(15) Het is mogelijk dat onderzoeksorganisaties en instellingen voor cultureel erfgoed in bepaalde gevallen de kopieën die zijn gemaakt in het kader van de uitzondering ten behoeve van het verrichten van tekst- en datamining moeten bewaren, bijvoorbeeld voor de controle van wetenschappelijke onderzoeksresultaten op een later moment.
In dergelijke gevallen moeten de kopieën op een beveiligde locatie worden bewaard.
Het moet de lidstaten vrijstaan om op nationaal niveau en na overleg met de betrokken belanghebbenden te besluiten verdere specifieke regelingen vast te stellen voor het bewaren van de kopieën, met inbegrip van de mogelijkheid om voor dit doel betrouwbare instanties aan te wijzen.
Om de toepassing van de uitzondering niet nodeloos te beperken, moeten dergelijke regelingen evenredig zijn en mogen zij niet verder gaan dan wat noodzakelijk is om de kopieën op een veilige manier te bewaren en niet-toegestaan gebruik te voorkomen.
Voor ander gebruik ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek dan tekst- en datamining, zoals wetenschappelijke collegiale toetsing en gezamenlijk wettenschappelijk onderzoek, moeten, indien van toepassing, de beperkingen of restricties als bedoeld in artikel 5, lid 3, onder a), van Richtlijn 2001/29/EG van kracht blijven.
- = -
(20) Hoewel de ontwikkeling van afstandsonderwijs en grensoverschrijdende onderwijsprogramma's hoofdzakelijk op het niveau van hoger onderwijs plaatsvindt, worden digitale instrumenten en middelen in toenemende mate gebruikt op alle onderwijsniveaus, met name om de leerervaring te verbeteren en te verrijken.
De uitzondering of beperking als bedoeld in deze richtlijn moet bijgevolg ten goede komen aan alle door een lidstaat erkende onderwijsinstellingen, met inbegrip van die welke lager, middelbaar, beroeps- en hoger onderwijs verschaffen.
De uitzondering of beperking moet slechts gelden voor zover het gebruik gerechtvaardigd is door het niet-commerciële doel van de desbetreffende onderwijsactiviteit.
De organisatiestructuur en de financiering van een onderwijsinstelling mogen niet van doorslaggevend belang zijn om te bepalen of de activiteit van niet-commerciële aard is.
- = -
(23) In een aantal lidstaten bestaan, op basis van de tenuitvoerlegging van de in Richtlijn 2001/29/EG bepaalde uitzondering of beperking of op basis van licentieovereenkomsten voor verder gebruik, verschillende regelingen om het educatief gebruik van werken en andere materialen te vergemakkelijken.
Deze regelingen zijn doorgaans ontwikkeld rekening houdend met de behoeften van onderwijsinstellingen en verschillende onderwijsniveaus. Hoewel het van essentieel belang is het toepassingsgebied van de nieuwe verplichte uitzondering of beperking met betrekking tot digitale vormen van gebruik en grensoverschrijdende onderwijsactiviteiten te harmoniseren, kunnen de regelingen voor de tenuitvoerlegging verschillen naargelang van de lidstaat, voor zover zij geen belemmering vormen voor de effectieve toepassing van de uitzondering of beperking of voor grensoverschrijdende gebruik.
De lidstaten moeten bijvoorbeeld de mogelijkheid behouden om te verlangen dat bij het gebruik van werken of andere materialen de morele rechten van auteurs en uitvoerende kunstenaars in acht worden genomen.
Dit moet de lidstaten de mogelijkheid bieden om voort te bouwen op de bestaande regelingen op nationaal niveau.
Met name kunnen de lidstaten besluiten de toepassing van de uitzondering of beperking geheel of gedeeltelijk afhankelijk te stellen van de beschikbaarheid van passende licenties, die voor ten minste dezelfde vormen van gebruik gelden als die welke volgens de uitzondering of beperking zijn toegestaan.
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat wanneer licenties enkel ten dele de vormen van gebruik bestrijken die volgens de uitzondering of beperking zijn toegestaan, de uitzondering of beperking blijft gelden voor alle andere vormen van gebruik.
- = -
(50) Gezien de verschillende tradities en ervaringen met mechanismen voor collectieve licentieverlening met een verruimd effect in de lidstaten en de toepasbaarheid ervan op rechthebbenden ongeacht hun nationaliteit of hun lidstaat van verblijf, is het van belang om op het niveau van de Unie te zorgen voor transparantie en een dialoog over de praktische werking van deze mechanismen, ook wat betreft de doeltreffendheid van waarborgen voor rechthebbenden, de bruikbaarheid van dergelijke mechanismen, het effect ervan op rechthebbenden die geen lid zijn van de organisatie voor collectief beheer, of op rechthebbenden die onderdaan of ingezetene van een andere lidstaat zijn, en de gevolgen voor de grensoverschrijdende dienstverlening, met inbegrip van de mogelijke noodzaak om regels vast te stellen om dergelijke mechanismen een grensoverschrijdend effect te geven op de interne markt.
Met het oog op transparantie moet de Commissie regelmatig informatie publiceren over het gebruik van dergelijke mechanismen in het kader van deze richtlijn.
De lidstaten die dergelijke mechanismen hebben ingevoerd, moeten de Commissie daarom in kennis stellen van relevante nationale wetgeving en de toepassing daarvan in de praktijk, met inbegrip van het toepassingsgebied en de soorten licentieverlening die zijn ingevoerd op basis van algemene bepalingen, de schaal van de licentieverlening en de betrokken organisaties voor collectief beheer.
Dergelijke informatie moet met de lidstaten worden besproken in het in artikel 12, lid 3, van Richtlijn 2001/29/EG bedoelde contactcomité.
De Commissie moet een verslag publiceren over het gebruik van dergelijke mechanismen in de Unie en de gevolgen daarvan voor licentieverlening en rechthebbenden, over de verspreiding van culturele content en over de grensoverschrijdende dienstverlening op het gebied van collectief beheer van auteursrechten en naburige rechten, en over de impact op de mededinging.
- = -
(55) De organisatorische en financiële bijdrage die uitgevers leveren in de aanmaak van perspublicaties dient te worden erkend en verder te worden aangemoedigd om de duurzaamheid van het uitgeversbedrijf te garanderen en zo de beschikbaarheid van betrouwbare informatie te bevorderen.
Daarom moet op het niveau van de Unie een geharmoniseerde rechtsbescherming worden ingesteld voor perspublicaties met betrekking tot onlinegebruik door aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij, waarbij de huidige regels inzake auteursrecht in het Unierecht die van toepassing zijn op het particuliere en niet-commerciële gebruik van perspublicaties door individuele gebruikers onverlet worden gelaten, ook wanneer die gebruikers perspublicaties online delen.
Deze bescherming dient daadwerkelijk te worden gewaarborgd door de invoering in het Unierecht van aan auteursrecht verwante rechten (naburige rechten) voor de reproductie en de beschikbaarstelling voor het publiek van perspublicaties van in een lidstaat gevestigde uitgevers met betrekking tot onlinegebruik door aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij in de zin van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad (13).
De rechtsbescherming voor perspublicaties waarin deze richtlijn voorziet, moet ten goede komen aan uitgevers die gevestigd zijn in een lidstaat en die hun statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging binnen de Unie hebben.
- = -
(77) Bij het uitvoeren van de in deze richtlijn bepaalde transparantieverplichting dienen de lidstaten rekening te houden met de specifieke kenmerken van de verschillende contentsectoren, zoals die van de muzieksector, de audiovisuele sector en de uitgeverijsector, en moeten alle relevante belanghebbenden worden betrokken bij besluiten over dergelijke sectorspecifieke voorschriften.
In voorkomend geval moet ook rekening worden gehouden met het belang van de bijdrage van auteurs en uitvoerende kunstenaars aan het geheel van het werk of de uitvoering.
Collectieve onderhandelingen moeten worden overwogen als een mogelijkheid voor de relevante belanghebbenden om een overeenkomst te bereiken met betrekking tot transparantie.
Dergelijke overeenkomsten moeten verzekeren dat aan auteurs en uitvoerende kunstenaars een transparantieniveau wordt gegarandeerd dat gelijk is aan of hoger is dan de minimumvereisten van deze richtlijn.
Om de bestaande rapportagepraktijken aan de transparantieverplichting te kunnen aanpassen, dient te worden voorzien in een overgangsperiode.
Het mag niet nodig zijn om de transparantieverplichting toe te passen ten aanzien van overeenkomsten tussen rechthebbenden en organisaties voor collectief beheer, onafhankelijke beheerentiteiten of andere entiteiten die zijn onderworpen aan de nationale voorschriften tot uitvoering van Richtlijn 2014/26/EU, aangezien die organisaties of entiteiten reeds aan transparantieverplichtingen zijn onderworpen uit hoofde van artikel 18 van Richtlijn 2014/26/EU.
Artikel 18 van Richtlijn 2014/26/EU is van toepassing op organisaties die namens meer dan één rechthebbende auteursrechten of naburige rechten beheren in het gezamenlijk belang van die rechthebbenden.
Overeenkomsten die zijn gesloten tussen enerzijds rechthebbenden en anderzijds hun contractuele wederpartijen die in hun eigen belang handelen, en waarover individueel is onderhandeld, moeten echter aan de transparantieverplichting van deze richtlijn worden onderworpen.
- = -
(78) In bepaalde gevallen gelden voor de exploitatie van op het niveau van de Unie geharmoniseerde rechten langlopende contracten die auteurs en uitvoerende kunstenaars weinig opportuniteiten bieden om hierover nieuwe onderhandelingen aan te gaan met hun contractuele wederpartijen of hun rechtsopvolgers ingeval de economische waarde van de rechten aanzienlijk hoger blijkt dan aanvankelijk geraamd.
Daarom dient, onverminderd het recht dat van toepassing is op contracten in de lidstaten, een mechanisme te worden ingevoerd om de vergoeding aan te passen in gevallen waarin de oorspronkelijke volgens de licentie of de overdracht van rechten overeengekomen vergoeding duidelijk onevenredig laag wordt ten opzichte van de relevante inkomsten ten gevolge van de daaropvolgende exploitatie van het werk of vastlegging van de uitvoering door de contractuele wederpartijen van de auteur of de uitvoerende kunstenaar.
Alle voor het geval relevante inkomsten, in voorkomend geval met inbegrip van inkomsten uit merchandising, moeten in aanmerking worden genomen bij de beoordeling van de vraag of de vergoeding onevenredig laag is. Bij de beoordeling van de situatie moet rekening worden gehouden met de specifieke omstandigheden van elk geval, met inbegrip van de bijdrage van de auteur of uitvoerende kunstenaar, alsmede met de specifieke kenmerken en vergoedingspraktijken in de verschillende contentsectoren, en met de vraag of het contract is gebaseerd op een collectieve overeenkomst.
Vertegenwoordigers van auteurs en uitvoerende kunstenaars die naar behoren gemachtigd zijn overeenkomstig het nationale recht in overeenstemming met het Unierecht, moeten de mogelijkheid hebben om een of meer auteurs of uitvoerende kunstenaars bij te staan in verband met verzoeken om aanpassing van de contracten, waarbij in voorkomend geval ook rekening wordt gehouden met de belangen van andere auteurs of uitvoerende kunstenaars.
- = -
(80) Wanneer auteurs en uitvoerende kunstenaars hun rechten in licentie geven of overdragen, verwachten zij dat hun werk of uitvoering wordt geëxploiteerd.
Het zou echter kunnen dat werken of uitvoeringen die in licentie zijn gegeven of overgedragen werden, helemaal niet worden geëxploiteerd.
Wanneer die rechten op basis van exclusiviteit werden overgedragen, kunnen auteurs en uitvoerende kunstenaars zich niet tot een andere partner wenden om hun werken of uitvoeringen te exploiteren.
In een dergelijk geval en na verloop van een redelijke termijn moeten auteurs en uitvoerende kunstenaars kunnen gebruikmaken van een mechanisme voor de herroeping van rechten waardoor zij hun rechten aan een andere persoon kunnen overdragen of bij een andere persoon in licentie kunnen geven.
Aangezien de exploitatie van werken of uitvoeringen van sector tot sector kan verschillen, kunnen op nationaal niveau specifieke bepalingen worden vastgesteld om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de sectoren, zoals de audiovisuele sector, of van de werken of uitvoeringen, waarbij met name wordt voorzien in termijnen voor het herroepingsrecht.
Om de rechtmatige belangen van licentienemers en verkrijgers van rechten te beschermen en misbruik te voorkomen, en rekening houdend met het feit dat een bepaalde tijd nodig is alvorens een werk of uitvoering daadwerkelijk wordt geëxploiteerd, moeten auteurs en uitvoerende kunstenaars het herroepingsrecht overeenkomstig bepaalde procedurele vereisten en pas na een bepaalde periode na de sluiting van de licentie of van de overdrachtsovereenkomst kunnen uitoefenen.
Het moet de lidstaten zijn toegestaan om te voorzien in een regeling voor de uitoefening van het herroepingsrecht in het geval van werken of uitvoeringen waaraan meerdere auteurs of uitvoerende kunstenaars hebben meegewerkt, rekening houdend met het relatieve belang van de afzonderlijke bijdragen.
- = -