search


keyboard_tab EIDAS 2014/0910 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2014/0910 NL cercato: 'aangegeven' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


just index aangegeven:


whereas aangegeven:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 575

 

Artikel 13

Aansprakelijkheid en bewijslast

1.   Onverminderd lid 2 zijn verleners van vertrouwensdiensten aansprakelijk voor opzettelijk of uit onachtzaamheid toegebrachte schade aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon die is te wijten aan een verzuim de verplichtingen uit hoofde van deze verordening na te leven.

De bewijslast voor het aantonen van opzet of nalatigheid van een niet gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten ligt bij de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die zich op de in de eerste alinea 1 bedoelde schade beroept.

De opzet of nalatigheid van een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten wordt vermoed tenzij die gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten bewijst dat in de eerste alinea bedoelde schade is ontstaan zonder dat er sprake was van opzet of nalatigheid van die gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten.

2.   Indien verleners van vertrouwensdiensten hun klanten van te voren goed informeren over de beperkingen bij het gebruik van de aangeboden diensten en als deze beperkingen voor derden herkenbaar zijn, zijn verleners van vertrouwensdiensten niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door gebruikmaking van diensten die de aangegeven beperkingen overschrijden.

3.   De leden 1 en 2 worden toegepast volgens de nationale voorschriften inzake aansprakelijkheid.

Artikel 17

Toezichthoudend orgaan

1.   De lidstaten wijzen een toezichthoudend orgaan aan dat gevestigd is op hun grondgebied of, in overeenstemming met een andere lidstaat, een in die andere lidstaat gevestigd toezichthoudend orgaan. Dat orgaanis verantwoordelijk voor toezichthoudende taken in de aanwijzende lidstaat.

Toezichthoudende organen krijgen de noodzakelijke bevoegdheden en toereikende middelen voor de uitvoering van hun opdrachten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de namen en adressen mee van de door hen aangewezen toezichthoudende organen.

3.   De rol van het toezichthoudend orgaan is:

a)

toezicht te houden op gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten die gevestigd zijn in de aanwijzende lidstaat om door middel van toezichthoudende activiteiten vooraf en achteraf te waarborgen dat deze gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten en de door hen verleende gekwalificeerde vertrouwensdiensten voldoen aan de eisen in deze verordening;

b)

indien nodig tegen niet-gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten die gevestigd zijn in de aanwijzende lidstaat op te treden door middel van toezichthoudende activiteiten achteraf, wanneer het orgaan verneemt dat deze niet-gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten of de door hen verleende vertrouwensdiensten niet zouden voldoen aan de vereisten van deze verordening.

4.   Met het oog op de doeleinden van lid 3 en behoudens de aldaar aangegeven beperkingen bestaan de taken van het toezichthoudend orgaan in het bijzonder in:

a)

samenwerking met andere toezichthoudende organen en bijstandsverlening aan deze organen overeenkomstig artikel 18;

b)

analyse van de conformiteitsbeoordelingsverslagen bedoeld in artikel 20, lid 1, en artikel 21, lid 1;

c)

andere toezichthoudende organen en het publiek overeenkomstig artikel 19, lid 2, op de hoogte brengen van veiligheidsinbreuken of integriteitsverlies;

d)

aan de Commissie verslag uitbrengen over zijn hoofdactiviteiten, overeenkomstig lid 6;

e)

audits uitvoeren of een conformiteitsbeoordelingsinstantie verzoeken een conformiteitsbeoordeling te doen van de gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten overeenkomstig artikel 20, lid 2;

f)

samenwerken met de gegevensbeschermingsinstanties en in het bijzonder deze instanties zonder onnodige vertraging informeren over de resultaten van de audits van gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten indien er aanwijzingen zijn dat er regels inzake bescherming van persoonsgegevens zijn overtreden;

g)

de status van gekwalificeerde toekennen aan verleners van vertrouwensdiensten en aan de door hen verleende diensten, en deze status intrekken, overeenkomstig de artikelen 20 en 21;

h)

het voor de nationale vertrouwenslijst verantwoordelijke orgaan, bedoeld in artikel 22, lid 3, op de hoogte brengen van zijn besluiten om de status van gekwalificeerde toe te kennen of in te trekken, tenzij dit orgaan ook het toezichthoudend orgaan is;

i)

indien de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten zijn activiteiten beëindigt, nagaan of er bepalingen bestaan over beëindigingsplannen en of deze correct worden toegepast, ook inzake de vraag hoe informatie toegankelijk wordt gehouden overeenkomstig artikel 24, lid 2, onder h);

j)

eisen dat verleners van vertrouwensdiensten iedere niet-naleving van de in deze verordening vastgestelde voorschriften rechtzetten.

5.   De lidstaten mogen vereisen dat het toezichthoudende orgaan een vertrouwensinfrastructuur opzet, onderhoudt en geregeld aanpast in overeenstemming met de voorwaarden uit hoofde van het nationale recht.

6.   Elk toezichthoudend orgaan legt de Commissie jaarlijks uiterlijk op 31 maart een verslag voor over zijn hoofdactiviteiten in het voorgaande kalenderjaar, evenals een samenvatting van inbreukmeldingen die van verleners van vertrouwensdiensten ontvangen zijn overeenkomstig artikel 19, lid 2.

7.   De Commissie stelt het in lid 6 bedoelde jaarverslag voor de lidstaten beschikbaar.

8.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen de formaten en procedures voor het in lid 6 bedoelde verslag definiëren. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 23

Vertrouwensmerk van de EU voor gekwalificeerde vertrouwensdiensten

1.   Nadat de in artikel 21, lid 2, tweede alinea, bedoelde status van gekwalificeerde is aangegeven op de in artikel 22, lid 1, bedoelde vertrouwenslijst, kunnen gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten het vertrouwensmerk van de EU gebruiken om de gekwalificeerde vertrouwensdiensten die zij leveren op een eenvoudige, herkenbare en duidelijke manier aan te geven.

2.   Wanneer gekwalificeerde dienstverleners gebruikmaken van het vertrouwensmerk van de EU voor de in lid 1 bedoelde gekwalificeerde vertrouwensdiensten, zorgen zij ervoor dat op hun website een koppeling naar de desbetreffende vertrouwenslijst beschikbaar is.

3.   De Commissie bepaalt uiterlijk op 1 juli 2015, via uitvoeringshandelingen, de specificaties van het formulier, en in het bijzonder de presentatie, samenstelling, omvang en vormgeving van het vertrouwensmerk van de EU voor gekwalificeerde vertrouwensdiensten. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 28

Gekwalificeerde certificaten voor elektronische handtekeningen

1.   Gekwalificeerde certificaten voor elektronische handtekeningen voldoen aan de in bijlage I vastgestelde eisen.

2.   Voor gekwalificeerde certificaten voor elektronische handtekeningen gelden geen dwingende eisen die strenger zijn dan de in bijlage I vastgestelde eisen.

3.   Gekwalificeerde certificaten voor elektronische handtekeningen kunnen facultatieve aanvullende specifieke attributen hebben. Die attributen hebben geen invloed op de interoperabiliteit en de erkenning van gekwalificeerde elektronische handtekeningen.

4.   Indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen na initiële activering wordt ingetrokken, verliest het zijn geldigheid vanaf het moment van de intrekking en kan de status ervan in geen geval worden hersteld.

5.   Behoudens de hierna volgende voorwaarden kunnen lidstaten nationale regels vaststellen inzake de tijdelijke schorsing van een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen:

a)

indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen tijdelijk is geschorst, verliest dit certificaat gedurende de periode van de schorsing zijn geldigheid;

b)

de periode van schorsing wordt duidelijk aangegeven in de certificatendatabank en de schorsingsstatus is, gedurende de schorsingsperiode, zichtbaar vanuit de dienst die informatie over de status van het certificaat geeft.

6.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers vaststellen voor normen inzake gekwalificeerde certificaten voor elektronische handtekeningen. Indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen aan dergelijke normen voldoet, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in bijlage I vastgestelde eisen. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 38

Gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels

1.   Gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels voldoen aan de in bijlage III vastgestelde eisen.

2.   Voor gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels gelden geen dwingende eisen die strenger zijn dan de in bijlage III vastgestelde eisen.

3.   Gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels kunnen facultatieve aanvullende specifieke attributen hebben. Die attributen hebben geen invloed op de interoperabiliteit en de erkenning van gekwalificeerde elektronische zegels.

4.   Indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronische zegels na initiële activering wordt ingetrokken, verliest het zijn geldigheid vanaf het moment van de intrekking en kan de status ervan in geen geval worden hersteld.

5.   Behoudens de hierna volgende voorwaarden kunnen lidstaten nationale regels vaststellen inzake de tijdelijke schorsing van gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels:

a)

indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronische zegels tijdelijk is geschorst, verliest dit certificaat gedurende de periode van de schorsing zijn geldigheid;

b)

de periode van schorsing wordt duidelijk aangegeven in de certificatendatabank en de schorsingsstatus is, gedurende de schorsingsperiode, zichtbaar vanuit de dienst die informatie geeft over de status van het certificaat.

6.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers opstellen voor normen inzake gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels. Indien een gekwalificeerd certificaat voor elektronisch zegels aan dergelijke normen voldoet, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in bijlage III vastgestelde eisen. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 41

Rechtsgevolg van elektronische tijdstempels

1.   Het rechtsgevolg van een elektronisch tijdstempel en de toelaatbaarheid ervan als bewijsmiddel in gerechtelijke procedures mogen niet worden ontkend louter op grond van het feit dat het stempel elektronisch is of niet aan de eisen voor gekwalificeerde elektronische tijdstempels voldoet.

2.   Voor een gekwalificeerd elektronisch tijdstempel geldt het vermoeden van de juistheid van de aangegeven datum en het aangegeven tijdstip, en van de integriteit van de gegevens waaraan de datum en het tijdstip zijn gekoppeld.

3.   Een gekwalificeerd elektronisch tijdstempel, afgegeven in een lidstaat, wordt in alle lidstaten als een gekwalificeerd elektronisch tijdstempel erkend.

Artikel 43

Rechtsgevolg van een dienst voor elektronisch aangetekende bezorging

1.   Het rechtsgevolg en toelaatbaarheid als bewijsmiddel in gerechtelijke procedures van gegevens die via een dienst voor elektronisch aangetekende bezorging verstuurd en ontvangen worden, mogen niet worden ontkend louter op grond van het feit dat de dienst elektronisch is of niet aan de eisen voor de gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging voldoet.

2.   Voor gegevens die via een gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging worden verstuurd en ontvangen, geldt het vermoeden van integriteit van de gegevens, van de verzending van die gegevens door de geïdentificeerde afzender, van de ontvangst daarvan door de geïdentificeerde geadresseerde, en van de nauwkeurigheid van de datum en het tijdstip van verzending en van ontvangst, zoals aangegeven door de gekwalificeerde dienst voor elektronisch aangetekende bezorging.

Artikel 44

Eisen voor gekwalificeerde diensten voor elektronisch aangetekende bezorging

1.   Gekwalificeerde diensten voor elektronisch aangetekende bezorging voldoen aan de volgende eisen:

a)

zij worden verleend door een of meer gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten;

b)

zij bevestigen op een hoog vertrouwensniveau de identiteit van de zender;

c)

zij bevestigen de identiteit van de geadresseerde, alvorens de gegevens te bezorgen;

d)

het verzenden en ontvangen van gegevens wordt beveiligd door een geavanceerde elektronische handtekening of een geavanceerd elektronisch zegel van een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten, en wel op zodanige wijze dat onmerkbare wijziging van gegevens kan worden uitgesloten;

e)

de verzender en de geadresseerde van de gegevens worden op duidelijke wijze in kennis gesteld van eventuele wijzigingen van de gegevens die nodig zijn voor het verzenden of ontvangen van de gegevens;

f)

de datum en het tijdstip van verzenden, ontvangen en wijzigen van gegevens worden aangegeven met een gekwalificeerd elektronisch tijdstempel.

Wanneer gegevens overgedragen worden tussen twee of meer gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten, zijn de eisen onder a) tot en met f) van toepassing op alle gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten.

2.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen referentienummers vaststellen voor normen inzake processen voor het verzenden en ontvangen van gegevens. Indien het proces voor het verzenden en ontvangen van gegevens aan dergelijke normen voldoet, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met de in lid 1 vastgestelde eisen. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 48, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

AFDELING 8

Authenticatie van websites

Artikel 52

Inwerkingtreding

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Deze verordening is van toepassing vanaf 1 juli 2016, met uitzondering van onderstaande:

a)

artikel 8, lid 3, artikel 9, lid 5, artikel 12, lid 2 tot en met 9, artikel 17, lid 8, artikel 19, lid 4, artikel 20, lid 4, artikel 21, lid 4, artikel 22, lid 5, artikel 23, lid 3, artikel 24, lid 5, artikel 27, lid 4 en lid 5, artikel 28, lid 6, artikel 29, lid 2, artikel 30, lid 3 en lid 4, artikel 31, lid 3, artikel 32, lid 3, artikel 33, lid 2, artikel 34, lid 2, artikel 37, lid 4 en lid 5, artikel 38, lid 6, artikel 42, lid 2, artikel 44, lid 2, artikel 45, lid 2, en artikelen 47 en 48 zijn van toepassing met ingang van 17 september 2014;

b)

artikel 7, artikel 8, leden 1 en 2, de artikelen 9, 10, 11 en artikel 12, lid 1, zijn van toepassing vanaf de datum van toepassing van de in artikel 8, lid 3, en artikel 12, lid 8, bedoelde uitvoeringshandelingen;

c)

artikel 6 is van toepassing vanaf drie jaar na de datum van toepassing van de in artikel 8, lid 3, en artikel 12, lid 8, bedoelde uitvoeringshandelingen.

3.   Indien het aangemelde stelsel voor elektronische identificatie voorkomt in de lijst die de Commissie krachtens artikel 9 bekendmaakt, en wel vóór de datum in lid 2, onder c), van dit artikel, wordt het elektronische identificatiemiddel in het kader van dat stelsel krachtens artikel 6 erkend binnen twaalf maanden na de bekendmaking van dat stelsel, maar niet vóór de datum in lid 2, onder c), van dit artikel.

4.   Niettegenstaande lid 2, onder c), van dit artikel kan een lidstaat besluiten dat elektronische identificatiemiddelen in het kader van een stelsel voor elektronische identificatie, krachtens artikel 9, lid 1, door een andere lidstaat aangemeld, in de eerste lidstaat worden erkend met ingang van de datum van toepassing van de in artikel 8, lid 3, en artikel 12, lid 8, bedoelde uitvoeringshandelingen. De betrokken lidstaten stellen de Commissie daarvan in kennis. De Commissie maakt deze informatie openbaar.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 juli 2014.

Voor het Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

S. GOZI


(1)  PB C 351 van 15.11.2012, blz. 73.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 3 april 2014 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 23 juli 2014.

(3)  Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 1999 betreffende een gemeenschappelijk kader voor elektronische handtekeningen (PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12).

(4)  PB C 50 E van 21.2.2012, blz. 1.

(5)  Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36).

(6)  Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45).

(7)  Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).

(8)  Besluit 2010/48/EG van de Raad van 26 november 2009 betreffende de sluiting door de Europese Gemeenschap van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap (PB L 23 van 27.1.2010, blz. 35).

(9)  Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).

(10)  Beschikking 2009/767/EG van de Commissie van 16 oktober 2009 inzake maatregelen voor een gemakkelijker gebruik van elektronische procedures via het „één-loket” in het kader van Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (PB L 274 van 20.10.2009, blz. 36).

(11)  Besluit 2011/130/EU van de Commissie van 25 februari 2011 tot vaststelling van minimumvoorschriften voor de grensoverschrijdende verwerking van documenten die door de bevoegde autoriteiten elektronisch zijn ondertekend krachtens Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende diensten op de interne markt (PB L 53 van 26.2.2011, blz. 66).

(12)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(13)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(14)  PB C 28 van 30.1.2013, blz. 6.

(15)  Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014, blz. 65).


BIJLAGE I

EISEN VOOR GEKWALIFICEERDE CERTIFICATEN VOOR ELEKTRONISCHE HANDTEKENINGEN

Gekwalificeerde certificaten voor elektronische handtekeningen bevatten:

a)

een vermelding, ten minste in een vorm die geschikt is voor automatische verwerking, dat het certificaat afgegeven is als een gekwalificeerd certificaat voor elektronische handtekeningen;

b)

een reeks gegevens die ondubbelzinnig verwijzen naar de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten die de gekwalificeerde certificaten afgeeft, met inbegrip van ten minste de lidstaat waarin de verlener is gevestigd en

voor een rechtspersoon: de naam en, indien van toepassing, het registratienummer zoals vermeld in de officiële registers,

voor een natuurlijke persoon: de naam van de persoon;

c)

op zijn minst de naam van de ondertekenaar of een pseudoniem; als er een pseudoniem wordt gebruikt, wordt dat duidelijk aangegeven;

d)

gegevens voor de validering van elektronische handtekeningen, die overeenkomen met de gegevens voor het aanmaken van de elektronische handtekening;

e)

informatie over begin en einde van de geldigheidsduur van het certificaat;

f)

de identiteitscode van het certificaat, die uniek moet zijn voor de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten;

g)

de geavanceerde elektronische handtekening of het geavanceerde elektronische zegel van de afgevende gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten;

h)

de locatie waar het certificaat ter ondersteuning van de geavanceerde elektronische handtekening of het geavanceerde elektronische zegel als bedoeld onder g) gratis beschikbaar is;

i)

de locatie van de diensten waar informatie kan worden opgevraagd over de geldigheidsstatus van het gekwalificeerde certificaat;

j)

indien de gegevens voor het aanmaken van een elektronische handtekening die gekoppeld zijn aan de gegevens voor de validering van de elektronische handtekening zich bevinden in een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen, een passende vermelding hiervan, ten minste in een vorm die geschikt is voor automatische verwerking.


BIJLAGE II

EISEN VOOR GEKWALIFICEERDE MIDDELEN VOOR HET AANMAKEN VAN ELEKTRONISCHE HANDTEKENINGEN

1.

Gekwalificeerde middelen voor het aanmaken van elektronische handtekeningen waarborgen via passende technieken en procedures dat ten minste:

a)

de vertrouwelijkheid van de gegevens die worden gebruikt om elektronische handtekeningen aan te maken redelijkerwijs gewaarborgd is;

b)

de gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen in de praktijk slechts één keer kunnen voorkomen;

c)

de gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen met redelijke zekerheid niet kunnen worden afgeleid en dat de elektronische handtekening op betrouwbare wijze beschermd is tegen vervalsing met de thans beschikbare technologie;

d)

de gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen door de legitieme ondertekenaar op betrouwbare wijze kunnen worden beschermd tegen gebruik door anderen.

2.

Gekwalificeerde middelen voor het aanmaken van elektronische handtekeningen laten de te ondertekenen gegevens ongewijzigd en beletten niet dat die gegevens vóór ondertekening aan de ondertekenaar worden voorgelegd.

3.

Het genereren of beheren van de gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen namens de ondertekenaar kan alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten.

4.

Onverminderd punt 1, onder d), mogen gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten die namens de ondertekenaar gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen beheren, de gegevens voor het aanmaken van elektronische handtekeningen alleen dupliceren voor back-updoeleinden, op voorwaarde dat aan de volgende eisen wordt voldaan:

a)

de beveiliging van de gedupliceerde gegevensverzamelingen moet van hetzelfde niveau zijn als de beveiliging van de originele gegevensverzamelingen;

b)

het aantal gedupliceerde gegevensverzamelingen mag niet hoger zijn dan het minimum dat nodig is om de continuïteit van de dienst te waarborgen.


BIJLAGE III

EISEN VOOR GEKWALIFICEERDE CERTIFICATEN VOOR ELEKTRONISCHE ZEGELS

Gekwalificeerde certificaten voor elektronische zegels bevatten:

a)

een vermelding, ten minste in een vorm die geschikt is voor automatische verwerking, dat het certificaat is afgegeven als een gekwalificeerd certificaat voor elektronische zegels;

b)

een reeks gegevens die ondubbelzinnig verwijzen naar de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten die de gekwalificeerde certificaten afgeeft, met inbegrip van ten minste de lidstaat waar die dienstverlener is gevestigd en

voor een rechtspersoon: de naam en, indien van toepassing, het registratienummer zoals vermeld in de officiële registers,

voor een natuurlijke persoon: de naam van de persoon;

c)

ten minste de naam van de aanmaker van het zegel en, indien van toepassing, het registratienummer zoals vermeld in de officiële registers;

d)

gegevens voor de validering van elektronische zegels, die overeenkomen met de gegevens voor het aanmaken van elektronische zegels;

e)

informatie over begin en einde van de geldigheidsduur van het certificaat;

f)

de identiteitscode van het certificaat, die uniek moet zijn voor de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten;

g)

de geavanceerde elektronische handtekening of het geavanceerde elektronische zegel van de afgevende gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten;

h)

de locatie waar het certificaat ter ondersteuning van de geavanceerde elektronische handtekening of het geavanceerde elektronische zegel als bedoeld onder g) gratis beschikbaar is;

i)

de locatie van de diensten waar informatie kan worden opgevraagd over de geldigheidsstatus van het gekwalificeerde certificaat;

j)

indien de gegevens voor het aanmaken van elektronische zegels die gekoppeld zijn aan de gegevens voor de validering voor elektronische zegels zich bevinden in een gekwalificeerd middel voor het aanmaken van elektronische zegels, een passende vermelding hiervan, ten minste in een vorm die geschikt is voor automatische verwerking.


BIJLAGE IV

EISEN VOOR GEKWALIFICEERDE CERTIFICATEN VOOR WEBSITE-AUTHENTICATIE

Gekwalificeerde certificaten voor websiteauthenticatie moeten het volgende bevatten:

a)

een vermelding, ten minste in een vorm die geschikt is voor automatische verwerking, dat het certificaat afgegeven is als een gekwalificeerd certificaat voor websiteauthenticatie;

b)

een reeks gegevens die ondubbelzinnig verwijzen naar de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten die de gekwalificeerde certificaten afgeeft, met inbegrip van ten minste de lidstaat waar die dienstverlener is gevestigd en

voor een rechtspersoon: de naam en, indien van toepassing, het registratienummer zoals vermeld in de officiële registers,

voor een natuurlijke persoon: de naam van de persoon;

c)

voor natuurlijke personen: op zijn minst de naam van de persoon aan wie het certificaat is afgegeven, of een pseudoniem. Indien een pseudoniem wordt gebruikt, wordt dat duidelijk aangegeven;

voor rechtspersonen: ten minste de naam van de rechtspersoon aan wie het certificaat is afgegeven en, indien van toepassing, het registratienummer zoals vermeld in de officiële registers;

d)

elementen van het adres, met inbegrip van ten minste de plaats en de staat, van de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het certificaat is afgegeven en, indien van toepassing, zoals vermeld in de officiële registers;

e)

de domeinnaam/-namen die wordt/worden geëxploiteerd door de natuurlijke of rechtspersoon aan wie het certificaat is afgegeven;

f)

informatie over begin en einde van de geldigheidsduur van het certificaat;

g)

de identiteitscode van het certificaat, die uniek moet zijn voor de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten;

h)

de geavanceerde elektronische handtekening of het geavanceerde elektronische zegel van de afgevende gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten;

i)

de locatie waar het certificaat ter ondersteuning van de geavanceerde elektronische handtekening of het geavanceerde elektronische zegel als bedoeld onder h) gratis beschikbaar is;

j)

de locatie van de valideringsstatusdiensten voor certificaten die gebruikt kunnen worden om informatie over de geldigheidsstatus van het gekwalificeerde certificaat te raadplegen.


whereas









keyboard_arrow_down