search


keyboard_tab Digital Market Act 2022/1925 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/1925 NL cercato: 'indienen' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index indienen:


whereas indienen:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 415

 

Artikel 18

Marktonderzoek naar systematische niet-naleving

1.   De Commissie kan een marktonderzoek uitvoeren om na te gaan of een poortwachter zich schuldig heeft gemaakt aan systematische niet-naleving. De Commissie rondt dat marktonderzoek af binnen twaalf maanden na de in artikel 16, lid 3, punt a), bedoelde datum. Indien uit het marktonderzoek blijkt dat een poortwachter systematisch een of meer van de in artikel 5, 6 of 7 vastgelegde verplichtingen heeft geschonden en zijn poortwachterspositie met betrekking tot de vereisten van artikel 3, lid 1, heeft behouden, versterkt of uitgebreid, kan de Commissie een uitvoeringshandeling vaststellen waarbij aan die poortwachter alle gedragscorrigerende of structurele maatregelen worden opgelegd die evenredig en noodzakelijk zijn om de doeltreffende naleving van deze verordening te waarborgen. Die uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 50, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure vastgesteld.

2.   De overeenkomstig lid 1 van dit artikel opgelegde corrigerende maatregel kan, voor zover hij evenredig en noodzakelijk is voor het handhaven of herstellen van de door de systematische niet-naleving aangetaste eerlijkheid en betwistbaarheid, onder meer inhouden dat de poortwachter gedurende een beperkte periode geen concentratie in de zin van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 139/2004 mag aangaan met betrekking tot de kernplatformdiensten, de andere diensten die in de digitale sector worden aangeboden of de diensten die het mogelijk maken gegevens te verzamelen waarop de systematische niet-naleving betrekking heeft.

3.   Een poortwachter wordt geacht zich schuldig te hebben gemaakt aan systematische niet-naleving van de in de artikelen 5, 6 en 7 vastgelegde verplichtingen indien de Commissie binnen een periode van acht jaar voorafgaand aan de vaststelling van het besluit tot inleiding van een marktonderzoek met het oog op de eventuele vaststelling van een besluit op grond van dit artikel ten minste drie niet-nalevingsbesluiten op grond van artikel 29 heeft genomen tegen een poortwachter met betrekking tot een van zijn kernplatformdiensten.

4.   De Commissie deelt haar voorlopige bevindingen binnen zes maanden na de in artikel 16, lid 3, punt a), bedoelde datum mee aan de betrokken poortwachter. In haar voorlopige bevindingen licht de Commissie toe of zij voorlopig van oordeel is dat aan de voorwaarden van lid 1 van dit artikel is voldaan en welke corrigerende maatregelen zij voorlopig noodzakelijk en evenredig acht.

5.   Om belanghebbende derden in staat te stellen daadwerkelijk opmerkingen te maken, publiceert de Commissie, op het ogenblik waarop zij haar voorlopige bevindingen aan de poortwachter meedeelt op grond van lid 4 of zo spoedig mogelijk daarna, een niet-vertrouwelijke samenvatting van de zaak en de corrigerende maatregelen die zij overweegt op te leggen. De Commissie stelt een redelijke termijn vast waarbinnen die opmerkingen moeten worden ingediend.

6.   Wanneer de Commissie voornemens is een besluit op grond van lid 1 van dit artikel vast te stellen door op grond van artikel 25 door de poortwachter gedane toezeggingen bindend te maken, publiceert zij een niet-vertrouwelijke samenvatting van de zaak en de voornaamste inhoud van de toezeggingen. Belanghebbende derden kunnen hun opmerkingen binnen een door de Commissie vast te stellen redelijke termijn indienen.

7.   In de loop van het marktonderzoek kan de Commissie de duur daarvan verlengen indien dat om objectieve redenen gerechtvaardigd en evenredig is. De verlenging kan gelden voor de termijn waarbinnen de Commissie met haar voorlopige bevindingen moet komen, of voor de termijn waarbinnen het definitieve besluit moet worden vastgesteld. De totale duur van een of meer verlengingen op grond van dit lid mag niet meer dan zes maanden bedragen.

8.   Om te waarborgen dat de poortwachter de in de artikelen 5, 6 en 7 vastgelegde verplichtingen daadwerkelijk naleeft, evalueert de Commissie regelmatig de corrigerende maatregelen die zij overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel oplegt. De Commissie heeft het recht die maatregelen te wijzigen indien zij die na een nieuw marktonderzoek niet doeltreffend acht.

Artikel 34

Recht om te worden gehoord en toegang tot het dossier

1.   Alvorens een besluit te nemen op grond van artikel 8, artikel 9, lid 1, artikel 10, lid 1, de artikelen 17, 18, 24, 25, 29 en 30 en artikel 31, lid 2, biedt de Commissie de betrokken poortwachter, onderneming of ondernemersvereniging de kans te worden gehoord over:

a)

de voorlopige bevindingen van de Commissie, met inbegrip van eventuele bezwaren van de Commissie, en

b)

maatregelen die de Commissie eventueel voornemens is te nemen in het licht van de voorlopige bevindingen op grond van punt a) van dit lid.

2.   De betrokken poortwachters, ondernemingen en ondernemersverenigingen kunnen bij de Commissie hun opmerkingen over haar voorlopige bevindingen indienen binnen een termijn die door de Commissie in haar voorlopige bevindingen is vastgesteld en die niet minder dan 14 dagen bedraagt.

3.   De Commissie neemt haar besluiten uitsluitend op basis van voorlopige bevindingen, met inbegrip van eventuele bezwaren van de Commissie, waarop de betrokken poortwachters, ondernemingen en ondernemersverenigingen hebben kunnen reageren.

4.   Het recht van verdediging van de poortwachter, onderneming of ondernemersvereniging wordt in de loop van iedere procedure ten volle geëerbiedigd. De betrokken poortwachter, onderneming of ondernemersvereniging heeft recht tot inzage van het dossier van de Commissie volgens de voorwaarden van inzageverlening, onder voorbehoud van het rechtmatige belang van de ondernemingen inzake de bescherming van hun bedrijfsgeheimen. Als de partijen het oneens zijn, kan de Commissie besluiten nemen tot vaststelling van de voorwaarden van inzageverlening. Het recht tot inzage van het dossier van de Commissie geldt niet voor vertrouwelijke inlichtingen en interne documenten van de Commissie of de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Het recht tot inzage geldt niet voor de correspondentie tussen de Commissie en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten. Niets in dit lid belet de Commissie om voor het bewijs van een inbreuk noodzakelijke inlichtingen bekend te maken of te gebruiken.

Artikel 39

Samenwerking met de nationale rechterlijke instanties

1.   In procedures voor de toepassing van deze verordening kunnen de nationale rechterlijke instanties de Commissie verzoeken hen informatie waarover zij beschikt te verschaffen of advies te verstrekken over kwesties in verband met de toepassing van deze verordening.

2.   De lidstaten zenden de Commissie een afschrift toe van schriftelijke uitspraken van nationale rechterlijke instanties met betrekking tot de toepassing van deze verordening. Dat afschrift wordt onverwijld toegezonden nadat de volledige schriftelijke uitspraak aan de partijen ter kennis is gebracht.

3.   Indien de coherente toepassing van deze verordening dat vereist, kan de Commissie op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen indienen bij de nationale rechterlijke instanties. Met toestemming van de betrokken rechterlijke instantie kan zij ook mondelinge opmerkingen maken.

4.   Alleen met het oog op de formulering van haar opmerkingen kan de Commissie de betrokken nationale rechterlijke instantie verzoeken om haar alle voor de beoordeling van de zaak noodzakelijke stukken toe te zenden of te doen toezenden.

5.   De nationale rechterlijke instanties wijzen geen beslissingen die in strijd zijn met een door de Commissie uit hoofde van deze verordening vastgesteld besluit. Ook moeten zij vermijden beslissingen te wijzen die in strijd zouden zijn met een door de Commissie overwogen besluit in een uit hoofde van deze verordening door haar ingeleide procedure. Te dien einde kan de nationale rechterlijke instantie de afweging maken of het nodig is haar procedure te schorsen. Dat laat de mogelijkheid voor nationale rechterlijke instanties om uit hoofde van artikel 267 VWEU een prejudiciële beslissing te vragen onverlet.

Artikel 40

De groep op hoog niveau

1.   De Commissie richt een groep op hoog niveau op voor de digitalemarktenverordening (“de groep op hoog niveau”).

2.   De groep op hoog niveau bestaat uit de volgende Europese organen en netwerken:

a)

het Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie,

b)

de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en het Europees Comité voor gegevensbescherming,

c)

het Europees Mededingingsnetwerk,

d)

het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming, en

e)

de Europese Groep van regulerende instanties voor audiovisuele mediadiensten.

3.   De in lid 2 bedoelde Europese organen en netwerken hebben elk een gelijk aantal vertegenwoordigers in de groep op hoog niveau. Het maximumaantal leden van de groep op hoog niveau is 30.

4.   De Commissie verzorgt het secretariaat van de groep op hoog niveau ter facilitering van haar werkzaamheden. De groep op hoog niveau wordt voorgezeten door de Commissie, die aan haar vergaderingen deelneemt. De groep op hoog niveau komt op verzoek van de Commissie ten minste eenmaal per kalenderjaar bijeen. De Commissie roept ook een vergadering van de groep bijeen wanneer de meerderheid van de leden van de groep daarom verzoekt om een specifieke kwestie te behandelen.

5.   De groep op hoog niveau kan de Commissie advies en expertise verstrekken op de gebieden die onder de bevoegdheden van haar leden vallen, waaronder:

a)

advies en aanbevelingen binnen hun deskundigheid die relevant zijn voor alle algemene kwesties in verband met de uitvoering of handhaving van deze verordening, of

b)

advies en expertise ter bevordering van een consistente reguleringsaanpak over de grenzen heen van de verschillende reguleringsinstrumenten.

6.   De groep op hoog niveau kan met name de huidige en potentiële interacties tussen deze verordening en de sectorspecifieke regels die worden toegepast door de nationale autoriteiten die de in lid 2 bedoelde Europese organen en netwerken vormen, in kaart brengen en beoordelen en bij de Commissie een jaarverslag indienen waarin die beoordeling wordt gepresenteerd en mogelijke sectordoorsnijdende reguleringskwesties in kaart worden gebracht. Dat verslag kan vergezeld gaan van aanbevelingen die erop gericht zijn convergentie naar consistente transdisciplinaire benaderingen en synergieën tussen de uitvoering van deze verordening en andere sectorale regulering te bewerkstelligen. Het verslag wordt aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd.

7.   In het kader van marktonderzoeken naar nieuwe diensten en nieuwe praktijken kan de groep op hoog niveau de Commissie expertise verstrekken over de noodzaak om regels in deze verordening te wijzigen of te schrappen, of eraan toe te voegen teneinde ervoor te zorgen dat digitale markten in de gehele Unie betwistbaar en eerlijk zijn.


whereas









keyboard_arrow_down