(3) In artikel 169, lid 1, en artikel 169, lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is bepaald dat de Unie dient bij te dragen tot de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming door middel van maatregelen die zij op grond van artikel 114 van het Verdrag neemt.
- = -
(4) De interne markt dient volgens artikel 26, lid 2, van het VWEU een ruimte zonder binnengrenzen te omvatten waarin het vrije verkeer van goederen en diensten en de vrijheid van vestiging zijn gewaarborgd.
Harmonisatie van bepaalde aspecten van overeenkomsten op afstand en buiten verkoopruimten gesloten consumentenovereenkomsten is noodzakelijk voor de bevordering van een echte interne markt voor de consument, waarbij een juist evenwicht ontstaat tussen een hoog beschermingsniveau voor de consument en het concurrentievermogen van het bedrijfsleven, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel.
- = -
(5) Het grensoverschrijdende potentieel van verkoop op afstand, dat een van de voornaamste zichtbare resultaten van de interne markt zou moeten zijn, wordt niet ten volle benut.
Vergeleken met de significante groei van de binnenlandse verkoop op afstand in de afgelopen jaren is groei van de grensoverschrijdende verkoop op afstand beperkt gebleven.
Deze discrepantie is met name opvallend wat de verkoop via internet betreft, waar een groot potentieel voor verdere groei bestaat.
De ontwikkeling van het grensoverschrijdende potentieel van buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten (rechtstreekse verkoop) wordt belemmerd door een aantal factoren, waaronder de uiteenlopende nationale regels inzake consumentenbescherming waarmee het bedrijfsleven rekening moet houden.
Vergeleken met de groei van de binnenlandse rechtstreekse verkoop in de afgelopen jaren, met name in de dienstensector, bijvoorbeeld nutsbedrijven, is het aantal consumenten dat langs deze weg grensoverschrijdend koopt nauwelijks toegenomen.
Gezien de sterk toegenomen mogelijkheden om zaken te doen in veel lidstaten, zouden kleine en middelgrote ondernemingen (inclusief individuele handelaren) en vertegenwoordigers van firma's die rechtstreeks verkopen eigenlijk meer geneigd moeten zijn om deze nieuwe mogelijkheden te ontdekken, met name in grensregio's.
De volledige harmonisatie van consumenteninformatie en van het herroepingsrecht voor overeenkomsten op afstand en buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten zal dan ook bijdragen tot een hoog beschermingsniveau voor de consument en een beter functioneren van de b2c-interne markt.
- = -
(7) Volledige harmonisatie van een aantal centrale regelgevingsaspecten moet de rechtszekerheid voor zowel de consumenten als de handelaren aanzienlijk verbeteren.
Zowel de consumenten als de handelaren moeten kunnen vertrouwen op één enkel regelgevend kader, dat op basis van duidelijk omschreven rechtsbegrippen bepaalde aspecten van b2c-overeenkomsten in de gehele Unie regelt.
Het effect van dergelijke harmonisatie zou moeten zijn de barrières op te heffen die het gevolg zijn van de versnippering van de regelgeving en de interne markt op dit terrein te voltooien.
Het wegnemen van die barrières is alleen mogelijk door uniforme regels op Unieniveau vast te stellen.
Bovendien moeten de consumenten een hoog gemeenschappelijk niveau van bescherming genieten in de gehele Unie.
- = -
(27) Vervoerdiensten omvatten passagiers- en goederenvervoer.
Passagiersvervoer dient uitgesloten te worden van het toepassingsgebied van deze richtlijn, omdat er al andere wetgeving van de Unie voor bestaat of, in het geval van openbaar vervoer en taxi's, omdat het op het nationale niveau is geregeld.
De bepalingen van deze richtlijn ter bescherming van de consument tegen buitensporige tarieven voor het gebruik van betaalmiddelen of tegen verborgen kosten dienen echter ook te gelden voor overeenkomsten inzake passagiersvervoer.
Met betrekking tot goederenvervoer en autoverhuur, die diensten zijn, dient de consument te kunnen genieten van de bescherming die de deze richtlijn biedt, met uitzondering van het herroepingsrecht.
- = -
(29) Sociale diensten hebben wezenlijk verschillende kenmerken die weerspiegeld worden in sectorspecifieke wetgeving, deels op het niveau van de Unie en deels op nationaal niveau.
Sociale diensten zijn enerzijds diensten ten behoeve van mensen die bijzonder kwetsbaar zijn of een laag inkomen hebben en mensen en gezinnen die hulp nodig hebben bij het verrichten van routinematige dagelijkse taken, en anderzijds diensten ten behoeve van alle mensen die een bijzondere behoefte hebben aan hulp, ondersteuning, bescherming en aanmoediging in een specifieke levensfase.
Het gaat o.m.
om diensten voor kinderen en jongeren, diensten voor hulp aan gezinnen, alleenstaande ouders en ouderen, alsmede diensten voor migranten.
Sociale diensten omvatten zowel korte als langdurige zorg, bijvoorbeeld diensten die worden verleend door thuiszorgdiensten, of in verblijven voor begeleid wonen en in rusthuizen of residentiële woonvormen („verzorgingstehuizen”).
Sociale diensten omvatten niet alleen de diensten die worden verleend door de staat op nationaal, regionaal en plaatselijk niveau, door dienstverrichters die hiervoor gemachtigd zijn door de staat, of door liefdadigheidsinstellingen die door de staat zijn erkend, maar ook de diensten van particuliere dienstverleners.
De bepalingen van deze richtlijn zijn niet geschikt voor sociale diensten, die derhalve dienen te worden uitgesloten van het toepassingsgebied ervan.
- = -
(32) De bestaande wetgeving van de Unie, onder meer op het gebied van financiële diensten voor consumenten, pakketreizen en timesharing, omvat talrijke regels inzake consumentenbescherming.
Daarom mag deze richtlijn niet van toepassing zijn op overeenkomsten op deze gebieden.
Wat financiële diensten betreft, moeten de lidstaten ertoe worden aangemoedigd inspiratie te putten uit de bestaande wetgeving van de Unie op dit gebied, wanneer zij wetgeving vaststellen op terreinen die op het niveau van de Unie niet zijn gereguleerd, zodat gelijke marktvoorwaarden voor alle consumenten en alle overeenkomsten met betrekking tot financiële diensten gegarandeerd is.
- = -
(34) De handelaar moet de consument duidelijke en begrijpelijke informatie geven vóór de consument wordt gebonden door een overeenkomst op afstand of een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst, of door een andere overeenkomst dan een overeenkomst op afstand of een buiten verkoopruimten gesloten overeenkomst, dan wel een dienovereenkomstig aanbod.
Bij de verstrekking van deze informatie moet de handelaar rekening houden met de specifieke behoeften van consumenten die door hun mentale, lichamelijke of psychologische handicap, hun leeftijd of hun goedgelovigheid bijzonder kwetsbaar zijn op een manier die de handelaar redelijkerwijs kon worden verwacht te voorzien.
Het feit dat met deze specifieke behoeften rekening wordt gehouden, mag echter niet tot verschillende niveaus van consumentenbescherming leiden.
- = -
(61) Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (14) regelt al ongevraagde communicatie en voorziet in een hoog niveau van consumentenbescherming.
De overeenkomstige bepalingen over datzelfde onderwerp in Richtlijn 97/7/EG zijn derhalve niet nodig.
- = -
(62) Deze richtlijn moet door de Commissie worden herzien wanneer belemmeringen voor de interne markt worden gesignaleerd.
Bij haar herziening dient de Commissie in het bijzonder te letten op de aan de lidstaten geboden mogelijkheden om specifieke nationale bepalingen te handhaven of in te voeren, onder meer in bepaalde gebieden van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (15) en Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van en de garanties voor consumptiegoederen (16).
Deze herziening zou kunnen leiden tot een voorstel van de Commissie tot wijziging van deze richtlijn, dat zou kunnen bestaan in wijzigingen van andere regelgeving inzake consumentenbescherming, als afspiegeling van de toezegging die de Commissie in het kader van haar strategie voor het consumentenbeleid heeft gedaan om het acquis van de Unie opnieuw te bezien teneinde een hoog gemeenschappelijk niveau van consumentenbescherming tot stand te brengen.
- = -
(65) Aangezien de doelstelling van deze richtlijn, namelijk door de verwezenlijking van een hoog niveau van consumentenbescherming bijdragen aan de goede werking van de interne markt, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen.
Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.
- = -