search


keyboard_tab Fair Advertising 2006/0114 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2006/0114 NL cercato: 'door' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl




whereas door:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 344

 

Artikel 2

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

a)

„reclame”: iedere mededeling bij de uitoefening van een commerciële, industriële of ambachtelijke activiteit of van een vrij beroep ter bevordering van de afzet van goederen of diensten, met inbegrip van onroerende goederen, rechten en verplichtingen;

b)

„misleidende reclame”: elke vorm van reclame die op enigerlei wijze, daaronder begrepen haar opmaak, de personen tot wie zij zich richt of die zij bereikt, misleidt of kan misleiden en die door haar misleidende karakter hun economische gedrag kan beïnvloeden, of die om die redenen een concurrent schade toebrengt of kan toebrengen;

c)

„vergelijkende reclame”: elke vorm van reclame waarbij een concurrent dan wel door een concurrent aangeboden goederen of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd;

d)

„handelaar”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die handelt voor doeleinden welke betrekking hebben op zijn bedrijfs- of beroepsactiviteit, alsook eenieder die in naam van of namens een handelaar optreedt;

e)

„houder van een gedragscode”: een instantie, met inbegrip van een handelaar of een groep handelaren, die verantwoordelijk is voor het opstellen en herzien van een gedragscode en/of voor het toezicht op de naleving ervan door degenen die zich eraan hebben gebonden.

Artikel 5

1.   De lidstaten zorgen voor de invoering van passende en doeltreffende middelen ter bestrijding van misleidende reclame en voor de naleving van de bepalingen inzake vergelijkende reclame in het belang van handelaren en concurrenten.

Daartoe behoren wettelijke bepalingen op grond waarvan personen of organisaties die volgens de nationale wetgeving een rechtmatig belang hebben bij het bestrijden van misleidende reclame of het reguleren van vergelijkende reclame:

a)

in rechte kunnen optreden tegen dergelijke reclame,

of

b)

deze reclame kunnen voorleggen aan een administratieve instantie die bevoegd is, hetzij zelf een uitspraak te doen over een klacht, hetzij een passende gerechtelijke procedure in te leiden.

2.   Elke lidstaat beslist welke van de in lid 1, tweede alinea, bedoelde procedures wordt gevolgd en of de rechterlijke of administratieve instantie mag eisen dat afdoening van de klacht eerst langs andere wegen, waaronder die vermeld in artikel 6, wordt beproefd.

Elke lidstaat beslist

a)

of deze rechtsmiddelen afzonderlijk of gezamenlijk tegen een aantal handelaren uit dezelfde economische sector mogen worden gebruikt,

en

b)

of deze rechtsmiddelen tegen de houder van een gedragscode mogen worden gebruikt als de gedragscode het niet-naleven van wettelijke voorschriften bevordert.

3.   In het kader van de in lid 1 en lid 2 bedoelde bepalingen verlenen de lidstaten aan rechterlijke of administratieve instanties bevoegdheden om, ingeval zij deze maatregelen, rekening houdend met alle belangen die op het spel staan en met name het algemeen belang, nodig achten:

a)

te bevelen dat de misleidende reclame of ongeoorloofde vergelijkende reclame wordt gestaakt dan wel een gerechtelijke procedure in te leiden ter verkrijging van een dergelijk bevel,

of

b)

indien de misleidende reclame of ongeoorloofde vergelijkende reclame nog niet onder het publiek is gebracht, doch zulks op het punt staat te gebeuren, de publicatie te verbieden of een gerechtelijke procedure in te leiden ter verkrijging van een dergelijk verbod.

De eerste alinea is ook van toepassing wanneer er geen bewijs is van daadwerkelijk geleden verlies of schade dan wel van opzet of onachtzaamheid van de adverteerder.

De lidstaten bepalen dat de in de eerste alinea bedoelde maatregelen in het kader van een versnelde procedure worden getroffen hetzij bij wege van voorlopige voorziening, hetzij bij wege van definitieve voorziening, al naar gelang hun bevinden.

4.   De lidstaten kunnen aan rechterlijke of administratieve instanties bevoegdheden verlenen om, ter ondervanging van het voortdurend effect van misleidende reclame of ongeoorloofde vergelijkende reclame waarvan de stopzetting bij een definitieve beslissing is bevolen:

a)

de volledige of gedeeltelijke bekendmaking van die beslissing te bevelen in een door hen passend geachte vorm;

b)

bovendien de publicatie van een rechtzetting te bevelen.

5.   De in lid 1, tweede alinea, onder b), bedoelde administratieve instanties moeten:

a)

samengesteld zijn op een wijze die geen twijfel omtrent hun onpartijdigheid kan doen ontstaan;

b)

over voldoende bevoegdheden beschikken om doeltreffende controle te kunnen uitoefenen en om hun beslissingen te doen naleven wanneer zij een uitspraak over klachten doen;

c)

hun beslissingen in beginsel met redenen omkleden.

6.   Wanneer de in de leden 3 en 4 bedoelde bevoegdheden uitsluitend door een administratieve instantie worden uitgeoefend, dienen de beslissingen altijd met redenen omkleed te zijn. In dat geval dient te worden voorzien in procedures die de mogelijkheid bieden van beroep bij de rechter tegen onjuist of onredelijk uitoefenen van de bevoegdheden van de administratieve instantie en tegen onjuist of onredelijk verzuim om deze bevoegdheden uit te oefenen.

Artikel 6

Deze richtlijn sluit vrijwillig toezicht - dat door de lidstaten gestimuleerd kan worden - op misleidende reclame of vergelijkende reclame door zelfreguleringscolleges en het inschakelen van deze colleges door de in artikel 5, lid 1, tweede alinea, genoemde personen of organisaties niet uit, op voorwaarde dat de mogelijkheid van procedures bij zulke colleges bestaat naast de gerechtelijke of de administratieve procedure bedoeld in dat artikel.

Artikel 7

De lidstaten verlenen de rechterlijke of administratieve instanties bevoegdheden om tijdens een in artikel 5 bedoelde burgerlijke of administratieve procedure:

a)

te eisen dat de adverteerder bewijzen aandraagt voor de materiële juistheid van de feitelijke gegevens in de reclame, indien, met inachtneming van de rechtmatige belangen van de adverteerder en van elke andere partij bij de procedure, die eis passend lijkt, gelet op de omstandigheden van het betrokken geval, en in geval van vergelijkende reclame te eisen dat de adverteerder dergelijke bewijzen binnen een korte termijn aandraagt;

en

b)

feitelijke gegevens als onjuist te beschouwen, indien de overeenkomstig het bepaalde onder a) geëiste bewijzen niet worden aangedragen dan wel door de rechterlijke of administratieve instanties onvoldoende worden geacht.

Artikel 8

1.   Deze richtlijn belet de lidstaten niet voorschriften te handhaven of aan te nemen met het oog op een verdergaande bescherming van handelaren en concurrenten met betrekking tot misleidende reclame.

De eerste alinea is niet van toepassing op vergelijkende reclame voor zover het de vergelijking betreft.

2.   De bepalingen van deze richtlijn doen geen afbreuk aan de communautaire regelgeving betreffende reclame voor specifieke producten en/of diensten of aan beperkingen of verbodsbepalingen inzake reclame in specifieke media.

3.   De bepalingen van deze richtlijn betreffende vergelijkende reclame houden voor lidstaten, die, met inachtneming van de verdragsbepalingen, een reclameverbod voor bepaalde goederen of diensten handhaven of introduceren dat rechtstreeks wordt opgelegd dan wel door een instantie of organisatie die volgens de wetgeving van de lidstaten bevoegd is om de uitoefening van een commerciële, industriële of ambachtelijke activiteit of een vrij beroep te reguleren, niet de verplichting in om vergelijkende reclame voor deze diensten of goederen toe te staan. Als het reclameverbod beperkt is tot specifieke media, is deze richtlijn van toepassing op de media waarvoor het reclameverbod niet geldt.

4.   Niets in deze richtlijn belet de lidstaten om, met inachtneming van de bepalingen van het Verdrag, verbodsbepalingen of beperkingen voor het gebruik van vergelijkingen in reclame voor beroepsmatige dienstverlening te handhaven of te introduceren, die rechtstreeks worden opgelegd dan wel door een instantie of organisatie die volgens de wetgeving van de lidstaten verantwoordelijk is voor het reguleren van de uitoefening van een beroepsactiviteit.


whereas









keyboard_arrow_down