(20) Teneinde rechtszekerheid te waarborgen en een hoog niveau van bescherming van rechthebbenden te handhaven, is het passend te bepalen dat, indien omroeporganisaties via directe injectie hun programmadragende signalen uitsluitend overbrengen aan de distributeurs van signalen, zonder dat zijzelf hun programma's gelijktijdig naar het publiek uitzenden, en de distributeurs van signalen die programmadragende signalen aan hun gebruikers verzenden zodat die de programma's kunnen bekijken of beluisteren, er slechts van een enkele handeling van mededeling aan het publiek geacht wordt sprake te zijn, waaraan zowel de omroeporganisaties als de distributeurs van signalen met hun respectieve bijdragen deelnemen.
De omroeporganisaties en de distributeurs van signalen moeten derhalve van de rechthebbenden toestemming verkrijgen voor hun specifieke bijdrage aan de enkele handeling van mededeling aan het publiek.
De deelname van een omroeporganisatie en een distributeur van signalen in die enkele handeling van mededeling aan het publiek mag geen aanleiding geven tot gezamenlijke aansprakelijkheid van de omroeporganisatie en de distributeur van signalen voor die handeling van mededeling aan het publiek.
De lidstaten moeten de vrijheid behouden om op nationaal niveau de modaliteiten vast te leggen voor het verkrijgen van toestemming voor een dergelijke enkele handeling van mededeling aan het publiek, met inbegrip van de betreffende betalingen aan de rechthebbenden, waarbij zij rekening houden met de respectieve exploitatie van de werken en ander beschermd materiaal door de omroeporganisaties en de distributeurs van signalen in verband met de enkele handeling van mededeling aan het publiek.
Distributeurs van signalen worden op dezelfde wijze als exploitanten van doorgiftediensten geconfronteerd met aanzienlijke lasten in verband met vereffening van rechten, behalve wat betreft de door omroeporganisaties gehouden rechten.
Bijgevolg moeten de lidstaten kunnen bepalen dat distributeurs van signalen ook gebruik kunnen maken van een mechanisme van verplicht collectief beheer van rechten voor hun uitzendingen, op dezelfde wijze en in dezelfde mate als exploitanten van doorgiftediensten voor onder Richtlijn 93/83/EEG en deze richtlijn vallende doorgifte.
In het geval dat distributeurs van signalen louter "technische middelen" verstrekken aan omroeporganisaties, in de zin van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de europese Unie, om te waarborgen dat de uitzending wordt ontvangen of de ontvangst ervan te verbeteren, mogen de distributeurs van signalen niet worden geacht deel te nemen aan een handeling van mededeling aan het publiek.
- = -
(25) Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die in het Handvest van de grondrechten van de europese Unie zijn erkend.
Aangezien deze richtlijn kan leiden tot een inmenging in de uitoefening van de rechten van rechthebbenden, voor zover verplicht collectief beheer plaatsvindt voor de uitoefening van het recht van mededeling aan het publiek met betrekking tot doorgiftediensten, dient de toepassing van verplicht collectief beheer op gerichte wijze te worden voorgeschreven voor en beperkt te worden tot specifieke diensten.
- = -
(26) Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk het bevorderen van de grensoverschrijdende verstrekking van ondersteunende onlinediensten voor bepaalde soorten programma's en het vergemakkelijken van de doorgifte van televisie- en radioprogramma's uit andere lidstaten, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen.
Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
Wat de grensoverschrijdende verlening van ondersteunende onlinediensten betreft, verplicht deze richtlijn omroeporganisaties er niet toe dergelijke diensten over de grenzen heen aan te bieden.
Evenmin verplicht deze richtlijn exploitanten van doorgiftediensten in hun diensten televisie- of radioprogramma's uit andere lidstaten op te nemen.
Deze richtlijn betreft alleen de uitoefening van bepaalde doorgifterechten voor zover dit nodig is om het verlenen van licenties van auteursrechten en naburige rechten voor dergelijke diensten te vereenvoudigen en met betrekking tot televisie- en radioprogramma's uit andere lidstaten.
- = -