search


keyboard_tab EIDAS 2014/0910 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2014/0910 NL cercato: 'voldoet' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


just index voldoet:


whereas voldoet:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 601

 

Artikel 3

Definities

Voor de doelstellingen van deze verordening, zijn de volgende definities van toepassing:

1.   „elektronische identificatie”: het proces van het gebruiken van persoonsidentificatiegegevens in elektronische vorm die op unieke wijze een natuurlijke persoon of rechtspersoon, of een natuurlijke persoon die een rechtspersoon vertegenwoordigt, aanduiden;

2.   „elektronisch identificatiemiddel”: een materiële en/of immateriële eenheid die persoonsidentificatiegegevens bevat en die gebruikt wordt voor authenticatie bij een onlinedienst;

3.   „persoonsidentificatiegegevens”: een reeks gegevens aan de hand waarvan de identiteit van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, of een natuurlijke persoon die een rechtspersoon vertegenwoordigt, kan worden vastgesteld;

4.   „stelsel voor elektronische identificatie”: een stelsel voor elektronische identificatie waarbinnen elektronische identificatiemiddelen worden uitgegeven aan natuurlijke personen, rechtspersonen of natuurlijke personen die rechtspersonen vertegenwoordigen;

5.   „authenticatie”: een elektronisch proces dat de bevestiging van de elektronische identificatie van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, of van de oorsprong en integriteit van gegevens in elektronische vorm mogelijk maakt;

6.   „vertrouwende partij”: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die vertrouwt op een elektronische identificatie of een vertrouwensdienst;

7.   „openbare instantie”: een staat, regionale of lokale overheden, publiekrechtelijke instellingen en samenwerkingsverbanden bestaand uit één of meer van deze overheidsinstanties of een of meer van deze publiekrechtelijke instellingen, of een private entiteit die door ten minste een van deze autoriteiten, publiekrechtelijke instellingen of verenigingen is gemachtigd tot het verlenen van openbare diensten, wanneer zij in die hoedanigheid optreden;

8.   „publiekrechtelijke instelling”: een instelling volgens de definitie in punt 4 van artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad (15);

9.   „ondertekenaar”: een natuurlijke persoon die een elektronische handtekening aanmaakt;

10.   „elektronische handtekening”: gegevens in elektronische vorm die gehecht zijn aan of logisch verbonden zijn met andere gegevens in elektronische vorm en die door de ondertekenaar worden gebruikt om te ondertekenen;

11.   „geavanceerde elektronische handtekening”: een elektronische handtekening die voldoet aan de eisen in artikel 26;

12.   „gekwalificeerde elektronische handtekening”: een geavanceerde elektronische handtekening die is aangemaakt met een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen en die gebaseerd is op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen;

13.   „gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen”: unieke gegevens die door de ondertekenaar worden gebruikt om een elektronische handtekening aan te maken;

14.   „certificaat voor elektronische handtekeningen”: een elektronische attestering die valideringsgegevens voor elektronische handtekeningen aan een natuurlijke persoon koppelt en ten minste de naam of het pseudoniem van die persoon bevestigt;

15.   „gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen”: een certificaat voor elektronische handtekeningen, dat is afgegeven door een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten en voldoet aan de eisen van bijlage I;

16.   „vertrouwensdienst”: een elektronische dienst die gewoonlijk tegen betaling wordt verricht en het onderstaande inhoudt:

a)

het aanmaken, verifiëren en valideren van elektronische handtekeningen, elektronische zegels of elektronische tijdstempels, diensten voor elektronisch aangetekende bezorging en op deze diensten betrekking hebbende certificaten of

b)

het aanmaken, verifiëren en valideren van certificaten voor authenticatie van websites, of

c)

het bewaren van elektronische handtekeningen, zegels of certificaten die op deze diensten betrekking hebben;

17.   „gekwalificeerde vertrouwensdienst”: een vertrouwensdienst die voldoet aan de toepasselijke eisen zoals vastgelegd in deze verordening;

18.   „conformiteitsbeoordelingsinstantie”: een instantie omschreven in artikel 2, punt 13, van Verordening (EG) nr. 765/2008, die in overeenstemming met die verordening geaccrediteerd is om een conformiteitsbeoordeling te verrichten van een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten en van de door hem verleende vertrouwensdiensten;

19.   „verlener van vertrouwensdiensten”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een of meer vertrouwensdiensten verleent als een gekwalificeerde of als een niet-gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten;

20.   „gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten”: een verlener van vertrouwensdiensten die één of meerdere gekwalificeerde vertrouwensdiensten verleent en van het toezichthoudende orgaan de status van gekwalificeerde heeft gekregen;

21.   „product”: software of hardware, of relevante componenten van hardware of software, die bedoeld zijn om te worden gebruikt voor de verlening van vertrouwensdiensten;

22.   „middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen”: geconfigureerde software of hardware die wordt gebruikt om een elektronische handtekening aan te maken;

23.   „gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen”: een middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen dat voldoet aan de eisen van bijlage II;

24.   „aanmaker van een zegel”: een rechtspersoon die een elektronisch zegel aanmaakt;

25.   „elektronisch zegel”: gegevens in elektronische vorm die gehecht zijn aan of logisch verbonden zijn met andere gegevens in elektronische vorm en die worden gebruikt om de oorsprong en integriteit daarvan te waarborgen;

26.   „geavanceerd elektronisch zegel”: een elektronisch zegel dat voldoet aan de eisen in artikel 36;

27.   „gekwalificeerd elektronisch zegel”: een geavanceerd elektronisch zegel dat aangemaakt is door een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische zegels en dat gebaseerd is op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische zegels;

28.   „gegevens voor het aanmaken van elektronische zegels”: unieke gegevens die door de aanmaker van het elektronische zegel worden gebruikt om een elektronisch zegel aan te maken;

29.   „certificaat voor elektronische zegels”: een elektronische attestering die valideringsgegevens van elektronische zegels aan een rechtspersoon verbindt en de naam van die rechtspersoon bevestigt;

30.   „gekwalificeerd certificaat voor elektronische zegels”: een certificaat voor een elektronische zegel dat is afgegeven door een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten en voldoet aan de eisen van bijlage III;

31.   „middel voor het aanmaken van elektronische zegels”: geconfigureerde software of hardware die wordt gebruikt om een elektronisch zegel aan te maken;

32.   „gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische zegels”: een middel voor het aanmaken van elektronische zegels dat mutatis mutandis voldoet aan de eisen van bijlage II;

33.   „elektronische tijdstempel”: gegevens in elektronische vorm die andere gegevens in elektronische vorm verbinden aan een bepaald tijdstip en die bewijzen dat die laatstgenoemde gegevens op dat tijdstip bestonden;

34.   „gekwalificeerde elektronische tijdstempel”: een elektronische tijdstempel die voldoet aan de in artikel 42 vastgelegde eisen;

35.   „elektronisch document”: elke inhoud die is opgeslagen in elektronische vorm, in het bijzonder tekst of geluid, beeld of audiovisuele opname;

36.   „dienst voor elektronisch aangetekende bezorging”: een dienst die het mogelijk maakt gegevens via elektronische middelen tussen derden te verzenden en die bewijs verschaft ten aanzien van het hanteren van de verzonden gegevens, met inbegrip van bewijs van het verzenden en ontvangen van de gegevens, en die de verzonden gegevens beschermt tegen het risico van verlies, diefstal, beschadiging of onbevoegde wijzigingen;

37.   „gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging”: een dienst voor elektronisch aangetekende bezorging die voldoet aan de in artikel 44 vastgestelde eisen;

38.   „certificaat voor websiteauthenticatie”: attestering die het mogelijk maakt de authenticiteit van een website vast te stellen en die de website verbindt aan de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het certificaat is afgegeven;

39.   „gekwalificeerd certificaat voor websiteauthenticatie”: certificaat voor websiteauthenticatie dat is afgegeven door een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten en voldoet aan de eisen van bijlage IV;

40.   „valideringsgegevens”: gegevens die worden gebruikt om een elektronische handtekening of elektronisch zegel te valideren;

41.   „validering”: proces waarmee wordt nagegaan of en bevestigd dat een elektronische handtekening of een elektronisch zegel geldig is.

Artikel 7

Voorwaarden voor het in aanmerking komen voor de aanmelding van stelsels voor elektronische identificatie

Een stelsel voor elektronische identificatie komt in aanmerking voor aanmelding overeenkomstig artikel 9, lid 1, indien aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

a)

het elektronische identificatiemiddel dat onder het stelsel voor elektronische identificatie valt wordt uitgegeven:

i)

door de aanmeldende lidstaat;

ii)

op grond van een mandaat van de aanmeldende lidstaat; of

iii)

onafhankelijk van de aanmeldende lidstaat, en wordt door die lidstaat erkend;

b)

de elektronische identificatiemiddelen uit hoofde van het stelsel voor elektronische identificatie kunnen worden gebruikt om toegang te verkrijgen tot ten minste één door een openbare instantie geleverde dienst waarvoor elektronische identificatie vereist is in de aanmeldende lidstaat;

c)

het stelsel voor elektronische identificatie en de uit hoofde ervan uitgegeven elektronische identificatiemiddelen voldoen aan de eisen van op zijn minst één van de betrouwbaarheidsniveaus, opgenomen in de in artikel 8, lid 3, vermelde uitvoeringshandeling;

d)

de aanmeldende lidstaat waarborgt dat de persoonsidentificatiegegevens die de persoon in kwestie op unieke wijze kenmerken op het moment van uitgifte van het elektronische identificatiemiddel op grond van dat stelsel, conform de technische specificaties, normen en procedures voor het respectieve betrouwbaarheidsniveau zoals neergelegd in de uitvoeringshandeling bedoeld in artikel 8, lid 3, worden gekoppeld aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 3, punt 1;

e)

de partij die het elektronische identificatiemiddel uitgeeft op grond van dat stelsel, zorgt ervoor dat het elektronische identificatiemiddel wordt gekoppeld aan de persoon bedoeld in punt d) van dat artikel, in overeenstemming met de technische specificaties, normen en procedures voor het respectieve betrouwbaarheidsniveau zoals neergelegd in de uitvoeringshandeling bedoeld in artikel 8, lid 3;

f)

de aanmeldende lidstaat zorgt voor de beschikbaarheid van onlineauthenticatie, zodat iedere vertrouwende partij die op het grondgebied van een andere lidstaat gevestigd is, de mogelijkheid heeft de ontvangen persoonsidentificatiegegevens in elektronische vorm te bevestigen.

Voor andere vertrouwende partijen dan openbare instanties mag de aanmeldende lidstaat voorwaarden stellen voor toegang tot die authenticatie. Grensoverschrijdende authenticatie is kosteloos wanneer zij wordt uitgevoerd voor een door een openbare instantie verleende onlinedienst.

De lidstaten leggen geen specifieke onevenredige technische eisen op aan vertrouwende partijen die voornemens zijn een dergelijke authenticatie uit te voeren indien dergelijke eisen de interoperabiliteit van de aangemelde stelsels voor elektronische identificatie tegenhouden of in aanzienlijke mate belemmeren;

g)

ten minste zes maanden voor de aanmelding bedoeld in artikel 9, lid 1, verstrekt de aanmeldende lidstaat met het oog op de verplichting van artikel 12, lid 5, de andere lidstaten een beschrijving van dat stelsel, in overeenstemming met de procedurele voorschriften die zijn vastgesteld bij de in artikel 12, lid 7, bedoelde uitvoeringshandelingen;

h)

het stelsel voor elektronische identificatie voldoet aan de eisen van de uitvoeringshandeling bedoeld in artikel 12, lid 8.

Artikel 12

Samenwerking en interoperabiliteit

1.   De krachtens artikel 9, lid 1, aangemelde nationale stelsels voor elektronische identificatie zijn interoperabel.

2.   Voor de toepassing van lid 1 wordt een interoperabiliteitskader opgezet.

3.   Het interoperabiliteitskader voldoet aan de volgende criteria:

a)

het is erop gericht technologieneutraal te zijn en discrimineert niet tussen specifieke nationale technische oplossingen voor elektronische identificatie binnen de lidstaat;

b)

het volgt, zo mogelijk, Europese en internationale normen;

c)

het bevordert de toepassing van het beginsel van privacy by design; en

d)

het waarborgt dat persoonsgegevens overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG worden verwerkt.

4.   Het interoperabiliteitskader bestaat uit:

a)

een vermelding van de technische minimumeisen met betrekking tot de betrouwbaarheidsniveaus van artikel 8;

b)

het relateren van nationale betrouwbaarheidsniveaus van aangemelde stelsels voor elektronische identificatie aan de betrouwbaarheidsniveaus volgens artikel 8;

c)

een verwijzing naar technische minimumeisen voor interoperabiliteit;

d)

een verwijzing naar een minimaal pakket persoonsidentificatiegegevens die een natuurlijke of rechtspersoon op unieke wijze vertegenwoordigen, beschikbaar vanaf stelsels voor elektronische identificatie;

e)

procedureregels;

f)

regelingen voor geschillenbeslechting; en

g)

gemeenschappelijke operationele veiligheidsnormen.

5.   De lidstaten werken op onderstaande gebieden samen:

a)

de interoperabiliteit van de uit hoofde van artikel 9, lid 1, aangemelde stelsels voor elektronische identificatie en de stelsels voor elektronische identificatie die de lidstaten voornemens zijn aan te melden; en

b)

de veiligheid van de stelsels voor elektronische identificatie.

6.   De samenwerking tussen de lidstaten bestaat uit:

a)

de uitwisseling van informatie, ervaring en goede werkwijzen wat betreft stelsels voor elektronische identificatie en in het bijzonder wat betreft de technische vereisten inzake het niveau van interoperabiliteit en betrouwbaarheid;

b)

de uitwisseling van informatie, ervaring en goede werkwijzen wat betreft het werken met betrouwbaarheidsniveaus van stelsels voor elektronische identificatie volgens artikel 8;

c)

onderlinge evaluatie van stelsels voor elektronische identificatie die onder deze verordening vallen; en

d)

onderzoek naar ontwikkelingen ter zake in de sector van de elektronische identificatie.

7.   De Commissie stelt uiterlijk op 18 maart 2015, door middel van uitvoeringshandelingen, de nodige procedurele voorschriften vast om de in lid 5 en lid 6 bedoelde samenwerking tussen de lidstaten te vergemakkelijken teneinde een hoog op het risiconiveau afgestemde niveau van vertrouwen en veiligheid te waarborgen.

8.   De Commissie stelt uiterlijk op 18 september 2015, volgens de criteria in lid 3 en met inachtneming van de resultaten van de samenwerking tussen de lidstaten, uitvoeringshandelingen vast aangaande het lid 4 uitgewerkte interoperabiliteitskader ten behoeve van de vaststelling van eenduidige voorwaarden ter uitvoering van de in lid 1 bedoelde verplichting.

9.   De in de leden 7 en 8 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

HOOFDSTUK III

VERTROUWENSDIENSTEN

AFDELING 1

Algemene bepalingen

Artikel 25

Rechtsgevolgen van elektronische handtekeningen

1.   Het rechtsgevolg van een elektronische handtekening en de toelaatbaarheid ervan als bewijsmiddel in gerechtelijke procedures mogen niet worden ontkend louter op grond van het feit dat de handtekening elektronisch is of niet aan de eisen voor gekwalificeerde elektronische handtekeningen voldoet.

2.   Een gekwalificeerde elektronische handtekening heeft hetzelfde rechtsgevolg als een handgeschreven handtekening.

3.   Een gekwalificeerde elektronische handtekening die op een in een lidstaat afgegeven gekwalificeerd certificaat is gebaseerd, wordt in alle andere lidstaten als een gekwalificeerde elektronische handtekening erkend.

Artikel 26

Eisen voor geavanceerde elektronische handtekeningen

Een geavanceerde elektronische handtekening voldoet aan de volgende eisen:

a)

zij is op unieke wijze aan de ondertekenaar verbonden;

b)

zij maakt het mogelijk de ondertekenaar te identificeren;

c)

zij komt tot stand met gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen die de ondertekenaar, met een hoog vertrouwensniveau, onder zijn uitsluitende controle kan gebruiken, en

d)

zij is op zodanige wijze aan de daarmee ondertekende gegevens verbonden, dat elke wijziging achteraf van de gegevens kan worden opgespoord.

Artikel 27

Elektronische handtekeningen in openbare diensten

1.   Indien een lidstaat een geavanceerde elektronische handtekening vereist voor het gebruik van een door of namens een openbare instantie aangeboden onlinedienst, erkent die lidstaat geavanceerde elektronische handtekeningen, geavanceerde elektronische handtekeningen gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen, en gekwalificeerde elektronische handtekeningen, op zijn minst in de formaten of gebruikmakend van methoden die zijn gedefinieerd in de in lid 5 bedoelde uitvoeringshandelingen.

2.   Indien een lidstaat een op een gekwalificeerd certificaat gebaseerde geavanceerde elektronische handtekening vereist voor het gebruik van een door of namens een openbare instantie aangeboden onlinedienst, erkent die lidstaat geavanceerde elektronische handtekeningen gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat en gekwalificeerde elektronische handtekeningen, op zijn minst in de formaten of gebruikmakend van de methoden die zijn gedefinieerd in de in lid 5 bedoelde uitvoeringshandelingen.

3.   De lidstaten vereisen voor grensoverschrijdend gebruik bij een door een openbare instantie aangeboden onlinedienst geen elektronische handtekening van een hoger betrouwbaarheidsniveau dan een gekwalificeerde elektronische handtekening.

4.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers vaststellen voor normen inzake geavanceerde elektronische handtekeningen. Indien een geavanceerde elektronische handtekening aan die normen voldoet, wordt zij geacht in overeenstemming te zijn met de in de leden 1 en 2 van dit artikel en in artikel 26, bedoelde vereisten voor geavanceerde elektronische handtekeningen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

5.   Uiterlijk op 18 september 2015, rekening houdend met bestaande praktijken, normen en rechtshandelingen van de Unie, definieert de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen referentieformaten van geavanceerde elektronische handtekeningen of referentiemethoden wanneer alternatieve formaten worden gebruikt. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 28

Gekwalificeerde certificaten voor elektronische handtekeningen

1.   Gekwalificeerde certificaten voor elektronische handtekeningen voldoen aan de in bijlage I vastgestelde eisen.

2.   Voor gekwalificeerde certificaten voor elektronische handtekeningen gelden geen dwingende eisen die strenger zijn dan de in bijlage I vastgestelde eisen.

3.   Gekwalificeerde certificaten voor elektronische handtekeningen kunnen facultatieve aanvullende specifieke attributen hebben. Die attributen hebben geen invloed op de interoperabiliteit en de erkenning van gekwalificeerde elektronische handtekeningen.

4.   Indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen na initiële activering wordt ingetrokken, verliest het zijn geldigheid vanaf het moment van de intrekking en kan de status ervan in geen geval worden hersteld.

5.   Behoudens de hierna volgende voorwaarden kunnen lidstaten nationale regels vaststellen inzake de tijdelijke schorsing van een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen:

a)

indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen tijdelijk is geschorst, verliest dit certificaat gedurende de periode van de schorsing zijn geldigheid;

b)

de periode van schorsing wordt duidelijk aangegeven in de certificatendatabank en de schorsingsstatus is, gedurende de schorsingsperiode, zichtbaar vanuit de dienst die informatie over de status van het certificaat geeft.

6.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers vaststellen voor normen inzake gekwalificeerde certificaten voor elektronische handtekeningen. Indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen aan dergelijke normen voldoet, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in bijlage I vastgestelde eisen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 29

Eisen voor gekwalificeerde middelen voor het aanmaken van elektronische handtekeningen

1.   Gekwalificeerde middelen voor het aanmaken van elektronische handtekeningen dienen te voldoen aan de in bijlage II vastgestelde eisen.

2.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers vaststellen voor normen inzake gekwalificeerde middelen voor het aanmaken van elektronische handtekeningen. Indien een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen aan dergelijke normen voldoet, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in bijlage II vastgestelde eisen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 32

Eisen voor de validering van gekwalificeerde elektronische handtekeningen

1.   Het valideringsproces voor een gekwalificeerde elektronische handtekening bevestigt de geldigheid van een gekwalificeerde elektronische handtekening, op voorwaarde dat:

a)

het certificaat dat de handtekening ondersteunt op het tijdstip van ondertekening een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen was overeenkomstig bijlage I;

b)

het gekwalificeerd certificaat werd afgegeven door een gekwalificeerd verlener van vertrouwensdiensten en op het tijdstip van ondertekening geldig was;

c)

de gegevens voor het valideren van de handtekening overeenstemmen met de gegevens die aan de vertrouwende partij zijn verstrekt;

d)

de unieke reeks gegevens die in het certificaat verwijst naar de ondertekenaar, correct wordt doorgegeven aan de vertrouwende partij;

e)

de vertrouwende partij duidelijk wordt gewezen op het eventuele gebruik van een pseudoniem op het tijdstip van ondertekening;

f)

de elektronische handtekening werd aangemaakt met behulp van een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen;

g)

de integriteit van de ondertekende gegevens niet is aangetast;

h)

op het tijdstip van ondertekening voldaan was aan de in artikel 26, bedoelde eisen.

2.   Het systeem dat is gebruikt voor het valideren van de gekwalificeerde elektronische handtekening verstrekt het juiste resultaat van het valideringsproces aan de vertrouwende partij en stelt deze in de gelegenheid om veiligheidsproblemen te identificeren.

3.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers vaststellen voor normen inzake de validering van gekwalificeerde elektronische handtekeningen. Indien de validering van gekwalificeerde elektronische handtekeningen aan dergelijke normen voldoet, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in lid 1 vastgestelde eisen. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 33

Gekwalificeerde valideringsdienst voor gekwalificeerde elektronische handtekeningen

1.   Een gekwalificeerde valideringsdienst voor gekwalificeerde elektronische handtekeningen kan uitsluitend worden verleend door een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten die:

a)

validering verstrekt overeenkomstig artikel 32, lid 1, en

b)

de vertrouwende partijen in staat stelt om het resultaat van het valideringsproces op een geautomatiseerde, betrouwbare en efficiënte manier, voorzien van de geavanceerde elektronische handtekening of het geavanceerde elektronische zegel van de verlener van de gekwalificeerde valideringsdienst, te ontvangen.

2.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers vaststellen voor normen inzake de in lid 1 bedoelde gekwalificeerde valideringsdienst. Indien de dienst voor de validering van gekwalificeerde elektronische handtekeningen aan dergelijke normen voldoet, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in lid 1 vastgestelde eisen. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 35

Rechtsgevolgen van elektronische zegels

1.   Het rechtsgevolg van een elektronisch zegel en de toelaatbaarheid ervan als bewijsmiddel in gerechtelijke procedures mogen niet worden ontkend louter op grond van het feit dat het zegel elektronisch is of niet aan de eisen voor gekwalificeerde elektronische zegels voldoet.

2.   Voor een gekwalificeerd elektronisch zegel geldt het vermoeden van integriteit van de gegevens en van juistheid van de oorsprong van de gegevens waaraan het gekwalificeerd elektronisch zegel is verbonden.

3.   Een gekwalificeerd elektronisch zegel dat op een in een lidstaat afgegeven gekwalificeerd certificaat is gebaseerd, wordt in alle andere lidstaten als een gekwalificeerd elektronisch zegel erkend.

Artikel 36

Eisen voor geavanceerde elektronische zegels

Een geavanceerd elektronisch zegel voldoet aan de volgende eisen:

a)

het is op unieke wijze aan de aanmaker van het zegel verbonden;

b)

het maakt het mogelijk de aanmaker van het zegel te identificeren;

c)

het komt tot stand met gebruikmaking van gegevens voor het aanmaken van elektronische zegels die de aanmaker van het zegel met een hoog vertrouwensniveau onder zijn controle kan gebruiken voor het aanmaken van elektronische zegels;

d)

het is op zodanige wijze aan de gegevens waarop zij betrekking heeft verbonden, dat elke wijziging achteraf van de gegevens kan worden opgespoord.

Artikel 37

Elektronische zegels in openbare diensten

1.   Indien een lidstaat een geavanceerd elektronisch zegel vereist voor het gebruik van een door of namens een openbare instantie aangeboden onlinedienst, erkent die lidstaat geavanceerde elektronische zegels, geavanceerde elektronische zegels gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische zegels en gekwalificeerde elektronische zegels, op zijn minst in de formaten of gebruikmakend van methoden die zijn gedefinieerd in de in lid 5 bedoelde uitvoeringshandelingen.

2.   Indien een lidstaat een op een gekwalificeerd certificaat gebaseerd geavanceerd elektronisch zegel vereist voor het gebruik van een door of namens een openbare instantie aangeboden onlinedienst, erkent die lidstaat geavanceerde elektronische zegels gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat en gekwalificeerde elektronische zegels, op zijn minst in de formaten of gebruikmakend van methoden die zijn gedefinieerd in de in lid 5 bedoelde uitvoeringshandelingen.

3.   De lidstaten vragen voor grensoverschrijdend gebruik bij een door een openbare instantie aangeboden onlinedienst geen elektronisch zegel van een hoger betrouwbaarheidsniveau dan het gekwalificeerde elektronische zegel.

4.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers vaststellen voor normen inzake geavanceerde elektronische zegels. Indien een geavanceerd elektronisch zegel aan die normen voldoet, wordt het geacht in overeenstemming te zijn met de in de leden 1 en 2 van dit artikel, en in artikel 36, bedoelde vereisten voor geavanceerde elektronische zegels. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

5.   Uiterlijk op 18 september 2015, en rekening houdend met bestaande praktijken, normen en rechtshandelingen van de Unie, definieert de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen referentieformaten van geavanceerde elektronische zegels of referentiemethoden indien alternatieve formaten worden gebruikt. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 38

Gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels

1.   Gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels voldoen aan de in bijlage III vastgestelde eisen.

2.   Voor gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels gelden geen dwingende eisen die strenger zijn dan de in bijlage III vastgestelde eisen.

3.   Gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels kunnen facultatieve aanvullende specifieke attributen hebben. Die attributen hebben geen invloed op de interoperabiliteit en de erkenning van gekwalificeerde elektronische zegels.

4.   Indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronische zegels na initiële activering wordt ingetrokken, verliest het zijn geldigheid vanaf het moment van de intrekking en kan de status ervan in geen geval worden hersteld.

5.   Behoudens de hierna volgende voorwaarden kunnen lidstaten nationale regels vaststellen inzake de tijdelijke schorsing van gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels:

a)

indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronische zegels tijdelijk is geschorst, verliest dit certificaat gedurende de periode van de schorsing zijn geldigheid;

b)

de periode van schorsing wordt duidelijk aangegeven in de certificatendatabank en de schorsingsstatus is, gedurende de schorsingsperiode, zichtbaar vanuit de dienst die informatie geeft over de status van het certificaat.

6.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers opstellen voor normen inzake gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels. Indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronisch zegels aan dergelijke normen voldoet, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in bijlage III vastgestelde eisen. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 41

Rechtsgevolg van elektronische tijdstempels

1.   Het rechtsgevolg van een elektronisch tijdstempel en de toelaatbaarheid ervan als bewijsmiddel in gerechtelijke procedures mogen niet worden ontkend louter op grond van het feit dat het stempel elektronisch is of niet aan de eisen voor gekwalificeerde elektronische tijdstempels voldoet.

2.   Voor een gekwalificeerd elektronisch tijdstempel geldt het vermoeden van de juistheid van de aangegeven datum en het aangegeven tijdstip, en van de integriteit van de gegevens waaraan de datum en het tijdstip zijn gekoppeld.

3.   Een gekwalificeerd elektronisch tijdstempel, afgegeven in een lidstaat, wordt in alle lidstaten als een gekwalificeerd elektronisch tijdstempel erkend.

Artikel 42

Eisen voor gekwalificeerde elektronische tijdstempels

1.   Een gekwalificeerd elektronisch tijdstempel voldoet aan de volgende eisen:

a)

het tijdstempel koppelt de datum en het tijdstip op zodanige wijze aan gegevens dat onmerkbare wijziging van de gegevens redelijkerwijs kan worden uitgesloten;

b)

het stempel is gebaseerd op een nauwkeurige tijdsbron die aan de gecoördineerde universele tijd gekoppeld is; en

c)

het stempel wordt ondertekend met behulp van een geavanceerde elektronische handtekening of verzegeld met een geavanceerd elektronisch zegel van de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten, of met behulp van een andere gelijkwaardige methode.

2.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers opstellen voor normen inzake de koppeling van datum en tijdstip aan gegevens en voor nauwkeurige tijdsbronnen. Indien de koppeling van datum en tijdstip aan gegevens en de nauwkeurige tijdsbron aan dergelijke normen voldoen, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in lid 1 vastgestelde eisen.Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

AFDELING 7

Diensten voor elektronisch aangetekende bezorging

Artikel 43

Rechtsgevolg van een dienst voor elektronisch aangetekende bezorging

1.   Het rechtsgevolg en toelaatbaarheid als bewijsmiddel in gerechtelijke procedures van gegevens die via een dienst voor elektronisch aangetekende bezorging verstuurd en ontvangen worden, mogen niet worden ontkend louter op grond van het feit dat de dienst elektronisch is of niet aan de eisen voor de gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging voldoet.

2.   Voor gegevens die via een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging worden verstuurd en ontvangen, geldt het vermoeden van integriteit van de gegevens, van de verzending van die gegevens door de geïdentificeerde afzender, van de ontvangst daarvan door de geïdentificeerde geadresseerde, en van de nauwkeurigheid van de datum en het tijdstip van verzending en van ontvangst, zoals aangegeven door de gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging.

Artikel 44

Eisen voor gekwalificeerde diensten voor elektronisch aangetekende bezorging

1.   Gekwalificeerde diensten voor elektronisch aangetekende bezorging voldoen aan de volgende eisen:

a)

zij worden verleend door een of meer gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten;

b)

zij bevestigen op een hoog vertrouwensniveau de identiteit van de zender;

c)

zij bevestigen de identiteit van de geadresseerde, alvorens de gegevens te bezorgen;

d)

het verzenden en ontvangen van gegevens wordt beveiligd door een geavanceerde elektronische handtekening of een geavanceerd elektronisch zegel van een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten, en wel op zodanige wijze dat onmerkbare wijziging van gegevens kan worden uitgesloten;

e)

de verzender en de geadresseerde van de gegevens worden op duidelijke wijze in kennis gesteld van eventuele wijzigingen van de gegevens die nodig zijn voor het verzenden of ontvangen van de gegevens;

f)

de datum en het tijdstip van verzenden, ontvangen en wijzigen van gegevens worden aangegeven met een gekwalificeerd elektronisch tijdstempel.

Wanneer gegevens overgedragen worden tussen twee of meer gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten, zijn de eisen onder a) tot en met f) van toepassing op alle gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten.

2.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers vaststellen voor normen inzake processen voor het verzenden en ontvangen van gegevens. Indien het proces voor het verzenden en ontvangen van gegevens aan dergelijke normen voldoet, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in lid 1 vastgestelde eisen. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

AFDELING 8

Authenticatie van websites

Artikel 45

Eisen voor gekwalificeerde certificaten voor websiteauthenticatie

1.   Gekwalificeerde certificaten voor authenticatie van websites voldoen aan de in bijlage IV vastgestelde eisen.

2.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers vaststellen voor normen inzake gekwalificeerde certificaten voor de authenticatie van websites. Indien een gekwalificeerd certificaat voor de authenticatie van websites aan dergelijke normen voldoet, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in bijlage IV vastgestelde eisen. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

HOOFDSTUK IV

ELEKTRONISCHE DOCUMENTEN


whereas









keyboard_arrow_down