search


keyboard_tab Data Act 2023/2854 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2023/2854 NL cercato: 'ervoor' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index ervoor:


whereas ervoor:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 744

 

Artikel 25

Contractvoorwaarden betreffende een overstap

1.   De rechten van de klant en de verplichtingen van de aanbieder van dataverwerkingsdiensten met betrekking tot het overstappen naar andere aanbieders van dergelijke diensten of, indien van toepassing, naar een on-premises-ICT-infrastructuur worden duidelijk vastgelegd in een schriftelijk contract. De aanbieder van dataverwerkingsdiensten stelt die overeenkomst vóór de ondertekening daarvan ter beschikking van de klant op een manier waardoor deze de overeenkomst kan opslaan en reproduceren.

2.   Onverminderd Richtlijn (EU) 2019/770 bevat het in lid 1 van dit artikel bedoelde contract ten minste het volgende:

a)

bepalingen op grond waarvan de klant, op verzoek, kan overstappen naar een dataverwerkingsdienst die wordt aangeboden door een andere aanbieder van dataverwerkingsdiensten of op grond waarvan de klant alle exporteerbare data, en digitale activa kan overdragen naar een on-premises-ICT-infrastructuur, onverwijld en in geen geval na de verplichte overgangsperiode van maximaal 30 dagen, die aanvangt na de maximale opzegtermijn bedoeld in punt d), waarbinnen de dienstverleningsovereenkomst van toepassing blijft en waarbinnen de aanbieder van dataverwerkingsdiensten:

i)

redelijke bijstand verleent aan de klant en door de klant gemachtigde derden in het overstapproces;

ii)

met de nodige zorgvuldigheid handelt om de bedrijfscontinuïteit in stand te houden en de functies of diensten op grond van de overeenkomst blijft verlenen;

iii)

duidelijke informatie verstrekt over bekende risico’s voor de continuïteit van de verlening van de functies of diensten aan de zijde van de oorspronkelijke aanbieder van de dataverwerkingsdiensten;

iv)

ervoor zorgt dat gedurende het overstapproces een hoog beveiligingsniveau wordt gehandhaafd, met name wat betreft de beveiliging van de gegevens tijdens de doorgifte ervan en de voortdurende beveiliging van gegevens tijdens de in punt g) gespecificeerde opvragingstermijn, in overeenstemming met het toepasselijke Unie- of nationale recht;

b)

een verplichting voor de aanbieder van dataverwerkingsdiensten om ondersteuning te bieden voor de exitstrategie van de klant in het kader van de gecontracteerde diensten, onder meer door alle relevante informatie te verstrekken;

c)

een clausule waarin wordt bepaald dat de overeenkomst wordt geacht te zijn beëindigd en dat de klant in kennis wordt gesteld van de beëindiging, in een van de volgende gevallen:

i)

indien van toepassing, na de succesvolle voltooiing van het overstapproces;

ii)

aan het einde van de in punt d) bedoelde maximale opzegtermijn, indien de klant niet wil overstappen, maar al zijn exporteerbare data en digitale activa na beëindiging van de dienst wil wissen.

d)

een maximale opzegtermijn voor het initiëren van het overstapproces, die niet meer dan twee maanden bedraagt;

e)

een volledige specificatie van alle categorieën gegevens en digitale activa die tijdens het overstapproces kunnen worden overgedragen, waaronder ten minste alle exporteerbare data;

f)

een exhaustieve specificatie van de categorieën gegevens die specifiek zijn voor de interne werking van de dataverwerkingsdiensten van de aanbieder en die geen deel mogen uitmaken van de in punt e) van dit lid bedoelde exporteerbare data wanneer er een risico op schending van bedrijfsgeheimen van de aanbieder bestaat, op voorwaarde dat dergelijke uitzonderingen het in artikel 23 bedoelde overstapproces niet belemmeren of vertragen;

g)

een minimumtermijn voor het opvragen van gegevens van ten minste 30 kalenderdagen, beginnend na de beëindiging van de overgangsperiode die is overeengekomen tussen de klant en de aanbieder van dataverwerkingsdiensten, overeenkomstig punt a), van dit lid en lid 4;

h)

een clausule die garandeert dat alle exporteerbare data en digitale activa die rechtstreeks door de klant worden gegenereerd of die rechtstreeks betrekking hebben op de klant, volledig worden gewist na het verstrijken van de in punt g) bedoelde opvragingstermijn of na het verstrijken van een alternatieve overeengekomen termijn na de datum waarop de in punt g) bedoelde opvragingstermijn verstrijkt, op voorwaarde dat het overstapproces met succes is voltooid;

i)

overstapkosten die door aanbieders van dataverwerkingsdiensten in rekening kunnen worden gebracht overeenkomstig artikel 29.

3.   Het in lid 1 bedoelde contract bevat bedingen op grond waarvan de klant de aanbieder van dataverwerkingsdiensten bij de beëindiging van de in lid 2, punt d), bedoelde maximale kennisgevingsperiode in kennis kan stellen van zijn besluit om een of meer van de volgende handelingen te verrichten:

a)

overstappen naar een andere aanbieder van dataverwerkingsdiensten, in welk geval de klant de nodige gegevens over die aanbieder verstrekt;

b)

overschakelen op een on-premises-ICT-infrastructuur;

c)

zijn exporteerbare data en digitale activa wissen.

4.   Wanneer de verplichte maximale overgangsperiode als bedoeld in lid 2, punt a), technisch niet haalbaar is, stelt de aanbieder van dataverwerkingsdiensten de klant daarvan in kennis binnen 14 werkdagen na het overstapverzoek, rechtvaardigt hij de technische onhaalbaarheid naar behoren en vermeldt hij een alternatieve overgangsperiode, die niet langer mag zijn dan zeven maanden. Overeenkomstig lid 1 wordt de continuïteit van de dienstverlening gewaarborgd gedurende de gehele alternatieve overgangsperiode.

5.   Onverminderd lid 4 bevat het in lid 1 bedoelde contract bedingen die de klant het recht verlenen de overgangsperiode eenmaal te verlengen met een periode die de klant voor zijn eigen doeleinden geschikter acht.

Artikel 29

Stapsgewijze opheffing van overstapkosten

1.   Vanaf 12 januari 2027 brengen aanbieders van dataverwerkingsdiensten klanten geen overstapkosten meer in rekening voor het overstapproces.

2.   Vanaf 11 januari 2024 tot 12 januari 2027 kunnen aanbieders van dataverwerkingsdiensten klanten verlaagde overstapkosten in rekening brengen.

3.   De in lid 2 bedoelde verlaagde overstapkosten mogen niet hoger zijn dan de door de aanbieder van dataverwerkingsdiensten gemaakte kosten die rechtstreeks verband houden met het betrokken overstapproces.

4.   Alvorens een overeenkomst met een klant te sluiten, verstrekken aanbieders van dataverwerkingsdiensten de potentiële klant duidelijke informatie over de standaardvergoedingen en boetes voor vroegtijdige beëindiging die kunnen worden opgelegd, alsook over de verlaagde overstapkosten, die tijdens de in lid 2 bedoelde termijn kunnen worden opgelegd.

5.   In voorkomend geval verstrekken aanbieders van dataverwerkingsdiensten informatie aan een consument over dataverwerkingsdiensten waarbij overstappen zeer complex of duur is, dan wel onmogelijk zonder aanzienlijke interferentie in de gegevens, digitale activa of dienstenarchitectuur.

6.   In voorkomend geval stellen aanbieders van dataverwerkingsdiensten de in de leden 4 en 5 bedoelde informatie voor klanten openbaar beschikbaar op een speciaal daarvoor bestemd gedeelte van hun website of op een andere gemakkelijk toegankelijke wijze.

7.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 45 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen door het instellen van een toezichtmechanisme waarmee de Commissie toezicht kan houden op de door aanbieders van dataverwerkingsdiensten op de markt in rekening gebrachte overstapkosten, om ervoor te zorgen dat de opheffing en verlaging van de overstap- en gegevens-extractietarieven krachtens de leden 1 en 2 van dit artikel binnen de in die leden vastgelegde termijnen worden verwezenlijkt.

Artikel 36

Essentiële eisen met betrekking tot slimme contracten voor het uitvoeren van gegevensdelingsovereenkomsten

1.   De verkoper van een applicatie die gebruikmaakt van slimme contracten of, bij het ontbreken daarvan, de persoon van wie de handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteit de invoering van slimme contracten voor anderen in het kader van de uitvoering van een overeenkomst of een deel daarvan voor het beschikbaar stellen van gegevens inhoudt, zorgt ervoor dat die slimme contracten voldoen aan de volgende essentiële eisen van:

a)

robuustheid en toegangscontrole, om ervoor te zorgen dat het slimme contract zo is ontworpen dat het toegangscontrolemechanismen en een zeer hoge mate van robuustheid biedt om functionele fouten te voorkomen en manipulatie door derden te weerstaan;

b)

veilige beëindiging en onderbreking, om ervoor te zorgen dat er een mechanisme bestaat om de doorlopende uitvoering van transacties te beëindigen en dat het slimme contract interne functies omvat die de overeenkomst kunnen resetten of de opdracht kunnen geven de verrichting stop te zetten of te onderbreken, met name om toekomstige accidentele uitvoeringen ervan te voorkomen;

c)

archivering en continuïteit van gegevens, om ervoor te zorgen dat, in gevallen waarin een slim contract moet worden beëindigd of gedeactiveerd, de mogelijkheid bestaat om de transactiegegevens, alsook de slimme-contractlogica en -code te archiveren teneinde verrichtingen die in het verleden op de gegevens zijn uitgevoerd, te registreren (controleerbaarheid);

d)

toegangscontrole, om ervoor te zorgen dat een slim contract wordt beschermd door middel van strikte toegangscontrolemechanismen in de beheers- en slimme-contractlagen, en

e)

consistentie, om te zorgen voor consistentie met de voorwaarden van de gegevensdelingsovereenkomst die door het slimme contract wordt uitgevoerd.

2.   De verkoper van een slim contract of, bij het ontbreken daarvan, de persoon van wie de handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteit de invoering van slimme contracten voor anderen in het kader van de uitvoering van een overeenkomst of een deel daarvan voor het beschikbaar stellen van gegevens inhoudt, voert een conformiteitsbeoordeling uit om aan de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen te voldoen en geeft, indien aan die eisen is voldaan, een EU-conformiteitsverklaring af.

3.   Door een EU-conformiteitsverklaring af te geven is de verkoper van een toepassing die gebruikmaakt van slimme contracten of, bij het ontbreken daarvan, de persoon van wie de handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteit de invoering van slimme contracten voor anderen in het kader van de uitvoering van een overeenkomst of een deel daarvan, voor het beschikbaar stellen van gegevens inhoudt, verantwoordelijk voor de conformiteit met de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen.

4.   Een slim contract dat voldoet aan de geharmoniseerde normen of de relevante delen daarvan, waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen, voor zover die eisen door die geharmoniseerde normen of delen daarvan worden gedekt.

5.   De Commissie verzoekt op grond van artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 een of meer Europese normalisatieorganisaties geharmoniseerde normen op te stellen die voldoen aan de in lid 1 van dit artikel vastgelegde essentiële eisen.

6.   De Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen gemeenschappelijke specificaties vaststellen voor een of alle van de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de Commissie heeft overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 een of meer Europese normalisatieorganisaties verzocht een geharmoniseerde norm op te stellen die voldoet aan de in lid 1 van dit artikel vastgelegde essentiële eisen en:

i)

het verzoek is niet aanvaard;

ii)

de geharmoniseerde normen waarop dat verzoek is gericht, zijn niet binnen de overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1025/2012 vastgestelde termijn geleverd; of

iii)

de geharmoniseerde normen voldoen niet aan het verzoek, en

b)

er wordt geen referentie van geharmoniseerde normen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie voor de desbetreffende in lid 1 van dit artikel vastgelegde essentiële eisen, en een dergelijke referentie zal naar verwachting niet binnen een redelijke termijn worden bekendgemaakt.

Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 46, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

7.   Alvorens een in lid 6 van dit artikel bedoelde ontwerpuitvoeringshandeling op te stellen, stelt de Commissie het in artikel 22 van Verordening (EU) nr. 1025/2012 bedoelde comité ervan in kennis dat zij van oordeel is dat aan de voorwaarden van lid 6 van dit artikel is voldaan.

8.   Bij het opstellen van de in lid 6 bedoelde ontwerpuitvoeringshandeling houdt de Commissie rekening met het advies van het Europees Comité voor gegevensinnovatie en de standpunten van andere relevante organen of deskundigengroepen en raadpleegt zij alle relevante belanghebbenden.

9.   De verkoper van een slim contract of, bij het ontbreken daarvan, de persoon van wie de handels-, bedrijfs- of beroepsactiviteit de invoering van slimme contracten voor anderen in het kader van de uitvoering van een overeenkomst of een deel daarvan, voor het beschikbaar stellen van gegevens inhoudt die voldoen aan de gemeenschappelijke specificaties zoals vastgesteld bij de in lid 6 bedoelde uitvoeringshandelingen of delen daarvan, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen voor zover deze eisen door die gemeenschappelijke specificaties of delen daarvan gedekt zijn.

10.   Wanneer een Europese normalisatieorganisatie een geharmoniseerde norm vaststelt en deze aan de Commissie voorstelt met het oog op de bekendmaking van de referentie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, beoordeelt de Commissie de geharmoniseerde norm overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1025/2012. Wanneer de referentie van een geharmoniseerde norm in het Publicatieblad van de Europese Unie wordt bekendgemaakt, trekt de Commissie de in lid 6 van dit artikel bedoelde uitvoeringshandelingen of delen daarvan die dezelfde essentiële eisen dekken als die welke door die geharmoniseerde norm zijn gedekt, in.

11.   Wanneer een lidstaat van oordeel is dat een gemeenschappelijke specificatie niet volledig aan de in lid 1 vastgelegde essentiële eisen voldoet, stelt deze lidstaat de Commissie daarvan in kennis door het indienen van een gedetailleerde toelichting. De Commissie beoordeelt die gedetailleerde toelichting en kan in voorkomend geval de uitvoeringshandeling tot vaststelling van de betrokken gemeenschappelijke specificatie wijzigen.

HOOFDSTUK IX

UITVOERING EN HANDHAVING

Artikel 37

Bevoegde autoriteiten en datacoördinatoren

1.   Elke lidstaat wijst een of meer autoriteiten aan die bevoegd zijn voor de uitvoering en handhaving van deze verordening (bevoegde autoriteiten). De lidstaten kunnen een of meer nieuwe autoriteiten oprichten of een beroep doen op bestaande autoriteiten.

2.   Indien een lidstaat meer dan één bevoegde autoriteit aanwijst, wijst hij onder deze bevoegde autoriteiten een datacoördinator aan om de samenwerking tussen hen te vergemakkelijken en entiteiten binnen het toepassingsgebied van deze verordening bij te staan in alle aangelegenheden die verband houden met de toepassing en handhaving ervan. Bij de uitoefening van de hun krachtens lid 5 toegewezen taken en bevoegdheden werken de bevoegde autoriteiten met elkaar samen.

3.   De toezichthoudende autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de toepassing van Verordening (EU) 2016/679, zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de toepassing van deze verordening wat de bescherming van persoonsgegevens betreft. De hoofdstukken VI en VII van Verordening (EU) 2016/679 zijn van overeenkomstige toepassing.

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is verantwoordelijk voor het toezicht op de toepassing van deze verordening voor zover deze betrekking heeft op de Commissie, de Europese Centrale Bank of organen van de Unie. In voorkomend geval is artikel 62 van Verordening (EU) 2018/1725 van overeenkomstige toepassing.

De in dit lid bedoelde taken en bevoegdheden van de toezichthoudende autoriteiten worden uitgeoefend met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens.

4.   Onverminderd lid 1 van dit artikel:

a)

wordt de bevoegdheid van de sectorale autoriteiten voor specifieke sectorale toegang tot gegevens en specifiek sectoraal gegevensgebruik in verband met de toepassing van deze verordening geëerbiedigd;

b)

heeft de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de toepassing en handhaving van de artikelen 23 tot en met 31 en de artikelen 34 en 35, ervaring op het gebied van gegevens en elektronische-communicatiediensten.

5.   De lidstaten zorgen ervoor dat de taken en bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten duidelijk omschreven zijn en het volgende omvatten:

a)

datageletterdheid en bewustmaking over de rechten en verplichtingen uit hoofde van deze verordening bevorderen bij gebruikers en entiteiten die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen;

b)

klachten over vermeende overtredingen op deze verordening behandelen, ook met betrekking tot bedrijfsgeheimen, de inhoud van klachten onderzoeken in de mate waarin dat gepast is en klagers, indien relevant overeenkomstig het nationale recht, regelmatig en binnen een redelijke termijn in kennis stellen van de voortgang en het resultaat van het onderzoek, met name indien verder onderzoek of coördinatie met een andere bevoegde autoriteit noodzakelijk is;

c)

onderzoek verrichten naar zaken die betrekking hebben op de toepassing van deze verordening, onder meer op basis van informatie die van een andere bevoegde autoriteit of een andere overheidsinstantie is ontvangen;

d)

doeltreffende, evenredige en afschrikkende financiële sancties opleggen, waaronder dwangsommen en sancties met terugwerkende kracht, of gerechtelijke procedures voor het opleggen van geldboetes inleiden;

e)

toezicht houden op technologische en relevante commerciële ontwikkelingen die relevant zijn voor het beschikbaar stellen en gebruiken van gegevens;

f)

samenwerken met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten en indien relevant met de Commissie of het Europees Comité voor gegevensinnovatie, om de consistente en efficiënte toepassing van deze verordening te waarborgen, waaronder het onverwijld elektronisch uitwisselen van alle relevante informatie, ook met betrekking tot lid 10 van dit artikel;

g)

samenwerken met de relevante bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van andere Unie- of nationale rechtshandelingen, onder meer met autoriteiten die bevoegd zijn op het gebied van gegevens en elektronische-communicatiediensten, met de toezichthoudende autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op de toepassing van Verordening (EU) 2016/679 of met sectorale autoriteiten om te waarborgen dat deze verordening in overeenstemming met andere Unie- en nationale wetgeving wordt gehandhaafd;

h)

samenwerken met de relevante bevoegde autoriteiten om ervoor te zorgen dat de verplichtingen van de artikelen 23 tot en met 31 en de artikelen 34 en 35 worden gehandhaafd in overeenstemming met ander Unierecht en zelfregulering die van toepassing zijn op aanbieders van dataverwerkingsdiensten;

i)

ervoor zorgen dat de overstapkosten overeenkomstig artikel 29 worden ingetrokken;

j)

de verzoeken om gegevens uit hoofde van hoofdstuk V onderzoeken.

Indien er een datacoördinator is aangewezen, faciliteert deze de in de eerste alinea, punten f), g) en h), bedoelde samenwerking en staat hij de bevoegde autoriteiten op hun verzoek bij.

6.   De datacoördinator, indien een dergelijke bevoegde autoriteit is aangewezen:

a)

treedt op als centraal contactpunt voor alle kwesties in verband met de toepassing van deze verordening;

b)

waarborgt dat verzoeken van overheidsinstanties om gegevens beschikbaar te stellen in het geval van een uitzonderlijke noodzaak uit hoofde van hoofdstuk V online openbaar beschikbaar zijn, en bevordert vrijwillige gegevensdelingsovereenkomsten tussen overheidsinstanties en gegevenshouders;

c)

stelt de Commissie jaarlijks in kennis van de weigeringen waarvan overeenkomstig artikel 4, leden 2 en 8, en artikel 5, lid 11, kennis is gegeven.

7.   De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de namen van de bevoegde autoriteiten en van hun taken en bevoegdheden en, indien van toepassing, de naam van de gegevenscoördinator. De Commissie houdt een openbaar register van deze autoriteiten bij.

8.   Bij de uitvoering van hun taken en de uitoefening van hun bevoegdheden overeenkomstig deze verordening blijven de bevoegde autoriteiten onpartijdig en vrij van enige, directe of indirecte, invloed van buitenaf, en vragen noch aanvaarden zij voor individuele gevallen instructies van andere overheidsinstanties of particuliere partijen.

9.   De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde autoriteiten over voldoende personele en technische middelen beschikken alsook de relevante expertise om hun taken overeenkomstig deze verordening doeltreffend uit te voeren.

10.   Entiteiten die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen, vallen onder de bevoegdheid van de lidstaat waar de entiteit is gevestigd. Indien de entiteit in meer dan een lidstaat is gevestigd, wordt zij geacht onder de bevoegdheid te vallen van de lidstaat waar zij haar hoofdvestiging heeft, dat is waar het hoofdkantoor of de statutaire zetel van de entiteit zich bevindt, van waaruit de voornaamste financiële functies en de operationele controle worden uitgeoefend.

11.   Elke binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende entiteit die in de Unie verbonden producten of diensten aanbiedt en niet in de Unie is gevestigd, wijst een wettelijke vertegenwoordiger aan in een van de lidstaten.

12.   Met het oog op de naleving van deze verordening wordt een wettelijke vertegenwoordiger gemachtigd door een binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende entiteit die in de Unie verbonden producten of diensten aanbiedt, zodat de bevoegde autoriteiten zich ook of in plaats van tot de entiteit, tot hem kunnen richten voor alle aangelegenheden die verband houden met die entiteit. Die wettelijke vertegenwoordiger werkt samen met de bevoegde autoriteiten en toont hun op verzoek de maatregelen en voorzieningen die zijn getroffen door de binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende entiteit die in de Unie verbonden producten of diensten aanbiedt, teneinde de naleving van deze verordening te waarborgen.

13.   Een binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallende entiteit die in de Unie verbonden producten of diensten aanbiedt, wordt geacht te vallen onder de bevoegdheid van de lidstaat waar haar wettelijke vertegenwoordiger is gevestigd. De aanwijzing van een wettelijke vertegenwoordiger door een dergelijke entiteit doet geen afbreuk aan de aansprakelijkheid van een dergelijke entiteit en aan eventuele rechtsvorderingen die tegen haar kunnen worden ingesteld. Totdat een entiteit overeenkomstig dit artikel een wettelijke vertegenwoordiger aanwijst, valt zij, in voorkomend geval, onder de bevoegdheid van alle lidstaten teneinde de toepassing en handhaving van deze verordening te waarborgen. Elke bevoegde autoriteit kan haar bevoegdheid uitoefenen, onder meer door doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties op te leggen, mits de entiteit met betrekking tot dezelfde feiten niet door een andere bevoegde autoriteit onderworpen is aan een handhavingsprocedure uit hoofde van deze verordening.

14.   Bevoegde autoriteiten hebben de bevoegdheid om van gebruikers, gegevenshouders of gegevensontvangers, of hun wettelijke vertegenwoordigers, die onder de bevoegdheid van hun lidstaat vallen, alle informatie op te vragen die nodig is om na te gaan of aan deze verordening is voldaan. Een verzoek om informatie moet in verhouding staan tot de uitvoering van de onderliggende taak en moet worden gemotiveerd.

15.   Indien een bevoegde autoriteit in een lidstaat om bijstand of handhavingsmaatregelen van een bevoegde autoriteit in een andere lidstaat verzoekt, dient zij een gemotiveerd verzoek in. Na ontvangst van een dergelijk verzoek geeft een bevoegde autoriteit onverwijld een antwoord met een gedetailleerde beschrijving van de maatregelen die zijn genomen of gepland.

16.   Bevoegde autoriteiten eerbiedigen het vertrouwelijkheidsbeginsel en het beroeps- en handelsgeheim, en beschermen persoonsgegevens overeenkomstig het Unie-of nationale recht. Alle informatie die naar aanleiding van een verzoek om bijstand wordt uitgewisseld en wordt verstrekt uit hoofde van dit artikel, wordt uitsluitend gebruikt in verband met de aangelegenheid waarvoor zij is gevraagd.

Artikel 40

Sancties

1.   De lidstaten stellen voorschriften vast ten aanzien van de sancties voor inbreuken op deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

2.   De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 12 september 2025 van die voorschriften en maatregelen in kennis en delen haar onverwijld alle latere wijzigingen daarvan mee. De Commissie houdt een gemakkelijk toegankelijk openbaar register van die maatregelen bij en actualiseert dit regelmatig.

3.   De lidstaten houden rekening met de aanbevelingen van het Europees Comité voor gegevensinnovatie en de volgende niet-uitputtende criteria voor het opleggen van sancties voor inbreuken op deze verordening:

a)

de aard, de ernst, de omvang en de duur van de inbreuk;

b)

door de inbreukmakende partij ondernomen actie om de schade als gevolg van de inbreuk te beperken of te herstellen;

c)

eerdere inbreuken van de inbreukmakende partij;

d)

de door de inbreukmakende partij verkregen financiële voordelen of vermeden verliezen als gevolg van de inbreuk, voor zover deze voordelen of verliezen op betrouwbare wijze kunnen worden vastgesteld;

e)

andere verzwarende of verzachtende factoren die van toepassing zijn op de omstandigheden van de zaak;

f)

de jaaromzet van de inbreukmakende partij in het voorgaande boekjaar in de Unie.

4.   Voor inbreuken op de verplichtingen in de hoofdstukken II, III en V van deze verordening kunnen de voor de toepassing van Verordening (EU) 2016/679 verantwoordelijke toezichthoudende autoriteiten binnen hun bevoegdheidssfeer administratieve geldboetes opleggen overeenkomstig artikel 83 van Verordening (EU) 2016/679, welke kunnen oplopen tot het in artikel 83, lid 5, van die verordening bedoelde bedrag.

5.   Voor inbreuken op de verplichtingen in hoofdstuk V van deze verordening kan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming binnen zijn bevoegdheidssfeer administratieve geldboetes opleggen overeenkomstig artikel 66 van Verordening (EU) 2018/1725, die kunnen oplopen tot het in artikel 66, lid 3, van die verordening bedoelde bedrag.


whereas









keyboard_arrow_down