search


keyboard_tab Digital Market Act 2022/1925 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/1925 NL cercato: 'hoofdstuk' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index hoofdstuk:


whereas hoofdstuk:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 465

 

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1)

“poortwachter”: een op grond van artikel 3 aangewezen onderneming die kernplatformdiensten aanbiedt;

2)

“kernplatformdienst”: een van de volgende diensten:

a)

onlinetussenhandelsdienst;

b)

onlinezoekmachine;

c)

onlinesocialenetwerkdienst;

d)

videoplatformdienst;

e)

nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst;

f)

besturingssysteem;

g)

webbrowser;

h)

virtuele assistent;

i)

cloudcomputingdienst;

j)

onlineadvertentiedienst, waaronder advertentienetwerken, advertentie-uitwisselingsdiensten en andere advertentietussenhandelsdiensten, aangeboden door een onderneming die een van de in de punten a) tot en met i) genoemde kernplatformdiensten aanbiedt;

3)

“dienst van de informatiemaatschappij”: elke dienst als gedefinieerd in artikel 1, lid 1, punt b), van Richtlijn (EU) 2015/1535;

4)

“digitale sector”: de sector van producten en diensten die worden geleverd door middel van, of via, diensten van de informatiemaatschappij;

5)

“onlinetussenhandelsdienst”: onlinetussenhandelsdienst als gedefinieerd in artikel 2, punt 2), van Verordening (EU) 2019/1150;

6)

“onlinezoekmachine”: een onlinezoekmachine als gedefinieerd in artikel 2, punt 5), van Verordening (EU) 2019/1150;

7)

“onlinesocialenetwerkdienst”: een platform dat eindgebruikers in staat stelt via meerdere apparaten met elkaar in verbinding te treden en te communiceren, inhoud te delen en andere gebruikers en inhoud te ontdekken, met name via chats, posts, video’s en aanbevelingen;

8)

“videoplatformdienst”: een videoplatformdienst als gedefinieerd in artikel 1, lid 1, punt a bis), van Richtlijn 2010/13/EU;

9)

“nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst”: een nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiedienst als gedefinieerd in artikel 2, punt 7), van Richtlijn (EU) 2018/1972;

10)

“besturingssysteem”: systeemsoftware die de basisfuncties van de hardware of software regelt en softwareapplicaties daarop mogelijk maakt;

11)

“webbrowser”: een softwareapplicatie die eindgebruikers in staat stelt toegang te krijgen tot en te communiceren met webinhoud die wordt gehost op servers die verbonden zijn met netwerken zoals het internet, met inbegrip van standalone-webbrowsers en webbrowsers die zijn geïntegreerd of ingebed in software of iets soortgelijks;

12)

“virtuele assistent”: een software die verzoeken, taken of vragen kan verwerken, met inbegrip van die welke gebaseerd zijn op auditieve, visuele of geschreven input, gebaren of bewegingen, en die, op basis van die verzoeken, taken of vragen, toegang biedt tot andere diensten of verbonden fysieke apparaten bestuurt;

13)

“cloudcomputingdienst”: een cloudcomputerdienst als gedefinieerd in artikel 4, punt 19), van Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad (24);

14)

“appstore”: een type onlinetussenhandelsdienst dat gericht is op softwareapplicaties als te verstrekken product of dienst;

15)

“softwareapplicatie”: een digitaal product dat of een digitale dienst die op een besturingssysteem draait;

16)

“betalingsdienst”: een betalingsdienst als gedefinieerd in artikel 4, punt 3), van Richtlijn (EU) 2015/2366;

17)

“technische dienst ter ondersteuning van een betalingsdienst”: een dienst in de zin van artikel 3, punt j), van Richtlijn (EU) 2015/2366;

18)

“betalingssysteem voor in-app-aankopen”: een softwareapplicatie, dienst of gebruikersinterface die de aankoop van digitale inhoud of digitale diensten binnen een softwareapplicatie, met inbegrip van inhoud, abonnementen, functies of functionaliteit, en de betalingen van die aankopen faciliteert;

19)

“identificatiedienst”: een type dienst die samen met of ter ondersteuning van kernplatformdiensten wordt aangeboden en om het even welke soort verificatie van de identiteit van eindgebruikers of zakelijke gebruikers mogelijk maakt, ongeacht de gebruikte technologie;

20)

“eindgebruiker”: elke natuurlijke of rechtspersoon die gebruikmaakt van kernplatformdiensten anders dan als zakelijke gebruiker;

21)

“zakelijke gebruiker”: een natuurlijke of rechtspersoon die in commerciële of professionele hoedanigheid gebruikmaakt van kernplatformdiensten ten behoeve van of in het kader van het aanbieden van goederen of diensten aan eindgebruikers;

22)

“rangschikking”: de relatieve zichtbaarheid die wordt gegeven aan goederen of diensten die worden aangeboden via onlinetussenhandelsdiensten, onlinesocialenetwerkdiensten, videoplatformdiensten of virtuele assistenten, of de relevantie die onlinezoekmachines toekennen aan zoekresultaten, zoals gepresenteerd, georganiseerd of meegedeeld door de ondernemingen die onlinetussenhandelsdiensten, onlinesocialenetwerkdiensten, videoplatformdiensten, virtuele assistenten of onlinezoekmachines aanbieden, ongeacht de voor de presentatie, organisatie of mededeling gebruikte technologische middelen en ongeacht of slechts één resultaat wordt gepresenteerd of meegedeeld;

23)

“zoekresultaten”: elke informatie in welke vorm dan ook, met inbegrip van tekstuele, grafische, gesproken of andere output, die wordt teruggezonden als antwoord op, en gerelateerd aan, een zoekopdracht, ongeacht of de teruggezonden informatie een betaald of onbetaald resultaat is, een rechtstreeks antwoord of een product, dienst of informatie aangeboden in samenhang met, weergegeven naast, of geheel of gedeeltelijk ingebed in de organische resultaten;

24)

“gegevens”: elke digitale weergave van handelingen, feiten of informatie en elke compilatie van dergelijke handelingen, feiten of informatie, ook in de vorm van geluidsopnamen, visuele of audiovisuele opnamen;

25)

“persoonsgegevens”: persoonsgegevens als gedefinieerd in artikel 4, punt 1), van Verordening (EU) 2016/679;

26)

“niet-persoonsgebonden gegevens”: andere gegevens dan persoonsgegevens;

27)

“onderneming”: een entiteit die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd, met inbegrip van alle verbonden bedrijven of verbonden ondernemingen die een groep vormen door de directe of indirecte zeggenschap over een bedrijf of onderneming door een ander(e);

28)

“zeggenschap”: de mogelijkheid om een beslissende invloed uit te oefenen op een onderneming, in de zin van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004;

29)

“interoperabiliteit”: het vermogen om informatie uit te wisselen en de uitgewisselde informatie wederzijds te gebruiken via interfaces en andere oplossingen, zodat alle elementen van hardware of software functioneren met andere hardware of software en met gebruikers, en dat op alle manieren waarop zij bedoeld zijn om te functioneren;

30)

“omzet”: het door een onderneming verkregen bedrag in de zin van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 139/2004;

31)

“profilering”: profilering als gedefinieerd in artikel 4, punt 4), van Verordening (EU) 2016/679;

32)

“toestemming”: toestemming als gedefinieerd in artikel 4, punt 11), van Verordening (EU) 2016/679;

33)

“nationale rechterlijke instantie”: een rechterlijke instantie van een lidstaat in de zin van artikel 267 VWEU.

hoofdstuk II

POORTWACHTERS

Artikel 4

Evaluatie van de status van poortwachter

1.   De Commissie kan, op verzoek of op eigen initiatief, te allen tijde een op grond van artikel 3 vastgesteld aanwijzingsbesluit heroverwegen, wijzigen of intrekken, om een van de volgende redenen:

a)

er is een wezenlijke verandering opgetreden in de feiten waarop het aanwijzingsbesluit berust;

b)

het aanwijzingsbesluit berust op onvolledige, onjuiste of misleidende informatie.

2.   De Commissie evalueert regelmatig, en ten minste om de drie jaar, of de poortwachters nog steeds aan de vereisten van artikel 3, lid 1, voldoen. Daarbij onderzoekt ze ook of de lijst van kernplatformdiensten van de poortwachter, die afzonderlijk voor zakelijke gebruikers een belangrijke toegangspoort tot eindgebruikers vormen, als bedoeld in artikel 3, lid 1, punt b), moet worden gewijzigd. Die evaluaties hebben geen schorsende werking op de verplichtingen van de poortwachter.

De Commissie onderzoekt ten minste jaarlijks ook of nieuwe ondernemingen die kernplatformdiensten aanbieden aan die vereisten voldoen.

Komt de Commissie op basis van de evaluaties op grond van de eerste alinea tot de bevinding dat de feiten waarop de aanwijzing van de ondernemingen die kernplatformdiensten aanbieden als poortwachters is gebaseerd, zijn veranderd, dan neemt zij een besluit tot bevestiging, wijziging of intrekking van het aanwijzingsbesluit.

3.   De Commissie publiceert en actualiseert continu de lijst van poortwachters en de lijst van de kernplatformdiensten waarvoor de poortwachters aan de verplichtingen van hoofdstuk III moeten voldoen.

hoofdstuk III

PRAKTIJKEN VAN POORTWACHTERS DIE DE BETWISTBAARHEID BEPERKEN OF ONEERLIJK ZIJN

Artikel 15

Auditverplichting

1.   Binnen zes maanden na zijn aanwijzing op grond van artikel 3 dient een poortwachter bij de Commissie een door een onafhankelijke instantie geaudite beschrijving in van alle technieken voor het profileren van consumenten die de poortwachter toepast op of tussen zijn op grond van artikel 3, lid 9, in het aanwijzingsbesluit opgenomen kernplatformdiensten. De Commissie zendt die geaudite beschrijving toe aan het Europees Comité voor gegevensbescherming.

2.   De Commissie kan een uitvoeringshandeling als bedoeld in artikel 46, lid 1, punt g), vaststellen ter ontwikkeling van de methode en de procedure voor de audit.

3.   De poortwachter maakt een overzicht van de in lid 1 genoemde geaudite beschrijving openbaar. Daarbij is het de poortwachter toegestaan rekening te houden met de noodzakelijke bescherming van zijn bedrijfsgeheimen. De poortwachter actualiseert die beschrijving en dat overzicht ten minste eenmaal per jaar.

hoofdstuk IV

MARKTONDERZOEK

Artikel 19

Marktonderzoek naar nieuwe diensten en nieuwe praktijken

1.   De Commissie kan een marktonderzoek uitvoeren om na te gaan of een of meer diensten in de digitale sector moeten worden toegevoegd aan de lijst van kernplatformdiensten in artikel 2, punt 2), of om praktijken op te sporen die de betwistbaarheid van kernplatformdiensten beperken of oneerlijk zijn en die niet effectief door deze verordening worden aangepakt. Bij haar beoordeling houdt de Commissie rekening met alle relevante bevindingen van procedures uit hoofde van de artikelen 101 en 102 VWEU met betrekking tot digitale markten, en met andere desbetreffende ontwikkelingen.

2.   Bij het uitvoeren van een marktonderzoek op grond van lid 1 kan de Commissie derden raadplegen, onder wie zakelijke gebruikers en eindgebruikers van diensten in de digitale sector naar wie onderzoek wordt gevoerd en eindgebruikers die het voorwerp zijn van onderzochte praktijken.

3.   De Commissie publiceert haar bevindingen in een verslag binnen 18 maanden na de in artikel 16, lid 3, punt a), bedoelde datum.

Dat verslag wordt voorgelegd aan het Europees Parlement en de Raad, en wordt waar passend vergezeld van:

a)

een wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze verordening teneinde extra diensten in de digitale sector op te nemen in de lijst van kernplatformdiensten van artikel 2, punt 2), of om nieuwe verplichtingen op te nemen in hoofdstuk III, of

b)

een ontwerp van gedelegeerde handeling tot aanvulling van deze verordening met betrekking tot de verplichtingen van de artikelen 5 en 6, of een ontwerp van gedelegeerde handeling tot wijziging of aanvulling van deze verordening met betrekking tot de verplichtingen van artikel 7, zoals bepaald in artikel 12.

Waar passend kan in het wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze verordening uit hoofde van punt a) van de tweede alinea van dit lid ook worden voorgesteld diensten van de lijst van kernplatformdiensten van artikel 2, punt 2), te schrappen of verplichtingen uit artikel 5, 6 of 7 te schrappen.

hoofdstuk V

BEVOEGDHEDEN OP HET GEBIED VAN ONDERZOEK, HANDHAVING EN TOEZICHT

Artikel 43

Melding van inbreuken en bescherming van melders

Richtlijn (EU) 2019/1937 is van toepassing op het melden van alle inbreuken op deze verordening en op de bescherming van personen die dergelijke inbreuken melden.

hoofdstuk VI

SLOTBEPALINGEN


whereas









keyboard_arrow_down