruggezonden als antwoord op, en gerelateerd aan, een zoekopdracht, ongeacht of de teruggezonden informatie een betaald of onbetaald resultaat is, een rechtstreeks antwoord of een product, dienst of informatie aangeboden in samenhang met, weergegeven naast, of geheel of gedeeltelijk ingebed in de organische resultaten;

24)

“gegevens”: elke digitale weergave van handelingen, feiten of informatie en elke compilatie van dergelijke handelingen, feiten of informatie, ook in de vorm van geluidsopnamen, visuele of audiovisuele opnamen;

25)

“persoonsgegevens”: persoonsgegevens als gedefinieerd in artikel 4, punt 1), van Verordening (EU) 2016/679;

26)

“niet-persoonsgebonden gegevens”: andere gegevens dan persoonsgegevens;

27)

“onderneming”: een entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd, met inbegrip van alle verbonden bedrijven of verbonden ondernemingen die een groep vormen door de directe of indirecte zeggenschap over een bedrijf of onderneming door een ander(e);

28)

“zeggenschap”: de mogelijkheid om een beslissende invloed uit te oefenen op een onderneming, in de zin van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004;

29)

“interoperabiliteit”: het vermogen om informatie uit te wisselen en de uitgewisselde informatie wederzijds te gebruiken via interfaces en andere oplossingen, zodat alle elementen van hardware of software functioneren met andere hardware of software en met gebruikers, en dat op alle manieren waarop zij bedoeld zijn om te functioneren;

30)

“omzet”: het door een onderneming verkregen bedrag in de zin van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 139/2004;

31)

“profilering”: profilering als gedefinieerd in artikel 4, punt 4), van Verordening (EU) 2016/679;

32)

“toestemming”: toestemming als gedefinieerd in artikel 4, punt 11), van Verordening (EU) 2016/679;

33)

“nationale rechterlijke instantie”: een rechterlijke instantie van een lidstaat in de zin van artikel 267 VWEU.

HOOFDSTUK II

POORTWACHTERS

Artikel 3

Aanwijzing van poortwachters

1.   Een onderneming wordt aangewezen als poortwachter indien die:

a)

een aanzienlijke impact heeft op de interne markt;

b)

een kernplatformdienst aanbiedt die voor zakelijke gebruikers een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers vormt, en

c)

met betrekking tot haar activiteiten een stevig verankerde en duurzame positie inneemt of naar verwachting in de nabije toekomst een dergelijke positie zal innemen.

2.   Een onderneming wordt vermoed te voldoen aan de respectieve vereisten van lid 1:

a)

wat betreft lid 1, punt a), indien zij in de laatste drie boekjaren in de Unie een jaaromzet van ten minste 7,5 miljard EUR heeft behaald, of indien haar gemiddelde marktkapitalisatie of haar equivalente marktprijswaarde in het laatste boekjaar ten minste 75 miljard EUR bedroeg, en indien zij in ten minste drie lidstaten dezelfde kernplatformdienst aanbiedt;

b)

wat betreft lid 1, punt b), indien zij een kernplatformdienst aanbiedt met in het laatste boekjaar ten minste 45 miljoen maandelijks actieve eindgebruikers die in de Unie zijn gevestigd of zich aldaar bevinden en ten minste 10 000 jaarlijks actieve, in de Unie gevestigde zakelijke gebruikers, waarbij alle gebruikers worden geïdentificeerd en hun aantal wordt berekend aan de hand van de methode en de indicatoren in de bijlage bij deze verordening;

c)

wat betreft lid 1, punt c), indien in elk van de laatste drie boekjaren aan de in punt b) van dit lid genoemde drempels is voldaan.

3.   Wanneer een onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt, voldoet aan alle drempels van lid 2, stelt zij de Commissie daarvan onverwijld en in ieder geval binnen twee maanden nadat die drempels zijn bereikt in kennis, en verstrekt zij de Commissie de in lid 2 bedoelde relevante informatie. Die kennisgeving bevat de in lid 2 bedoelde relevante informatie voor elk van de kernplatformdiensten van de onderneming die aan de drempels van lid 2, punt b), voldoet. Telkens wanneer een andere kernplatformdienst die door de eerder als poortwachter aangewezen onderneming wordt aangeboden, voldoet aan de drempels van lid 2, punten b) en c), stelt die onderneming de Commissie daarvan binnen twee maanden nadat die drempels zijn bereikt in kennis.

Indien de onderneming die de kernplatformdienst aanbiedt, verzuimt de Commissie in kennis te stellen op grond van de eerste alinea van dit lid, en binnen de door de Commissie gestelde termijn in het verzoek om inlichtingen op grond van artikel 21 verzuimt alle relevante informatie te verstrekken die de Commissie nodig heeft om de betrokken onderneming als poortwachter aan te wijzen op grond van lid 4 van dit artikel, kan de Commissie op basis van de informatie waarover zij beschikt die onderneming als poortwachter aanwijzen.

Geeft de onderneming die de kernplatformdienst aanbiedt wel gehoor aan het verzoek om inlichtingen op grond van de tweede alinea van dit lid of wordt de informatie verstrekt na het verstrijken van de in die alinea bedoelde termijn, dan past de Commissie de procedure van lid 4 toe.

4.   De Commissie wijst onverwijld en uiterlijk 45 werkdagen na ontvangst van de in lid 3 bedoelde volledige informatie een onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt en die aan alle drempels van lid 2 voldoet, aan als poortwachter.

5.   De onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt, kan in haar kennisgeving voldoende onderbouwde argumenten aanvoeren om aan te tonen dat zij door de omstandigheden waarin de betrokken kernplatformdienst actief is bij wijze van uitzondering niet voldoet aan de vereisten van lid 1, ondanks het feit dat zij aan alle drempels van lid 2 voldoet.

Is de Commissie van oordeel dat de argumenten die de onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt op grond van de eerste alinea heeft aangevoerd, onvoldoende onderbouwd zijn omdat zij de vermoedens van lid 2 van dit artikel niet kennelijk in twijfel trekken, dan kan zij die argumenten binnen de in lid 4 bedoelde termijn afwijzen zonder de procedure van artikel 17, lid 3, toe te passen.

Voert de onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt wel voldoende onderbouwde argumenten aan die de vermoedens van lid 2 van dit artikel kennelijk in twijfel trekken, dan kan de Commissie niettegenstaande de eerste alinea van dit lid de procedure van artikel 17, lid 3, binnen de in lid 4 van dit artikel bedoelde termijn inleiden.

Concludeert de Commissie dat de onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt niet heeft aangetoond dat de betrokken kernplatformdiensten die zij aanbiedt niet voldoen aan de vereisten van lid 1 van dit artikel, dan wijst zij die onderneming aan als poortwachter overeenkomstig de procedure van artikel 17, lid 3.

6.   De Commissie is overeenkomstig artikel 49 bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening door de methode te specificeren aan de hand waarvan wordt bepaald of aan de in lid 2 van dit artikel vastgelegde kwantitatieve drempels is voldaan, en om die methode waar nodig regelmatig aan te passen aan marktontwikkelingen en technologische ontwikkelingen.

7.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 49 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van deze verordening door de methode en de lijst van indicatoren in de bijlage te actualiseren.

8.   De Commissie wijst, handelend volgens de procedure van artikel 17, elke onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt en die aan elk van de vereisten van lid 1 van dit artikel, maar niet aan elk van de drempels van lid 2 van dit artikel voldoet, aan als poortwachter.

Daartoe houdt de Commissie rekening met een aantal of het geheel van de volgende elementen, voor zover die relevant zijn voor de betrokken onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt:

a)

de omvang, waaronder omzet en marktkapitalisatie, de activiteiten en de positie van die onderneming;

b)

het aantal zakelijke gebruikers dat gebruikmaakt van de kernplatformdienst om eindgebruikers te bereiken, alsmede het aantal eindgebruikers;

c)

netwerkeffecten en gegevensgestuurde voordelen, met name met betrekking tot de toegang van die onderneming tot, en het verzamelen door de onderneming van, persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens of de analysecapaciteiten van de onderneming;

d)

alle schaal- en breedtevoordelen waarvan de onderneming profiteert, ook wat betreft gegevens en, indien relevant, haar activiteiten buiten de Unie;

e)

de lock-in van zakelijke gebruikers of eindgebruikers, onder meer via overstapkosten en gedragsbias, waardoor hun vermogen om over te stappen of te multihomen, wordt verminderd;

f)

een bedrijfsstructuur in de vorm van een conglomeraat of verticale integratie van die onderneming, waardoor zij bijvoorbeeld aan kruissubsidiëring kan doen, gegevens van verschillende bronnen kan combineren, of haar positie kan uitspelen, of

g)

andere structurele bedrijfs- of dienstkenmerken.

Bij haar beoordeling uit hoofde van dit lid houdt de Commissie rekening met de te verwachten ontwikkelingen met betrekking tot de elementen van de tweede alinea, waaronder geplande concentraties waarbij een andere onderneming die kernplatformdiensten of andere diensten in de digitale sector aanbiedt of die het mogelijk maakt gegevens te verzamelen, betrokken is.

Indien een onderneming die een kernplatformdienst aanbiedt die niet aan de kwantitatieve drempels van lid 2 voldoet, in significante mate verzuimt de door de Commissie gelaste onderzoeksmaatregelen na te leven, ook nadat zij is verzocht om binnen een redelijke termijn aan de vereisten te voldoen en opmerkingen in te dienen, dan kan de Commissie op basis van de gegevens waarover zij beschikt die onderneming als poortwachter aanwijzen.

9.   Voor elke op grond van lid 4 of lid 8 als poortwachter aangewezen onderneming neemt de Commissie in het aanwijzingsbesluit een lijst op met de betrokken kernplatformdiensten die binnen die onderneming worden aangeboden en die afzonderlijk voor zakelijke gebruikers een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers vormen, als bedoeld in lid 1, punt b).

10.   De poortwachter voldoet binnen zes maanden nadat een kernplatformdienst op grond van lid 9 van dit artikel in het aanwijzingsbesluit is opgenomen, aan de verplichtingen van de artikelen 5, 6 en 7.

Artikel 4

Evaluatie van de status van poortwachter

1.   De Commissie kan, op verzoek of op eigen initiatief, te allen tijde een op grond van artikel 3 vastgesteld aanwijzingsbesluit heroverwegen, wijzigen of intrekken, om een van de volgende redenen:

a)

er is een wezenlijke verandering opgetreden in de feiten waarop het aanwijzingsbesluit berust;

b)

het aanwijzingsbesluit berust op onvolledige, onjuiste of misleidende informatie.

2.   De Commissie evalueert regelmatig, en ten minste om de drie jaar, of de poortwachters nog steeds aan de vereisten van artikel 3, lid 1, voldoen. Daarbij onderzoekt ze ook of de lijst van kernplatformdiensten van de poortwachter, die afzonderlijk voor zakelijke gebruikers een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers vormen, als bedoeld in artikel 3, lid 1, punt b), moet worden gewijzigd. Die evaluaties hebben geen schorsende werking op de verplichtingen van de poortwachter.

De Commissie onderzoekt ten minste jaarlijks ook of nieuwe ondernemingen die kernplatformdiensten aanbieden aan die vereisten voldoen.

Komt de Commissie op basis van de evaluaties op grond van de eerste alinea tot de bevinding dat de feiten waarop de aanwijzing van de ondernemingen die kernplatformdiensten aanbieden als poortwachters is gebaseerd, zijn veranderd, dan neemt zij een besluit tot bevestiging, wijziging of intrekking van het aanwijzingsbesluit.

3.   De Commissie publiceert en actualiseert continu de lijst van poortwachters en de lijst van de kernplatformdiensten waarvoor de poortwachters aan de verplichtingen van hoofdstuk III moeten voldoen.

HOOFDSTUK III

PRAKTIJKEN VAN POORTWACHTERS DIE DE BETWISTBAARHEID BEPERKEN OF ONEERLIJK ZIJN

Artikel 5

Verplichtingen voor poortwachters

1.   De poortwachter leeft alle in dit artikel opgenomen verplichtingen na met betrekking tot elke van zijn op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit vermelde kernplatformdiensten.

2.   De poortwachter:

a)

verwerkt geen persoonsgegevens van eindgebruikers die gebruikmaken van diensten van derden die gebruikmaken van kernplatformdiensten van de poortwachter, teneinde onlineadvertentiediensten aan te bieden;

b)

combineert geen persoonsgegevens die afkomstig zijn van de betrokken kernplatformdienst met persoonsgegevens die afkomstig zijn van nog andere kernplatformdiensten of van andere diensten die de poortwachter aanbiedt, of met persoonsgegevens van diensten van derden;

c)

gebruikt geen persoonsgegevens die afkomstig zijn van de betrokken kernplatformdienst in andere diensten die de poortwachter afzonderlijk aanbiedt, ook niet in andere kernplatformdiensten, en vice versa, en

d)

meldt geen eindgebruikers aan op andere van zijn diensten met het doel persoonsgegevens te combineren,

tenzij de eindgebruiker de specifieke keuze heeft gekregen en toestemming heeft verleend in de zin van artikel 4, punt 11), en artikel 7 van Verordening (EU) 2016/679.

Indien de eindgebruiker de toestemming voor de doeleinden van de eerste alinea weigert te verlenen of intrekt, vraagt de poortwachter binnen de periode van één jaar niet meer dan eenmaal opnieuw om toestemming voor hetzelfde doel.

Dit lid doet geen afbreuk aan de mogelijkheid van de poortwachter om zo nodig een beroep te doen op artikel 6, lid 1, punten c), d) en e), van Verordening (EU) 2016/679.

3.   De poortwachter verhindert niet dat zakelijke gebruikers dezelfde producten of diensten aan eindgebruikers aanbieden via onlinetussenhandelsdiensten van derden of via hun eigen rechtstreekse onlineverkoopkanaal tegen prijzen of onder voorwaarden die verschillen van die welke via de onlinetussenhandelsdiensten van de poortwachter worden aangeboden.

4.   De poortwachter laat zakelijke gebruikers kosteloos toe om aanbiedingen, ook onder andere voorwaarden, kenbaar te maken en aan te bieden aan eindgebruikers die via zijn kernplatformdienst of via andere kanalen zijn verworven, en om met die eindgebruikers contracten te sluiten, ongeacht of zij daarvoor al dan niet gebruikmaken van de kernplatformdiensten van de poortwachter.

5.   De poortwachter laat eindgebruikers toe om via zijn kernplatformdiensten toegang te krijgen tot en gebruik te maken van inhoud, abonnementen, functies of andere artikelen door middel van de softwareapplicatie van een zakelijke gebruiker, ook indien die eindgebruikers die artikelen van de desbetreffende zakelijke gebruiker hebben gekocht zonder gebruik te maken van de kernplatformdiensten van de poortwachter.

6.   De poortwachter belet zakelijke gebruikers en eindgebruikers direct noch indirect, of beperkt hen direct noch indirect in hun mogelijkheden om niet-naleving van het desbetreffende Unierecht of nationale recht door de poortwachter met betrekking tot zijn praktijken, te melden bij een bevoegde overheidsinstantie, nationale rechterlijke instanties inbegrepen. Dat doet geen afbreuk aan het recht van zakelijke gebruikers en poortwachters om de voorwaarden voor het gebruik van legale klachtenafhandelingsmechanismen in hun overeenkomsten op te nemen.

7.   De poortwachter verlangt van eindgebruikers niet dat zij gebruikmaken van een identificatiedienst, een browser-engine of een betalingsdienst, of van technische diensten die het aanbieden van betalingsdiensten ondersteunen, zoals betalingssystemen voor in-app-aankopen, van die poortwachter, noch van zakelijke gebruikers dat zij die gebruiken, aanbieden of ermee interageren in het kader van diensten die zij aanbieden via kernplatformdiensten van die poortwachter.

8.   De poortwachter verlangt van zakelijke gebruikers of eindgebruikers niet dat zij zich abonneren op of zich registreren bij nog andere kernplatformdiensten die op grond van artikel 3, lid 9, zijn opgenomen in het aanwijzingsbesluit of die voldoen aan de drempels van artikel 3, lid 2), punt b), als voorwaarde voor het gebruik van, toegang tot, inschrijving voor of registratie bij kernplatformdiensten van die poortwachter die op grond van dat artikel zijn opgenomen.

9.   De poortwachter verstrekt alle adverteerders aan wie hij onlineadvertentiediensten verleent en de door adverteerders gemachtigde derden, op verzoek van de adverteerder, voor elke advertentie die de adverteerder heeft geplaatst, dagelijks en kosteloos informatie over:

a)

de door die adverteerder betaalde prijs en kosten, met inbegrip van eventuele kortingen en toeslagen, voor elke van de betrokken onlineadvertentiediensten die de poortwachter heeft verleend;

b)

de door de uitgever ontvangen vergoeding, met inbegrip van eventuele kortingen en toeslagen, na toestemming van de uitgever, en

c)

de maatstaven op basis waarvan alle prijzen, kosten en vergoedingen worden berekend.

Indien een uitgever geen toestemming geeft om informatie te delen over de ontvangen vergoeding als bedoeld in punt b), verstrekt de poortwachter elke adverteerder voor de betrokken advertenties kosteloos informatie over de dagelijkse gemiddelde vergoeding welke die uitgever heeft ontvangen, met inbegrip van kortingen en toeslagen.

10.   De poortwachter verstrekt alle uitgevers aan wie hij onlineadvertentiediensten verleent en de door uitgevers gemachtigde derden, op verzoek van de uitgever, voor elke advertentie die in de portefeuille van de uitgever wordt weergegeven, dagelijks en kosteloos informatie over:

a)

de door die uitgever ontvangen vergoeding en betaalde kosten, met inbegrip van eventuele kortingen en toeslagen, voor elke van de betrokken onlineadvertentiediensten die de poortwachter heeft verleend;

b)

de door de adverteerder betaalde prijs, met inbegrip van eventuele kortingen en toeslagen, na toestemming van de adverteerder, en

c)

de maatstaven op basis waarvan alle prijzen en vergoedingen worden berekend.

Indien een adverteerder geen toestemming geeft om informatie te delen, verstrekt de poortwachter elke uitgever voor de betrokken advertenties kosteloos informatie over de dagelijkse gemiddelde prijs die die adverteerder heeft betaald, met inbegrip van kortingen en toeslagen.

Artikel 6

Verplichtingen voor poortwachters die nader kunnen worden gespecificeerd uit hoofde van artikel 8

1.   De poortwachter leeft alle in dit artikel opgenomen verplichtingen na met betrekking tot elke van zijn op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit vermelde kernplatformdiensten.

2.   De poortwachter gebruikt, indien hij de concurrentie met zakelijke gebruikers aangaat, geen gegevens die niet openbaar beschikbaar zijn en die door die zakelijke gebruikers worden gegenereerd of verstrekt in het kader van het gebruik dat zij maken van de betrokken kernplatformdiensten of van de diensten die samen met of ter ondersteuning van de betrokken kernplatformdiensten worden verleend, met inbegrip van gegevens die door de klanten van die zakelijke gebruikers worden gegenereerd of verstrekt.

Voor de toepassing van de eerste alinea omvatten de gegevens die niet openbaar beschikbaar zijn, alle door zakelijke gebruikers gegenereerde geaggregeerde en niet-geaggregeerde gegevens die kunnen worden afgeleid uit of verzameld aan de hand van de commerciële activiteiten van zakelijke gebruikers of hun klanten, met inbegrip van klik-, zoek-, weergave- en spraakgegevens, over de betrokken kernplatformdiensten of over diensten die samen met of ter ondersteuning van de betrokken kernplatformdiensten van de poortwachter worden verleend.

3.   De poortwachter staat eindgebruikers toe en stelt hen technisch in staat om op eenvoudige wijze softwareapplicaties op het besturingssysteem van de poortwachter te verwijderen, onverminderd de mogelijkheid voor die poortwachter om die verwijdering te beperken met betrekking tot softwareapplicaties die essentieel zijn voor de werking van het besturingssysteem of van het apparaat en die in technisch opzicht niet op zichzelf door derden kunnen worden aangeboden.

De poortwachter staat eindgebruikers toe en stelt hen technisch in staat om op eenvoudige wijze standaardinstellingen op het besturingssysteem, de virtuele assistent en de browser van de poortwachter te wijzigen die eindgebruikers naar door de poortwachter aangeboden producten of diensten sturen of leiden. Daartoe worden eindgebruikers bij hun eerste gebruik van een op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit opgenomen onlinezoekmachine, virtuele assistent of browser van de poortwachter ertoe aangespoord om uit de lijst van belangrijkste beschikbare aanbieders van diensten de onlinezoekmachine, virtuele assistent of browser te selecteren waarnaar het besturingssysteem van de poortwachter gebruikers standaard stuurt of leidt, alsook de onlinezoekmachine waarnaar de virtuele assistent en de browser van de poortwachter gebruikers standaard stuurt of leidt.

4.   De poortwachter staat toe en maakt het technisch mogelijk om softwareapplicaties of appstores van derden die gebruikmaken van of in wisselwerking staan met zijn besturingssysteem, te installeren en effectief te gebruiken, en maakt de toegang tot die softwareapplicaties of appstores met andere middelen dan de betrokken kernplatformdiensten van die poortwachter mogelijk. De poortwachter belet, in voorkomend geval, niet dat de gedownloade softwareapplicaties of appstores van derden eindgebruikers de keuze aanbieden of ze die gedownloade softwareapplicatie of appstore al dan niet als standaard willen instellen. De poortwachter stelt eindgebruikers die ervoor kiezen de gedownloade softwareapplicatie of appstore als standaard in te stellen, technisch in staat om die wijziging op eenvoudige wijze uit te voeren.

Het wordt de poortwachter niet belet maatregelen, voor zover die strikt noodzakelijk en evenredig zijn, te treffen om ervoor te zorgen dat softwareapplicaties of appstores van derden de integriteit van de door hem ter beschikking gestelde hardware of besturingssystemen, niet in gevaar brengen, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen naar behoren gemotiveerd worden door de poortwachter.

Voorts wordt het de poortwachter niet belet maatregelen en andere instellingen dan standaardinstellingen, voor zover die strikt noodzakelijk en evenredig zijn, toe te passen waarmee eindgebruikers de veiligheid met betrekking tot softwareapplicaties of appstores van derden effectief kunnen beschermen, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen en dergelijke andere instellingen dan standaardinstellingen naar behoren gemotiveerd worden door de poortwachter.

5.   De poortwachter geeft in de rangschikking en bijbehorende website-indexatie en webcrawling geen gunstigere behandeling aan door hem zelf aangeboden diensten en producten dan aan soortgelijke diensten of producten van een derde. De poortwachter past transparante, eerlijke en niet-discriminerende voorwaarden voor die rangschikking toe.

6.   De poortwachter legt geen technische of andere beperkingen op aan het vermogen van eindgebruikers om over te stappen en zich te abonneren op andere softwareapplicaties en diensten waartoe toegang wordt verkregen via de kernplatformdiensten van de poortwachter, ook wat betreft de keuze van internettoegangsdiensten voor eindgebruikers.

7.   De poortwachter zorgt voor aanbieders van diensten en aanbieders van hardware kosteloos voor effectieve interoperabiliteit met en, met het oog op interoperabiliteit, toegang tot dezelfde hardware en softwarefuncties waartoe toegang wordt verkregen of die bestuurd worden via het besturingssysteem dat of de virtuele assistent die op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit is opgenomen, als die welke beschikbaar zijn voor diensten of hardware die worden aangeboden door de poortwachter. Voorts zorgt de poortwachter voor zakelijke gebruikers en alternatieve aanbieders van diensten die samen met of ter ondersteuning van kernplatformdiensten worden aangeboden, kosteloos voor effectieve interoperabiliteit met, en met het oog op interoperabiliteit toegang tot dezelfde besturingssysteem-, hardware- of softwarefuncties, ongeacht of die functies tot het besturingssysteem behoren, als die welke beschikbaar zijn voor of gebruikt worden door die poortwachter om die diensten aan te bieden.

De poortwachter wordt niet belet strikt noodzakelijke en evenredige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat de interoperabiliteit de integriteit van het besturingssysteem, de virtuele assistent, de hardware en de software die hij ter beschikking stelt niet in het gedrang brengt, mits hij die maatregelen naar behoren motiveert.

8.   De poortwachter biedt adverteerders, uitgevers en door hen gemachtigde derden op hun verzoek kosteloos toegang tot zijn instrumenten voor prestatiemeting en tot de gegevens die adverteerders en uitgevers nodig hebben om zelf een onafhankelijke verificatie uit te voeren van de advertentieportefeuille, met inbegrip van geaggregeerde en niet-geaggregeerde gegevens. Die gegevens worden op zodanige wijze verstrekt dat adverteerders en uitgevers hun eigen verificatie- en meetinstrumenten kunnen gebruiken om de prestaties van de door de poortwachters aangeboden kernplatformdiensten te beoordelen.

9.   De poortwachter biedt eindgebruikers en door een eindgebruiker gemachtigde derden op hun verzoek kosteloos de mogelijkheid om door de eindgebruiker verstrekte gegevens of gegevens die gegenereerd werden middels de activiteiten van de eindgebruiker in het kader van het gebruik van de betrokken kernplatformdienst, effectief over te dragen, onder meer door kosteloos instrumenten ter beschikking te stellen om de effectieve overdracht van die gegevens te vergemakkelijken, en door continue realtimetoegang tot die gegevens te verlenen.

10.   De poortwachter zorgt ervoor dat zakelijke gebruikers en door een zakelijke gebruiker gemachtigde derden op hun verzoek kosteloos effectieve, kwaliteitsvolle en continue realtimetoegang hebben tot en gebruik kunnen maken van geaggregeerde en niet-geaggregeerde gegevens, persoonsgegevens inbegrepen, die door die zakelijke gebruikers en door de eindgebruikers die betrokken zijn bij de door die zakelijke gebruikers geleverde producten of diensten worden verstrekt voor of gegenereerd in het kader van het gebruik van de betrokken kernplatformdiensten of diensten die samen met of ter ondersteuning van de betrokken kernplatformdiensten worden aangeboden. Wat betreft persoonsgegevens maakt de poortwachter de toegang ertoe en het gebruik ervan alleen mogelijk indien die persoonsgegevens rechtstreeks verband houden met het gebruik dat de eindgebruiker maakt van de door de betrokken zakelijke gebruiker via de betrokken kernplatformdienst aangeboden producten of diensten, en indien de eindgebruikers daarvoor toestemming geven.

11.   De poortwachter verleent alle derde ondernemingen die onlinezoekmachines aanbieden, op hun verzoek, onder eerlijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden, toegang tot gegevens over rangschikkingen, zoekopdrachten, kliks en weergaven in verband met kosteloze en betaalde zoekopdrachten die door eindgebruikers op zijn onlinezoekmachines zijn gegenereerd. Alle gegevens over zoekopdrachten, kliks en weergaven die persoonsgegevens zijn, worden geanonimiseerd.

12.   De poortwachter past eerlijke, redelijke en niet-discriminerende algemene voorwaarden toe voor de toegang door zakelijke gebruikers tot zijn op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit opgenomen appstores, onlinezoekmachines en onlinesocialenetwerkdiensten.

Daartoe publiceert de poortwachter algemene toegangsvoorwaarden, met daarin een mechanisme voor alternatieve geschillenbeslechting.

De Commissie beoordeelt of de gepubliceerde algemene toegangsvoorwaarden al dan niet aan deze alinea voldoen.

13.   De poortwachter mag geen onevenredige algemene voorwaarden opleggen om de verlening van een kernplatformdienst op te zeggen. Hij zorgt ervoor dat de opzeggingsvoorwaarden zonder onnodige moeilijkheden kunnen worden uitgeoefend.

Artikel 7

Verplichting voor poortwachters inzake interoperabiliteit van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten

1.   Een poortwachter die nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten aanbiedt welke op grond van artikel 3, lid 9, zijn opgenomen in het aanwijzingsbesluit, zorgt ervoor dat de basisfuncties van zijn nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten interoperabel zijn met de nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten van een andere aanbieder die dergelijke diensten in de Unie verleent of voornemens is dat te doen. Daartoe maakt de poortwachter de nodige technische interfaces of soortgelijke oplossingen met het oog op interoperabiliteit op verzoek en kosteloos beschikbaar.

2.   De poortwachter maakt ten minste de volgende in lid 1 bedoelde basisfuncties interoperabel wanneer hij die functies zelf aan zijn eindgebruikers aanbiedt:

a)

na de opname in het aanwijzingsbesluit op grond van artikel 3, lid 9:

i)

eind-tot-eindtekstberichten tussen twee afzonderlijke eindgebruikers;

ii)

uitwisseling van afbeeldingen, spraakberichten, video’s en andere bijgevoegde bestanden bij eind-tot-eindcommunicatie tussen twee afzonderlijke eindgebruikers;

b)

binnen twee jaar na de aanwijzing:

i)

eind-tot-eindtekstberichten tussen groepen afzonderlijke eindgebruikers;

ii)

uitwisseling van afbeeldingen, spraakberichten, video’s en andere bijgevoegde bestanden bij eind-tot-eindcommunicatie tussen een groepschat en een afzonderlijke eindgebruiker;

c)

binnen vier jaar na de aanwijzing:

i)

eind-tot-eindspraakgesprekken tussen twee afzonderlijke eindgebruikers;

ii)

eind-tot-eindvideogesprekken tussen twee afzonderlijke eindgebruikers;

iii)

eind-tot-eindspraakgesprekken tussen een groepschat en een afzonderlijke eindgebruiker;

iv)

eind-tot-eindvideogesprekken tussen een groepschat en een afzonderlijke eindgebruiker.

3.   Het veiligheidsniveau, met in voorkomend geval eind-tot-eindversleuteling, dat de poortwachter zijn eindgebruikers biedt, is hetzelfde voor alle interoperabele diensten.

4.   De poortwachter publiceert een referentieofferte met daarin de technische details en algemene voorwaarden voor interoperabiliteit met zijn nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten, waaronder de nodige informatie over het veiligheidsniveau en de eind-tot-eindversleuteling. De poortwachter publiceert die referentieofferte binnen de in artikel 3, lid 10, vastgestelde termijn en actualiseert die wanneer nodig.

5.   Na publicatie van de referentieofferte op grond van lid 4, kan elke aanbieder van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten die die diensten in de Unie verleent of voornemens is dat te doen om interoperabiliteit verzoeken met de door de poortwachter aangeboden nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten. Dat verzoek kan alle of een deel van de in lid 2 bedoelde basisfuncties betreffen. De poortwachter geeft binnen drie maanden na ontvangst van een redelijk verzoek tot interoperabiliteit daaraan gehoor door de verzochte basisfuncties operationeel te maken.

6.   Op gemotiveerd verzoek van de poortwachter kan de Commissie bij wijze van uitzondering de nalevingstermijnen uit hoofde van lid 2 of lid 5 verlengen, mits de poortwachter aantoont dat dat noodzakelijk is om effectieve interoperabiliteit te waarborgen en om het noodzakelijke veiligheidsniveau, in voorkomend geval met eind-tot-eindversleuteling, te handhaven.

7.   Het blijft de eindgebruikers van de nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten van de poortwachter en van de verzoekende aanbieder van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten vrijstaan te beslissen of zij al dan niet gebruikmaken van de interoperabele basisfuncties die de poortwachter op grond van lid 1 kan aanbieden.

8.   De poortwachter verzamelt van eindgebruikers alleen de persoonsgegevens die strikt noodzakelijk zijn voor effectieve interoperabiliteit en wisselt alleen die gegevens uit met de aanbieder van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten die om interoperabiliteit verzoekt. Bij het verzamelen en uitwisselen van de persoonsgegevens van eindgebruikers moeten Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn 2002/58/EG volledig in acht worden genomen.

9.   Het wordt de poortwachter niet belet maatregelen — voor zover die strikt noodzakelijk en evenredig zijn — te treffen om ervoor te zorgen dat derde aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten die om interoperabiliteit verzoeken de integriteit, veiligheid en privacy van zijn diensten niet in het gedrang brengen, maar hij is wel gehouden dat naar behoren te motiveren.

Artikel 12

Actualisering van de verplichtingen voor poortwachters

1.   De Commissie is krachtens artikel 49 bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening met betrekking tot de in de artikelen 5 en 6 genoemde verplichtingen. Die gedelegeerde handelingen zijn gebaseerd op een marktonderzoek op grond van artikel 19 waaruit is gebleken dat die verplichtingen moeten worden geactualiseerd om praktijken aan te pakken die de betwistbaarheid van kernplatformdiensten beperken of die oneerlijk zijn op dezelfde wijze als de praktijken waarop de verplichtingen van de artikelen 5 en 6 betrekking hebben.

2.   Het toepassingsgebied van een overeenkomstig lid 1 vastgestelde gedelegeerde handeling is beperkt tot:

a)

de uitbreiding van een verplichting die alleen geldt met betrekking tot bepaalde kernplatformdiensten, tot andere in artikel 2, punt 2), genoemde kernplatformdiensten;

b)

de uitbreiding van een verplichting ten gunste van bepaalde zakelijke gebruikers of eindgebruikers, zodat die verplichting andere zakelijke gebruikers of eindgebruikers ten goede komt;

c)

de vaststelling van de wijze waarop poortwachters de verplichtingen van de artikelen 5 en 6 moeten vervullen met het oog op de daadwerkelijke nakoming ervan;

d)

de uitbreiding van een verplichting die alleen geldt met betrekking tot bepaalde diensten die samen met of ter ondersteuning van kernplatformdiensten worden verleend, tot andere diensten die samen met of ter ondersteuning van kernplatformdiensten worden verleend;

e)

de uitbreiding van een verplichting die alleen geldt met betrekking tot bepaalde soorten gegevens, tot andere soorten gegevens;

f)

de toevoeging van aanvullende voorwaarden wanneer een verplichting bepaalde voorwaarden stelt aan het gedrag van een poortwachter, en

g)

de toepassing van een verplichting die de relatie tussen verschillende kernplatformdiensten van de poortwachter regelt, op de relatie tussen een kernplatformdienst en andere diensten van de poortwachter.

3.   De Commissie is krachtens artikel 49 bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van deze verordening met betrekking tot de lijst van basisfuncties van artikel 7, lid 2, door functies van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten toe te voegen of te schrappen.

Die gedelegeerde handelingen zijn gebaseerd op een marktonderzoek op grond van artikel 19 waaruit is gebleken dat die verplichtingen moeten worden geactualiseerd om praktijken aan te pakken die de betwistbaarheid van kernplatformdiensten beperken of die oneerlijk zijn op dezelfde wijze als de praktijken waarop de verplichtingen van artikel 7 betrekking hebben.

4.   De Commissie is krachtens artikel 49 bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening met betrekking tot de verplichtingen van artikel 7, door de wijze vast te stellen waarop die verplichtingen moeten worden vervuld met het oog op de daadwerkelijke nakoming ervan. Die gedelegeerde handelingen zijn gebaseerd op een marktonderzoek op grond van artikel 19 waaruit is gebleken dat die verplichtingen moeten worden geactualiseerd om praktijken aan te pakken die de betwistbaarheid van kernplatformdiensten beperken of die oneerlijk zijn op dezelfde wijze als de praktijken waarop de verplichtingen van artikel 7 betrekking hebben.

5.   Praktijken als bedoeld in de leden 1, 3 en 4 worden als beperkend voor de betwistbaarheid van kernplatformdiensten of als oneerlijk beschouwd wanneer:

a)

die praktijken worden toegepast door poortwachters, innovatie kunnen belemmeren en de keuzemogelijkheden voor zakelijke gebruikers en eindgebruikers kunnen beperken, omdat ze:

i)

de betwistbaarheid van een kernplatformdienst of andere diensten in de digitale sector blijvend beïnvloeden of dreigen te beïnvloeden als gevolg van het creëren of versterken van toegangsdrempels voor andere ondernemingen of van uitbreidingsdrempels voor verstrekkers van een kernplatformdienst of andere diensten in de digitale sector, of

ii)

voorkomen dat andere marktdeelnemers dezelfde toegang hebben tot belangrijke input als de poortwachter, of

b)

er een onevenwicht is tussen de rechten en plichten van zakelijke gebruikers en de poortwachter een voordeel verkrijgt van zakelijke gebruikers dat niet in verhouding staat tot de dienst die hij hun verleent.

Artikel 13

Bestrijding van ontduiking

1.   Een onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt, mag die diensten niet segmenteren, verdelen, onderverdelen, fragmenteren of splitsen met contractuele, commerciële, technische of andere middelen teneinde de in artikel 3, lid 2, vastgelegde kwantitatieve drempels te ontduiken. Dergelijke praktijken van een onderneming staan er niet aan in de weg dat de Commissie die onderneming op grond van artikel 3, lid 4, als poortwachter aanwijst.

2.   Wanneer de Commissie vermoedt dat een onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt praktijken als bedoeld in lid 1 toepast, kan zij verlangen dat die onderneming alle informatie verstrekt die de Commissie nodig acht om vast te stellen of de betrokken onderneming dergelijke praktijken toepast.

3.   De poortwachter ziet erop toe dat de verplichtingen van de artikelen 5, 6 en 7 volledig en daadwerkelijk worden nagekomen.

4.   De poortwachter vertoont geen gedrag dat de daadwerkelijke naleving van de verplichtingen van de artikelen 5, 6 en 7 ondermijnt, ongeacht of dat gedrag van contractuele, commerciële, technische of andere aard is, dan wel het gebruik van gedragstechnieken of interfaceontwerp inhoudt.

5.   Wanneer toestemming voor het verzamelen, verwerken, kruisen en delen van persoonsgegevens vereist is om naleving van deze verordening te waarborgen, neemt een poortwachter de nodige maatregelen om zakelijke gebruikers in staat te stellen rechtstreeks de vereiste toestemming te verkrijgen voor de verwerking ervan, indien die toestemming vereist is uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679 of Richtlijn 2002/58/EG, of om op andere manieren aan de regels en beginselen inzake gegevensbescherming en privacy van de Unie te voldoen, onder meer door zakelijke gebruikers waar passend naar behoren geanonimiseerde gegevens te verstrekken. De poortwachter mag het verkrijgen van die toestemming door de zakelijke gebruiker niet belastender maken dan voor zijn eigen diensten.

6.   De poortwachter zorgt niet voor een verslechtering van de voorwaarden of kwaliteit van de kernplatformdiensten die worden verleend aan zakelijke gebruikers of eindgebruikers die gebruikmaken van de in de artikelen 5, 6 en 7 vastgelegde rechten of keuzes, of maakt de uitoefening van die rechten of keuzes niet onnodig moeilijk, bijvoorbeeld door eindgebruikers op niet-neutrale wijze keuzemogelijkheden te bieden of door de autonomie, besluitvorming of vrije keuze van eindgebruikers of zakelijke gebruikers te ondermijnen door middel van de structuur, het ontwerp, de functie of de bedieningswijze van een gebruikersinterface of een deel daarvan.

7.   Wanneer een poortwachter een van de verplichtingen van artikel 5, 6 of 7 ontduikt of tracht te ontduiken op een wijze als beschreven in de leden 4, 5 en 6 van dit artikel, kan de Commissie een procedure inleiden op grond van artikel 20 en een uitvoeringshandeling vaststellen als bedoeld in artikel 8, lid 2, teneinde de maatregelen te specificeren die de betrokken poortwachter moet nemen.

8.   Lid 6 van dit artikel laat de bevoegdheden van de Commissie uit hoofde van de artikelen 29, 30 en 31 onverlet.

Artikel 14

Informatieplicht inzake concentraties

1.   Een poortwachter informeert de Commissie over elke voorgenomen concentratie in de zin van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 139/2004, wanneer de fuserende entiteiten of de beoogde concentratie kernplatformdiensten of andere diensten in de digitale sector aanbieden, of gegevensverzameling mogelijk maken, ongeacht of die moet worden aangemeld bij de Commissie uit hoofde van die verordening of bij een bevoegde nationale mededingingsautoriteit uit hoofde van nationale concentratieregels.

Een poortwachter informeert de Commissie over een dergelijke concentratie voordat die tot stand wordt gebracht en na de sluiting van de overeenkomst, de aankondiging van het openbaar bod of de verwerving van een zeggenschapsbelang.

2.   De door de poortwachter op grond van lid 1 verstrekte informatie bevat ten minste een beschrijving van de bij de concentratie betrokken ondernemingen, hun jaarlijkse omzet in de Unie en wereldwijd, hun werkterrein, met inbegrip van activiteiten die rechtstreeks met de concentratie verband houden, de transactiewaarde van de overeenkomst of een schatting daarvan, een samenvatting van de concentratie, met inbegrip van de aard en de redenen ervan, en een lijst van de bij de concentratie betrokken lidstaten.

In de informatie van de poortwachter wordt voor alle betrokken kernplatformdiensten respectievelijk ook een beschrijving gegeven van hun jaarlijkse omzet in de Unie, hun aantal jaarlijks actieve zakelijke gebruikers en hun aantal maandelijks actieve eindgebruikers.

3.   Indien na een concentratie als bedoeld in lid 1 van dit artikel extra kernplatformdiensten afzonderlijk voldoen aan de drempels van artikel 3, lid 2, punt b), stelt de betrokken poortwachter de Commissie daarvan binnen twee maanden na de totstandbrenging van de concentratie in kennis en verstrekt hij de Commissie de in artikel 3, lid 2, bedoelde informatie.

4.   De Commissie stelt de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in kennis van alle op grond van lid 1 ontvangen informatie, en publiceert jaarlijks de lijst van overnames waarvan zij op grond van dat lid door poortwachters in kennis is gesteld.

De Commissie houdt rekening met het gerechtvaardigde belang van ondernemingen bij de bescherming van hun bedrijfsgeheimen.

5.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten kunnen de uit hoofde van lid 1 van dit artikel ontvangen informatie gebruiken om de Commissie te verzoeken de concentratie te onderzoeken op grond van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 139/2004.

Artikel 19

Marktonderzoek naar nieuwe diensten en nieuwe praktijken

1.   De Commissie kan een marktonderzoek uitvoeren om na te gaan of een of meer diensten in de digitale sector moeten worden toegevoegd aan de lijst van kernplatformdiensten in artikel 2, punt 2), of om praktijken op te sporen die de betwistbaarheid van kernplatformdiensten beperken of oneerlijk zijn en die niet effectief door deze verordening worden aangepakt. Bij haar beoordeling houdt de Commissie rekening met alle relevante bevindingen van procedures uit hoofde van de artikelen 101 en 102 VWEU met betrekking tot digitale markten, en met andere desbetreffende ontwikkelingen.

2.   Bij het uitvoeren van een marktonderzoek op grond van lid 1 kan de Commissie derden raadplegen, onder wie zakelijke gebruikers en eindgebruikers van diensten in de digitale sector naar wie onderzoek wordt gevoerd en eindgebruikers die het voorwerp zijn van onderzochte praktijken.

3.   De Commissie publiceert haar bevindingen in een verslag binnen 18 maanden na de in artikel 16, lid 3, punt a), bedoelde datum.

Dat verslag wordt voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad, en wordt waar passend vergezeld van:

a)

een wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze verordening teneinde extra diensten in de digitale sector op te nemen in de lijst van kernplatformdiensten van artikel 2, punt 2), of om nieuwe verplichtingen op te nemen in hoofdstuk III, of

b)

een ontwerp van gedelegeerde handeling tot aanvulling van deze verordening met betrekking tot de verplichtingen van de artikelen 5 en 6, of een ontwerp van gedelegeerde handeling tot wijziging of aanvulling van deze verordening met betrekking tot de verplichtingen van artikel 7, zoals bepaald in artikel 12.

Waar passend kan in het wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze verordening uit hoofde van punt a) van de tweede alinea van dit lid ook worden voorgesteld diensten van de lijst van kernplatformdiensten van artikel 2, punt 2), te schrappen of verplichtingen uit artikel 5, 6 of 7 te schrappen.

HOOFDSTUK V

BEVOEGDHEDEN OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK, HANDHAVING EN TOEZICHT

Artikel 24

Voorlopige maatregelen

In dringende gevallen waarin zakelijke gebruikers of eindgebruikers van poortwachters ernstig en onherstelbaar dreigen te worden geschaad, kan de Commissie een uitvoeringshandeling vaststellen waarbij tegen een poortwachter voorlopige maatregelen worden gelast op grond van de voorlopige vaststelling van een inbreuk op artikel 5, 6 of 7. Die uitvoeringshandeling mag alleen worden vastgesteld in het kader van een procedure die is ingeleid met het oog op de eventuele vaststelling van een besluit van niet-naleving op grond van artikel 29, lid 1. Die uitvoeringshandeling is slechts gedurende een bepaalde periode van toepassing en kan worden verlengd voor zover dat noodzakelijk en passend is. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 50, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

Artikel 27

Informatie van derden

1.   Derden, daaronder begrepen zakelijke gebruikers, concurrenten of eindgebruikers van de kernplatformdiensten die op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit zijn genoemd, alsook hun vertegenwoordigers, kunnen de nationale bevoegde autoriteit van de lidstaat die de in artikel 1, lid 6, bedoelde regels handhaaft, of de Commissie rechtstreeks, in kennis stellen van praktijken of gedragingen van poortwachters die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen.

2.   De nationale bevoegde autoriteit van de lidstaat die de in artikel 1, lid 6, bedoelde regels handhaaft en de Commissie hebben een volledige discretionaire bevoegdheid voor de keuze van passende maatregelen en zijn niet verplicht de ontvangen informatie in hun overwegingen mee te nemen.

3.   Indien de nationale bevoegde autoriteit van de lidstaat die de in artikel 1, lid 6, bedoelde regels handhaaft, zich baserend op de op grond van lid 1 van dit artikel ontvangen informatie, vaststelt dat het mogelijkerwijs een geval van niet-naleving van deze verordening betreft, geeft zij die informatie door aan de Commissie.

Artikel 53

Evaluatie

1.   Uiterlijk op 3 mei 2026 en daarna om de drie jaar evalueert de Commissie deze verordening en brengt zij daarover verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité.

2.   Bij de evaluaties wordt beoordeeld of de doelstelling van deze verordening, namelijk het waarborgen van betwistbare en eerlijke markten, is verwezenlijkt en wordt het effect van deze verordening op zakelijke gebruikers, met name kmo’s, en eindgebruikers beoordeeld. Voorts beoordeelt de Commissie of het toepassingsgebied van artikel 7 kan worden uitgebreid tot onlinesocialenetwerkdiensten.

3.   In de evaluaties wordt vastgesteld of het nodig is regels te wijzigen, onder meer met betrekking tot de in artikel 2, punt 2), vastgelegde lijst van kernplatformdiensten, de in de artikelen 5, 6 en 7 vastgelegde verplichtingen en de handhaving daarvan, om ervoor te zorgen dat digitale markten in de hele Unie betwistbaar en eerlijk zijn. Na de evaluaties neemt de Commissie passende maatregelen, die onder meer kunnen bestaan in wetgevingsvoorstellen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekken de Commissie alle hun ter beschikking staande informatie die zij nodig kan hebben voor het opstellen van het in lid 1 bedoelde verslag.

Artikel 54

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 2 mei 2023.

Artikel 3, leden 6, en 7, en de artikelen 40, 46, 47, 48, 49 en 50 zijn evenwel van toepassing met ingang van 1 november 2022 en de artikelen 42 en 43 zijn van toepassing met ingang van 25 juni 2023.

Indien de datum van 25 juni 2023 echter voorafgaat aan de in de tweede alinea van dit artikel bedoelde datum van toepassing, wordt de toepassing van de artikelen 42 en 43 uitgesteld tot de in de tweede alinea van dit artikel bedoelde datum van toepassing.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 14 september 2022.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

M. BEK


(1)  PB C 286 van 16.7.2021, blz. 64.

(2)  PB C 440 van 29.10.2021, blz. 67.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 5 juli 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 18 juli 2022.

(4)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(5)  Verordening (EU) 2019/1150 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 ter bevordering van billijkheid en transparantie voor zakelijke gebruikers van onlinetussenhandelsdiensten (PB L 186 van 11.7.2019, blz. 57).

(6)  Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).

(7)  Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (“Richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 22).

(8)  Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1).

(9)  Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).

(10)  Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 92).

(11)  Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 70).

(12)  Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29).

(13)  Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).

(14)  Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 36).

(15)  Richtlijn (EU) 2016/2102 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 inzake de toegankelijkheid van de websites en mobiele applicaties van overheidsinstanties (PB L 327 van 2.12.2016, blz. 1).

(16)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(17)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(18)  Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1).

(19)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(20)  Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PB L 305 van 26.11.2019, blz. 17).

(21)  Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (PB L 409 van 4.12.2020, blz. 1).

(22)  PB C 147 van 26.4.2021, blz. 4.

(23)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (de “EG-concentratieverordening”) (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

(24)  Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie (PB L 194 van 19.7.2016, blz. 1).


BIJLAGE

A.   “Algemeen”

1.

Deze bijlage heeft tot doel een nauwkeurige beschrijving te geven van de methode om voor elke in artikel 2, punt 2), omschreven kernplatformdienst de “actieve eindgebruikers” en de “actieve zakelijke gebruikers” te identificeren en hun aantal te berekenen. Ze biedt een referentiekader op basis waarvan een onderneming kan beoordelen of haar kernplatformdiensten voldoen aan de kwantitatieve drempels van artikel 3, lid 2, punt b), en derhalve kan worden vermoed te voldoen aan de eis van artikel 3, lid 1, punt b). Daarom is deze bijlage evenzeer van belang voor alle ruimere beoordelingen uit hoofde van artikel 3, lid 8. Het is aan de onderneming om tot de best mogelijke benadering te komen in overeenstemming met de gemeenschappelijke beginselen en specifieke methode in deze bijlage. Niets in deze bijlage belet de Commissie om, binnen de in de relevante bepalingen van deze verordening vastgelegde termijnen, van de onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt te verlangen dat zij alle nodige informatie verstrekt om de “actieve eindgebruikers” en de “actieve zakelijke gebruikers” te identificeren en hun aantal te berekenen. Niets in deze bijlage mag een rechtsgrondslag vormen voor het traceren van gebruikers. De in deze bijlage beschreven methode laat ook alle verplichtingen uit hoofde van deze verordening onverlet, met name de verplichtingen van artikel 3, leden 3 en 8, en artikel 13, lid 3. Om aan artikel 13, lid 3, te voldoen, moeten met name ook de actieve eindgebruikers en actieve zakelijke gebruikers worden geïdentificeerd en moet hun aantal worden berekend op basis van hetzij een nauwkeurige meting, hetzij de beste beschikbare benadering, in overeenstemming met de feitelijke capaciteiten tot identificatie en berekening waarover de onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt, op het desbetreffende tijdstip beschikt. Die metingen of de beste beschikbare benadering moeten in overeenstemming zijn met artikel 15 en de uit hoofde van dat artikel gerapporteerde metingen of benadering bevatten.

2.

Artikel 2, punten 20) en 21), geeft de definities van “eindgebruiker” en van “zakelijke gebruiker”, die gelden voor alle kernplatformdiensten.

3.

Teneinde het aantal “actieve eindgebruikers” en “actieve zakelijke gebruikers” te identificeren en hun aantal te berekenen, wordt in deze bijlage verwezen naar het begrip “unieke gebruikers”. Onder het begrip “unieke gebruikers” vallen de “actieve eindgebruikers” en de “actieve zakelijke gebruikers” die, voor de desbetreffende kernplatformdienst, slechts één keer zijn geteld gedurende een bepaalde termijn (nl. een maand voor “actieve eindgebruikers” en een jaar voor “actieve zakelijke gebruikers”), ongeacht hoe vaak zij gedurende die termijn gebruik hebben gemaakt van de desbetreffende kernplatformdienst. Dat laat onverlet dat dezelfde natuurlijke persoon of rechtspersoon tegelijkertijd een actieve eindgebruiker of een actieve zakelijke gebruiker kan zijn voor verschillende kernplatformdiensten.

B.   “Actieve eindgebruikers

1.

Het aantal “unieke gebruikers” wat betreft “actieve eindgebruikers” wordt bepaald aan de hand van de meest nauwkeurige maatstaf die wordt gerapporteerd door de onderneming die een kernplatformdienst aanbiedt. Met name geldt daarbij het volgende:

a.

er wordt vanuit gegaan dat gegevensverzameling over het gebruik van kernplatformdiensten via omgevingen waarvoor aanmelden of inloggen vereist is, op het eerste gezicht het laagste risico van dubbele telling inhoudt, bijvoorbeeld met betrekking tot het gebruikersgedrag op verschillende apparaten of platformen. De onderneming dient derhalve, indien beschikbaar, geaggregeerde geanonimiseerde gegevens over het aantal unieke eindgebruikers per respectieve kernplatformdienst in, op basis van omgevingen waarvoor aanmelden of inloggen vereist is;

b.

in het geval van kernplatformdiensten die ook toegankelijk zijn voor eindgebruikers via omgevingen waarvoor aanmelden of inloggen niet vereist is, dient de onderneming daarnaast geaggregeerde geanonimiseerde gegevens over het aantal unieke eindgebruikers van de respectieve kernplatformdienst in, op basis van een alternatieve maatstaf waarmee ook eindgebruikers worden geteld buiten omgevingen waarvoor registratie of aanmelding vereist is. Het kan daarbij gaan om internetprotocoladressen (IP-adressen), identificatiecookies of andere identificatiemiddelen zoals radiofrequentie-identificatietags, mits die adressen of identificatiemiddelen objectief noodzakelijk zijn voor het aanbieden van de kernplatformdienst.

2.

Het aantal “maandelijks actieve eindgebruikers” is gebaseerd op het gemiddelde aantal maandelijks actieve eindgebruikers gedurende het grootste deel van het boekjaar. Het begrip “het grootste deel van het boekjaar” is bedoeld om een onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt de mogelijkheid te bieden om in een bepaald jaar uitschieters buiten beschouwing te laten. Uitschieters zijn per definitie cijfers die aanzienlijk buiten de normale en voorzienbare cijfers vallen. Een onvoorziene piek of daling van de betrokkenheid van gebruikers gedurende één maand van het boekjaar is een voorbeeld van wat dergelijke uitschieters zouden kunnen zijn. Cijfers met betrekking tot jaarlijks terugkerende gevallen, zoals jaarlijkse verkoopbevorderende acties, zijn geen uitschieters.

C.   “Actieve zakelijke gebruikers”

Het aantal “unieke gebruikers” wat betreft “actieve zakelijke gebruikers” moet, indien van toepassing, worden bepaald op basis van de accounts, waarbij elk afzonderlijk zakelijk account dat gekoppeld is aan het gebruik van een kernplatformdienst van de onderneming één unieke zakelijke gebruiker van die respectieve kernplatformdienst vertegenwoordigt. Indien het begrip “zakelijk account” niet van toepassing is op een bepaalde kernplatformdienst, bepaalt de betrokken onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt het aantal unieke zakelijke gebruikers door te verwijzen naar de betrokken onderneming.

D.   “Indiening van informatie”

1.

Een onderneming die op grond van artikel 3, lid 3, bij de Commissie informatie indient over het aantal actieve eindgebruikers en actieve zakelijke gebruikers per kernplatformdienst, is ervoor verantwoordelijk dat die informatie volledig en nauwkeurig is. In dat opzicht:

a.

is de onderneming verantwoordelijk voor het verstrekken van gegevens voor een respectieve kernplatformdienst op basis waarvan geen te hoge of te lage telling van het aantal actieve eindgebruikers en actieve zakelijke gebruikers mogelijk is (bijvoorbeeld wanneer gebruikers via verschillende platformen of apparaten toegang hebben tot de kernplatformdiensten);

b.

is de onderneming verantwoordelijk voor het geven van nauwkeurige en beknopte toelichtingen over de methode die is gebruikt om tot de informatie te komen, voor elk risico van een te hoge of te lage telling van het aantal actieve eindgebruikers en actieve zakelijke gebruikers voor een respectieve kernplatformdienst, en voor de oplossingen die worden gekozen om dat risico af te wenden;

c.

verstrekt de onderneming gegevens op basis van een alternatieve maatstaf, wanneer de Commissie vragen heeft over de nauwkeurigheid van de gegevens die de onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt heeft verstrekt.

2.

Voor de berekening van het aantal “actieve eindgebruikers” en “actieve zakelijke gebruikers”:

a.

merkt de onderneming die een of meer kernplatformdiensten aanbiedt, kernplatformdiensten die op grond van artikel 2, punt 2), tot dezelfde categorie kernplatformdiensten behoren niet als verschillend aan, hoofdzakelijk omdat ze met verschillende domeinnamen — hetzij landcodetopniveaudomeinen (ccTLD’s), hetzij generieke topniveaudomeinen (gTLD’s) — of geografische eigenschappen worden aangeboden;

b.

beschouwt de onderneming die een of meer kernplatformdiensten aanbiedt, de kernplatformdiensten die door hun eindgebruikers of hun zakelijke gebruikers, of door beide, worden gebruikt voor verschillende doeleinden, als afzonderlijke kernplatformdiensten, zelfs indien hun eindgebruikers of zakelijke gebruikers dezelfde zijn en zelfs indien zij op grond van artikel 2, punt 2), tot dezelfde categorie kernplatformdiensten behoren;

c.

merkt de onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt, als verschillende kernplatformdiensten diensten aan die de betrokken onderneming geïntegreerd aanbiedt, maar die:

i)

op grond van artikel 2, punt 2), niet tot dezelfde categorie kernplatformdiensten behoren of,

ii)

door hun eindgebruikers of hun zakelijke gebruikers, of door beide worden gebruikt voor verschillende doeleinden, zelfs indien hun eindgebruikers of zakelijke gebruikers dezelfde zijn en zelfs indien zij op grond van artikel 2, punt 2), tot dezelfde categorie kernplatformdiensten behoren.

E.   “Specifieke definities”

De tabel hieronder bevat specifieke definities van “actieve eindgebruikers” en “actieve zakelijke gebruikers” voor elke kernplatformdienst.

Kernplatformdiensten

Actieve eindgebruikers

Actieve zakelijke gebruikers

Onlinetussenhandelsdiensten

Aantal unieke eindgebruikers die ten minste eenmaal gedurende de maand gebruik hebben gemaakt van de onlinetussenhandelsdienst, bijvoorbeeld door ten minste eenmaal gedurende de maand actief in te loggen, een zoekopdracht uit te voeren, te klikken of te scrollen of een transactie te sluiten via de onlinetussenhandelsdienst.

Aantal unieke zakelijke gebruikers die gedurende het hele jaar ten minste één item in de onlinetussenhandelsdienst hebben opgenomen of gedurende het jaar een door de onlinetussenhandelsdienst mogelijk gemaakte transactie hebben gesloten.

Onlinezoekmachines

Aantal unieke eindgebruikers die ten minste eenmaal gedurende de maand gebruik hebben gemaakt van de onlinezoekmachine, bijvoorbeeld door een zoekopdracht uit te voeren.

Aantal unieke zakelijke gebruikers met zakelijke websites (d.w.z. websites die in commerciële of professionele hoedanigheid worden gebruikt) die gedurende het jaar zijn geïndexeerd door of deel uitmaken van de index van de onlinezoekmachine.

Onlinesocialenetwerkdiensten

Aantal unieke eindgebruikers die ten minste eenmaal gedurende de maand gebruik hebben gemaakt van de onlinesocialenetwerkdienst, bijvoorbeeld door actief in te loggen, een pagina te openen, te scrollen, te klikken, te liken, een zoekopdracht uit te voeren, berichten te posten of opmerkingen te maken.

Aantal unieke zakelijke gebruikers die een zakelijke vermelding of zakelijk account hebben in de onlinesocialenetwerkdienst en ten minste eenmaal gedurende het jaar gebruik hebben gemaakt van de dienst, bijvoorbeeld door actief in te loggen, een pagina te openen, te scrollen, te klikken, te liken, een zoekopdracht uit te voeren, berichten te posten, opmerkingen te plaatsen of de tools ervan voor bedrijven te gebruiken.

Videoplatformdiensten

Aantal unieke eindgebruikers die ten minste eenmaal gedurende de maand gebruik hebben gemaakt van de videoplatformdienst, bijvoorbeeld door een segment van audiovisuele inhoud af te spelen, een zoekopdracht uit te voeren of een stuk audiovisuele inhoud te uploaden, met inbegrip van onder meer door gebruikers gegenereerde video’s.

Aantal unieke zakelijke gebruikers die gedurende het jaar ten minste één stuk audiovisuele inhoud hebben geleverd die op de videoplatformdienst is geüpload of afgespeeld.

Nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten

Aantal unieke eindgebruikers die ten minste eenmaal gedurende de maand via de nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst een communicatie hebben geïnitieerd of op enigerlei wijze daaraan hebben deelgenomen.

Aantal unieke zakelijke gebruikers die ten minste eenmaal gedurende het jaar via de nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst een zakelijk account hebben gebruikt of anderszins op enigerlei wijze een communicatie hebben geïnitieerd of daaraan hebben deelgenomen teneinde rechtstreeks met een eindgebruiker te communiceren.

Besturingssystemen

Aantal unieke eindgebruikers die een apparaat met het besturingssysteem hebben gebruikt dat ten minste eenmaal gedurende de maand is geactiveerd, geactualiseerd of gebruikt.

Aantal unieke ontwikkelaars die gedurende het jaar ten minste één softwareapplicatie of softwareprogramma hebben gepubliceerd, geactualiseerd of aangeboden met behulp van de programmeertaal of software-ontwikkelingstools van, of op enigerlei wijze draaiende op, het besturingssysteem.

Virtuele assistent

Aantal unieke eindgebruikers die op enigerlei wijze ten minste eenmaal per maand met de virtuele assistent hebben gewerkt, bijvoorbeeld door die te activeren, een vraag te stellen, toegang te krijgen tot een dienst via een knop of bediening van een “smart home”-apparaat.

Aantal unieke ontwikkelaars die gedurende het jaar ten minste één virtuele assistent-softwareapplicatie of een functionaliteit hebben aangeboden om een bestaande softwareapplicatie via de virtuele assistent toegankelijk te maken.

Webbrowsers

Aantal unieke eindgebruikers die ten minste eenmaal per maand met de webbrowser hebben gewerkt, bijvoorbeeld door een zoekopdracht of websiteadres in de URL-balk van de webbrowser in te voeren.

Aantal unieke zakelijke gebruikers van wie de zakelijke websites (d.w.z. websites die in commerciële of professionele hoedanigheid worden gebruikt) ten minste eenmaal in de loop van het jaar via de webbrowser zijn geraadpleegd of die in de loop van het jaar een plug-in, uitbreiding of add-ons op de webbrowser hebben aangeboden.

Cloudcomputingdiensten

Aantal unieke eindgebruikers die ten minste eenmaal gedurende de maand gebruik hebben gemaakt van cloudcomputingdiensten van de betrokken aanbieder van cloudcomputingdiensten, in ruil voor een vergoeding, ongeacht of die vergoeding in dezelfde maand plaatsvindt.

Aantal unieke zakelijke gebruikers die gedurende het jaar cloudcomputingdiensten hebben geleverd in de cloudinfrastructuur van de betrokken aanbieder van cloudcomputingdiensten.

Onlineadvertentiediensten

Voor eigen verkoop van advertentieruimte;

Aantal unieke eindgebruikers aan wie ten minste eenmaal gedurende de maand een advertentieweergave is vertoond.

Voor advertentietussenhandeldiensten (met inbegrip van advertentienetwerken, advertentie-uitwisselingsdiensten en andere advertentietussenhandelsdiensten)

Aantal unieke eindgebruikers aan wie ten minste eenmaal gedurende de maand een advertentieweergave is vertoond, waardoor de advertentietussenhandelsdienst is ingeschakeld.

Voor eigen verkoop van advertentieruimte:

Aantal unieke adverteerders die gedurende het jaar ten minste één advertentieweergave hebben weergegeven.

Voor advertentietussenhandel (met inbegrip van advertentienetwerken, advertentie-uitwisselingsdiensten en andere advertentietussenhandelsdiensten):

Aantal unieke zakelijke gebruikers (waaronder adverteerders, uitgevers en andere tussenpersonen) die gedurende het jaar via de advertentietussenhandelsdienst in interactie traden of erdoor werden bediend.



whereas









keyboard_arrow_down