keyboard_tab EIDAS 2014/0910 NL
BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf
- 2 Artikel 7 Voorwaarden voor het in aanmerking komen voor de aanmelding van stelsels voor elektronische identificatie
- 1 Artikel 47 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
HOOFDSTUK II
ELEKTRONISCHE IDENTIFICATIE
HOOFDSTUK III
VERTROUWENSDIENSTEN
AFDELING 1
Algemene bepalingen
AFDELING 2
Toezicht
AFDELING 3
Vertrouwensdiensten
AFDELING 4
Elektronische handtekeningen
AFDELING 5
Elektronische zegels
AFDELING 6
Elektronisch tijdstempel
AFDELING 7
Diensten voor elektronisch aangetekende bezorging
AFDELING 8
Authenticatie van websites
HOOFDSTUK IV
ELEKTRONISCHE DOCUMENTEN
HOOFDSTUK V
BEVOEGDHEIDSDELEGATIES EN UITVOERINGSBEPALINGEN
HOOFDSTUK VI
SLOTBEPALINGEN
- voor 19
- artikel 16
- elektronische 15
- lidstaat 10
- identificatie 8
- stelsel 8
- aanmeldende 8
- wordt 8
- bedoeld 6
- raad 6
- parlement 6
- europees 6
- gedelegeerde 5
- uitvoeringshandeling 4
- voorwaarden 4
- door 4
- eisen 4
- commissie 4
- indien 4
- identificatiemiddel 4
- openbare 3
- daartegen 3
- zijn 3
- termijn 3
- persoon 3
- technische 3
- stellen 3
- vertrouwende 3
- andere 3
- handeling 3
- maanden 3
- handelingen 3
- bedoelde 3
- bevoegdheid 3
- authenticatie 3
- aanmelding 3
- grond 3
- één 2
- heeft 2
- zoals 2
- neergelegd 2
- hoofde 2
- gekoppeld 2
- punt 2
- partij 2
- zorgt 2
- overeenstemming 2
- bevoegdheidsdelegatie 2
- identificatiemiddelen 2
- kracht 2
Artikel 7
Voorwaarden voor het in aanmerking komen voor de aanmelding van stelsels voor elektronische identificatie
Een stelsel voor elektronische identificatie komt in aanmerking voor aanmelding overeenkomstig artikel 9, lid 1, indien aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:
a) | het elektronische identificatiemiddel dat onder het stelsel voor elektronische identificatie valt wordt uitgegeven:
|
b) | de elektronische identificatiemiddelen uit hoofde van het stelsel voor elektronische identificatie kunnen worden gebruikt om toegang te verkrijgen tot ten minste één door een openbare instantie geleverde dienst waarvoor elektronische identificatie vereist is in de aanmeldende lidstaat; |
c) | het stelsel voor elektronische identificatie en de uit hoofde ervan uitgegeven elektronische identificatiemiddelen voldoen aan de eisen van op zijn minst één van de betrouwbaarheidsniveaus, opgenomen in de in artikel 8, lid 3, vermelde uitvoeringshandeling; |
d) | de aanmeldende lidstaat waarborgt dat de persoonsidentificatiegegevens die de persoon in kwestie op unieke wijze kenmerken op het moment van uitgifte van het elektronische identificatiemiddel op grond van dat stelsel, conform de technische specificaties, normen en procedures voor het respectieve betrouwbaarheidsniveau zoals neergelegd in de uitvoeringshandeling bedoeld in artikel 8, lid 3, worden gekoppeld aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 3, punt 1; |
e) | de partij die het elektronische identificatiemiddel uitgeeft op grond van dat stelsel, zorgt ervoor dat het elektronische identificatiemiddel wordt gekoppeld aan de persoon bedoeld in punt d) van dat artikel, in overeenstemming met de technische specificaties, normen en procedures voor het respectieve betrouwbaarheidsniveau zoals neergelegd in de uitvoeringshandeling bedoeld in artikel 8, lid 3; |
f) | de aanmeldende lidstaat zorgt voor de beschikbaarheid van onlineauthenticatie, zodat iedere vertrouwende partij die op het grondgebied van een andere lidstaat gevestigd is, de mogelijkheid heeft de ontvangen persoonsidentificatiegegevens in elektronische vorm te bevestigen. Voor andere vertrouwende partijen dan openbare instanties mag de aanmeldende lidstaat voorwaarden stellen voor toegang tot die authenticatie. Grensoverschrijdende authenticatie is kosteloos wanneer zij wordt uitgevoerd voor een door een openbare instantie verleende onlinedienst. De lidstaten leggen geen specifieke onevenredige technische eisen op aan vertrouwende partijen die voornemens zijn een dergelijke authenticatie uit te voeren indien dergelijke eisen de interoperabiliteit van de aangemelde stelsels voor elektronische identificatie tegenhouden of in aanzienlijke mate belemmeren; |
g) | ten minste zes maanden voor de aanmelding bedoeld in artikel 9, lid 1, verstrekt de aanmeldende lidstaat met het oog op de verplichting van artikel 12, lid 5, de andere lidstaten een beschrijving van dat stelsel, in overeenstemming met de procedurele voorschriften die zijn vastgesteld bij de in artikel 12, lid 7, bedoelde uitvoeringshandelingen; |
h) | het stelsel voor elektronische identificatie voldoet aan de eisen van de uitvoeringshandeling bedoeld in artikel 12, lid 8. |
Artikel 47
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in artikel 30, lid 4, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde duur met ingang van 17 september 2014.
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 30, lid 4, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling vaststelt, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5. Een overeenkomstig artikel 30, lid 4, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
whereas