search


keyboard_tab EIDAS 2014/0910 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2014/0910 NL cercato: 'niet-gekwalificeerde' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


just index niet-gekwalificeerde:

    HOOFDSTUK I
    ALGEMENE BEPALINGEN
  • 1 Artikel 3 Definities

  • HOOFDSTUK II
    ELEKTRONISCHE IDENTIFICATIE

    HOOFDSTUK III
    VERTROUWENSDIENSTEN

    AFDELING 1
    Algemene bepalingen

    AFDELING 2
    Toezicht
  • 2 Artikel 17 Toezichthoudend orgaan

  • AFDELING 3
    Vertrouwensdiensten

    AFDELING 4
    Elektronische handtekeningen

    AFDELING 5
    Elektronische zegels

    AFDELING 6
    Elektronisch tijdstempel

    AFDELING 7
    Diensten voor elektronisch aangetekende bezorging

    AFDELING 8
    Authenticatie van websites

    HOOFDSTUK IV
    ELEKTRONISCHE DOCUMENTEN

    HOOFDSTUK V
    BEVOEGDHEIDSDELEGATIES EN UITVOERINGSBEPALINGEN

    HOOFDSTUK VI
    SLOTBEPALINGEN


whereas niet-gekwalificeerde:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 384

 

Artikel 3

Definities

Voor de doelstellingen van deze verordening, zijn de volgende definities van toepassing:

1.   „elektronische identificatie”: het proces van het gebruiken van persoonsidentificatiegegevens in elektronische vorm die op unieke wijze een natuurlijke persoon of rechtspersoon, of een natuurlijke persoon die een rechtspersoon vertegenwoordigt, aanduiden;

2.   „elektronisch identificatiemiddel”: een materiële en/of immateriële eenheid die persoonsidentificatiegegevens bevat en die gebruikt wordt voor authenticatie bij een onlinedienst;

3.   „persoonsidentificatiegegevens”: een reeks gegevens aan de hand waarvan de identiteit van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, of een natuurlijke persoon die een rechtspersoon vertegenwoordigt, kan worden vastgesteld;

4.   „stelsel voor elektronische identificatie”: een stelsel voor elektronische identificatie waarbinnen elektronische identificatiemiddelen worden uitgegeven aan natuurlijke personen, rechtspersonen of natuurlijke personen die rechtspersonen vertegenwoordigen;

5.   „authenticatie”: een elektronisch proces dat de bevestiging van de elektronische identificatie van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, of van de oorsprong en integriteit van gegevens in elektronische vorm mogelijk maakt;

6.   „vertrouwende partij”: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die vertrouwt op een elektronische identificatie of een vertrouwensdienst;

7.   „openbare instantie”: een staat, regionale of lokale overheden, publiekrechtelijke instellingen en samenwerkingsverbanden bestaand uit één of meer van deze overheidsinstanties of een of meer van deze publiekrechtelijke instellingen, of een private entiteit die door ten minste een van deze autoriteiten, publiekrechtelijke instellingen of verenigingen is gemachtigd tot het verlenen van openbare diensten, wanneer zij in die hoedanigheid optreden;

8.   „publiekrechtelijke instelling”: een instelling volgens de definitie in punt 4 van artikel 2, lid 1, van Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad (15);

9.   „ondertekenaar”: een natuurlijke persoon die een elektronische handtekening aanmaakt;

10.   „elektronische handtekening”: gegevens in elektronische vorm die gehecht zijn aan of logisch verbonden zijn met andere gegevens in elektronische vorm en die door de ondertekenaar worden gebruikt om te ondertekenen;

11.   „geavanceerde elektronische handtekening”: een elektronische handtekening die voldoet aan de eisen in artikel 26;

12.   „gekwalificeerde elektronische handtekening”: een geavanceerde elektronische handtekening die is aangemaakt met een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen en die gebaseerd is op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen;

13.   „gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen”: unieke gegevens die door de ondertekenaar worden gebruikt om een elektronische handtekening aan te maken;

14.   „certificaat voor elektronische handtekeningen”: een elektronische attestering die valideringsgegevens voor elektronische handtekeningen aan een natuurlijke persoon koppelt en ten minste de naam of het pseudoniem van die persoon bevestigt;

15.   „gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen”: een certificaat voor elektronische handtekeningen, dat is afgegeven door een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten en voldoet aan de eisen van bijlage I;

16.   „vertrouwensdienst”: een elektronische dienst die gewoonlijk tegen betaling wordt verricht en het onderstaande inhoudt:

a)

het aanmaken, verifiëren en valideren van elektronische handtekeningen, elektronische zegels of elektronische tijdstempels, diensten voor elektronisch aangetekende bezorging en op deze diensten betrekking hebbende certificaten of

b)

het aanmaken, verifiëren en valideren van certificaten voor authenticatie van websites, of

c)

het bewaren van elektronische handtekeningen, zegels of certificaten die op deze diensten betrekking hebben;

17.   „gekwalificeerde vertrouwensdienst”: een vertrouwensdienst die voldoet aan de toepasselijke eisen zoals vastgelegd in deze verordening;

18.   „conformiteitsbeoordelingsinstantie”: een instantie omschreven in artikel 2, punt 13, van Verordening (EG) nr. 765/2008, die in overeenstemming met die verordening geaccrediteerd is om een conformiteitsbeoordeling te verrichten van een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten en van de door hem verleende vertrouwensdiensten;

19.   „verlener van vertrouwensdiensten”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een of meer vertrouwensdiensten verleent als een gekwalificeerde of als een niet-gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten;

20.   „gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten”: een verlener van vertrouwensdiensten die één of meerdere gekwalificeerde vertrouwensdiensten verleent en van het toezichthoudende orgaan de status van gekwalificeerde heeft gekregen;

21.   „product”: software of hardware, of relevante componenten van hardware of software, die bedoeld zijn om te worden gebruikt voor de verlening van vertrouwensdiensten;

22.   „middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen”: geconfigureerde software of hardware die wordt gebruikt om een elektronische handtekening aan te maken;

23.   „gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen”: een middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen dat voldoet aan de eisen van bijlage II;

24.   „aanmaker van een zegel”: een rechtspersoon die een elektronisch zegel aanmaakt;

25.   „elektronisch zegel”: gegevens in elektronische vorm die gehecht zijn aan of logisch verbonden zijn met andere gegevens in elektronische vorm en die worden gebruikt om de oorsprong en integriteit daarvan te waarborgen;

26.   „geavanceerd elektronisch zegel”: een elektronisch zegel dat voldoet aan de eisen in artikel 36;

27.   „gekwalificeerd elektronisch zegel”: een geavanceerd elektronisch zegel dat aangemaakt is door een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische zegels en dat gebaseerd is op een gekwalificeerd certificaat voor elektronische zegels;

28.   „gegevens voor het aanmaken van elektronische zegels”: unieke gegevens die door de aanmaker van het elektronische zegel worden gebruikt om een elektronisch zegel aan te maken;

29.   „certificaat voor elektronische zegels”: een elektronische attestering die valideringsgegevens van elektronische zegels aan een rechtspersoon verbindt en de naam van die rechtspersoon bevestigt;

30.   „gekwalificeerd certificaat voor elektronische zegels”: een certificaat voor een elektronische zegel dat is afgegeven door een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten en voldoet aan de eisen van bijlage III;

31.   „middel voor het aanmaken van elektronische zegels”: geconfigureerde software of hardware die wordt gebruikt om een elektronisch zegel aan te maken;

32.   „gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische zegels”: een middel voor het aanmaken van elektronische zegels dat mutatis mutandis voldoet aan de eisen van bijlage II;

33.   „elektronische tijdstempel”: gegevens in elektronische vorm die andere gegevens in elektronische vorm verbinden aan een bepaald tijdstip en die bewijzen dat die laatstgenoemde gegevens op dat tijdstip bestonden;

34.   „gekwalificeerde elektronische tijdstempel”: een elektronische tijdstempel die voldoet aan de in artikel 42 vastgelegde eisen;

35.   „elektronisch document”: elke inhoud die is opgeslagen in elektronische vorm, in het bijzonder tekst of geluid, beeld of audiovisuele opname;

36.   „dienst voor elektronisch aangetekende bezorging”: een dienst die het mogelijk maakt gegevens via elektronische middelen tussen derden te verzenden en die bewijs verschaft ten aanzien van het hanteren van de verzonden gegevens, met inbegrip van bewijs van het verzenden en ontvangen van de gegevens, en die de verzonden gegevens beschermt tegen het risico van verlies, diefstal, beschadiging of onbevoegde wijzigingen;

37.   „gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging”: een dienst voor elektronisch aangetekende bezorging die voldoet aan de in artikel 44 vastgestelde eisen;

38.   „certificaat voor websiteauthenticatie”: attestering die het mogelijk maakt de authenticiteit van een website vast te stellen en die de website verbindt aan de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het certificaat is afgegeven;

39.   „gekwalificeerd certificaat voor websiteauthenticatie”: certificaat voor websiteauthenticatie dat is afgegeven door een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten en voldoet aan de eisen van bijlage IV;

40.   „valideringsgegevens”: gegevens die worden gebruikt om een elektronische handtekening of elektronisch zegel te valideren;

41.   „validering”: proces waarmee wordt nagegaan of en bevestigd dat een elektronische handtekening of een elektronisch zegel geldig is.

Artikel 17

Toezichthoudend orgaan

1.   De lidstaten wijzen een toezichthoudend orgaan aan dat gevestigd is op hun grondgebied of, in overeenstemming met een andere lidstaat, een in die andere lidstaat gevestigd toezichthoudend orgaan. Dat orgaanis verantwoordelijk voor toezichthoudende taken in de aanwijzende lidstaat.

Toezichthoudende organen krijgen de noodzakelijke bevoegdheden en toereikende middelen voor de uitvoering van hun opdrachten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de namen en adressen mee van de door hen aangewezen toezichthoudende organen.

3.   De rol van het toezichthoudend orgaan is:

a)

toezicht te houden op gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten die gevestigd zijn in de aanwijzende lidstaat om door middel van toezichthoudende activiteiten vooraf en achteraf te waarborgen dat deze gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten en de door hen verleende gekwalificeerde vertrouwensdiensten voldoen aan de eisen in deze verordening;

b)

indien nodig tegen niet-gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten die gevestigd zijn in de aanwijzende lidstaat op te treden door middel van toezichthoudende activiteiten achteraf, wanneer het orgaan verneemt dat deze niet-gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten of de door hen verleende vertrouwensdiensten niet zouden voldoen aan de vereisten van deze verordening.

4.   Met het oog op de doeleinden van lid 3 en behoudens de aldaar aangegeven beperkingen bestaan de taken van het toezichthoudend orgaan in het bijzonder in:

a)

samenwerking met andere toezichthoudende organen en bijstandsverlening aan deze organen overeenkomstig artikel 18;

b)

analyse van de conformiteitsbeoordelingsverslagen bedoeld in artikel 20, lid 1, en artikel 21, lid 1;

c)

andere toezichthoudende organen en het publiek overeenkomstig artikel 19, lid 2, op de hoogte brengen van veiligheidsinbreuken of integriteitsverlies;

d)

aan de Commissie verslag uitbrengen over zijn hoofdactiviteiten, overeenkomstig lid 6;

e)

audits uitvoeren of een conformiteitsbeoordelingsinstantie verzoeken een conformiteitsbeoordeling te doen van de gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten overeenkomstig artikel 20, lid 2;

f)

samenwerken met de gegevensbeschermingsinstanties en in het bijzonder deze instanties zonder onnodige vertraging informeren over de resultaten van de audits van gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten indien er aanwijzingen zijn dat er regels inzake bescherming van persoonsgegevens zijn overtreden;

g)

de status van gekwalificeerde toekennen aan verleners van vertrouwensdiensten en aan de door hen verleende diensten, en deze status intrekken, overeenkomstig de artikelen 20 en 21;

h)

het voor de nationale vertrouwenslijst verantwoordelijke orgaan, bedoeld in artikel 22, lid 3, op de hoogte brengen van zijn besluiten om de status van gekwalificeerde toe te kennen of in te trekken, tenzij dit orgaan ook het toezichthoudend orgaan is;

i)

indien de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten zijn activiteiten beëindigt, nagaan of er bepalingen bestaan over beëindigingsplannen en of deze correct worden toegepast, ook inzake de vraag hoe informatie toegankelijk wordt gehouden overeenkomstig artikel 24, lid 2, onder h);

j)

eisen dat verleners van vertrouwensdiensten iedere niet-naleving van de in deze verordening vastgestelde voorschriften rechtzetten.

5.   De lidstaten mogen vereisen dat het toezichthoudende orgaan een vertrouwensinfrastructuur opzet, onderhoudt en geregeld aanpast in overeenstemming met de voorwaarden uit hoofde van het nationale recht.

6.   Elk toezichthoudend orgaan legt de Commissie jaarlijks uiterlijk op 31 maart een verslag voor over zijn hoofdactiviteiten in het voorgaande kalenderjaar, evenals een samenvatting van inbreukmeldingen die van verleners van vertrouwensdiensten ontvangen zijn overeenkomstig artikel 19, lid 2.

7.   De Commissie stelt het in lid 6 bedoelde jaarverslag voor de lidstaten beschikbaar.

8.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de formaten en procedures voor het in lid 6 bedoelde verslag definiëren. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.


whereas









keyboard_arrow_down