keyboard_tab Diritto d'autore 2019/0790 NL
BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf
- 1 Artikel 5 Gebruik van werken en andere materialen in digitale en grensoverschrijdende onderwijsactiviteiten
- 1 Artikel 8 Gebruik van niet of niet meer in de handel zijnde werken en andere materialen door instellingen voor cultureel erfgoed
- 1 Artikel 20 Mechanisme voor aanpassing van contracten
- 1 Artikel 24 Wijzigingen van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
TITEL II
MAATREGELEN OM UITZONDERINGEN EN BEPERKINGEN AAN TE PASSEN AAN DE DIGITALE EN GRENSOVERSCHRIJDENDE OMGEVING
TITEL III
MAATREGELEN OM DE LICENTIEVERLENING TE VERBETEREN EN EEN RUIMERE TOEGANG TOT CONTENT TE VERZEKEREN
HOOFDSTUK 1
Niet of niet meer in de handel zijnde werken en andere materialen
HOOFDSTUK 2
Maatregelen om collectieve licentieverlening te vergemakkelijken
HOOFDSTUK 3
Toegang tot en beschikbaarheid van audiovisuele werken op video-on-demandplatforms
HOOFDSTUK 4
Werken van beeldende kunst in het publieke domein
TITEL IV
MAATREGELEN OM DE GOEDE WERKING VAN DE MARKT VOOR AUTEURSRECHTEN TE VERZEKEREN
HOOFDSTUK 1
Rechten op publicaties
HOOFDSTUK 2
Bepaalde vormen van gebruik van beschermde content door onlinediensten
HOOFDSTUK 3
Billijke vergoeding van auteurs en uitvoerende kunstenaars in exploitatiecontracten
TITEL V
SLOTBEPALINGEN
- voor 44
- niet 26
- lid 24
- werken 21
- andere 21
- artikel 19
- materialen 19
- richtlijn 17
- //eg 14
- wordt 13
- lidstaten 12
- zijn 11
- gebruik 11
- toepassing 10
- door 9
- worden 8
- bepalen 7
- rechthebbenden 7
- niet-commerciële 7
- handel 7
- artikel 7
- meer 7
- de 7
- beschikbaar 6
- organisatie 6
- uitzondering 6
- rechten 6
- kunnen 6
- beperking 6
- collectief 6
- beheer 6
- mogelijk 5
- wanneer 5
- licentie 5
- zover 5
- publiek 5
- onder a 5
- illustratie 5
- onderwijs 5
- derde 5
- onverminderd 4
- specifieke 4
- grond 4
- vervangen 4
- door: 4
- voorzien 4
- europees 4
- uitzonderingen 4
- beperkingen 4
- markt 4
Artikel 5
Gebruik van werken en andere materialen in digitale en grensoverschrijdende onderwijsactiviteiten
1. De lidstaten voorzien in een uitzondering op of beperking van de rechten bedoeld in artikel 5, onder a), b), d), en e), en artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG, de artikelen 2 en 3 van Richtlijn 2001/29/EG, artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2009/24/EG en artikel 15, lid 1, van deze richtlijn om digitaal gebruik van werken en andere materialen dat uitsluitend dient voor illustratie bij het onderwijs, mogelijk te maken voor zover dit wordt gerechtvaardigd door het te bereiken niet-commerciële doel, op voorwaarde dat zulk gebruik:
a) | plaatsvindt onder de verantwoordelijkheid van een onderwijsinstelling, in haar gebouwen of elders, of door middel van een beveiligde elektronische omgeving die alleen toegankelijk is voor de leerlingen of studenten en het onderwijzend personeel van de onderwijsinstelling, en |
b) | vergezeld gaat van de vermelding van de bron, waaronder de naam van de auteur, tenzij dit niet mogelijk blijkt. |
2. Niettegenstaande artikel 7, lid 1, kunnen de lidstaten bepalen dat de op grond van lid 1 vastgestelde uitzondering of beperking niet van toepassing is, of niet van toepassing is met betrekking tot specifieke vormen van gebruik of soorten werken of andere materialen, zoals materialen die in de eerste plaats bedoeld zijn voor de onderwijsmarkt of bladmuziek, voor zover passende licenties die de in lid 1 van dit artikel beschreven handelingen toestaan en die afgestemd zijn op de behoeften en specifieke kenmerken van onderwijsinstellingen, vlot beschikbaar zijn op de markt.
De lidstaten die besluiten gebruik te maken van de eerste alinea van dit lid, nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de licenties voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde handelingen op een passende wijze beschikbaar en zichtbaar zijn voor onderwijsinstellingen.
3. Het gebruik van werken en andere materialen dat uitsluitend dient voor illustratie bij het onderwijs via beveiligde elektronische omgevingen overeenkomstig de bepalingen van op grond van dit artikel vastgesteld nationaal recht, wordt geacht uitsluitend plaats te vinden in de lidstaat waar de onderwijsinstelling is gevestigd.
4. De lidstaten kunnen voorzien in een billijke vergoeding voor rechthebbenden voor het gebruik van hun werken of andere materialen op grond van lid 1.
Artikel 8
Gebruik van niet of niet meer in de handel zijnde werken en andere materialen door instellingen voor cultureel erfgoed
1. De lidstaten bepalen dat een organisatie voor collectief beheer overeenkomstig haar mandaten van rechthebbenden met een instelling voor cultureel erfgoed een niet-exclusieve licentieovereenkomst voor niet-commerciële doeleinden mag sluiten voor de reproductie, de distributie, de mededeling aan het publiek of de beschikbaarstelling voor het publiek van niet of niet meer in de handel zijnde werken of andere materialen die permanent deel uitmaken van de collectie van de instelling, ongeacht of alle rechthebbenden waarvoor de licentie geldt de organisatie voor collectief beheer gemandateerd hebben, op voorwaarde dat:
a) | de organisatie voor collectief beheer op basis van haar mandaten voldoende representatief is voor de rechthebbenden in het soort werken of andere materialen in kwestie en voor de rechten die het voorwerp uitmaken van de licentie, en |
b) | gelijke behandeling met betrekking tot de voorwaarden van de licentie wordt gewaarborgd voor alle rechthebbenden. |
2. De lidstaten voorzien in een uitzondering op of beperking van de rechten bedoeld in artikel 5, onder a), b), d) en e), en artikel 7, lid 1, van Richtlijn 96/9/EG, de artikelen 2 en 3 van Richtlijn 2001/29/EG, artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2009/24/EG en artikel 15, lid 1, van deze richtlijn om instellingen voor cultureel erfgoed toe te staan niet of niet meer in de handel zijnde werken of andere materialen die permanent deel uitmaken van hun collecties, beschikbaar te stellen voor niet-commerciële doeleinden, op voorwaarde dat:
a) | de naam van de auteur of een andere identificeerbare rechthebbende wordt vermeld, tenzij dit niet mogelijk blijkt, en |
b) | deze werken of andere materialen beschikbaar worden gesteld op niet-commerciële websites. |
3. De lidstaten schrijven voor dat de in lid 2 bedoelde uitzondering of beperking alleen van toepassing is op soorten werken of andere materialen waarvoor geen organisatie voor collectief beheer bestaat die voldoet aan de in lid 1, onder a), gestelde voorwaarden.
4. De lidstaten bepalen dat alle rechthebbenden te allen tijde gemakkelijk en effectief hun werken of andere materialen kunnen uitsluiten van het in lid 1 vastgestelde mechanisme voor licentieverlening of van de toepassing van de in lid 2 bepaalde uitzondering of beperking, hetzij in het algemeen, hetzij in specifieke gevallen, inclusief na het sluiten van een licentie of na het begin van het gebruik in kwestie.
5. Een werk of ander materiaal wordt geacht niet of niet meer in de handel te zijn wanneer te goeder trouw kan worden aangenomen dat het gehele werk of ander materiaal niet beschikbaar is voor het publiek via de gebruikelijke handelskanalen, nadat een redelijke inspanning is geleverd om te controleren of het beschikbaar is voor het publiek.
De lidstaten kunnen voorzien in specifieke voorschriften, bijvoorbeeld een einddatum, om te bepalen of werken en andere materialen overeenkomstig lid 1 in licentie kunnen worden gegeven of kunnen worden gebruikt krachtens de uitzondering of beperking als bedoeld in lid 2. Die voorschriften gaan niet verder dan hetgeen noodzakelijk en redelijk is en sluiten niet de mogelijkheid uit om te bepalen dat een reeks werken of andere materialen in haar geheel de status van niet of niet meer in de handel zijnd werk of ander materiaal krijgt wanneer redelijkerwijs kan worden aangenomen dat alle werken of andere materialen niet of niet meer in de handel zijn.
6. De lidstaten bepalen dat de in lid 1 bedoelde licenties moeten worden aangevraagd bij een organisatie voor collectief beheer die representatief is voor de lidstaat waar de instelling voor cultureel erfgoed is gevestigd.
7. Dit artikel is niet van toepassing op reeksen van niet of niet meer in de handel zijnde werken of andere materialen als er, op basis van de in lid 5 bedoelde redelijke inspanning, bewijs is dat deze reeksen hoofdzakelijk bestaan uit:
a) | werken of andere materialen, die geen cinematografische of audiovisuele werken zijn, en die voor het eerst zijn gepubliceerd of, indien er geen publicatie heeft plaatsgevonden, voor het eerst zijn uitgezonden in een derde land; |
b) | cinematografische of audiovisuele werken waarvan de producenten hun zetel of gewone verblijfplaats hebben in een derde land, of |
c) | werken of andere materialen van onderdanen van derde landen, wanneer het na een redelijke inspanning niet mogelijk was op grond van de punten a) en b) een lidstaat of een derde land te bepalen. |
In afwijking van de eerste alinea, is dit artikel van toepassing indien de organisatie voor collectief beheer voldoende representatief is voor de rechthebbenden van het relevante derde land in de zin van lid 1, onder a).
Artikel 20
Mechanisme voor aanpassing van contracten
1. Bij gebrek aan een toepasselijke collectieve overeenkomst die voorziet in een mechanisme dat vergelijkbaar is met het in dit artikel vastgestelde mechanisme, zorgen de lidstaten ervoor dat auteurs en uitvoerende kunstenaars of hun vertegenwoordigers het recht hebben van de partij met wie zij een contract voor de exploitatie van hun rechten hebben gesloten of van de rechtsopvolger van een dergelijke partij, een aanvullende, passende en billijke vergoeding te vorderen wanneer de oorspronkelijk overeengekomen vergoeding onevenredig laag blijkt te zijn in vergelijking met alle relevante daaropvolgende inkomsten die voortvloeien uit de exploitatie van de werken of uitvoeringen.
2. Lid 1 van dit artikel is niet van toepassing op overeenkomsten die worden gesloten door entiteiten in de zin van artikel 3, onder a) en b), van Richtlijn 2014/26/EU of andere entiteiten waarop de nationale voorschriften tot uitvoering van die richtlijn reeds van toepassing zijn.
Artikel 24
Wijzigingen van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG
1. Richtlijn 96/9/EG wordt als volgt gewijzigd:
a) | In artikel 6, lid 2, wordt punt b) vervangen door:
(*1) Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 92)."." |
b) | In artikel 9 wordt punt b) vervangen door:
|
2. Richtlijn 2001/29/EG wordt als volgt gewijzigd:
a) | In artikel 5, lid 2, wordt punt c) vervangen door:
(*2) Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 92)."." |
b) | In artikel 5, lid 3, wordt punt a) vervangen door:
|
c) | Aan artikel 12, lid 4, worden de volgende punten toegevoegd:
|
whereas