search


keyboard_tab Data Act 2023/2854 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2023/2854 NL cercato: 'vastgelegde' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index vastgelegde:


whereas vastgelegde:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 677

 

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Deze verordening voorziet in geharmoniseerde regels voor onder meer:

a)

het beschikbaar stellen van productgegevens en gegevens van een gerelateerde dienst aan de gebruiker van het verbonden product of gerelateerde dienst;

b)

het beschikbaar stellen van gegevens door gegevenshouders aan gegevensontvangers;

c)

het beschikbaar stellen van gegevens door gegevenshouders aan overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank en organen van de Unie, indien er sprake is van een uitzonderlijke noodzaak aan die gegevens voor de uitvoering van een specifieke taak in het algemeen belang;

d)

het vergemakkelijken van het overstappen tussen dataverwerkingsdiensten;

e)

het invoeren van waarborgen tegen ongeoorloofde toegang van derden tot niet-persoonsgebonden gegevens; en

f)

de ontwikkeling van interoperabiliteitsnormen voor te raadplegen, door te geven en te gebruiken gegevens.

2.   Deze verordening heeft betrekking op persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens, waaronder de volgende soorten gegevens, in de volgende contexten:

a)

hoofdstuk II is van toepassing op gegevens, met uitzondering van inhoud, betreffende de prestaties, het gebruik en de omgeving van verbonden producten en gerelateerde diensten;

b)

hoofdstuk III is van toepassing op alle gegevens van de particuliere sector waarvoor wettelijke gegevensdelingsverplichtingen gelden;

c)

hoofdstuk IV is van toepassing op alle gegevens van de particuliere sector die worden geraadpleegd en gebruikt op basis van overeenkomsten tussen ondernemingen;

d)

hoofdstuk V is van toepassing op alle gegevens van de particuliere sector, met de nadruk op niet-persoonsgebonden gegevens;

e)

hoofdstuk VI is van toepassing op alle gegevens en diensten die door aanbieders van dataverwerkingsdiensten worden verwerkt;

f)

hoofdstuk VII is van toepassing op alle niet-persoonsgebonden gegevens die in de Unie in handen zijn van aanbieders van dataverwerkingsdiensten.

3.   Deze verordening is van toepassing op:

a)

fabrikanten van verbonden producten die in de Unie in de handel worden gebracht en aanbieders van gerelateerde diensten, ongeacht de vestigingsplaats van die fabrikanten en aanbieders;

b)

gebruikers in de Unie van verbonden producten of gerelateerde diensten zoals bedoeld in punt a);

c)

gegevenshouders, ongeacht hun vestigingsplaats, die gegevens ter beschikking stellen van gegevensontvangers in de Unie;

d)

gegevensontvangers in de Unie aan wie gegevens ter beschikking worden gesteld;

e)

overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank en organen van de Unie die gegevenshouders verzoeken gegevens beschikbaar te stellen indien er sprake is van een uitzonderlijke noodzaak om die gegevens te gebruiken voor de uitvoering van een specifieke taak in het algemeen belang, en de gegevenshouders die die gegevens in antwoord op een dergelijk verzoek verstrekken;

f)

aanbieders van dataverwerkingsdiensten, ongeacht hun vestigingsplaats, die dergelijke diensten aan klanten in de Unie aanbieden;

g)

deelnemers aan dataruimten en verkopers van toepassingen die gebruikmaken van slimme contracten en personen wier handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteit de invoering van slimme contracten voor anderen in het kader van de uitvoering van een overeenkomst behelst.

4.   Waar in deze verordening wordt verwezen naar verbonden producten of gerelateerde diensten, worden die verwijzingen ook geacht virtuele assistenten te omvatten, voor zover deze interageren met een verbonden product of gerelateerde dienst.

5.   Deze verordening doet geen afbreuk aan het Unierecht en het nationale recht inzake de bescherming van persoonsgegevens, de persoonlijke levenssfeer en de vertrouwelijkheid van communicatie en de integriteit van eindapparatuur, die van toepassing zijn op persoonsgegevens die worden verwerkt in verband met de hierin vastgelegde rechten en verplichtingen, in het bijzonder Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 en Richtlijn 2002/58/EG, met inbegrip van de bevoegdheden van toezichthoudende autoriteiten en de rechten van datasubjecten. Voor zover gebruikers datasubjecten zijn, vormen de in hoofdstuk II van deze verordening vastgelegde rechten een aanvulling op de rechten van toegang door datasubjecten en de rechten van overdraagbaarheid van gegevens uit hoofde van de artikelen 15 en 20 van Verordening (EU) 2016/679. Indien deze verordening en het Unierecht inzake de bescherming van persoonsgegevens of de persoonlijke levenssfeer, of het overeenkomstig dat Unierecht vastgestelde nationale wetgeving tegenstrijdig zijn, prevaleert het relevante Unie- of nationale recht inzake de bescherming van persoonsgegevens of de persoonlijke levenssfeer.

6.   Deze verordening is niet van toepassing op en loopt niet vooruit op vrijwillige regelingen voor het uitwisselen van gegevens tussen particuliere entiteiten en overheidsinstanties, met name vrijwillige regelingen voor het delen van gegevens.

Deze verordening heeft geen gevolgen voor Unie- of nationale rechtshandelingen die voorzien in het delen van, de toegang tot en het gebruik van gegevens met het oog op het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, of voor douane- en belastingdoeleinden, met name de Verordeningen (EU) 2021/784, (EU) 2022/2065 en (EU) 2023/1543, Richtlijn (EU) 2023/1544, of internationale samenwerking op dit gebied. Deze verordening is niet van toepassing op het verzamelen of delen van, de toegang tot of het gebruik van gegevens uit hoofde van Verordening (EU) 2015/847 en Richtlijn (EU) 2015/849. Deze verordening is niet van toepassing op buiten het toepassingsgebied van het Unierecht vallende gebieden en doet in geen geval afbreuk aan de bevoegdheden van de lidstaten inzake openbare veiligheid, defensie of nationale veiligheid, ongeacht het soort entiteit dat door de lidstaten is belast met de uitvoering van taken in verband met die bevoegdheden, noch aan hun bevoegdheid om andere essentiële staatsfuncties te waarborgen, waaronder het waarborgen van de territoriale integriteit van de staat en de handhaving van de openbare orde. Deze verordening doet geen afbreuk aan de bevoegdheden van de lidstaten op het gebied van douane- en belastingadministratie of de gezondheid en veiligheid van de burgers.

7.   Deze verordening vormt een aanvulling op de zelfregulerende aanpak in Verordening (EU) 2018/1807 door algemeen toepasselijke verplichtingen toe te voegen voor het overstappen naar andere clouddiensten.

8.   Deze verordening doet geen afbreuk aan Unie- of nationale rechtshandelingen die voorzien in de bescherming van intellectuele eigendomsrechten, met name de Richtlijnen 2001/29/EG, 2004/48/EG en (EU) 2019/790.

9.   Deze verordening vormt een aanvulling op en doet geen afbreuk aan het Unierecht dat erop gericht is de belangen van consumenten te behartigen en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen en hun gezondheid, veiligheid en economische belangen te beschermen, met name de Richtlijnen 93/13/EEG, 2005/29/EG en 2011/83/EU.

10.   Deze verordening vormt geen beletsel voor de sluiting van vrijwillige rechtmatige gegevensdelingsovereenkomsten, waaronder wederkerige overeenkomsten, die voldoen aan de in deze verordening vastgestelde vereisten.

Artikel 16

Verband met andere verplichtingen om gegevens beschikbaar te stellen aan overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank en organen van de Unie

1.   Dit hoofdstuk doet geen afbreuk aan de in het Unie- of nationale recht vastgelegde verplichtingen met betrekking tot rapportage, het voldoen aan verzoeken om toegang tot informatie of het aantonen of verifiëren van de naleving van wettelijke verplichtingen.

2.   Dit hoofdstuk is niet van toepassing op overheidsinstanties, de Commissie, de Europese Centrale Bank of organen van de Unie die activiteiten uitvoeren met het oog op het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van strafrechtelijke of administratieve inbreuken of de tenuitvoerlegging van straffen, noch op de douane- of belastingadministratie. Dit hoofdstuk doet geen afbreuk aan het toepasselijke Unierecht en het toepasselijke nationale recht inzake het voorkomen, onderzoeken, opsporen en vervolgen van strafrechtelijke of administratieve inbreuken of de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke of administratieve sancties, of inzake de douane- of belastingadministratie.

Artikel 29

Stapsgewijze opheffing van overstapkosten

1.   Vanaf 12 januari 2027 brengen aanbieders van dataverwerkingsdiensten klanten geen overstapkosten meer in rekening voor het overstapproces.

2.   Vanaf 11 januari 2024 tot 12 januari 2027 kunnen aanbieders van dataverwerkingsdiensten klanten verlaagde overstapkosten in rekening brengen.

3.   De in lid 2 bedoelde verlaagde overstapkosten mogen niet hoger zijn dan de door de aanbieder van dataverwerkingsdiensten gemaakte kosten die rechtstreeks verband houden met het betrokken overstapproces.

4.   Alvorens een overeenkomst met een klant te sluiten, verstrekken aanbieders van dataverwerkingsdiensten de potentiële klant duidelijke informatie over de standaardvergoedingen en boetes voor vroegtijdige beëindiging die kunnen worden opgelegd, alsook over de verlaagde overstapkosten, die tijdens de in lid 2 bedoelde termijn kunnen worden opgelegd.

5.   In voorkomend geval verstrekken aanbieders van dataverwerkingsdiensten informatie aan een consument over dataverwerkingsdiensten waarbij overstappen zeer complex of duur is, dan wel onmogelijk zonder aanzienlijke interferentie in de gegevens, digitale activa of dienstenarchitectuur.

6.   In voorkomend geval stellen aanbieders van dataverwerkingsdiensten de in de leden 4 en 5 bedoelde informatie voor klanten openbaar beschikbaar op een speciaal daarvoor bestemd gedeelte van hun website of op een andere gemakkelijk toegankelijke wijze.

7.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 45 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen door het instellen van een toezichtmechanisme waarmee de Commissie toezicht kan houden op de door aanbieders van dataverwerkingsdiensten op de markt in rekening gebrachte overstapkosten, om ervoor te zorgen dat de opheffing en verlaging van de overstap- en gegevens-extractietarieven krachtens de leden 1 en 2 van dit artikel binnen de in die leden vastgelegde termijnen worden verwezenlijkt.

Artikel 31

Specifieke regeling voor bepaalde dataverwerkingsdiensten

1.   De in artikel 23, punt d), artikel 29 en artikel 30, leden 1 en 3, vastgestelde verplichtingen zijn niet van toepassing op dataverwerkingsdiensten waarvan het merendeel van de belangrijkste kenmerken is afgestemd op de specifieke behoeften van een individuele klant of waarvan alle componenten zijn ontwikkeld ten behoeve van een individuele klant, en waarbij die dataverwerkingsdiensten niet op grote commerciële schaal worden aangeboden via de dienstencatalogus van de aanbieder van dataverwerkingsdiensten.

2.   De in dit hoofdstuk vastgelegde verplichtingen zijn niet van toepassing op dataverwerkingsdiensten die gedurende een beperkte periode als een niet voor productiedoeleinden bedoelde versie voor test- en evaluatiedoeleinden worden verleend.

3.   Voorafgaand aan de sluiting van een overeenkomst betreffende de verlening van de in dit artikel bedoelde dataverwerkingsdiensten stelt de aanbieder van dataverwerkingsdiensten de potentiële klant in kennis van de verplichtingen van dit hoofdstuk die niet van toepassing zijn.

HOOFDSTUK VII

INTERNATIONALE OVERHEIDSTOEGANG EN OVERDRACHT VAN NIET-PERSOONSGEBONDEN GEGEVENS

Artikel 33

Essentiële eisen inzake interoperabiliteit van gegevens, van mechanismen en diensten voor het delen van gegevens alsook van gemeenschappelijke Europese dataruimten

1.   Deelnemers aan dataruimten die gegevens of datadiensten aanbieden aan andere deelnemers, voldoen aan de volgende essentiële eisen om de interoperabiliteit van gegevens, van mechanismen en diensten voor gegevensdeling alsook van gemeenschappelijke Europese dataruimten die doel- of sectorspecifieke of sectoroverschrijdende interoperabele kaders voor gemeenschappelijke normen en praktijken op het gebied van het delen van gegevens of gezamenlijke dataverwerking vormen met het oog op onder meer de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten, wetenschappelijk onderzoek of initiatieven van het maatschappelijk middenveld:

a)

de inhoud van de dataset, gebruiksbeperkingen, licenties, gegevensverzamelingsmethoden, gegevenskwaliteit en onzekerheid worden voldoende beschreven, indien van toepassing, in een machineleesbaar formaat om de ontvanger in staat te stellen de gegevens te vinden, te raadplegen en te gebruiken;

b)

de datastructuren, dataformaten, vocabularia, classificatieschema’s, taxonomieën en codelijsten worden, indien beschikbaar, op een voor het publiek toegankelijke en consistente wijze beschreven;

c)

de technische middelen om toegang te krijgen tot de gegevens, zoals application programming interfaces, en de bijbehorende gebruiksvoorwaarden en kwaliteit van de dienstverlening worden voldoende beschreven om automatische toegang tot en overdracht van gegevens tussen partijen mogelijk te maken, ook continu, in de vorm van bulksgewijze downloads of in realtime in een machineleesbaar formaat, indien dat technisch haalbaar is en de goede werking van het verbonden product niet belemmert;

d)

indien van toepassing wordt er voorzien in de middelen om de interoperabiliteit mogelijk te maken van instrumenten voor het automatiseren van de uitvoering van gegevensdelingsovereenkomsten, zoals slimme contracten.

De eisen kunnen een generiek karakter hebben of betrekking hebben op specifieke sectoren, waarbij ten volle rekening wordt gehouden met de samenhang met eisen die voortvloeien uit ander Unie- of nationaal recht.

2.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 45 van deze verordening gedelegeerde handelingen vast te stellen om deze verordening aan te vullen, door de in lid 1 van dit artikel vastgelegde essentiële eisen nader te specificeren wat betreft die eisen welke door hun aard niet het beoogde effect kunnen sorteren tenzij zij nader worden gespecificeerd in bindende rechtshandelingen van de Unie, en teneinde de technologische en marktontwikkelingen naar behoren weer te geven.

De Commissie houdt bij de vaststelling van gedelegeerde handelingen rekening met het advies van het Europees Comité voor gegevensinnovatie overeenkomstig artikel 42, punt c), iii).

3.   De deelnemers aan dataruimten die gegevens of datadiensten aanbieden aan andere deelnemers aan dataruimten die voldoen aan de geharmoniseerde normen of delen daarvan, waarvan de referentie in het Publicatieblad van de Europese Unie is bekendgemaakt, worden geacht te voldoen aan de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen, voor zover die eisen worden gedekt door deze geharmoniseerde normen of delen daarvan.

4.   De Commissie verzoekt op grond van artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 een of meer Europese normalisatieorganisaties geharmoniseerde normen op te stellen die voldoen aan de in lid 1 van dit artikel vastgelegde essentiële eisen.

5.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen gemeenschappelijke specificaties vaststellen voor een of alle van de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de Commissie heeft overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 een of meer Europese normalisatieorganisaties verzocht een geharmoniseerde norm op te stellen die voldoet aan de in lid 1 van dit artikel vastgelegde eisen en:

i)

het verzoek is niet aanvaard:

ii)

de geharmoniseerde normen die naar aanleiding van dat verzoek zijn ontwikkeld, is niet binnen de overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 vastgestelde termijn geleverd; of

iii)

de geharmoniseerde normen voldoen niet aan het verzoek, en

b)

er werd geen referentie van geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie voor de desbetreffende in lid 1 van dit artikel vastgelegde essentiële eisen, en een dergelijke referentie zal naar verwachting niet binnen een redelijke termijn worden bekendgemaakt.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 46, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

6.   Alvorens een in lid 5 van dit artikel bedoelde ontwerpuitvoeringshandeling op te stellen, stelt de Commissie het in artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 bedoelde comité ervan in kennis dat zij van oordeel is dat aan de voorwaarden van lid 5 van dit artikel is voldaan.

7.   Bij het opstellen van de ontwerpuitvoeringshandeling zoals bedoeld in lid 5 houdt de Commissie rekening met het advies van het Europees Comité voor gegevensinnovatie en met de standpunten van andere relevante organen of deskundigengroepen en raadpleegt zij alle relevante belanghebbenden.

8.   De deelnemers aan dataruimten die gegevens of datadiensten aan andere deelnemers aan dataruimten aanbieden die voldoen aan de gemeenschappelijke specificaties zoals vastgesteld bij de in lid 5 bedoelde uitvoeringshandelingen of delen daarvan, worden geacht in overeenstemming te zijn met de essentiële in lid 1 vastgelegde eisen voor zover die eisen door de gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan gedekt zijn.

9.   Wanneer een Europese normalisatieorganisatie een geharmoniseerde norm vaststelt en deze aan de Commissie voorstelt met het oog op de bekendmaking van de referentie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, beoordeelt de Commissie de geharmoniseerde norm overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012. Wanneer de referentie van een geharmoniseerde norm in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt, trekt de Commissie de in lid 5 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen of delen daarvan die dezelfde essentiële eisen dekken als die die zijn gedekt door die geharmoniseerde norm, in.

10.   Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een gemeenschappelijke specificatie niet volledig aan de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen voldoet, stelt deze lidstaat de Commissie daarvan in kennis door het indienen van een gedetailleerde toelichting. De Commissie beoordeelt die gedetailleerde toelichting en kan in voorkomend geval de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie wijzigen.

11.   De Commissie kan richtsnoeren vaststellen, rekening houdend met het voorstel van het Europees Comité voor gegevensinnovatie overeenkomstig artikel 30, punt h), van Verordening (EU) 2022/868 tot vaststelling van interoperabele kaders voor gemeenschappelijke normen en praktijken voor de werking van gemeenschappelijke Europese dataruimten.

Artikel 35

Interoperabiliteit voor dataverwerkingsdiensten

1.   Open interoperabiliteitsspecificaties en geharmoniseerde normen voor de interoperabiliteit van dataverwerkingsdiensten voldoen aan het volgende:

a)

zij bereiken, voor zover technisch haalbaar, interoperabiliteit tussen verschillende dataverwerkingsdiensten die hetzelfde type dienst dekken;

b)

zij verbeteren de overdraagbaarheid van digitale activa tussen verschillende dataverwerkingsdiensten die hetzelfde type dienst dekken;

c)

zij faciliteren, voor zover technisch haalbaar, de functionele gelijkwaardigheid tussen de in artikel 30, lid 1, bedoelde dataverwerkingsdiensten die hetzelfde type dienst dekken;

d)

zij hebben geen negatieve gevolgen voor de veiligheid en integriteit van dataverwerkingsdiensten;

e)

zij zijn zodanig ontworpen dat zij technische vooruitgang en de opneming van nieuwe functies en innovatie in dataverwerkingsdiensten mogelijk maken.

2.   Open interoperabiliteitsspecificaties en geharmoniseerde normen voor de interoperabiliteit van dataverwerkingsdiensten pakken de volgende aspecten naar behoren aan:

a)

de aspecten van cloudinteroperabiliteit in het vervoer, syntactische interoperabiliteit, semantische data-interoperabiliteit, gedragsinteroperabiliteit en beleidsinteroperabiliteit;

b)

de overdraagbaarheidsaspecten van cloudgegevens inzake syntactische en semantische overdraagbaarheid van gegevens en overdraagbaarheid van het gegevensbeleid;

c)

de cloudtoepassingsaspecten van applicatiesyntactische overdraagbaarheid, applicatie-instructieportabiliteit, overdraagbaarheid van applicatiemetagegevens, overdraagbaarheid van applicatiegedrag en overdraagbaarheid van het applicatiebeleid.

3.   Open interoperabiliteitsspecificaties voldoen aan bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1025/2012.

4.   Na rekening te hebben gehouden met relevante internationale en Europese normen en initiatieven op het gebied van zelfregulering, kan de Commissie overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 een of meer Europese normalisatieorganisaties verzoeken geharmoniseerde normen op te stellen die voldoen aan de in de leden 1 en 2 van dit artikel vastgelegde essentiële eisen.

5.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen gemeenschappelijke specificaties vaststellen op basis van open interoperabiliteitsspecificaties die alle in de leden 1 en 2 vastgelegde essentiële eisen dekken.

6.   Bij de opstelling van de in lid 5 van dit artikel bedoelde ontwerpuitvoeringshandeling houdt de Commissie rekening met de standpunten van de in artikel 37, lid 5, punt h), bedoelde relevante bevoegde autoriteiten en andere relevante instanties of deskundigengroepen en raadpleegt zij naar behoren alle relevante belanghebbenden.

7.   Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een gemeenschappelijke specificatie niet volledig aan de in de leden 1 en 2 vastgelegde essentiële eisen voldoet, stelt deze lidstaat de Commissie daarvan in kennis door het indienen van een gedetailleerde toelichting. De Commissie beoordeelt die gedetailleerde informatie en kan in voorkomend geval de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie wijzigen.

8.   Voor de toepassing van artikel 30, lid 3, maakt de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen, in een centraal Unieregister voor normen voor de interoperabiliteit van dataverwerkingsdiensten, de referentie bekend van geharmoniseerde normen en gemeenschappelijke specificaties voor de interoperabiliteit van dataverwerkingsdiensten.

9.   De in dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 46, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

Artikel 36

Essentiële eisen met betrekking tot slimme contracten voor het uitvoeren van gegevensdelingsovereenkomsten

1.   De verkoper van een applicatie die gebruikmaakt van slimme contracten of, bij het ontbreken daarvan, de persoon van wie de handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteit de invoering van slimme contracten voor anderen in het kader van de uitvoering van een overeenkomst of een deel daarvan voor het beschikbaar stellen van gegevens inhoudt, zorgt ervoor dat die slimme contracten voldoen aan de volgende essentiële eisen van:

a)

robuustheid en toegangscontrole, om ervoor te zorgen dat het slimme contract zo is ontworpen dat het toegangscontrolemechanismen en een zeer hoge mate van robuustheid biedt om functionele fouten te voorkomen en manipulatie door derden te weerstaan;

b)

veilige beëindiging en onderbreking, om ervoor te zorgen dat er een mechanisme bestaat om de doorlopende uitvoering van transacties te beëindigen en dat het slimme contract interne functies omvat die de overeenkomst kunnen resetten of de opdracht kunnen geven de verrichting stop te zetten of te onderbreken, met name om toekomstige accidentele uitvoeringen ervan te voorkomen;

c)

archivering en continuïteit van gegevens, om ervoor te zorgen dat, in gevallen waarin een slim contract moet worden beëindigd of gedeactiveerd, de mogelijkheid bestaat om de transactiegegevens, alsook de slimme-contractlogica en -code te archiveren teneinde verrichtingen die in het verleden op de gegevens zijn uitgevoerd, te registreren (controleerbaarheid);

d)

toegangscontrole, om ervoor te zorgen dat een slim contract wordt beschermd door middel van strikte toegangscontrolemechanismen in de beheers- en slimme-contractlagen, en

e)

consistentie, om te zorgen voor consistentie met de voorwaarden van de gegevensdelingsovereenkomst die door het slimme contract wordt uitgevoerd.

2.   De verkoper van een slim contract of, bij het ontbreken daarvan, de persoon van wie de handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteit de invoering van slimme contracten voor anderen in het kader van de uitvoering van een overeenkomst of een deel daarvan voor het beschikbaar stellen van gegevens inhoudt, voert een conformiteitsbeoordeling uit om aan de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen te voldoen en geeft, indien aan die eisen is voldaan, een EU-conformiteitsverklaring af.

3.   Door een EU-conformiteitsverklaring af te geven is de verkoper van een toepassing die gebruikmaakt van slimme contracten of, bij het ontbreken daarvan, de persoon van wie de handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteit de invoering van slimme contracten voor anderen in het kader van de uitvoering van een overeenkomst of een deel daarvan, voor het beschikbaar stellen van gegevens inhoudt, verantwoordelijk voor de conformiteit met de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen.

4.   Een slim contract dat voldoet aan de geharmoniseerde normen of de relevante delen daarvan, waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen, voor zover die eisen door die geharmoniseerde normen of delen daarvan worden gedekt.

5.   De Commissie verzoekt op grond van artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 een of meer Europese normalisatieorganisaties geharmoniseerde normen op te stellen die voldoen aan de in lid 1 van dit artikel vastgelegde essentiële eisen.

6.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen gemeenschappelijke specificaties vaststellen voor een of alle van de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de Commissie heeft overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 een of meer Europese normalisatieorganisaties verzocht een geharmoniseerde norm op te stellen die voldoet aan de in lid 1 van dit artikel vastgelegde essentiële eisen en:

i)

het verzoek is niet aanvaard;

ii)

de geharmoniseerde normen waarop dat verzoek is gericht, zijn niet binnen de overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 vastgestelde termijn geleverd; of

iii)

de geharmoniseerde normen voldoen niet aan het verzoek, en

b)

er wordt geen referentie van geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie voor de desbetreffende in lid 1 van dit artikel vastgelegde essentiële eisen, en een dergelijke referentie zal naar verwachting niet binnen een redelijke termijn worden bekendgemaakt.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 46, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

7.   Alvorens een in lid 6 van dit artikel bedoelde ontwerpuitvoeringshandeling op te stellen, stelt de Commissie het in artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 bedoelde comité ervan in kennis dat zij van oordeel is dat aan de voorwaarden van lid 6 van dit artikel is voldaan.

8.   Bij het opstellen van de in lid 6 bedoelde ontwerpuitvoeringshandeling houdt de Commissie rekening met het advies van het Europees Comité voor gegevensinnovatie en de standpunten van andere relevante organen of deskundigengroepen en raadpleegt zij alle relevante belanghebbenden.

9.   De verkoper van een slim contract of, bij het ontbreken daarvan, de persoon van wie de handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteit de invoering van slimme contracten voor anderen in het kader van de uitvoering van een overeenkomst of een deel daarvan, voor het beschikbaar stellen van gegevens inhoudt die voldoen aan de gemeenschappelijke specificaties zoals vastgesteld bij de in lid 6 bedoelde uitvoeringshandelingen of delen daarvan, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen voor zover deze eisen door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan gedekt zijn.

10.   Wanneer een Europese normalisatieorganisatie een geharmoniseerde norm vaststelt en deze aan de Commissie voorstelt met het oog op de bekendmaking van de referentie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, beoordeelt de Commissie de geharmoniseerde norm overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012. Wanneer de referentie van een geharmoniseerde norm in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt, trekt de Commissie de in lid 6 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen of delen daarvan die dezelfde essentiële eisen dekken als die welke door die geharmoniseerde norm zijn gedekt, in.

11.   Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een gemeenschappelijke specificatie niet volledig aan de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen voldoet, stelt deze lidstaat de Commissie daarvan in kennis door het indienen van een gedetailleerde toelichting. De Commissie beoordeelt die gedetailleerde toelichting en kan in voorkomend geval de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie wijzigen.

HOOFDSTUK IX

UITVOERING EN HANDHAVING


whereas









keyboard_arrow_down