keyboard_tab Digital Service Act 2022/2065 NL
BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf
- 3 Art. 9 Bevel om op te treden tegen illegale inhoud
- 3 Art. 10 Bevelen om informatie te verstrekken
- 1 Art. 60 Gezamenlijke onderzoeken
- 1 Art. 79 Recht om te worden gehoord en toegang tot het dossier
- 1 Art. 83 Uitvoeringshandelingen met betrekking tot tussenkomst van de Commissie
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
HOOFDSTUK II
AANSPRAKELIJKHEID VAN AANBIEDERS VAN TUSSENHANDELDIENSTEN
HOOFDSTUK III
ZORGVULDIGHEIDSVERPLICHTINGEN VOOR EEN TRANSPARANTE EN VEILIGE ONLINEOMGEVING
AFDELING 1
Op alle aanbieders van tussenhandeldiensten toepasselijke bepalingen
AFDELING 2
Aanvullende bepalingen die gelden voor aanbieders van hostingdiensten, waaronder onlineplatforms
AFDELING 3
Aanvullende bepalingen die gelden voor aanbieders van onlineplatforms
AFDELING 4
Bijkomende bepalingen die gelden voor aanbieders van onlineplatforms die consumenten de mogelijkheid bieden overeenkomsten op afstand te sluiten met handelaren
AFDELING 5
Aanvullende verplichtingen voor aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines om systeemrisico’s te beheersen
AFDELING 6
Andere bepalingen betreffende zorgvuldigheidsverplichtingen
HOOFDSTUK IV
UITVOERING, SAMENWERKING, SANCTIES EN HANDHAVING
AFDELING 1
Bevoegde autoriteiten en nationale digitaledienstencoördinatoren
AFDELING 2
Bevoegdheden, gecoördineerd onderzoek en consistentiemechanismen
AFDELING 3
Europese Raad voor digitale diensten
AFDELING 4
Toezicht, onderzoek, handhaving en monitoring met betrekking tot aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines
AFDELING 5
Gemeenschappelijke voorschriften voor de uitvoering
AFDELING 6
Gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen
HOOFDSTUK V
SLOTBEPALINGEN
- bevel 37
- informatie 26
- autoriteit 22
- artikel 21
- commissie 19
- tussenhandeldiensten 17
- door 16
- aanbieder 16
- andere 13
- digitaledienstencoördinator 12
- wordt 12
- gegeven 12
- gevolg 12
- recht 12
- over 11
- taal 11
- de 11
- naar 11
- voor 10
- betrokken 10
- unierecht 9
- niet 9
- dienst 9
- overeengekomen 9
- krachtens 9
- digitaledienstencoördinatoren 8
- voorlopige 8
- beveluitvaardigende 8
- zijn 8
- plaats 8
- heeft 8
- nationale 7
- afnemer 7
- bedoelde 7
- worden 7
- vestiging 7
- onderzoek 7
- grote 6
- aanbieders 6
- geval 6
- lidstaten 6
- voorkomend 6
- lid 6
- overeenkomstig 6
- uitvaardigende 6
- voorwaarden 6
- zeer 6
- stellen 6
- ontvangen 5
- artikel 5
Artikel 9
Bevel om op te treden tegen illegale inhoud
1. Bij ontvangst van een door de bevoegde nationale gerechtelijke of administratieve autoriteiten uit hoofde van het toepasselijke Unierecht of met in het Unierecht in overeenstemming zijnde nationaal recht uitgegeven bevel om tegen een of meer specifieke illegale inhoudselementen op te treden, stellen aanbieders van tussenhandeldiensten de beveluitvaardigende autoriteit of een andere in het bevel genoemde autoriteit onverwijld in kennis van het gevolg dat aan het bevel is gegeven, met vermelding of, en zo ja wanneer aan het bevel gevolg is gegeven.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat een in lid 1 genoemd bevel dat wordt overgemaakt aan de aanbieder ten minste aan de volgende voorwaarden voldoet:
a) | dat bevel bevat de volgende elementen:
|
b) | het territoriale toepassingsgebied van dat bevel, op basis van de toepasselijke regels van het Unierecht en het nationale recht, met inbegrip van het Handvest, en, waar relevant, de algemene beginselen van internationaal recht, is beperkt tot wat strikt noodzakelijk is om de doelstelling ervan te verwezenlijken; |
c) | dat bevel wordt uitgevaardigd in een van de door de aanbieder van de tussenhandeldiensten krachtens artikel 11, lid 3, aangegeven talen of in een andere, tussen de beveluitvaardigende autoriteit en die dienstaanbieder overeengekomen taal van de lidstaten, en wordt verstuurd naar het door die dienstaanbieder overeenkomstig artikel 11 aangewezen elektronische contactpunt; indien het bevel niet gesteld is in de door verlener van de tussenhandeldienst opgegeven taal noch in een andere onderling overeengekomen taal, kan het worden gesteld in de taal van de beveluitvaardigende autoriteit, op voorwaarde dat het bevel vergezeld gaat van een vertaling naar een dergelijke opgegeven of onderling overeengekomen taal van ten minste de onder a) en b) van dit lid genoemde elementen. |
3. De beveluitvaardigende autoriteit of in voorkomend geval de daarin vermelde autoriteit zendt het bevel samen met de van de aanbieder van tussenhandeldiensten ontvangen informatie over het aan dat bevel gegeven gevolg, door aan de digitaledienstencoördinator van de lidstaat van de uitvaardigende autoriteit.
4. Na ontvangst van het bevel van de gerechtelijke of administratieve autoriteit stuurt de digitaledienstencoördinator van de betrokken onverwijld een kopie van de in lid 1 van dit artikel vermelde bevelen naar alle andere digitaledienstencoördinatoren via het overeenkomstig artikel 85 opgerichte systeem.
5. Uiterlijk op het tijdstip waarop gevolg is gegeven aan het bevel of in voorkomend geval op het door de uitvaardigende autoriteit in haar bevel bepaalde tijdstip stellen aanbieders van tussenhandeldiensten de afnemer van de betrokken dienst in kennis van het ontvangen bevel en het daaraan gegeven gevolg. Dergelijke aan de afnemer van de dienst verstrekte informatie vermeldt overeenkomstig lid 2 een motivering en de bestaande verhaalmogelijkheden.
6. De in dit artikel vastgestelde voorwaarden en vereisten doen geen afbreuk aan het nationale burgerlijk recht en strafprocesrecht.
Artikel 10
Bevelen om informatie te verstrekken
1. Bij ontvangst van een door de bevoegde nationale gerechtelijke of administratieve autoriteiten op basis van het toepasselijke Unierecht of in overeenstemming met het Unierecht zijnde nationale recht uitgegeven bevel om specifieke informatie te verstrekken over een of meerdere specifieke afnemers van de dienst, stellen aanbieders van tussenhandeldiensten de beveluitvaardigende autoriteit of een andere in het bevel gepreciseerde autoriteit onverwijld in kennis van de ontvangst van het bevel en van het aan het bevel gegeven gevolg, en preciseren zij of, en zo ja wanneer, gevolg is gegeven aan het bevel.
2. De lidstaten zorgen ervoor dat een in lid 1 genoemde bevel dat wordt overgemaakt aan de aanbieder, ten minste aan de volgende voorwaarden voldoet:
a) | dat bevel bevat de volgende elementen:
|
b) | dat bevel vereist alleen dat de dienstaanbieder informatie verstrekt die al is verzameld met als doel de dienst aan te bieden en waarover hij controle heeft; |
c) | dat bevel wordt uitgevaardigd in een van de door de aanbieder van tussenhandeldiensten krachtens artikel 11, lid 3, aangegeven talen of in een andere, tussen door de beveluitvaardigende autoriteit en de dienstaanbieder overeengekomen taal van de lidstaten, en wordt verstuurd naar het door die dienstaanbieder aangewezen elektronische contactpunt, overeenkomstig artikel 11. Indien het bevel niet is opgesteld in de door de aanbieder van tussenhandeldiensten opgegeven taal noch in een andere onderling overeengekomen taal, kan het worden opgesteld in de taal van de beveluitvaardigende autoriteit, op voorwaarde dat het bevel vergezeld gaat van een vertaling naar een dergelijke opgegeven taal of onderling overeengekomen taal van ten minste de onder a) en b) van dit lid genoemde elementen. |
3. De beveluitvaardigende autoriteit of in voorkomend geval de daarin vermelde autoriteit zendt het bevel samen met de van de aanbieder van tussenhandeldiensten ontvangen informatie over het aan dat bevel gegeven gevolg, door aan de digitaledienstencoördinator van de lidstaat van de uitvaardigende autoriteit.
4. Na ontvangst van het bevel van de gerechtelijke of administratieve autoriteit zendt de digitaledienstencoördinator van de betrokken lidstaat onverwijld een kopie van het in lid 1 van dit artikel bedoelde bevel naar alle digitaledienstencoördinatoren via het overeenkomstig artikel 85 opgerichte systeem.
5. Uiterlijk op het tijdstip waarop gevolg is gegeven aan het bevel of in voorkomend geval op het door de uitvaardigende autoriteit in haar bevel bepaalde tijdstip stellen aanbieders van tussenhandeldiensten de afnemer van de betrokken dienst in kennis van het ontvangen bevel en het daaraan gegeven gevolg. Dergelijke aan de afnemer van de dienst verstrekte informatie vermeldt overeenkomstig lid 2 een motivering en de bestaande verhaalmogelijkheden.
6. De in dit artikel vastgestelde voorwaarden en vereisten doen geen afbreuk aan het nationale burgerlijk recht en strafprocesrecht.
HOOFDSTUK III
ZORGVULDIGHEIDSVERPLICHTINGEN VOOR EEN TRANSPARANTE EN VEILIGE ONLINEOMGEVING
AFDELING 1
Op alle aanbieders van tussenhandeldiensten toepasselijke bepalingen
Artikel 60
Gezamenlijke onderzoeken
1. De digitaledienstencoördinator van de plaats van vestiging kan gezamenlijke onderzoeken starten en leiden, met deelname van een of meer andere betrokken digitaledienstencoördinatoren:
a) | op eigen initiatief, om een vermeende inbreuk op deze verordening door een bepaalde aanbieder van tussenhandeldiensten in verscheidene lidstaten te onderzoeken; of |
b) | op aanbeveling van de digitaledienstenraad naar aanleiding van een verzoek van ten minste drie digitaledienstencoördinatoren die op basis van een redelijk vermoeden beweren dat een bepaalde aanbieder van tussenhandeldiensten een inbreuk heeft begaan die nadelige gevolgen heeft voor afnemers van de dienst in hun lidstaten. |
2. Een digitaledienstencoördinator die aantoont een legitiem belang te hebben bij deelname aan een gezamenlijk onderzoek krachtens lid 1, kan daarom verzoeken. Het gezamenlijk onderzoek wordt afgesloten binnen drie maanden na de instelling ervan, tenzij anders overeengekomen tussen de deelnemers.
De digitaledienstencoördinator van de plaats van vestiging deelt zijn voorlopige standpunt over de vermeende inbreuk uiterlijk een maand na afloop van de in de eerste alinea bedoelde termijn mee aan alle digitaledienstencoördinatoren, de Commissie en de raad. In zijn voorlopige standpunt houdt hij rekening met de inzichten van alle overige digitaledienstencoördinatoren die aan het gezamenlijke onderzoek hebben deelgenomen. Indien van toepassing bevat het voorlopige standpunt tevens de overwogen handhavingsmaatregelen.
3. De digitaledienstenraad kan de zaak verwijzen naar de Commissie krachtens artikel 59, indien:
a) | de digitaledienstencoördinator van de plaats van vestiging zijn voorlopige standpunt niet binnen de in lid 2 vastgelegde termijn heeft meegedeeld; |
b) | de digitaledienstenraad het wezenlijk oneens is met het door de digitaledienstencoördinator van de plaats van vestiging meegedeelde voorlopig standpunt; of |
c) | de digitaledienstencoördinator van de plaats van vestiging niet onverwijld na de aanbeveling van de digitaledienstenraad krachtens lid 1, punt b een gezamenlijk onderzoek heeft gestart. |
4. Tijdens het gezamenlijke onderzoek werken de digitaledienstencoördinatoren te goeder trouw samen, en houden zij waar van toepassing rekening met de aanwijzingen van de digitaledienstencoördinator van de plaats van vestiging en de aanbeveling van de raad. De digitaledienstencoördinatoren van de plaats van bestemming die deelnemen aan het gezamenlijk onderzoek kunnen, op verzoek of na raadpleging van de digitaledienstencoördinator van de plaats van vestiging, hun in artikel 51, lid 1, bedoelde onderzoeksbevoegdheden uitoefenen ten aanzien van de aanbieders van tussenhandeldiensten die betrokken zijn bij de vermeende inbreuk, wat betreft informatie en gebouwen die zich op hun grondgebied bevinden.
AFDELING 3
Europese Raad voor digitale diensten
Artikel 79
Recht om te worden gehoord en toegang tot het dossier
1. Alvorens een besluit te nemen krachtens artikel 73, lid 1, artikel 74 of artikel 76, stelt de Commissie de betrokken aanbieder van het zeer grote onlineplatform of van de zeer grote onlinezoekmachine of een andere persoon als bedoeld in artikel 67, lid 1, in de gelegenheid te worden gehoord over:
a) | voorlopige bevindingen van de Commissie, met inbegrip van alle zaken waartegen de Commissie bezwaren heeft gemaakt; en |
b) | maatregelen die de Commissie eventueel voornemens is te nemen in het licht van de in punt a) bedoelde voorlopige bevindingen. |
2. De betrokken aanbieder van het zeer grote onlineplatform of de zeer grote onlinezoekmachine of een andere persoon als bedoeld in artikel 67, lid 1, kan zijn opmerkingen over de voorlopige bevindingen van de Commissie indienen binnen een redelijke termijn die de Commissie in haar voorlopige bevindingen heeft vastgesteld en die niet minder dan 14 dagen mag zijn.
3. De Commissie baseert haar besluiten slechts op de bezwaren waarover de betrokkenen opmerkingen hebben kunnen maken.
4. Het recht van verdediging van de betrokkenen wordt in de loop van de procedure ten volle geëerbiedigd. Zij zijn gerechtigd inzage in het dossier van de Commissie te krijgen onder de voorwaarden van een overeengekomen openbaarmaking, met inachtneming van het legitieme belang van de aanbieder van het zeer grote onlineplatform of van de zeer grote onlinezoekmachine of een andere betrokkene bij de bescherming van hun bedrijfsgeheimen. Bij onenigheid tussen de partijen is de Commissie bevoegd om besluiten te nemen tot vaststelling van de voorwaarden van openbaarmaking. Het recht tot inzage in het dossier van de Commissie geldt niet voor vertrouwelijke informatie en interne documenten van de Commissie, de raad, digitaledienstencoördinatoren, andere bevoegde instellingen of andere lidstatelijke autoriteiten. Het recht van toegang geldt met name niet voor correspondentie tussen de Commissie en die autoriteiten. Niets in dit lid belet de Commissie om voor het bewijs van een inbreuk noodzakelijke informatie bekend te maken of te gebruiken.
5. De krachtens de artikelen 67, 68 en 69 verzamelde informatie wordt alleen voor de toepassing van deze verordening gebruikt.
Artikel 83
Uitvoeringshandelingen met betrekking tot tussenkomst van de Commissie
Met betrekking tot de tussenkomst van de Commissie waarop deze afdeling betrekking heeft, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen met betrekking tot de praktische regelingen voor:
a) | de procedure krachtens de artikelen 69 en 72; |
b) | de in artikel 79 bedoelde hoorzittingen; |
c) | de in artikel 79 bedoelde overeengekomen openbaarmaking van informatie. |
Alvorens bepalingen krachtens de eerste alinea van dit artikel vast te stellen, maakt de Commissie het ontwerp daarvan bekend en verzoekt zij alle belanghebbenden haar hun opmerkingen te doen toekomen binnen de termijn die zij daarin vaststelt en die niet korter mag zijn dan een maand. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 88 bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.
AFDELING 5
Gemeenschappelijke voorschriften voor de uitvoering
whereas