search


keyboard_tab EIDAS 2014/0910 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2014/0910 NL cercato: 'verantwoordelijk' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


just index verantwoordelijk:

    HOOFDSTUK I
    ALGEMENE BEPALINGEN

    HOOFDSTUK II
    ELEKTRONISCHE IDENTIFICATIE
  • 1 Artikel 9 Aanmelding

  • HOOFDSTUK III
    VERTROUWENSDIENSTEN

    AFDELING 1
    Algemene bepalingen

    AFDELING 2
    Toezicht
  • 2 Artikel 17 Toezichthoudend orgaan

  • AFDELING 3
    Vertrouwensdiensten
  • 2 Artikel 22 Vertrouwenslijsten

  • AFDELING 4
    Elektronische handtekeningen

    AFDELING 5
    Elektronische zegels

    AFDELING 6
    Elektronisch tijdstempel

    AFDELING 7
    Diensten voor elektronisch aangetekende bezorging

    AFDELING 8
    Authenticatie van websites

    HOOFDSTUK IV
    ELEKTRONISCHE DOCUMENTEN

    HOOFDSTUK V
    BEVOEGDHEIDSDELEGATIES EN UITVOERINGSBEPALINGEN

    HOOFDSTUK VI
    SLOTBEPALINGEN


whereas verantwoordelijk:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 289

 

Artikel 9

Aanmelding

1.   De aanmeldende lidstaat geeft de Commissie onverwijld kennis van de volgende informatie en van eventuele latere wijzigingen daarvan:

a)

een beschrijving van het stelsel voor elektronische identificatie, met inbegrip van de betrouwbaarheidsniveaus daarvan en de uitgever of de uitgevers van elektronische identificatiemiddelen in het kader van het stelsel;

b)

de toepasselijke toezichtregeling en informatie over de aansprakelijkheidsregeling met betrekking tot onderstaande:

i)

de partij die het elektronische identificatiemiddel uitgeeft, en

ii)

de partij die de authenticatieprocedure uitvoert;

c)

de autoriteit of autoriteiten die verantwoordelijk is/zijn voor het stelsel voor elektronische identificatie;

d)

informatie over de entiteit of entiteiten die de registratie van de unieke persoonsidentificatiegegevens beheert/beheren;

e)

een beschrijving van de manier waarop aan de vereisten van de in artikel 12, lid 8, bedoelde uitvoeringshandelingen wordt voldaan;

f)

een beschrijving van de authenticatie bedoeld in artikel 7, onder f);

g)

regelingen voor de opschorting of intrekking van het aangemelde stelsel voor elektronische identificatie of de authenticatie of de delen waarvan de integriteit is geschonden.

2.   Eén jaar na de datum van toepassing van de in artikel 8, lid 3, en artikel 12, lid 8, bedoelde uitvoeringshandelingen maakt de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie een lijst bekend van de stelsels voor elektronische identificatie die zijn aangemeld overeenkomstig lid 1 van dit artikel alsmede de basisinformatie in verband hiermee.

3.   Indien de Commissie een aanmelding ontvangt nadat de periode als bedoeld in lid 2 verstreken is, maakt zij binnen twee maanden na de datum van ontvangst van die aanmelding in het Publicatieblad van de Europese Unie de wijzigingen van de in lid 2 bedoelde lijst bekend.

4.   Een lidstaat kan bij de Commissie een verzoek indienen om een door die lidstaat aangemelde stelsel voor elektronische identificatie van de in lid 2 bedoelde lijst te verwijderen. De Commissie zal de desbetreffende wijzigingen binnen een maand na de datum van ontvangst van het verzoek van de lidstaat in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendmaken.

5.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de omstandigheden, formaten en procedures voor aanmeldingen in het kader van lid 1 definiëren. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 17

Toezichthoudend orgaan

1.   De lidstaten wijzen een toezichthoudend orgaan aan dat gevestigd is op hun grondgebied of, in overeenstemming met een andere lidstaat, een in die andere lidstaat gevestigd toezichthoudend orgaan. Dat orgaanis verantwoordelijk voor toezichthoudende taken in de aanwijzende lidstaat.

Toezichthoudende organen krijgen de noodzakelijke bevoegdheden en toereikende middelen voor de uitvoering van hun opdrachten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de namen en adressen mee van de door hen aangewezen toezichthoudende organen.

3.   De rol van het toezichthoudend orgaan is:

a)

toezicht te houden op gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten die gevestigd zijn in de aanwijzende lidstaat om door middel van toezichthoudende activiteiten vooraf en achteraf te waarborgen dat deze gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten en de door hen verleende gekwalificeerde vertrouwensdiensten voldoen aan de eisen in deze verordening;

b)

indien nodig tegen niet-gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten die gevestigd zijn in de aanwijzende lidstaat op te treden door middel van toezichthoudende activiteiten achteraf, wanneer het orgaan verneemt dat deze niet-gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten of de door hen verleende vertrouwensdiensten niet zouden voldoen aan de vereisten van deze verordening.

4.   Met het oog op de doeleinden van lid 3 en behoudens de aldaar aangegeven beperkingen bestaan de taken van het toezichthoudend orgaan in het bijzonder in:

a)

samenwerking met andere toezichthoudende organen en bijstandsverlening aan deze organen overeenkomstig artikel 18;

b)

analyse van de conformiteitsbeoordelingsverslagen bedoeld in artikel 20, lid 1, en artikel 21, lid 1;

c)

andere toezichthoudende organen en het publiek overeenkomstig artikel 19, lid 2, op de hoogte brengen van veiligheidsinbreuken of integriteitsverlies;

d)

aan de Commissie verslag uitbrengen over zijn hoofdactiviteiten, overeenkomstig lid 6;

e)

audits uitvoeren of een conformiteitsbeoordelingsinstantie verzoeken een conformiteitsbeoordeling te doen van de gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten overeenkomstig artikel 20, lid 2;

f)

samenwerken met de gegevensbeschermingsinstanties en in het bijzonder deze instanties zonder onnodige vertraging informeren over de resultaten van de audits van gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten indien er aanwijzingen zijn dat er regels inzake bescherming van persoonsgegevens zijn overtreden;

g)

de status van gekwalificeerde toekennen aan verleners van vertrouwensdiensten en aan de door hen verleende diensten, en deze status intrekken, overeenkomstig de artikelen 20 en 21;

h)

het voor de nationale vertrouwenslijst verantwoordelijke orgaan, bedoeld in artikel 22, lid 3, op de hoogte brengen van zijn besluiten om de status van gekwalificeerde toe te kennen of in te trekken, tenzij dit orgaan ook het toezichthoudend orgaan is;

i)

indien de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten zijn activiteiten beëindigt, nagaan of er bepalingen bestaan over beëindigingsplannen en of deze correct worden toegepast, ook inzake de vraag hoe informatie toegankelijk wordt gehouden overeenkomstig artikel 24, lid 2, onder h);

j)

eisen dat verleners van vertrouwensdiensten iedere niet-naleving van de in deze verordening vastgestelde voorschriften rechtzetten.

5.   De lidstaten mogen vereisen dat het toezichthoudende orgaan een vertrouwensinfrastructuur opzet, onderhoudt en geregeld aanpast in overeenstemming met de voorwaarden uit hoofde van het nationale recht.

6.   Elk toezichthoudend orgaan legt de Commissie jaarlijks uiterlijk op 31 maart een verslag voor over zijn hoofdactiviteiten in het voorgaande kalenderjaar, evenals een samenvatting van inbreukmeldingen die van verleners van vertrouwensdiensten ontvangen zijn overeenkomstig artikel 19, lid 2.

7.   De Commissie stelt het in lid 6 bedoelde jaarverslag voor de lidstaten beschikbaar.

8.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de formaten en procedures voor het in lid 6 bedoelde verslag definiëren. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 22

Vertrouwenslijsten

1.   Elke lidstaat stelt vertrouwenslijsten op met onder meer informatie over de gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten waarvoor hij verantwoordelijk is, samen met informatie over de gekwalificeerde vertrouwensdiensten die door hen verleend worden, en hij houdt deze lijsten bij en maakt deze bekend.

2.   De lidstaten dragen zorg voor het op een veilige manier opstellen, bijhouden en publiceren van elektronisch ondertekende of verzegelde vertrouwenslijsten, als bedoeld in lid 1, in een vorm die geschikt is voor automatische verwerking.

3.   De lidstaten verschaffen de Commissie onverwijld informatie over het orgaan dat verantwoordelijk is voor het opstellen, onderhouden en publiceren van nationale vertrouwenslijsten en gegevens over waar deze lijsten gepubliceerd zijn, over het certificaat dat gebruikt wordt om de vertrouwenslijsten te ondertekenen of te verzegelen, en over alle wijzigingen daarin.

4.   De Commissie maakt via een beveiligd kanaal de in lid 3 bedoelde informatie in elektronisch ondertekende of verzegelde en voor automatische verwerking geschikte vorm publiek beschikbaar.

5.   Uiterlijk op 18 september 2015 specificeert de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen de in lid 1 bedoelde informatie en omschrijft zij de technische specificaties en formaten van vertrouwenslijsten die gelden voor de toepassing van lid 1 tot en met 4. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.


whereas









keyboard_arrow_down