search


keyboard_tab Digital Market Act 2022/1925 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/1925 NL cercato: 'oordeel' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index oordeel:


whereas oordeel:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 857

 

Artikel 3

Aanwijzing van poortwachters

1.   Een onderneming wordt aangewezen als poortwachter indien die:

a)

een aanzienlijke impact heeft op de interne markt;

b)

een kernplatformdienst aanbiedt die voor zakelijke gebruikers een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers vormt, en

c)

met betrekking tot haar activiteiten een stevig verankerde en duurzame positie inneemt of naar verwachting in de nabije toekomst een dergelijke positie zal innemen.

2.   Een onderneming wordt vermoed te voldoen aan de respectieve vereisten van lid 1:

a)

wat betreft lid 1, punt a), indien zij in de laatste drie boekjaren in de Unie een jaaromzet van ten minste 7,5 miljard EUR heeft behaald, of indien haar gemiddelde marktkapitalisatie of haar equivalente marktprijswaarde in het laatste boekjaar ten minste 75 miljard EUR bedroeg, en indien zij in ten minste drie lidstaten dezelfde kernplatformdienst aanbiedt;

b)

wat betreft lid 1, punt b), indien zij een kernplatformdienst aanbiedt met in het laatste boekjaar ten minste 45 miljoen maandelijks actieve eindgebruikers die in de Unie zijn gevestigd of zich aldaar bevinden en ten minste 10 000 jaarlijks actieve, in de Unie gevestigde zakelijke gebruikers, waarbij alle gebruikers worden geïdentificeerd en hun aantal wordt berekend aan de hand van de methode en de indicatoren in de bijlage bij deze verordening;

c)

wat betreft lid 1, punt c), indien in elk van de laatste drie boekjaren aan de in punt b) van dit lid genoemde drempels is voldaan.

3.   Wanneer een onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt, voldoet aan alle drempels van lid 2, stelt zij de Commissie daarvan onverwijld en in ieder geval binnen twee maanden nadat die drempels zijn bereikt in kennis, en verstrekt zij de Commissie de in lid 2 bedoelde relevante informatie. Die kennisgeving bevat de in lid 2 bedoelde relevante informatie voor elk van de kernplatformdiensten van de onderneming die aan de drempels van lid 2, punt b), voldoet. Telkens wanneer een andere kernplatformdienst die door de eerder als poortwachter aangewezen onderneming wordt aangeboden, voldoet aan de drempels van lid 2, punten b) en c), stelt die onderneming de Commissie daarvan binnen twee maanden nadat die drempels zijn bereikt in kennis.

Indien de onderneming die de kernplatformdienst aanbiedt, verzuimt de Commissie in kennis te stellen op grond van de eerste alinea van dit lid, en binnen de door de Commissie gestelde termijn in het verzoek om inlichtingen op grond van artikel 21 verzuimt alle relevante informatie te verstrekken die de Commissie nodig heeft om de betrokken onderneming als poortwachter aan te wijzen op grond van lid 4 van dit artikel, kan de Commissie op basis van de informatie waarover zij beschikt die onderneming als poortwachter aanwijzen.

Geeft de onderneming die de kernplatformdienst aanbiedt wel gehoor aan het verzoek om inlichtingen op grond van de tweede alinea van dit lid of wordt de informatie verstrekt na het verstrijken van de in die alinea bedoelde termijn, dan past de Commissie de procedure van lid 4 toe.

4.   De Commissie wijst onverwijld en uiterlijk 45 werkdagen na ontvangst van de in lid 3 bedoelde volledige informatie een onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt en die aan alle drempels van lid 2 voldoet, aan als poortwachter.

5.   De onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt, kan in haar kennisgeving voldoende onderbouwde argumenten aanvoeren om aan te tonen dat zij door de omstandigheden waarin de betrokken kernplatformdienst actief is bij wijze van uitzondering niet voldoet aan de vereisten van lid 1, ondanks het feit dat zij aan alle drempels van lid 2 voldoet.

Is de Commissie van oordeel dat de argumenten die de onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt op grond van de eerste alinea heeft aangevoerd, onvoldoende onderbouwd zijn omdat zij de vermoedens van lid 2 van dit artikel niet kennelijk in twijfel trekken, dan kan zij die argumenten binnen de in lid 4 bedoelde termijn afwijzen zonder de procedure van artikel 17, lid 3, toe te passen.

Voert de onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt wel voldoende onderbouwde argumenten aan die de vermoedens van lid 2 van dit artikel kennelijk in twijfel trekken, dan kan de Commissie niettegenstaande de eerste alinea van dit lid de procedure van artikel 17, lid 3, binnen de in lid 4 van dit artikel bedoelde termijn inleiden.

Concludeert de Commissie dat de onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt niet heeft aangetoond dat de betrokken kernplatformdiensten die zij aanbiedt niet voldoen aan de vereisten van lid 1 van dit artikel, dan wijst zij die onderneming aan als poortwachter overeenkomstig de procedure van artikel 17, lid 3.

6.   De Commissie is overeenkomstig artikel 49 bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening door de methode te specificeren aan de hand waarvan wordt bepaald of aan de in lid 2 van dit artikel vastgelegde kwantitatieve drempels is voldaan, en om die methode waar nodig regelmatig aan te passen aan marktontwikkelingen en technologische ontwikkelingen.

7.   De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 49 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van deze verordening door de methode en de lijst van indicatoren in de bijlage te actualiseren.

8.   De Commissie wijst, handelend volgens de procedure van artikel 17, elke onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt en die aan elk van de vereisten van lid 1 van dit artikel, maar niet aan elk van de drempels van lid 2 van dit artikel voldoet, aan als poortwachter.

Daartoe houdt de Commissie rekening met een aantal of het geheel van de volgende elementen, voor zover die relevant zijn voor de betrokken onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt:

a)

de omvang, waaronder omzet en marktkapitalisatie, de activiteiten en de positie van die onderneming;

b)

het aantal zakelijke gebruikers dat gebruikmaakt van de kernplatformdienst om eindgebruikers te bereiken, alsmede het aantal eindgebruikers;

c)

netwerkeffecten en gegevensgestuurde voordelen, met name met betrekking tot de toegang van die onderneming tot, en het verzamelen door de onderneming van, persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens of de analysecapaciteiten van de onderneming;

d)

alle schaal- en breedtevoordelen waarvan de onderneming profiteert, ook wat betreft gegevens en, indien relevant, haar activiteiten buiten de Unie;

e)

de lock-in van zakelijke gebruikers of eindgebruikers, onder meer via overstapkosten en gedragsbias, waardoor hun vermogen om over te stappen of te multihomen, wordt verminderd;

f)

een bedrijfsstructuur in de vorm van een conglomeraat of verticale integratie van die onderneming, waardoor zij bijvoorbeeld aan kruissubsidiëring kan doen, gegevens van verschillende bronnen kan combineren, of haar positie kan uitspelen, of

g)

andere structurele bedrijfs- of dienstkenmerken.

Bij haar beoordeling uit hoofde van dit lid houdt de Commissie rekening met de te verwachten ontwikkelingen met betrekking tot de elementen van de tweede alinea, waaronder geplande concentraties waarbij een andere onderneming die kernplatformdiensten of andere diensten in de digitale sector aanbiedt of die het mogelijk maakt gegevens te verzamelen, betrokken is.

Indien een onderneming die een kernplatformdienst aanbiedt die niet aan de kwantitatieve drempels van lid 2 voldoet, in significante mate verzuimt de door de Commissie gelaste onderzoeksmaatregelen na te leven, ook nadat zij is verzocht om binnen een redelijke termijn aan de vereisten te voldoen en opmerkingen in te dienen, dan kan de Commissie op basis van de gegevens waarover zij beschikt die onderneming als poortwachter aanwijzen.

9.   Voor elke op grond van lid 4 of lid 8 als poortwachter aangewezen onderneming neemt de Commissie in het aanwijzingsbesluit een lijst op met de betrokken kernplatformdiensten die binnen die onderneming worden aangeboden en die afzonderlijk voor zakelijke gebruikers een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers vormen, als bedoeld in lid 1, punt b).

10.   De poortwachter voldoet binnen zes maanden nadat een kernplatformdienst op grond van lid 9 van dit artikel in het aanwijzingsbesluit is opgenomen, aan de verplichtingen van de artikelen 5, 6 en 7.

Artikel 6

Verplichtingen voor poortwachters die nader kunnen worden gespecificeerd uit hoofde van artikel 8

1.   De poortwachter leeft alle in dit artikel opgenomen verplichtingen na met betrekking tot elke van zijn op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit vermelde kernplatformdiensten.

2.   De poortwachter gebruikt, indien hij de concurrentie met zakelijke gebruikers aangaat, geen gegevens die niet openbaar beschikbaar zijn en die door die zakelijke gebruikers worden gegenereerd of verstrekt in het kader van het gebruik dat zij maken van de betrokken kernplatformdiensten of van de diensten die samen met of ter ondersteuning van de betrokken kernplatformdiensten worden verleend, met inbegrip van gegevens die door de klanten van die zakelijke gebruikers worden gegenereerd of verstrekt.

Voor de toepassing van de eerste alinea omvatten de gegevens die niet openbaar beschikbaar zijn, alle door zakelijke gebruikers gegenereerde geaggregeerde en niet-geaggregeerde gegevens die kunnen worden afgeleid uit of verzameld aan de hand van de commerciële activiteiten van zakelijke gebruikers of hun klanten, met inbegrip van klik-, zoek-, weergave- en spraakgegevens, over de betrokken kernplatformdiensten of over diensten die samen met of ter ondersteuning van de betrokken kernplatformdiensten van de poortwachter worden verleend.

3.   De poortwachter staat eindgebruikers toe en stelt hen technisch in staat om op eenvoudige wijze softwareapplicaties op het besturingssysteem van de poortwachter te verwijderen, onverminderd de mogelijkheid voor die poortwachter om die verwijdering te beperken met betrekking tot softwareapplicaties die essentieel zijn voor de werking van het besturingssysteem of van het apparaat en die in technisch opzicht niet op zichzelf door derden kunnen worden aangeboden.

De poortwachter staat eindgebruikers toe en stelt hen technisch in staat om op eenvoudige wijze standaardinstellingen op het besturingssysteem, de virtuele assistent en de browser van de poortwachter te wijzigen die eindgebruikers naar door de poortwachter aangeboden producten of diensten sturen of leiden. Daartoe worden eindgebruikers bij hun eerste gebruik van een op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit opgenomen onlinezoekmachine, virtuele assistent of browser van de poortwachter ertoe aangespoord om uit de lijst van belangrijkste beschikbare aanbieders van diensten de onlinezoekmachine, virtuele assistent of browser te selecteren waarnaar het besturingssysteem van de poortwachter gebruikers standaard stuurt of leidt, alsook de onlinezoekmachine waarnaar de virtuele assistent en de browser van de poortwachter gebruikers standaard stuurt of leidt.

4.   De poortwachter staat toe en maakt het technisch mogelijk om softwareapplicaties of appstores van derden die gebruikmaken van of in wisselwerking staan met zijn besturingssysteem, te installeren en effectief te gebruiken, en maakt de toegang tot die softwareapplicaties of appstores met andere middelen dan de betrokken kernplatformdiensten van die poortwachter mogelijk. De poortwachter belet, in voorkomend geval, niet dat de gedownloade softwareapplicaties of appstores van derden eindgebruikers de keuze aanbieden of ze die gedownloade softwareapplicatie of appstore al dan niet als standaard willen instellen. De poortwachter stelt eindgebruikers die ervoor kiezen de gedownloade softwareapplicatie of appstore als standaard in te stellen, technisch in staat om die wijziging op eenvoudige wijze uit te voeren.

Het wordt de poortwachter niet belet maatregelen, voor zover die strikt noodzakelijk en evenredig zijn, te treffen om ervoor te zorgen dat softwareapplicaties of appstores van derden de integriteit van de door hem ter beschikking gestelde hardware of besturingssystemen, niet in gevaar brengen, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen naar behoren gemotiveerd worden door de poortwachter.

Voorts wordt het de poortwachter niet belet maatregelen en andere instellingen dan standaardinstellingen, voor zover die strikt noodzakelijk en evenredig zijn, toe te passen waarmee eindgebruikers de veiligheid met betrekking tot softwareapplicaties of appstores van derden effectief kunnen beschermen, op voorwaarde dat dergelijke maatregelen en dergelijke andere instellingen dan standaardinstellingen naar behoren gemotiveerd worden door de poortwachter.

5.   De poortwachter geeft in de rangschikking en bijbehorende website-indexatie en webcrawling geen gunstigere behandeling aan door hem zelf aangeboden diensten en producten dan aan soortgelijke diensten of producten van een derde. De poortwachter past transparante, eerlijke en niet-discriminerende voorwaarden voor die rangschikking toe.

6.   De poortwachter legt geen technische of andere beperkingen op aan het vermogen van eindgebruikers om over te stappen en zich te abonneren op andere softwareapplicaties en diensten waartoe toegang wordt verkregen via de kernplatformdiensten van de poortwachter, ook wat betreft de keuze van internettoegangsdiensten voor eindgebruikers.

7.   De poortwachter zorgt voor aanbieders van diensten en aanbieders van hardware kosteloos voor effectieve interoperabiliteit met en, met het oog op interoperabiliteit, toegang tot dezelfde hardware en softwarefuncties waartoe toegang wordt verkregen of die bestuurd worden via het besturingssysteem dat of de virtuele assistent die op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit is opgenomen, als die welke beschikbaar zijn voor diensten of hardware die worden aangeboden door de poortwachter. Voorts zorgt de poortwachter voor zakelijke gebruikers en alternatieve aanbieders van diensten die samen met of ter ondersteuning van kernplatformdiensten worden aangeboden, kosteloos voor effectieve interoperabiliteit met, en met het oog op interoperabiliteit toegang tot dezelfde besturingssysteem-, hardware- of softwarefuncties, ongeacht of die functies tot het besturingssysteem behoren, als die welke beschikbaar zijn voor of gebruikt worden door die poortwachter om die diensten aan te bieden.

De poortwachter wordt niet belet strikt noodzakelijke en evenredige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat de interoperabiliteit de integriteit van het besturingssysteem, de virtuele assistent, de hardware en de software die hij ter beschikking stelt niet in het gedrang brengt, mits hij die maatregelen naar behoren motiveert.

8.   De poortwachter biedt adverteerders, uitgevers en door hen gemachtigde derden op hun verzoek kosteloos toegang tot zijn instrumenten voor prestatiemeting en tot de gegevens die adverteerders en uitgevers nodig hebben om zelf een onafhankelijke verificatie uit te voeren van de advertentieportefeuille, met inbegrip van geaggregeerde en niet-geaggregeerde gegevens. Die gegevens worden op zodanige wijze verstrekt dat adverteerders en uitgevers hun eigen verificatie- en meetinstrumenten kunnen gebruiken om de prestaties van de door de poortwachters aangeboden kernplatformdiensten te beoordelen.

9.   De poortwachter biedt eindgebruikers en door een eindgebruiker gemachtigde derden op hun verzoek kosteloos de mogelijkheid om door de eindgebruiker verstrekte gegevens of gegevens die gegenereerd werden middels de activiteiten van de eindgebruiker in het kader van het gebruik van de betrokken kernplatformdienst, effectief over te dragen, onder meer door kosteloos instrumenten ter beschikking te stellen om de effectieve overdracht van die gegevens te vergemakkelijken, en door continue realtimetoegang tot die gegevens te verlenen.

10.   De poortwachter zorgt ervoor dat zakelijke gebruikers en door een zakelijke gebruiker gemachtigde derden op hun verzoek kosteloos effectieve, kwaliteitsvolle en continue realtimetoegang hebben tot en gebruik kunnen maken van geaggregeerde en niet-geaggregeerde gegevens, persoonsgegevens inbegrepen, die door die zakelijke gebruikers en door de eindgebruikers die betrokken zijn bij de door die zakelijke gebruikers geleverde producten of diensten worden verstrekt voor of gegenereerd in het kader van het gebruik van de betrokken kernplatformdiensten of diensten die samen met of ter ondersteuning van de betrokken kernplatformdiensten worden aangeboden. Wat betreft persoonsgegevens maakt de poortwachter de toegang ertoe en het gebruik ervan alleen mogelijk indien die persoonsgegevens rechtstreeks verband houden met het gebruik dat de eindgebruiker maakt van de door de betrokken zakelijke gebruiker via de betrokken kernplatformdienst aangeboden producten of diensten, en indien de eindgebruikers daarvoor toestemming geven.

11.   De poortwachter verleent alle derde ondernemingen die onlinezoekmachines aanbieden, op hun verzoek, onder eerlijke, redelijke en niet-discriminerende voorwaarden, toegang tot gegevens over rangschikkingen, zoekopdrachten, kliks en weergaven in verband met kosteloze en betaalde zoekopdrachten die door eindgebruikers op zijn onlinezoekmachines zijn gegenereerd. Alle gegevens over zoekopdrachten, kliks en weergaven die persoonsgegevens zijn, worden geanonimiseerd.

12.   De poortwachter past eerlijke, redelijke en niet-discriminerende algemene voorwaarden toe voor de toegang door zakelijke gebruikers tot zijn op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit opgenomen appstores, onlinezoekmachines en onlinesocialenetwerkdiensten.

Daartoe publiceert de poortwachter algemene toegangsvoorwaarden, met daarin een mechanisme voor alternatieve geschillenbeslechting.

De Commissie beoordeelt of de gepubliceerde algemene toegangsvoorwaarden al dan niet aan deze alinea voldoen.

13.   De poortwachter mag geen onevenredige algemene voorwaarden opleggen om de verlening van een kernplatformdienst op te zeggen. Hij zorgt ervoor dat de opzeggingsvoorwaarden zonder onnodige moeilijkheden kunnen worden uitgeoefend.

Artikel 8

Naleving van verplichtingen voor poortwachters

1.   De poortwachter ziet toe op en levert bewijs van de naleving van de bij de artikelen 5, 6 en 7 van deze verordening vastgestelde verplichtingen. De maatregelen die de poortwachter treft om aan die artikelen te voldoen, zijn doeltreffend om de doelstelling van deze verordening en van de desbetreffende verplichting te verwezenlijken. De poortwachter ziet erop toe dat die maatregelen worden uitgevoerd in overeenstemming met het toepasselijke recht, met name Verordening (EU) 2016/679, Richtlijn 2002/58/EG en de wetgeving inzake cyberbeveiliging, consumentenbescherming en productveiligheid, alsook met de toegankelijkheidsvoorschriften.

2.   De Commissie kan, op eigen initiatief of op verzoek van een poortwachter op grond van lid 3 van dit artikel, op grond van artikel 20 een procedure inleiden.

De Commissie kan een uitvoeringshandeling vaststellen waarin zij de maatregelen bepaalt die de betrokken poortwachter moet uitvoeren om daadwerkelijk te voldoen aan de verplichtingen van de artikelen 6 en 7. Binnen zes maanden na inleiding van de procedure op grond van artikel 20 wordt die uitvoeringshandeling volgens de in artikel 50, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

Wanneer de Commissie op eigen initiatief op grond van artikel 13 een procedure inzake ontduiking inleidt, kunnen die maatregelen de in de artikelen 5, 6 en 7 bedoelde verplichtingen betreffen.

3.   Een poortwachter kan de Commissie verzoeken een proces op gang te brengen om te bepalen of de maatregelen die hij voornemens is uit te voeren of ten uitvoer heeft gelegd teneinde te voldoen aan de artikelen 6 en 7, doeltreffend zijn om in zijn specifieke omstandigheden het doel van de desbetreffende verplichting te verwezenlijken. De Commissie beslist zelf of zij een dergelijk proces al dan niet op gang brengt, en neemt daarbij de beginselen van gelijke behandeling, evenredigheid en goed bestuur in acht.

Het verzoek van de poortwachter bevat een gemotiveerde kennisgeving om toe te lichten welke maatregelen hij voornemens is uit te voeren of ten uitvoer heeft gelegd. Bovendien dient de poortwachter een niet-vertrouwelijke versie van zijn gemotiveerde kennisgeving in die op grond van lid 6 met derden kan worden gedeeld.

4.   De leden 2 en 3 van dit artikel laten de bevoegdheden van de Commissie uit hoofde van de artikelen 29, 30 en 31 onverlet.

5.   Met het oog op de vaststelling van het besluit uit hoofde van lid 2 deelt de Commissie haar voorlopige bevindingen binnen drie maanden na de inleiding van de procedure uit hoofde van artikel 20 mee aan de poortwachter. In haar voorlopige bevindingen licht de Commissie toe welke maatregelen zij overweegt te nemen of welke maatregelen de betrokken poortwachter volgens haar moet nemen om de bezwaren in de voorlopige bevindingen doeltreffend aan te pakken.

6.   Om belanghebbende derden daadwerkelijk in staat te stellen opmerkingen in te dienen, publiceert de Commissie wanneer zij haar voorlopige bevindingen op grond van lid 5 aan de poortwachter meedeelt of zo spoedig mogelijk daarna, een niet-vertrouwelijke samenvatting van de zaak en de maatregelen die zij overweegt te nemen of die de poortwachter volgens haar moet nemen. De Commissie stelt een redelijke termijn vast waarbinnen die opmerkingen moeten worden ingediend.

7.   Bij het specificeren van de maatregelen uit hoofde van lid 2 zorgt de Commissie ervoor dat de maatregelen doeltreffend zijn om de doelstellingen van deze verordening en de desbetreffende verplichting te verwezenlijken, en evenredig zijn in de specifieke omstandigheden van de poortwachter en de betrokken dienst.

8.   Voor het specificeren van de verplichtingen uit hoofde van artikel 6, leden 11 en 12, beoordeelt de Commissie tevens of de voorgenomen of uitgevoerde maatregelen waarborgen dat er geen resterend onevenwicht is tussen de rechten en de plichten van zakelijke gebruikers en of de maatregelen zelf de poortwachter geen voordeel verschaffen dat niet in verhouding staat tot de dienst die hij aan zakelijke gebruikers verleent.

9.   De Commissie kan op verzoek of op eigen initiatief beslissen de procedure op grond van lid 2 te heropenen wanneer:

a)

er een materiële wijziging optreedt in de feiten waarop het besluit berust, of

b)

het besluit berust op onvolledige, onjuiste of misleidende informatie, of

c)

de in het besluit genoemde maatregelen niet doeltreffend zijn.

Artikel 9

Schorsing

1.   Indien de poortwachter in een met redenen omkleed verzoek aantoont dat de naleving van een specifieke verplichting van artikel 5, 6 of 7 met betrekking tot een kernplatformdienst die op grond van artikel 3, lid 9, is opgenomen in het aanwijzingsbesluit, als gevolg van uitzonderlijke omstandigheden buiten zijn wil de economische levensvatbaarheid van zijn activiteiten in de Unie in gevaar zou brengen, kan de Commissie een uitvoeringshandeling vaststellen waarin zij haar besluit om de in dat verzoek vermelde specifieke verplichting bij wijze van uitzondering geheel of gedeeltelijk te schorsen (“het schorsingsbesluit”), uiteenzet. In die uitvoeringshandeling onderbouwt de Commissie haar schorsingsbesluit met een beschrijving van de uitzonderlijke omstandigheden die aan de schorsing ten grondslag liggen. Die uitvoeringshandeling wordt in reikwijdte en duur beperkt tot wat noodzakelijk is om de bedreiging van de levensvatbaarheid van de poortwachter aan te pakken. De Commissie streeft ernaar die uitvoeringshandeling onverwijld en uiterlijk drie maanden na ontvangst van een volledig, met redenen omkleed verzoek vast te stellen. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 50, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

2.   Indien schorsing op grond van lid 1 wordt verleend, evalueert de Commissie jaarlijks haar schorsingsbesluit, tenzij het besluit in een kortere termijn voorziet. Na de evaluatie heft de Commissie de schorsing geheel of gedeeltelijk op of besluit zij dat nog steeds aan de voorwaarden van lid 1 wordt voldaan.

3.   In dringende gevallen kan de Commissie op een met redenen omkleed verzoek van een poortwachter de toepassing van een specifieke verplichting als bedoeld in lid 1 op een of meer afzonderlijke kernplatformdiensten reeds vóór het besluit op grond van dat lid voorlopig schorsen. Een dergelijk verzoek kan te allen tijde worden gedaan en ingewilligd in afwachting van de beoordeling van de Commissie op grond van lid 1.

4.   Wanneer de Commissie het in de leden 1 en 3 bedoelde verzoek beoordeelt, houdt zij met name rekening met de gevolgen van de naleving van de specifieke verplichting voor de economische levensvatbaarheid van de activiteiten van de poortwachter in de Unie alsook voor derden, in het bijzonder kmo’s (ook wel mkb genoemd) en consumenten. Aan de schorsing kunnen voorwaarden en verplichtingen worden verbonden die door de Commissie worden vastgesteld om een eerlijk evenwicht te bewaren tussen die belangen en de doelstellingen van deze verordening.

Artikel 10

Vrijstelling om redenen inzake de volksgezondheid en de openbare veiligheid

1.   De Commissie kan, op een met redenen omkleed verzoek van een poortwachter of op eigen initiatief, een uitvoeringshandeling vaststellen waarin zij haar besluit uiteenzet om die poortwachter geheel of gedeeltelijk vrij te stellen van een specifieke verplichting van artikel 5, 6 of 7 met betrekking tot een op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit opgenomen kernplatformdienst, indien die vrijstelling gerechtvaardigd is om de in lid 3 van dit artikel genoemde redenen (“het vrijstellingsbesluit”). De Commissie stelt het vrijstellingsbesluit vast binnen drie maanden na ontvangst van een volledig, met redenen omkleed verzoek en licht in een met redenen omklede verklaring de redenen van de vrijstelling toe. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 50, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

2.   Wanneer op grond van lid 1 een vrijstelling wordt verleend, evalueert de Commissie haar vrijstellingsbesluit indien de reden voor de vrijstelling niet meer bestaat, of ten minste elk jaar. Na de evaluatie heft de Commissie de vrijstelling geheel of gedeeltelijk op of besluit zij dat nog steeds aan de voorwaarden van lid 1 wordt voldaan.

3.   Een vrijstelling op grond van lid 1 kan alleen worden verleend om redenen inzake de volksgezondheid of de openbare veiligheid.

4.   In dringende gevallen kan de Commissie, op een met redenen omkleed verzoek van een poortwachter of op eigen initiatief, de toepassing van een specifieke verplichting als bedoeld in lid 1 op een of meer afzonderlijke kernplatformdiensten reeds vóór het besluit op grond van dat lid voorlopig schorsen. Een dergelijk verzoek kan te allen tijde worden gedaan en ingewilligd in afwachting van de beoordeling van de Commissie op grond van lid 1.

5.   Wanneer de Commissie het in de leden 1 en 4 bedoelde verzoek beoordeelt, houdt zij met name rekening met de gevolgen van de naleving van de specifieke verplichting om de in lid 3 vermelde redenen, en met het effect op de betrokken poortwachter en derden. De Commissie kan aan de schorsing voorwaarden en verplichtingen verbinden om te zorgen voor een eerlijk evenwicht tussen de doelstellingen van de in lid 3 bedoelde redenen en de doelstellingen van deze verordening.

Artikel 12

Actualisering van de verplichtingen voor poortwachters

1.   De Commissie is krachtens artikel 49 bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening met betrekking tot de in de artikelen 5 en 6 genoemde verplichtingen. Die gedelegeerde handelingen zijn gebaseerd op een marktonderzoek op grond van artikel 19 waaruit is gebleken dat die verplichtingen moeten worden geactualiseerd om praktijken aan te pakken die de betwistbaarheid van kernplatformdiensten beperken of die oneerlijk zijn op dezelfde wijze als de praktijken waarop de verplichtingen van de artikelen 5 en 6 betrekking hebben.

2.   Het toepassingsgebied van een overeenkomstig lid 1 vastgestelde gedelegeerde handeling is beperkt tot:

a)

de uitbreiding van een verplichting die alleen geldt met betrekking tot bepaalde kernplatformdiensten, tot andere in artikel 2, punt 2), genoemde kernplatformdiensten;

b)

de uitbreiding van een verplichting ten gunste van bepaalde zakelijke gebruikers of eindgebruikers, zodat die verplichting andere zakelijke gebruikers of eindgebruikers ten goede komt;

c)

de vaststelling van de wijze waarop poortwachters de verplichtingen van de artikelen 5 en 6 moeten vervullen met het oog op de daadwerkelijke nakoming ervan;

d)

de uitbreiding van een verplichting die alleen geldt met betrekking tot bepaalde diensten die samen met of ter ondersteuning van kernplatformdiensten worden verleend, tot andere diensten die samen met of ter ondersteuning van kernplatformdiensten worden verleend;

e)

de uitbreiding van een verplichting die alleen geldt met betrekking tot bepaalde soorten gegevens, tot andere soorten gegevens;

f)

de toevoeging van aanvullende voorwaarden wanneer een verplichting bepaalde voorwaarden stelt aan het gedrag van een poortwachter, en

g)

de toepassing van een verplichting die de relatie tussen verschillende kernplatformdiensten van de poortwachter regelt, op de relatie tussen een kernplatformdienst en andere diensten van de poortwachter.

3.   De Commissie is krachtens artikel 49 bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van deze verordening met betrekking tot de lijst van basisfuncties van artikel 7, lid 2, door functies van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten toe te voegen of te schrappen.

Die gedelegeerde handelingen zijn gebaseerd op een marktonderzoek op grond van artikel 19 waaruit is gebleken dat die verplichtingen moeten worden geactualiseerd om praktijken aan te pakken die de betwistbaarheid van kernplatformdiensten beperken of die oneerlijk zijn op dezelfde wijze als de praktijken waarop de verplichtingen van artikel 7 betrekking hebben.

4.   De Commissie is krachtens artikel 49 bevoegd om gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze verordening met betrekking tot de verplichtingen van artikel 7, door de wijze vast te stellen waarop die verplichtingen moeten worden vervuld met het oog op de daadwerkelijke nakoming ervan. Die gedelegeerde handelingen zijn gebaseerd op een marktonderzoek op grond van artikel 19 waaruit is gebleken dat die verplichtingen moeten worden geactualiseerd om praktijken aan te pakken die de betwistbaarheid van kernplatformdiensten beperken of die oneerlijk zijn op dezelfde wijze als de praktijken waarop de verplichtingen van artikel 7 betrekking hebben.

5.   Praktijken als bedoeld in de leden 1, 3 en 4 worden als beperkend voor de betwistbaarheid van kernplatformdiensten of als oneerlijk beschouwd wanneer:

a)

die praktijken worden toegepast door poortwachters, innovatie kunnen belemmeren en de keuzemogelijkheden voor zakelijke gebruikers en eindgebruikers kunnen beperken, omdat ze:

i)

de betwistbaarheid van een kernplatformdienst of andere diensten in de digitale sector blijvend beïnvloeden of dreigen te beïnvloeden als gevolg van het creëren of versterken van toegangsdrempels voor andere ondernemingen of van uitbreidingsdrempels voor verstrekkers van een kernplatformdienst of andere diensten in de digitale sector, of

ii)

voorkomen dat andere marktdeelnemers dezelfde toegang hebben tot belangrijke input als de poortwachter, of

b)

er een onevenwicht is tussen de rechten en plichten van zakelijke gebruikers en de poortwachter een voordeel verkrijgt van zakelijke gebruikers dat niet in verhouding staat tot de dienst die hij hun verleent.

Artikel 18

Marktonderzoek naar systematische niet-naleving

1.   De Commissie kan een marktonderzoek uitvoeren om na te gaan of een poortwachter zich schuldig heeft gemaakt aan systematische niet-naleving. De Commissie rondt dat marktonderzoek af binnen twaalf maanden na de in artikel 16, lid 3, punt a), bedoelde datum. Indien uit het marktonderzoek blijkt dat een poortwachter systematisch een of meer van de in artikel 5, 6 of 7 vastgelegde verplichtingen heeft geschonden en zijn poortwachterspositie met betrekking tot de vereisten van artikel 3, lid 1, heeft behouden, versterkt of uitgebreid, kan de Commissie een uitvoeringshandeling vaststellen waarbij aan die poortwachter alle gedragscorrigerende of structurele maatregelen worden opgelegd die evenredig en noodzakelijk zijn om de doeltreffende naleving van deze verordening te waarborgen. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 50, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

2.   De overeenkomstig lid 1 van dit artikel opgelegde corrigerende maatregel kan, voor zover hij evenredig en noodzakelijk is voor het handhaven of herstellen van de door de systematische niet-naleving aangetaste eerlijkheid en betwistbaarheid, onder meer inhouden dat de poortwachter gedurende een beperkte periode geen concentratie in de zin van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 139/2004 mag aangaan met betrekking tot de kernplatformdiensten, de andere diensten die in de digitale sector worden aangeboden of de diensten die het mogelijk maken gegevens te verzamelen waarop de systematische niet-naleving betrekking heeft.

3.   Een poortwachter wordt geacht zich schuldig te hebben gemaakt aan systematische niet-naleving van de in de artikelen 5, 6 en 7 vastgelegde verplichtingen indien de Commissie binnen een periode van acht jaar voorafgaand aan de vaststelling van het besluit tot inleiding van een marktonderzoek met het oog op de eventuele vaststelling van een besluit op grond van dit artikel ten minste drie niet-nalevingsbesluiten op grond van artikel 29 heeft genomen tegen een poortwachter met betrekking tot een van zijn kernplatformdiensten.

4.   De Commissie deelt haar voorlopige bevindingen binnen zes maanden na de in artikel 16, lid 3, punt a), bedoelde datum mee aan de betrokken poortwachter. In haar voorlopige bevindingen licht de Commissie toe of zij voorlopig van oordeel is dat aan de voorwaarden van lid 1 van dit artikel is voldaan en welke corrigerende maatregelen zij voorlopig noodzakelijk en evenredig acht.

5.   Om belanghebbende derden in staat te stellen daadwerkelijk opmerkingen te maken, publiceert de Commissie, op het ogenblik waarop zij haar voorlopige bevindingen aan de poortwachter meedeelt op grond van lid 4 of zo spoedig mogelijk daarna, een niet-vertrouwelijke samenvatting van de zaak en de corrigerende maatregelen die zij overweegt op te leggen. De Commissie stelt een redelijke termijn vast waarbinnen die opmerkingen moeten worden ingediend.

6.   Wanneer de Commissie voornemens is een besluit op grond van lid 1 van dit artikel vast te stellen door op grond van artikel 25 door de poortwachter gedane toezeggingen bindend te maken, publiceert zij een niet-vertrouwelijke samenvatting van de zaak en de voornaamste inhoud van de toezeggingen. Belanghebbende derden kunnen hun opmerkingen binnen een door de Commissie vast te stellen redelijke termijn indienen.

7.   In de loop van het marktonderzoek kan de Commissie de duur daarvan verlengen indien dat om objectieve redenen gerechtvaardigd en evenredig is. De verlenging kan gelden voor de termijn waarbinnen de Commissie met haar voorlopige bevindingen moet komen, of voor de termijn waarbinnen het definitieve besluit moet worden vastgesteld. De totale duur van een of meer verlengingen op grond van dit lid mag niet meer dan zes maanden bedragen.

8.   Om te waarborgen dat de poortwachter de in de artikelen 5, 6 en 7 vastgelegde verplichtingen daadwerkelijk naleeft, evalueert de Commissie regelmatig de corrigerende maatregelen die zij overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel oplegt. De Commissie heeft het recht die maatregelen te wijzigen indien zij die na een nieuw marktonderzoek niet doeltreffend acht.

Artikel 25

Toezeggingen

1.   Indien de betrokken poortwachter in de loop van de procedure uit hoofde van artikel 18 toezeggingen doet met betrekking tot de betrokken kernplatformdiensten om de naleving van de verplichtingen van de artikelen 5, 6 en 7 te waarborgen, kan de Commissie een uitvoeringshandeling vaststellen waarbij die toezeggingen bindend worden gemaakt voor die poortwachter en verklaren dat er geen verdere gronden voor optreden zijn. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 50, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

2.   De Commissie kan, op verzoek of op eigen initiatief, bij besluit de betrokken procedure heropenen indien:

a)

er zich een materiële wijziging heeft voorgedaan in de feiten waarop het besluit berust;

b)

de betrokken poortwachter in strijd met de door hem gedane toezeggingen handelt;

c)

het besluit berust op onvolledige, onjuiste of misleidende informatie die door de partijen is verstrekt;

d)

de toezeggingen niet doeltreffend zijn.

3.   Indien de Commissie van oordeel is dat de door de betrokken poortwachter ingediende toezeggingen niet kunnen garanderen dat de verplichtingen van de artikelen 5, 6 en 7 daadwerkelijk worden nageleefd, licht zij in het besluit tot afsluiting van de desbetreffende procedure toe waarom zij die toezeggingen niet bindend heeft gemaakt.

Artikel 53

Evaluatie

1.   Uiterlijk op 3 mei 2026 en daarna om de drie jaar evalueert de Commissie deze verordening en brengt zij daarover verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité.

2.   Bij de evaluaties wordt beoordeeld of de doelstelling van deze verordening, namelijk het waarborgen van betwistbare en eerlijke markten, is verwezenlijkt en wordt het effect van deze verordening op zakelijke gebruikers, met name kmo’s, en eindgebruikers beoordeeld. Voorts beoordeelt de Commissie of het toepassingsgebied van artikel 7 kan worden uitgebreid tot onlinesocialenetwerkdiensten.

3.   In de evaluaties wordt vastgesteld of het nodig is regels te wijzigen, onder meer met betrekking tot de in artikel 2, punt 2), vastgelegde lijst van kernplatformdiensten, de in de artikelen 5, 6 en 7 vastgelegde verplichtingen en de handhaving daarvan, om ervoor te zorgen dat digitale markten in de hele Unie betwistbaar en eerlijk zijn. Na de evaluaties neemt de Commissie passende maatregelen, die onder meer kunnen bestaan in wetgevingsvoorstellen.

4.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verstrekken de Commissie alle hun ter beschikking staande informatie die zij nodig kan hebben voor het opstellen van het in lid 1 bedoelde verslag.


whereas









keyboard_arrow_down