search


keyboard_tab Data Act 2023/2854 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2023/2854 NL cercato: 'waarborgen' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index waarborgen:


whereas waarborgen:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 1110

 

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Deze verordening voorziet in geharmoniseerde regels voor onder meer:

a)

het beschikbaar stellen van productgegevens en gegevens van een gerelateerde dienst aan de gebruiker van het verbonden product of gerelateerde dienst;

b)

het beschikbaar stellen van gegevens door gegevenshouders aan gegevensontvangers;

c)

het beschikbaar stellen van gegevens door gegevenshouders aan overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank en organen van de Unie, indien er sprake is van een uitzonderlijke noodzaak aan die gegevens voor de uitvoering van een specifieke taak in het algemeen belang;

d)

het vergemakkelijken van het overstappen tussen dataverwerkingsdiensten;

e)

het invoeren van waarborgen tegen ongeoorloofde toegang van derden tot niet-persoonsgebonden gegevens; en

f)

de ontwikkeling van interoperabiliteitsnormen voor te raadplegen, door te geven en te gebruiken gegevens.

2.   Deze verordening heeft betrekking op persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens, waaronder de volgende soorten gegevens, in de volgende contexten:

a)

hoofdstuk II is van toepassing op gegevens, met uitzondering van inhoud, betreffende de prestaties, het gebruik en de omgeving van verbonden producten en gerelateerde diensten;

b)

hoofdstuk III is van toepassing op alle gegevens van de particuliere sector waarvoor wettelijke gegevensdelingsverplichtingen gelden;

c)

hoofdstuk IV is van toepassing op alle gegevens van de particuliere sector die worden geraadpleegd en gebruikt op basis van overeenkomsten tussen ondernemingen;

d)

hoofdstuk V is van toepassing op alle gegevens van de particuliere sector, met de nadruk op niet-persoonsgebonden gegevens;

e)

hoofdstuk VI is van toepassing op alle gegevens en diensten die door aanbieders van dataverwerkingsdiensten worden verwerkt;

f)

hoofdstuk VII is van toepassing op alle niet-persoonsgebonden gegevens die in de Unie in handen zijn van aanbieders van dataverwerkingsdiensten.

3.   Deze verordening is van toepassing op:

a)

fabrikanten van verbonden producten die in de Unie in de handel worden gebracht en aanbieders van gerelateerde diensten, ongeacht de vestigingsplaats van die fabrikanten en aanbieders;

b)

gebruikers in de Unie van verbonden producten of gerelateerde diensten zoals bedoeld in punt a);

c)

gegevenshouders, ongeacht hun vestigingsplaats, die gegevens ter beschikking stellen van gegevensontvangers in de Unie;

d)

gegevensontvangers in de Unie aan wie gegevens ter beschikking worden gesteld;

e)

overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank en organen van de Unie die gegevenshouders verzoeken gegevens beschikbaar te stellen indien er sprake is van een uitzonderlijke noodzaak om die gegevens te gebruiken voor de uitvoering van een specifieke taak in het algemeen belang, en de gegevenshouders die die gegevens in antwoord op een dergelijk verzoek verstrekken;

f)

aanbieders van dataverwerkingsdiensten, ongeacht hun vestigingsplaats, die dergelijke diensten aan klanten in de Unie aanbieden;

g)

deelnemers aan dataruimten en verkopers van toepassingen die gebruikmaken van slimme contracten en personen wier handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteit de invoering van slimme contracten voor anderen in het kader van de uitvoering van een overeenkomst behelst.

4.   Waar in deze verordening wordt verwezen naar verbonden producten of gerelateerde diensten, worden die verwijzingen ook geacht virtuele assistenten te omvatten, voor zover deze interageren met een verbonden product of gerelateerde dienst.

5.   Deze verordening doet geen afbreuk aan het Unierecht en het nationale recht inzake de bescherming van persoonsgegevens, de persoonlijke levenssfeer en de vertrouwelijkheid van communicatie en de integriteit van eindapparatuur, die van toepassing zijn op persoonsgegevens die worden verwerkt in verband met de hierin vastgelegde rechten en verplichtingen, in het bijzonder Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 en Richtlijn 2002/58/EG, met inbegrip van de bevoegdheden van toezichthoudende autoriteiten en de rechten van datasubjecten. Voor zover gebruikers datasubjecten zijn, vormen de in hoofdstuk II van deze verordening vastgelegde rechten een aanvulling op de rechten van toegang door datasubjecten en de rechten van overdraagbaarheid van gegevens uit hoofde van de artikelen 15 en 20 van Verordening (EU) 2016/679. Indien deze verordening en het Unierecht inzake de bescherming van persoonsgegevens of de persoonlijke levenssfeer, of het overeenkomstig dat Unierecht vastgestelde nationale wetgeving tegenstrijdig zijn, prevaleert het relevante Unie- of nationale recht inzake de bescherming van persoonsgegevens of de persoonlijke levenssfeer.

6.   Deze verordening is niet van toepassing op en loopt niet vooruit op vrijwillige regelingen voor het uitwisselen van gegevens tussen particuliere entiteiten en overheidsinstanties, met name vrijwillige regelingen voor het delen van gegevens.

Deze verordening heeft geen gevolgen voor Unie- of nationale rechtshandelingen die voorzien in het delen van, de toegang tot en het gebruik van gegevens met het oog op het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, of voor douane- en belastingdoeleinden, met name de Verordeningen (EU) 2021/784, (EU) 2022/2065 en (EU) 2023/1543, Richtlijn (EU) 2023/1544, of internationale samenwerking op dit gebied. Deze verordening is niet van toepassing op het verzamelen of delen van, de toegang tot of het gebruik van gegevens uit hoofde van Verordening (EU) 2015/847 en Richtlijn (EU) 2015/849. Deze verordening is niet van toepassing op buiten het toepassingsgebied van het Unierecht vallende gebieden en doet in geen geval afbreuk aan de bevoegdheden van de lidstaten inzake openbare veiligheid, defensie of nationale veiligheid, ongeacht het soort entiteit dat door de lidstaten is belast met de uitvoering van taken in verband met die bevoegdheden, noch aan hun bevoegdheid om andere essentiële staatsfuncties te waarborgen, waaronder het waarborgen van de territoriale integriteit van de staat en de handhaving van de openbare orde. Deze verordening doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de lidstaten op het gebied van douane- en belastingadministratie of de gezondheid en veiligheid van de burgers.

7.   Deze verordening vormt een aanvulling op de zelfregulerende aanpak in Verordening (EU) 2018/1807 door algemeen toepasselijke verplichtingen toe te voegen voor het overstappen naar andere clouddiensten.

8.   Deze verordening doet geen afbreuk aan Unie- of nationale rechtshandelingen die voorzien in de bescherming van intellectuele eigendomsrechten, met name de Richtlijnen 2001/29/EG, 2004/48/EG en (EU) 2019/790.

9.   Deze verordening vormt een aanvulling op en doet geen afbreuk aan het Unierecht dat erop gericht is de belangen van consumenten te behartigen en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen en hun gezondheid, veiligheid en economische belangen te beschermen, met name de Richtlijnen 93/13/EEG, 2005/29/EG en 2011/83/EU.

10.   Deze verordening vormt geen beletsel voor de sluiting van vrijwillige rechtmatige gegevensdelingsovereenkomsten, waaronder wederkerige overeenkomsten, die voldoen aan de in deze verordening vastgestelde vereisten.

Artikel 4

De rechten en plichten van gebruikers en gegevenshouders wat betreft het raadplegen, gebruiken en beschikbaar stellen van productgegevens en gegevens van een gerelateerde dienst

1.   Indien de gebruiker geen rechtstreekse toegang heeft tot de gegevens via het verbonden product of de gerelateerde dienst, stellen gegevenshouders de eenvoudig beschikbare gegevens, alsook de relevante metagegevens die nodig zijn om die gegevens te interpreteren en te gebruiken, onmiddellijk, met dezelfde kwaliteit als de voor de gegevenshouder beschikbare gegevens, gemakkelijk, veilig, kosteloos, in een alomvattend, gestructureerd, algemeen gebruikt en machineleesbaar formaat ter beschikking van de gebruiker, voor zover dat relevant en technisch haalbaar is, en gebeurt deze terbeschikkingstelling continu en in realtime. Voor zover technisch haalbaar, gebeurt dit op eenvoudig elektronisch verzoek.

2.   Gebruikers en gegevenshouders kunnen de toegang tot gegevens of het gebruik of verder delen daarvan contractueel beperken of verbieden indien een dergelijke verwerking de beveiligingsvereisten van het verbonden product, zoals vastgesteld in het Unie- of nationaal recht, zou kunnen ondermijnen, met ernstige negatieve gevolgen voor de gezondheid, veiligheid of beveiliging van natuurlijke personen. De sectorale autoriteiten kunnen in dat verband gebruikers en houders van gegevens technische expertise verstrekken. Indien de gegevenshouder weigert gegevens te delen overeenkomstig dit artikel, stelt hij de op grond van artikel 37 aangewezen bevoegde autoriteit daarvan in kennis.

3.   Onverminderd het recht van de gebruiker om in elk stadium verhaal te halen bij een rechterlijke instantie van een lidstaat, kan de gebruiker met betrekking tot elk geschil met de gegevenshouder over de in lid 2 bedoelde contractuele beperkingen of verboden:

a)

overeenkomstig artikel 37, lid 5, punt b), een klacht indienen bij de bevoegde autoriteit, of

b)

met de gegevenshouder overeenkomen de zaak voor te leggen aan een geschillenbeslechtingsorgaan overeenkomstig artikel 10, lid 1.

4.   Gegevenshouders maken het maken van keuzes of de uitoefening van de rechten op grond van dit artikel van gebruikers niet onnodig moeilijk door bijvoorbeeld de keuzemogelijkheden voor de gebruiker op een niet-neutrale manier te presenteren of door de autonomie, besluitvorming of vrije keuze van de gebruikers te ondermijnen of te belemmeren via de structuur, het ontwerp, de functie of de gebruikswijze van een digitale gebruikersinterface of een deel daarvan.

5.   Om na te gaan of een natuurlijke of rechtspersoon als gebruiker op grond van lid 1 kan worden aangemerkt, mag een gegevenshouder van die persoon niet verlangen dat die persoon informatie verstrekt die verder gaat dan nodig is. Gegevenshouders bewaren geen informatie, met name loggegevens, over de toegang van de gebruiker tot de gevraagde gegevens die verder gaat dan nodig is voor de goede uitvoering van het toegangsverzoek van de gebruiker en voor de beveiliging en het onderhoud van de data-infrastructuur.

6.   Bedrijfsgeheimen worden bewaard en worden alleen bekendgemaakt op voorwaarde dat de gegevenshouder en de gebruiker voorafgaand aan de bekendmaking alle noodzakelijke maatregelen nemen om de vertrouwelijkheid ervan te waarborgen, met name ten aanzien van derden. De gegevenshouder, of de houder van het bedrijfsgeheim wanneer deze niet de gegevenshouder is, identificeert de gegevens die als bedrijfsgeheim worden beschermd, onder meer in de relevante metagegevens, en komt met de gebruiker evenredige technische en organisatorische maatregelen overeen, zoals modelcontractvoorwaarden, vertrouwelijkheidsovereenkomsten, strikte toegangsprotocollen, technische normen en de toepassing van gedragscodes, die noodzakelijk zijn om de vertrouwelijkheid van de gedeelde gegevens te waarborgen, met name ten aanzien van derden.

7.   Indien er geen overeenstemming wordt bereikt over de in lid 6 bedoelde noodzakelijke maatregelen, of indien de gebruiker de op grond van lid 6 overeengekomen maatregelen niet uitvoert of de vertrouwelijkheid van de bedrijfsgeheimen ondermijnt, kan de gegevenshouder het delen van als bedrijfsgeheim aangemerkte gegevens tegenhouden of, naargelang van het geval, opschorten. Het besluit van de gegevenshouder wordt naar behoren gemotiveerd en onverwijld schriftelijk aan de gebruiker meegedeeld. In dergelijke gevallen stelt de gegevenshouder de op grond van artikel 37 aangewezen bevoegde autoriteit in kennis van het feit dat hij het delen van gegevens heeft geweigerd of opgeschort, en vermeldt hij welke maatregelen niet zijn overeengekomen of uitgevoerd en, in voorkomend geval, van welke bedrijfsgeheimen de vertrouwelijkheid is ondermijnd.

8.   In uitzonderlijke omstandigheden, wanneer de gegevenshouder die houder is van een bedrijfsgeheim kan aantonen dat hij door de bekendmaking van bedrijfsgeheimen, ondanks de door de gebruiker op grond van lid 6 van dit artikel genomen technische en organisatorische maatregelen, zeer waarschijnlijk ernstige economische schade zal lijden, kan die gegevenshouder per geval een verzoek om toegang tot de specifieke gegevens in kwestie weigeren. Dat bewijs wordt naar behoren onderbouwd op basis van objectieve elementen, met name de afdwingbaarheid van de bescherming van bedrijfsgeheimen in derde landen, de aard en het niveau van vertrouwelijkheid van de gevraagde gegevens, en de mate waarin het om een uniek en nieuw verbonden product gaat, en wordt onverwijld schriftelijk aan de gebruiker verstrekt. Indien de gegevenshouder weigert gegevens te delen overeenkomstig dit lid, stelt hij de op grond van artikel 37 aangewezen bevoegde autoriteit daarvan in kennis.

9.   Onverminderd het recht van een gebruiker om in elk stadium verhaal te halen bij een rechterlijke instantie van een lidstaat, kan een gebruiker het besluit van een gegevenshouder om het delen van gegevens op grond van de leden 7 en 8 te weigeren, tegen te houden of op te schorten aanvechten door:

a)

overeenkomstig artikel 37, lid 5, punt b), een klacht in te dienen bij de bevoegde autoriteit, die onverwijld beslist of en onder welke voorwaarden het delen van gegevens aanvangt of wordt hervat, of

b)

met de gegevenshouder overeen te komen de zaak voor te leggen aan een geschillenbeslechtingsorgaan overeenkomstig artikel 10, lid 1.

10.   De gebruiker mag gegevens die zijn verkregen naar aanleiding van een in lid 1 bedoeld verzoek niet gebruiken om een verbonden product te ontwikkelen dat concurreert met het verbonden product waaruit de gegevens afkomstig zijn, noch met datzelfde oogmerk gegevens delen met een derde, en mag die gegevens evenmin gebruiken om inzicht te verkrijgen in de economische situatie, activa en productiemethoden van de fabrikant of, in voorkomend geval, de gegevenshouder.

11.   De gebruiker mag geen dwangmiddelen gebruiken of misbruik maken van leemten in de technische infrastructuur van een gegevenshouder die bedoeld is om de gegevens te beschermen, teneinde toegang tot gegevens te verkrijgen.

12.   Indien de gebruiker niet het datasubject is van wie de persoonsgegevens worden opgevraagd, worden persoonsgegevens die door het gebruik van een verbonden product of een gerelateerde dienst zijn gegenereerd, door de gegevenshouder alleen ter beschikking gesteld van de gebruiker indien er een geldige rechtsgrond voor verwerking bestaat uit hoofde van artikel 6 van Verordening (EU) 2016/679 en, in voorkomend geval, indien aan de voorwaarden van artikel 9 van die verordening en van artikel 5, lid 3, van Richtlijn 2002/58/EG wordt voldaan.

13.   Een gegevenshouder gebruikt alleen eenvoudig beschikbare gegevens die niet-persoonsgebonden gegevens zijn op basis van een overeenkomst met de gebruiker. Een gegevenshouder gebruikt dergelijke gegevens niet om inzichten in de economische situatie, de activa of de productiemethoden van de gebruiker of het gebruik van het product of de dienst door de gebruiker te verwerven, op enige andere wijze die de commerciële positie van die gebruiker op de markten waarop deze actief is, zouden kunnen ondermijnen.

14.   Gegevenshouders stellen niet-persoonsgebonden productgegevens niet beschikbaar aan derden voor andere commerciële of niet-commerciële doeleinden dan de uitvoering van hun overeenkomst met de gebruiker. In voorkomend geval verplichten gegevenshouders derden er contractueel toe de van hen ontvangen gegevens niet verder te delen.

Artikel 5

Het recht van de gebruiker om gegevens te delen met derden

1.   Op verzoek van een gebruiker of van een namens een gebruiker optredende partij stelt de gegevenshouder eenvoudig beschikbare gegevens, alsmede de desbetreffende metagegevens die nodig zijn om die gegevens te interpreteren en te gebruiken, onmiddellijk, met dezelfde kwaliteit als de voor de gegevenshouder beschikbare gegevens, gemakkelijk, veilig, kosteloos voor de gebruiker, in een alomvattend, gestructureerd, algemeen gebruikt en machineleesbaar formaat ter beschikking van een derde partij, en gebeurt deze terbeschikkingstelling voor zover dat relevant en technisch haalbaar is continu en in realtime. De gegevens worden door de gegevenshouder beschikbaar gesteld aan de derde overeenkomstig de artikelen 8 en 9.

2.   Lid 1 is niet van toepassing op eenvoudig beschikbare gegevens in het kader van het testen van nieuwe verbonden producten, stoffen of processen die nog niet in de handel zijn gebracht, tenzij hun gebruik door een derde contractueel is toegestaan.

3.   Een onderneming die overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) 2022/1925 als poortwachter is aangewezen, is geen in aanmerking komende derde uit hoofde van dit artikel en mag derhalve niet:

a)

een gebruiker op enigerlei wijze vragen of commercieel stimuleren, onder meer door financiële of andere vergoedingen te bieden, om gegevens die de gebruiker heeft verkregen naar aanleiding van een verzoek uit hoofde van artikel 4, lid 1, beschikbaar te stellen voor een van zijn diensten;

b)

een gebruiker verzoeken of commercieel stimuleren om de gegevenshouder te verzoeken gegevens beschikbaar te stellen voor een van zijn diensten overeenkomstig lid 1 van dit artikel;

c)

van een gebruiker gegevens ontvangen die de gebruiker heeft verkregen naar aanleiding van een verzoek uit hoofde van artikel 4, lid 1.

4.   Om na te gaan of een natuurlijke of rechtspersoon voor de toepassing van lid 1 kan worden aangemerkt als gebruiker of als derde, mag van de gebruiker of de derde niet worden verlangd dat hij informatie verstrekt die verder gaat dan nodig is. Gegevenshouders bewaren geen informatie over de toegang van de derde tot de gevraagde gegevens die verder gaat dan nodig is voor de goede uitvoering van het toegangsverzoek van de derde en voor de beveiliging en het onderhoud van de data-infrastructuur.

5.   De derde mag geen dwangmiddelen gebruiken of misbruik maken van leemten in de technische infrastructuur van een gegevenshouder die bedoeld is om de gegevens te beschermen, teneinde toegang tot gegevens te verkrijgen.

6.   Een gegevenshouder mag geen eenvoudig beschikbare gegevens gebruiken om inzicht te verkrijgen in de economische situatie, activa en productiemethoden van of het gebruik door de derde op enige andere wijze die de commerciële positie van de derde op de markten waarop de derde actief is, zou kunnen ondermijnen, tenzij de derde voor dat gebruik toestemming heeft verleend en de technische mogelijkheid heeft om die toestemming te allen tijde gemakkelijk in te trekken.

7.   Wanneer de gebruiker niet het datasubject is van wie de persoonsgegevens worden opgevraagd, worden persoonsgegevens die door het gebruik van een verbonden product of een gerelateerde dienst zijn gegenereerd alleen door de gegevenshouder ter beschikking gesteld van de derde indien er een geldige rechtsgrond voor verwerking bestaat uit hoofde van artikel 6 van Verordening (EU) 2016/679 en, in voorkomend geval, indien aan de voorwaarden van artikel 9 van die verordening en van artikel 5, lid 3, van Richtlijn 2002/58/EG is voldaan.

8.   Het verzuim van de gegevenshouder en de derde om regelingen voor het doorgeven van de gegevens overeen te komen, mag de uitoefening van de rechten van het datasubject uit hoofde van Verordening (EU) 2016/679 en met name het recht op overdraagbaarheid van gegevens uit hoofde van artikel 20 van die verordening, niet belemmeren, beletten of verstoren.

9.   Bedrijfsgeheimen worden alleen bewaard en bekendgemaakt aan derden voor zover deze openbaarmaking strikt noodzakelijk is om het tussen de gebruiker en de derde overeengekomen doel te verwezenlijken. De gegevenshouder, of de houder van het bedrijfsgeheim indien deze niet de gegevenshouder is, identificeert de gegevens die als bedrijfsgeheim worden beschermd, onder meer in de relevante metagegevens, en komt met de derde alle evenredige technische en organisatorische maatregelen overeen die noodzakelijk zijn om de vertrouwelijkheid van de gedeelde gegevens te waarborgen, zoals modelcontractvoorwaarden, vertrouwelijkheidsovereenkomsten, strikte toegangsprotocollen, technische normen en de toepassing van gedragscodes.

10.   Indien er geen overeenstemming is over de in lid 9 van dit artikel bedoelde noodzakelijke maatregelen of als de derde de op grond van lid 9 van dit artikel overeengekomen maatregelen niet uitvoert of de vertrouwelijkheid van de bedrijfsgeheimen ondermijnt, kan de gegevenshouder het delen van als bedrijfsgeheim aangemerkte gegevens tegenhouden of, naargelang van het geval, opschorten. Het besluit van de gegevenshouder wordt naar behoren gemotiveerd en onverwijld schriftelijk aan de derde meegedeeld. In dergelijke gevallen stelt de gegevenshouder de op grond van artikel 37 aangewezen bevoegde autoriteit in kennis van het feit dat hij het delen van gegevens heeft geweigerd of opgeschort, en vermeldt hij welke maatregelen niet zijn overeengekomen of uitgevoerd en, in voorkomend geval, van welke bedrijfsgeheimen de vertrouwelijkheid is ondermijnd.

11.   In uitzonderlijke omstandigheden, wanneer de gegevenshouder die houder is van een bedrijfsgeheim kan aantonen dat hij door de bekendmaking van bedrijfsgeheimen, ondanks de door de derde op grond van lid 9 van dit artikel genomen technische en organisatorische maatregelen, zeer waarschijnlijk ernstige economische schade zal lijden, kan die gegevenshouder per geval een verzoek om toegang tot de specifieke gegevens in kwestie weigeren. Dat bewijs wordt naar behoren onderbouwd op basis van objectieve elementen, met name de afdwingbaarheid van de bescherming van bedrijfsgeheimen in derde landen, de aard en het niveau van vertrouwelijkheid van de gevraagde gegevens, en de mate waarin het om een uniek en nieuw verbonden product gaat, en wordt onverwijld schriftelijk aan de derde verstrekt. Indien de gegevenshouder weigert gegevens te delen overeenkomstig dit lid, stelt hij de op grond van artikel 37 aangewezen bevoegde autoriteit daarvan in kennis.

12.   Onverminderd het recht van derden om in elk stadium verhaal te halen bij een rechterlijke instantie van een lidstaat, kan een derde het besluit van een gegevenshouder om het delen van gegevens op grond van de leden 10 en 11 te weigeren, tegen te houden of op te schorten aanvechten door:

a)

overeenkomstig artikel 37, lid 5, punt b), een klacht in te dienen bij de bevoegde autoriteit, die onverwijld beslist of en onder welke voorwaarden het delen van gegevens aanvangt of wordt hervat, of

b)

met de gegevenshouder overeen te komen de zaak voor te leggen aan een geschillenbeslechtingsorgaan overeenkomstig artikel 10, lid 1.

13.   Het in lid 1 bedoelde recht doet geen afbreuk aan de rechten van andere datasubjecten krachtens het toepasselijke Unie- en nationale recht inzake de bescherming van persoonsgegevens.

Artikel 6

Verplichtingen van derden die op verzoek van de gebruiker gegevens ontvangen

1.   Een derde verwerkt de hem overeenkomstig artikel 5 ter beschikking gestelde gegevens uitsluitend voor de doeleinden en onder de voorwaarden die met de gebruiker zijn overeengekomen, en met inachtneming van het Unierecht en het nationale recht inzake de bescherming van persoonsgegevens, met inbegrip van de rechten van het datasubject wat persoonsgegevens betreft. De derde wist de gegevens wanneer zij niet langer noodzakelijk zijn voor het overeengekomen doel, tenzij in verband met niet-persoonsgebonden gegevens anders met de gebruiker is overeengekomen.

2.   De derde:

a)

maakt de uitoefening van het maken van keuzes of rechten uit hoofde van artikel 5 en dit artikel door gebruikers niet onnodig moeilijk door onder meer keuzemogelijkheden op niet-neutrale wijze aan de gebruiker te presenteren, hen te dwingen, te misleiden of te manipuleren, of door de autonomie, besluitvorming of keuzes van de gebruiker te ondermijnen, onder meer met behulp van een digitale gebruikersinterface met de gebruikers of een deel daarvan;

b)

gebruikt, niettegenstaande artikel 22, lid 2, punten a) en c), van Verordening (EU) 2016/679, de ontvangen gegevens niet voor de profilering, tenzij dit noodzakelijk is om de door de gebruiker gevraagde dienst te verlenen;

c)

stelt de ontvangen gegevens niet ter beschikking van een andere derde, tenzij de gegevens beschikbaar worden gesteld op grond van een overeenkomst met de gebruiker en op voorwaarde dat de andere derde alle tussen de gegevenshouder en de derde overeengekomen noodzakelijke maatregelen neemt om de vertrouwelijkheid van bedrijfsgeheimen te waarborgen;

d)

stelt de ontvangen gegevens niet ter beschikking van een onderneming die als poortwachter is aangewezen overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EU) 2022/1925;

e)

gebruikt de ontvangen gegevens niet om een product te ontwikkelen dat concurreert met het verbonden product waaruit de ontvangen gegevens afkomstig zijn, of deelt de gegevens niet voor dat doel met een andere derde partij; derden gebruiken ook geen niet-persoonsgebonden productgegevens of gegevens van een gerelateerde dienst die hun ter beschikking zijn gesteld om inzicht te verkrijgen in de economische situatie, activa en productiemethoden van, of het gebruik door, de gegevenshouder;

f)

gebruikt de ontvangen gegevens niet op een wijze die negatieve gevolgen heeft voor de veiligheid van het verbonden product of de gerelateerde dienst;

g)

neemt de specifieke maatregelen die overeenkomstig artikel 5, lid 9, met de gegevenshouder of de houder van bedrijfsgeheimen zijn overeengekomen in acht en ondermijnt de vertrouwelijkheid van bedrijfsgeheimen niet;

h)

belet gebruikers die consumenten zijn niet, onder meer op grond van een overeenkomst, om de gegevens die zij ontvangen ter beschikking te stellen van andere partijen.

Artikel 11

Technische beschermingsmaatregelen inzake het ongeoorloofd gebruik of de ongeoorloofde openbaarmaking van gegevens

1.   Een gegevenshouder kan passende technische beschermingsmaatregelen treffen, zoals slimme contracten en encryptie, om ongeoorloofde toegang tot gegevens, waaronder metagegevens, te voorkomen en de naleving van de artikelen 5, 6, 8 en 9 en de overeengekomen contractvoorwaarden voor het beschikbaar stellen van gegevens te waarborgen. Dergelijke technische beschermingsmaatregelen mogen geen onderscheid maken tussen gegevensontvangers, noch het recht van de gebruiker belemmeren om een kopie te verkrijgen, gegevens op te vragen, te gebruiken of te raadplegen, dan wel gegevens aan derden te verstrekken overeenkomstig artikel 5, of enig recht van een derde uit hoofde van het Unierecht of overeenkomstig het Unierecht vastgestelde nationale wetgeving. Gebruikers, derden of gegevensontvangers mogen dergelijke technische beschermingsmaatregelen niet wijzigen of schrappen, tenzij de gegevenshouder daarmee instemt.

2.   In de in lid 3 bedoelde omstandigheden voldoet de derde of gegevensontvanger onverwijld aan de verzoeken van de gegevenshouder en, indien van toepassing en indien zij niet dezelfde persoon zijn, de houder van het bedrijfsgeheim of de gebruiker om:

a)

de door de gegevenshouder beschikbaar gestelde gegevens en kopieën daarvan te wissen;

b)

een einde te maken aan het produceren, aanbieden, in de handel brengen of gebruiken van goederen, afgeleide gegevens of diensten die zijn geproduceerd op basis van de via die gegevens verkregen kennis, of aan het invoeren, uitvoeren of opslaan van inbreukmakende goederen voor die doeleinden, en inbreukmakende goederen te vernietigen, indien er een ernstig risico bestaat dat het onrechtmatige gebruik van die gegevens de gegevenshouder, de houder van het bedrijfsgeheim of de gebruiker ernstige schade zal berokkenen of indien een dergelijke maatregel niet onevenredig zou zijn in het licht van de belangen van de gegevenshouder, de houder van het bedrijfsgeheim of de gebruiker;

c)

de gebruiker in kennis te stellen van het ongeoorloofde gebruik of de ongeoorloofde openbaarmaking van de gegevens en van de maatregelen die zijn genomen om een einde te maken aan het ongeoorloofde gebruik of de ongeoorloofde openbaarmaking van de gegevens;

d)

de partij die lijdt onder het misbruik of de openbaarmaking van dergelijke onrechtmatig geraadpleegde of gebruikte gegevens schadeloos te stellen.

3.   Lid 2 is van toepassing indien een derde of een gegevensontvanger

a)

met het oog op het verkrijgen van gegevens valse informatie aan een gegevenshouder heeft verstrekt, misleidende middelen of dwangmiddelen heeft ingezet of leemten in de technische infrastructuur van de gegevenshouder ter bescherming van de gegevens heeft misbruikt;

b)

de gegevens die ter beschikking zijn gesteld, voor ongeoorloofde doeleinden heeft gebruikt, zoals de ontwikkeling van een concurrerend verbonden product in de zin van artikel 6, lid 2, punt e);

c)

gegevens onrechtmatig aan een andere partij heeft verstrekt;

d)

de overeenkomstig artikel 5, lid 9, overeengekomen technische en organisatorische maatregelen niet heeft gehandhaafd; of

e)

door de gegevenshouder op grond van lid 1 van dit artikel toegepaste technische beschermingsmaatregelen zonder toestemming van de gegevenshouder heeft gewijzigd of geschrapt;

4.   Lid 2 is ook van toepassing indien een gebruiker de door de gegevenshouder toegepaste technische beschermingsmaatregelen wijzigt of schrapt of de technische en organisatorische maatregelen die de gebruiker in overleg met de gegevenshouder of de houder van het bedrijfsgeheim, indien deze niet de gegevenshouder is, heeft genomen, niet handhaaft, om bedrijfsgeheimen te beschermen, alsmede ten aanzien van elke andere partij die de gegevens van de gebruiker ontvangt door middel van een inbreuk op deze verordening.

5.   Wanneer de gegevensontvanger inbreuk maakt op artikel 6, lid 2, punt a) of b), hebben gebruikers dezelfde rechten als gegevenshouders op grond van lid 2 van dit artikel.

Artikel 15

Uitzonderlijke noodzaak om gegevens te gebruiken

1.   Een uitzonderlijke noodzaak om bepaalde gegevens te gebruiken in de zin van dit hoofdstuk is in tijd en reikwijdte beperkt en wordt geacht uitsluitend te bestaan in een of meer van de volgende omstandigheden:

a)

indien de gevraagde gegevens noodzakelijk zijn om te reageren op een algemene noodsituatie en de overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of het orgaan van de Unie niet in staat is dergelijke gegevens tijdig en doeltreffend op een andere manier en in gelijkwaardige omstandigheden te verkrijgen;

b)

in niet onder punt a) vallende omstandigheden en uitsluitend voor niet-persoonsgebonden gegevens, indien:

i)

een overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of een orgaan van de Unie handelt op grond van het Unie- of nationale recht en specifieke gegevens heeft geïdentificeerd waarvan het ontbreken haar/het ervan weerhoudt een bij wet opgelegde specifieke taak van algemeen belang te vervullen, zoals het opstellen van officiële statistieken of beperking van of herstel na een algemene noodsituatie, en

ii)

de overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of het orgaan van de Unie alle andere middelen waarover zij/het beschikt om dergelijke gegevens te verkrijgen heeft uitgeput, met inbegrip van de aankoop van de gegevens op de markt door markttarieven aan te bieden of door gebruik te maken van bestaande verplichtingen om gegevens beschikbaar te stellen of de vaststelling van nieuwe wetgevingsmaatregelen die de tijdige beschikbaarheid van de gegevens kunnen waarborgen.

2.   Lid 1, punt b), is niet van toepassing op micro-ondernemingen en kleine ondernemingen.

3.   De verplichting om aan te tonen dat de overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of het orgaan van de Unie niet in staat was niet-persoonsgebonden gegevens te verkrijgen door die op de markt aan te kopen, is niet van toepassing indien de specifieke taak van algemeen belang het opstellen van officiële statistieken betreft en de tot het verkrijgen van dergelijke gegevens strekkende aankoop nationaalrechtelijk niet is toegestaan.

Artikel 17

Verzoeken om gegevens beschikbaar te stellen

1.   Wanneer overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank of een orgaan van de Unie om gegevens overeenkomstig artikel 14, verzoeken:

a)

specificeren zij de vereiste gegevens, met inbegrip van de relevante metagegevens die nodig zijn om die gegevens te interpreteren en te gebruiken;

b)

tonen zij aan dat wordt voldaan aan de noodzakelijke voorwaarden voor het bestaan van een uitzonderlijke noodzaak als bedoeld in artikel 15, op grond waarvan om de gegevens wordt verzocht;

c)

geven zij een toelichting op het doel van het verzoek, het beoogde gebruik van de gevraagde gegevens, ook indien een derde in voorkomend geval overeenkomstig lid 4 van dit artikel daarom heeft verzocht, de duur van dat gebruik en, in voorkomend geval, de wijze waarop de verwerking van persoonsgegevens tegemoetkomt aan de uitzonderlijke noodzaak;

d)

geven zij indien mogelijk aan wanneer de gegevens naar verwachting zullen worden gewist door alle partijen die er toegang toe hebben;

e)

onderbouwen zij de keuze van de gegevenshouder tot wie het verzoek zich richt;

f)

vermelden zij de andere overheidsinstanties of de Commissie, de Europese Centrale Bank of organen van de Unie en de derden waarmee de verkregen gegevens naar verwachting zullen worden gedeeld;

g)

indien om persoonsgegevens wordt verzocht, specificeren zij welke technische en organisatorische maatregelen nodig en evenredig zijn om de gegevensbeschermingsbeginselen en de nodige waarborgen toe te passen, zoals pseudonimisering, en of de gegevenshouder anonimisering kan toepassen voordat hij de gegevens beschikbaar stelt;

h)

vermelden zij de wettelijke bepaling waarbij aan de verzoekende overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of het orgaan van de Unie de specifieke taak van algemeen belang wordt toegewezen waarvoor de gegevens wordt gevraagd;

i)

specificeren zij de termijn waarbinnen de gegevens beschikbaar moeten worden gesteld en de in artikel 18, lid 2, bedoelde termijn waarbinnen de gegevenshouder het verzoek kan afwijzen of om wijziging ervan kan verzoeken;

j)

stellen zij alles in het werk om te voorkomen dat een verzoek om gegevens wordt ingewilligd als dat zou leiden tot aansprakelijkheid van de gegevenshouders voor inbreuken op het Unierecht of nationale recht.

2.   Een verzoek om gegevens op grond van lid 1 van dit artikel:

a)

wordt schriftelijk ingediend en uitgedrukt in duidelijke, beknopte en eenvoudige taal die voor de gegevenshouder begrijpelijk is;

b)

vermeldt specifiek om welk soort gegevens het gaat en komt overeen met de gegevens waarover de gegevenshouder ten tijde van het verzoek de controle heeft;

c)

staat in verhouding tot de uitzonderlijke noodzaak en is naar behoren gemotiveerd, wat betreft de mate van detail en het volume van de gevraagde gegevens en de frequentie van de toegang tot de gevraagde gegevens;

d)

eerbiedigt de legitieme doelstellingen van de gegevenshouder en zorgt voor de bescherming van bedrijfsgeheimen overeenkomstig artikel 19, lid 3, en de kosten en inspanningen die nodig zijn om de gegevens beschikbaar te stellen;

e)

heeft betrekking op niet-persoonsgebonden gegevens, en alleen als wordt aangetoond dat dit ontoereikend is om te voldoen aan de uitzonderlijke noodzaak om gegevens te gebruiken, overeenkomstig artikel 15, lid 1, punt a), behelst het persoonsgegevens in gepseudonimiseerde vorm en stelt het de technische en organisatorische maatregelen vast die moeten worden genomen om de gegevens te beschermen;

f)

stelt de gegevenshouder in kennis van de sancties die overeenkomstig artikel 40 door de in artikel 37 aangewezen bevoegde autoriteit moeten worden opgelegd in geval van niet-naleving van het verzoek;

g)

wordt, indien het verzoek door een overheidsinstantie wordt ingediend, toegezonden aan de in artikel 37 bedoelde gegevenscoördinator van de lidstaat waar de verzoekende overheidsinstantie is gevestigd, die het verzoek onverwijld online beschikbaar stelt, tenzij de datacoördinator van oordeel is dat een dergelijke publicatie een risico voor de openbare veiligheid zou opleveren;

h)

wordt, wanneer het verzoek door de Commissie, de Europese Centrale Bank of een orgaan van de Unie wordt gedaan, onverwijld online beschikbaar gesteld;

i)

wordt, indien om persoonsgegevens wordt verzocht, onverwijld gemeld bij de toezichthoudende autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op de toepassing van Verordening (EU) 2016/679 in de lidstaat waar de overheidsinstantie is gevestigd.

De Europese Centrale Bank en de organen van de Unie stellen de Commissie in kennis van hun verzoeken.

3.   Een overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of een orgaan van de Unie stelt de op grond van dit hoofdstuk verkregen gegevens niet beschikbaar voor hergebruik zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2022/868 of artikel 2, punt 11, van Richtlijn (EU) 2019/1024. Verordening (EU) 2022/868 en Richtlijn (EU) 2019/1024 zijn niet van toepassing op de gegevens die overheidsinstanties op grond van dit hoofdstuk hebben verkregen.

4.   Lid 3 van dit artikel belet een overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of een orgaan van de Unie niet om op grond van dit hoofdstuk verkregen gegevens uit te wisselen met een andere overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of een orgaan van de Unie met het oog op de vervulling van de taken zoals bedoeld in artikel 15, zoals vermeld in het verzoek overeenkomstig lid 1, punt f), van dit artikel, of om de gegevens beschikbaar te stellen aan een derde in gevallen waarin door middel van een openbaar beschikbare overeenkomst technische inspecties of andere taken aan die derde zijn gedelegeerd. De verplichtingen van overheidsinstanties overeenkomstig artikel 19, met name waarborgen ter bescherming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsgeheimen, gelden ook voor dergelijke derden. Wanneer overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank of organen van de Unie gegevens uit hoofde van dit lid doorgeven of beschikbaar stellen, stellen zij de gegevenshouder van wie de gegevens zijn ontvangen onverwijld daarvan in kennis.

5.   Indien de gegevenshouder van mening is dat zijn rechten uit hoofde van dit hoofdstuk zijn geschonden door het doorgeven of het beschikbaar stellen van gegevens, kan hij een klacht indienen bij de op grond van artikel 37 aangewezen bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de gegevenshouder is gevestigd.

6.   De Commissie ontwikkelt een modelformulier voor verzoeken overeenkomstig dit artikel.

Artikel 19

Verplichtingen van overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank en organen van de Unie

1.   Een overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of organen van de Unie die op grond van een verzoek uit hoofde van artikel 14 gegevens ontvangen:

a)

mogen de gegevens niet gebruiken op een wijze die onverenigbaar is met het doel waarvoor zij zijn gevraagd;

b)

moeten technische en organisatorische maatregelen hebben genomen om de vertrouwelijkheid en integriteit van de gevraagde gegevens en de beveiliging van de gegevens-overdrachten, met name die van persoonsgegevens, te waarborgen en de rechten en vrijheden van de datasubjecten te waarborgen;

c)

wissen de gegevens zodra zij niet langer nodig zijn voor het aangegeven doel en stellen de gegevenshouder en personen of organisaties die de gegevens hebben ontvangen overeenkomstig artikel 21, lid 1, onverwijld ervan in kennis dat de gegevens zijn gewist, tenzij archivering van de gegevens vereist is overeenkomstig het Unie- of nationale recht inzake de toegang van het publiek tot documenten in het kader van transparantieverplichtingen.

2.   Het is een overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of een orgaan van de Unie of een derde die gegevens uit hoofde van dit hoofdstuk ontvangt, niet toegestaan om:

a)

de gegevens of inzichten over de economische situatie, activa en productie- of exploitatiemethoden van de gegevenshouder te gebruiken om een verbonden product of dienst te ontwikkelen of te verbeteren dat met het verbonden product of de gerelateerde dienst van de gegevenshouder concurreert;

b)

de gegevens met een andere derde te delen voor een van de doeleinden zoals bedoeld in punt a).

3.   De openbaarmaking van bedrijfsgeheimen aan een overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of een orgaan van de Unie is alleen vereist voor zover dit strikt noodzakelijk is om het doel van een verzoek overeenkomstig artikel 15 te verwezenlijken. In dat geval identificeert de gegevenshouder of de houder van het bedrijfsgeheim, indien hij niet dezelfde persoon is, de gegevens die als bedrijfsgeheim worden beschermd, met inbegrip van de relevante metagegevens. De overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of het orgaan van de Unie neemt vóór de openbaarmaking van bedrijfsgeheimen alle nodige en passende technische en organisatorische maatregelen om de vertrouwelijkheid van de bedrijfsgeheimen te waarborgen, met inbegrip van, in voorkomend geval, het gebruik van modelcontractvoorwaarden, technische normen en de toepassing van gedragscodes.

4.   Een overheidsinstantie, de Commissie, de Europese Centrale Bank of een orgaan van de Unie is verantwoordelijk voor de beveiliging van de gegevens die zij/het ontvangt.

Artikel 27

Goedetrouwverplichting

Alle betrokken partijen, met inbegrip van aanbieders van dataverwerkingsdiensten van bestemming, werken te goeder trouw samen om het overstapproces doeltreffend te laten verlopen, de tijdige overdracht van gegevens mogelijk te maken en de continuïteit van de dataverwerkingsdienst te waarborgen.

Artikel 30

Technische aspecten van een overstap

1.   Aanbieders van dataverwerkingsdiensten die betrekking hebben op schaalbare en elastische computingmiddelen die beperkt zijn tot infrastructurele elementen zoals servers, netwerken en de virtuele middelen die nodig zijn voor de exploitatie van de infrastructuur, maar die geen toegang bieden tot de operationele diensten, software en toepassingen die worden opgeslagen, anderszins verwerkt of op die infrastructurele elementen worden ingezet, nemen overeenkomstig artikel 27 alle redelijke en haalbare maatregelen om te faciliteren dat de klant, nadat de overstap naar een dienst van hetzelfde type, functionele gelijkwaardigheid bereikt bij het gebruik van de dataverwerkingsdienst van bestemming. De oorspronkelijke aanbieder van dataverwerkingsdiensten faciliteert het overstapproces door in capaciteit, adequate informatie, documentatie, technische ondersteuning en zo nodig hulpmiddelen te voorzien.

2.   Aanbieders van andere dan de in lid 1 van dit artikel bedoelde dataverwerkingsdiensten, stellen kosteloos en in gelijke mate open interfaces beschikbaar aan al hun klanten en de betrokken aanbieders van dataverwerkingsdiensten van bestemming om het overstapproces te vergemakkelijken. Die interfaces bevatten voldoende informatie over de betrokken dienst om de ontwikkeling van software voor communicatie met de diensten mogelijk te maken met het oog op gegevensoverdraagbaarheid en interoperabiliteit.

3.   Voor andere dan de onder lid 1 van dit artikel vallende dataverwerkingsdiensten waarborgen aanbieders van dataverwerkingsdiensten compatibiliteit met gemeenschappelijke specificaties die gebaseerd zijn op open interoperabiliteitsspecificaties of geharmoniseerde interoperabiliteitsnormen, en wel uiterlijk 12 maanden na de bekendmaking van de referenties van die gemeenschappelijke specificaties of geharmoniseerde normen voor de interoperabiliteit van dataverwerkingsdiensten in het centrale register voor EU-normen voor de interoperabiliteit van dataverwerkingsdiensten, na de bekendmaking van de onderliggende uitvoeringshandelingen in het Publicatieblad van de Europese Unie overeenkomstig artikel 35, lid 8.

4.   Aanbieders van andere dan de onder lid 1 van dit artikel vallende dataverwerkingsdiensten, werken het in artikel 26, punt b), bedoelde onlineregister bij overeenkomstig hun verplichtingen uit hoofde van lid 3 van dit artikel.

5.   In het geval van een overstap tussen diensten van hetzelfde type waarvoor in het centrale register voor Unienormen voor de interoperabiliteit van dataverwerkingsdiensten geen gemeenschappelijke specificaties of geharmoniseerde normen voor interoperabiliteit als bedoeld in lid 3 van dit artikel zijn opgenomen overeenkomstig artikel 35, lid 8, exporteert de aanbieder van de dataverwerkingsdiensten op verzoek van de klant alle exporteerbare data in een gestructureerd, algemeen gebruikt en machineleesbaar formaat.

6.   Aanbieders van dataverwerkingsdiensten mogen niet worden verplicht nieuwe technologieën of diensten te ontwikkelen, digitale activa die door eigendomsrechten worden beschermd of die een bedrijfsgeheim vormen bekend te maken of over te dragen aan een klant of een andere aanbieder van dataverwerkingsdiensten, of de veiligheid en de integriteit van de dienst van de klant of aanbieder in gevaar te brengen.

Artikel 32

Internationale overheidstoegang en overdracht

1.   Aanbieders van dataverwerkingsdiensten nemen alle adequate technische, organisatorische en juridische maatregelen, waaronder overeenkomsten, om internationale overheidstoegang en toegang van overheden van derde landen, alsook overdracht van niet-persoonsgebonden gegevens die in de Unie zijn opgeslagen, te voorkomen indien die overdracht of toegang in strijd zou zijn met het Unierecht of met het nationale recht van de betrokken lidstaat, onverminderd lid 2 of lid 3.

2.   Elke beslissing of elke uitspraak van een rechterlijke instantie van een derde land en elk besluit van een administratieve autoriteit van een derde land op grond waarvan een aanbieder van dataverwerkingsdiensten niet-persoonsgebonden gegevens die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen en in de Unie zijn opgeslagen, moet overdragen of er toegang toe moet verlenen, wordt alleen op enigerlei wijze erkend of is alleen op enigerlei wijze afdwingbaar indien de beslissing, de uitspraak of het besluit gebaseerd is op een internationale overeenkomst, zoals een verdrag inzake wederzijdse rechtsbijstand, die van kracht is tussen het verzoekende derde land en de Unie, of op een dergelijke overeenkomst tussen het verzoekende derde land en een lidstaat.

3.   Bij ontstentenis van een internationale overeenkomst als bedoeld in lid 2, vindt, indien een aanbieder van dataverwerkingsdiensten de geadresseerde is van een beslissing of uitspraak van een rechterlijke instantie van een derde land of een besluit van een administratieve autoriteit van een derde land om niet-persoonsgebonden gegevens die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen en die in de Unie zijn opgeslagen, over te dragen of er toegang toe te verlenen, en de naleving van een dergelijke beslissing of uitspraak of een dergelijk besluit de geadresseerde in strijd zou kunnen brengen met het Unierecht of met het nationale recht van de betrokken lidstaat, de overdracht van of de toegang tot dergelijke gegevens door die autoriteit van het derde land alleen plaats indien:

a)

het bestel van het derde land voorschrijft dat de redenen voor en de evenredigheid van een dergelijke rechterlijke beslissing of uitspraak of een dergelijk besluit worden toegelicht, en dat die rechterlijke beslissing of uitspraak of dat besluit een specifiek karakter heeft, bijvoorbeeld doordat daarin een toereikend verband wordt gelegd met bepaalde verdachten of inbreuken;

b)

het gemotiveerde bezwaar van de geadresseerde getoetst wordt door een bevoegde rechterlijke instantie van het derde land, en

c)

de bevoegde rechterlijke instantie van het derde land die de rechterlijke beslissing neemt of de rechterlijke uitspraak doet of het besluit van een administratieve autoriteit toetst, uit hoofde van het recht van dat derde land gemachtigd is terdege rekening te houden met de relevante juridische belangen van de verstrekker van de gegevens die uit hoofde van het Unierecht of van het nationale recht van de betrokken lidstaat worden beschermd.

De geadresseerde van de beslissing of het besluit of de rechterlijke uitspraak kan het advies inwinnen van de nationale instantie of autoriteit die bevoegd is voor internationale samenwerking in juridische aangelegenheden, teneinde te bepalen of aan de in de eerste alinea vastgestelde voorwaarden wordt voldaan, met name wanneer hij van oordeel is dat de beslissing of het besluit betrekking kan hebben op bedrijfsgeheimen en andere commercieel gevoelige gegevens, alsook op door intellectuele-eigendomsrechten beschermde inhoud of dat de overdracht tot heridentificatie kan leiden. De bevoegde nationale instantie of autoriteit kan de Commissie raadplegen. Indien de geadresseerde van oordeel is dat de beslissing of het besluit of de rechterlijke uitspraak afbreuk kan doen aan de nationale veiligheids- of defensiebelangen van de Unie of haar lidstaten, wint hij het advies in van de betreffende nationale instantie of autoriteit om te bepalen of de gevraagde gegevens nationale veiligheids- of defensiebelangen van de Unie of haar lidstaten betreffen. Indien de geadresseerde binnen een maand geen antwoord heeft ontvangen of indien deze instanties of autoriteit in hun advies concluderen dat niet aan de in de eerste alinea vastgestelde voorwaarden wordt voldaan, kan de geadresseerde het verzoek om overdracht of toegang tot niet-persoonsgebonden gegevens op die gronden afwijzen.

Het Europees Comité voor gegevensinnovatie zoals bedoeld in artikel 42 adviseert en assisteert de Commissie bij het opstellen van richtsnoeren voor de beoordeling van de vraag of aan de voorwaarden van de eerste alinea wordt voldaan.

4.   Indien aan de voorwaarden van lid 2 of lid 3 wordt voldaan, verstrekt de aanbieder van dataverwerkingsdiensten de minimaal toestaanbare hoeveelheid gegevens in antwoord op een verzoek, op basis van de redelijke interpretatie van dat verzoek door de aanbieder of de relevante nationale instantie of autoriteit als bedoeld in lid 3, tweede alinea.

5.   De aanbieder van dataverwerkingsdiensten stelt de klant in kennis van het bestaan van een verzoek van een autoriteit van een derde land om toegang tot zijn gegevens te krijgen alvorens aan dit verzoek te voldoen, behalve indien het verzoek rechtshandhavingsdoeleinden dient en zolang dit noodzakelijk is om de doeltreffendheid van de rechtshandhavingsactiviteiten te waarborgen.

HOOFDSTUK VIII

INTEROPERABILITEIT

Artikel 37

Bevoegde autoriteiten en datacoördinatoren

1.   Elke lidstaat wijst een of meer autoriteiten aan die bevoegd zijn voor de uitvoering en handhaving van deze verordening (bevoegde autoriteiten). De lidstaten kunnen een of meer nieuwe autoriteiten oprichten of een beroep doen op bestaande autoriteiten.

2.   Indien een lidstaat meer dan één bevoegde autoriteit aanwijst, wijst hij onder deze bevoegde autoriteiten een datacoördinator aan om de samenwerking tussen hen te vergemakkelijken en entiteiten binnen het toepassingsgebied van deze verordening bij te staan in alle aangelegenheden die verband houden met de toepassing en handhaving ervan. Bij de uitoefening van de hun krachtens lid 5 toegewezen taken en bevoegdheden werken de bevoegde autoriteiten met elkaar samen.

3.   De toezichthoudende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de toepassing van Verordening (EU) 2016/679, zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de toepassing van deze verordening wat de bescherming van persoonsgegevens betreft. De hoofdstukken VI en VII van Verordening (EU) 2016/679 zijn van overeenkomstige toepassing.

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is verantwoordelijk voor het toezicht op de toepassing van deze verordening voor zover deze betrekking heeft op de Commissie, de Europese Centrale Bank of organen van de Unie. In voorkomend geval is artikel 62 van Verordening (EU) 2018/1725 van overeenkomstige toepassing.

De in dit lid bedoelde taken en bevoegdheden van de toezichthoudende autoriteiten worden uitgeoefend met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

4.   Onverminderd lid 1 van dit artikel:

a)

wordt de bevoegdheid van de sectorale autoriteiten voor specifieke sectorale toegang tot gegevens en specifiek sectoraal gegevensgebruik in verband met de toepassing van deze verordening geëerbiedigd;

b)

heeft de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de toepassing en handhaving van de artikelen 23 tot en met 31 en de artikelen 34 en 35, ervaring op het gebied van gegevens en elektronische-communicatiediensten.

5.   De lidstaten zorgen ervoor dat de taken en bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten duidelijk omschreven zijn en het volgende omvatten:

a)

datageletterdheid en bewustmaking over de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze verordening bevorderen bij gebruikers en entiteiten die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen;

b)

klachten over vermeende overtredingen op deze verordening behandelen, ook met betrekking tot bedrijfsgeheimen, de inhoud van klachten onderzoeken in de mate waarin dat gepast is en klagers, indien relevant overeenkomstig het nationale recht, regelmatig en binnen een redelijke termijn in kennis stellen van de voortgang en het resultaat van het onderzoek, met name indien verder onderzoek of coördinatie met een andere bevoegde autoriteit noodzakelijk is;

c)

onderzoek verrichten naar zaken die betrekking hebben op de toepassing van deze verordening, onder meer op basis van informatie die van een andere bevoegde autoriteit of een andere overheidsinstantie is ontvangen;

d)

doeltreffende, evenredige en afschrikkende financiële sancties opleggen, waaronder dwangsommen en sancties met terugwerkende kracht, of gerechtelijke procedures voor het opleggen van geldboetes inleiden;

e)

toezicht houden op technologische en relevante commerciële ontwikkelingen die relevant zijn voor het beschikbaar stellen en gebruiken van gegevens;

f)

samenwerken met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten en indien relevant met de Commissie of het Europees Comité voor gegevensinnovatie, om de consistente en efficiënte toepassing van deze verordening te waarborgen, waaronder het onverwijld elektronisch uitwisselen van alle relevante informatie, ook met betrekking tot lid 10 van dit artikel;

g)

samenwerken met de relevante bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van andere Unie- of nationale rechtshandelingen, onder meer met autoriteiten die bevoegd zijn op het gebied van gegevens en elektronische-communicatiediensten, met de toezichthoudende autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op de toepassing van Verordening (EU) 2016/679 of met sectorale autoriteiten om te waarborgen dat deze verordening in overeenstemming met andere Unie- en nationale wetgeving wordt gehandhaafd;

h)

samenwerken met de relevante bevoegde autoriteiten om ervoor te zorgen dat de verplichtingen van de artikelen 23 tot en met 31 en de artikelen 34 en 35 worden gehandhaafd in overeenstemming met ander Unierecht en zelfregulering die van toepassing zijn op aanbieders van dataverwerkingsdiensten;

i)

ervoor zorgen dat de overstapkosten overeenkomstig artikel 29 worden ingetrokken;

j)

de verzoeken om gegevens uit hoofde van hoofdstuk V onderzoeken.

Indien er een datacoördinator is aangewezen, faciliteert deze de in de eerste alinea, punten f), g) en h), bedoelde samenwerking en staat hij de bevoegde autoriteiten op hun verzoek bij.

6.   De datacoördinator, indien een dergelijke bevoegde autoriteit is aangewezen:

a)

treedt op als centraal contactpunt voor alle kwesties in verband met de toepassing van deze verordening;

b)

waarborgt dat verzoeken van overheidsinstanties om gegevens beschikbaar te stellen in het geval van een uitzonderlijke noodzaak uit hoofde van hoofdstuk V online openbaar beschikbaar zijn, en bevordert vrijwillige gegevensdelingsovereenkomsten tussen overheidsinstanties en gegevenshouders;

c)

stelt de Commissie jaarlijks in kennis van de weigeringen waarvan overeenkomstig artikel 4, leden 2 en 8, en artikel 5, lid 11, kennis is gegeven.

7.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de namen van de bevoegde autoriteiten en van hun taken en bevoegdheden en, indien van toepassing, de naam van de gegevenscoördinator. De Commissie houdt een openbaar register van deze autoriteiten bij.

8.   Bij de uitvoering van hun taken en de uitoefening van hun bevoegdheden overeenkomstig deze verordening blijven de bevoegde autoriteiten onpartijdig en vrij van enige, directe of indirecte, invloed van buitenaf, en vragen noch aanvaarden zij voor individuele gevallen instructies van andere overheidsinstanties of particuliere partijen.

9.   De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten over voldoende personele en technische middelen beschikken alsook de relevante expertise om hun taken overeenkomstig deze verordening doeltreffend uit te voeren.

10.   Entiteiten die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, vallen onder de bevoegdheid van de lidstaat waar de entiteit is gevestigd. Indien de entiteit in meer dan een lidstaat is gevestigd, wordt zij geacht onder de bevoegdheid te vallen van de lidstaat waar zij haar hoofdvestiging heeft, dat is waar het hoofdkantoor of de statutaire zetel van de entiteit zich bevindt, van waaruit de voornaamste financiële functies en de operationele controle worden uitgeoefend.

11.   Elke binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende entiteit die in de Unie verbonden producten of diensten aanbiedt en niet in de Unie is gevestigd, wijst een wettelijke vertegenwoordiger aan in een van de lidstaten.

12.   Met het oog op de naleving van deze verordening wordt een wettelijke vertegenwoordiger gemachtigd door een binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende entiteit die in de Unie verbonden producten of diensten aanbiedt, zodat de bevoegde autoriteiten zich ook of in plaats van tot de entiteit, tot hem kunnen richten voor alle aangelegenheden die verband houden met die entiteit. Die wettelijke vertegenwoordiger werkt samen met de bevoegde autoriteiten en toont hun op verzoek de maatregelen en voorzieningen die zijn getroffen door de binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende entiteit die in de Unie verbonden producten of diensten aanbiedt, teneinde de naleving van deze verordening te waarborgen.

13.   Een binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende entiteit die in de Unie verbonden producten of diensten aanbiedt, wordt geacht te vallen onder de bevoegdheid van de lidstaat waar haar wettelijke vertegenwoordiger is gevestigd. De aanwijzing van een wettelijke vertegenwoordiger door een dergelijke entiteit doet geen afbreuk aan de aansprakelijkheid van een dergelijke entiteit en aan eventuele rechtsvorderingen die tegen haar kunnen worden ingesteld. Totdat een entiteit overeenkomstig dit artikel een wettelijke vertegenwoordiger aanwijst, valt zij, in voorkomend geval, onder de bevoegdheid van alle lidstaten teneinde de toepassing en handhaving van deze verordening te waarborgen. Elke bevoegde autoriteit kan haar bevoegdheid uitoefenen, onder meer door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties op te leggen, mits de entiteit met betrekking tot dezelfde feiten niet door een andere bevoegde autoriteit onderworpen is aan een handhavingsprocedure uit hoofde van deze verordening.

14.   Bevoegde autoriteiten hebben de bevoegdheid om van gebruikers, gegevenshouders of gegevensontvangers, of hun wettelijke vertegenwoordigers, die onder de bevoegdheid van hun lidstaat vallen, alle informatie op te vragen die nodig is om na te gaan of aan deze verordening is voldaan. Een verzoek om informatie moet in verhouding staan tot de uitvoering van de onderliggende taak en moet worden gemotiveerd.

15.   Indien een bevoegde autoriteit in een lidstaat om bijstand of handhavingsmaatregelen van een bevoegde autoriteit in een andere lidstaat verzoekt, dient zij een gemotiveerd verzoek in. Na ontvangst van een dergelijk verzoek geeft een bevoegde autoriteit onverwijld een antwoord met een gedetailleerde beschrijving van de maatregelen die zijn genomen of gepland.

16.   Bevoegde autoriteiten eerbiedigen het vertrouwelijkheidsbeginsel en het beroeps- en handelsgeheim, en beschermen persoonsgegevens overeenkomstig het Unie-of nationale recht. Alle informatie die naar aanleiding van een verzoek om bijstand wordt uitgewisseld en wordt verstrekt uit hoofde van dit artikel, wordt uitsluitend gebruikt in verband met de aangelegenheid waarvoor zij is gevraagd.


whereas









keyboard_arrow_down