search


keyboard_tab REGIS - Reg. Intermediation Services 2019/1150 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2019/1150 NL cercato: 'vastgesteld' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl




whereas vastgesteld:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 661

 

Artikel 2

Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

1)   „zakelijke gebruiker”: elke natuurlijke persoon die in een commerciële of professionele hoedanigheid optreedt of elke rechtspersoon, die via onlinetussenhandelsdiensten goederen of diensten aan consumenten aanbiedt voor doeleinden die verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit;

2)   

„onlinetussenhandelsdiensten”

: diensten die aan alle onderstaande vereisten voldoen:

a)

zij vormen diensten van de informatiemaatschappij in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad (12);

b)

zij geven zakelijke gebruikers de mogelijkheid om goederen of diensten aan te bieden aan consumenten, met het oog op het faciliteren van het initiëren van directe transacties tussen die zakelijke gebruikers en consumenten, ongeacht waar die transacties uiteindelijk worden uitgevoerd;

c)

zij worden aan zakelijke gebruikers geleverd op basis van contractverhoudingen tussen de aanbieder van dergelijke diensten en zakelijke gebruikers die goederen of diensten aanbieden aan consumenten;

3)   „onlinetussenhandelsdienstverlener”: elke natuurlijke of rechtspersoon die onlinetussenhandelsdiensten aan zakelijke gebruikers levert of aanbiedt die te leveren;

4)   „consument”: elke natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen;

5)   „onlinezoekmachine”: een digitale dienst die het gebruikers mogelijk maakt zoekvragen in te voeren om zoekacties uit te voeren op in beginsel alle websites of alle websites in een bepaalde taal, op basis van een zoekvraag over eender welk onderwerp in de vorm van een trefwoord, een gesproken opdracht, een frase of andere input, en die resultaten in eender welk formaat oplevert met informatie over de opgevraagde inhoud;

6)   „aanbieder van onlinezoekmachines”: elke natuurlijke of rechtspersoon die onlinezoekmachines aan consumenten levert of aanbiedt die te leveren;

7)   „bedrijfswebsitegebruiker”: elke natuurlijke of rechtspersoon die gebruikmaakt van een online-interface, dat wil zeggen alle software, waaronder een website of een gedeelte daarvan en applicaties, met inbegrip van mobiele applicaties, om goederen of diensten aan consumenten aan te bieden voor doeleinden die verband houden met zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit;

8)   „rangschikking”: het relatieve belang dat wordt gegeven aan de goederen of diensten die worden aangeboden via onlinetussenhandelsdiensten, of de relevantie die onlinezoekmachines geven aan zoekresultaten zoals gepresenteerd, georganiseerd of meegedeeld door respectievelijk de onlinetussenhandelsdienstverleners of door aanbieders van onlinezoekmachines, ongeacht de voor die presentatie, organisatie of mededeling gebruikte technologische middelen;

9)   „zeggenschap”: eigendom van, of het vermogen om beslissende invloed uit te oefenen op, een onderneming, in de zin van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (13);

10)   „algemene voorwaarden”: alle voorwaarden of specificaties, ongeacht de benaming of vorm ervan, die van toepassing zijn op de contractverhouding tussen de onlinetussenhandelsdienstverlener en zijn zakelijke gebruikers, die eenzijdig door de onlinetussenhandelsdienstverlener worden bepaald, waarbij die eenzijdige bepaling zal worden vastgesteld op basis van een algemene beoordeling, waarbij de relatieve omvang van de betrokkenen, het feit dat onderhandelingen hebben plaatsgevonden, of dat sommige bepalingen het voorwerp van dergelijke onderhandelingen waren en door de betrokken aanbieder en zakelijke gebruiker samen werden vastgesteld, op zichzelf niet doorslaggevend zijn;

11)   „aanvullende goederen en diensten”: goederen en diensten die de consument vóór de afronding van een op de onlinetussenhandelsdiensten geïnitieerde transactie naast en als aanvulling op het primaire product of de primaire dienst door de zakelijke gebruiker via de onlinetussenhandelsdiensten worden aangeboden;

12)   „bemiddeling”: een gestructureerde procedure als gedefinieerd in artikel 3, onder a), van Richtlijn 2008/52/EG;

13)   „duurzame gegevensdrager”: een hulpmiddel dat zakelijke gebruikers in staat stelt persoonlijk aan hen gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op de doelstellingen waarvoor de informatie kan dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de opgeslagen informatie mogelijk maakt.

Artikel 10

Beperkingen inzake het aanbieden van afwijkende voorwaarden via andere middelen

1.   Wanneer onlinetussenhandelsdienstverleners bij de verstrekking van hun diensten aan zakelijke gebruikers beperkingen opleggen ten aanzien van het aanbieden van dezelfde goederen en diensten aan consumenten onder afwijkende voorwaarden via andere middelen dan deze diensten, vermelden zij de redenen voor die beperking in hun algemene voorwaarden en zorgen zij ervoor dat die redenen eenvoudig beschikbaar zijn voor het publiek. Die redenen moeten de belangrijkste economische, commerciële of juridische overwegingen voor die beperkingen omvatten.

2.   De in lid 1 vastgestelde verplichting doet geen afbreuk aan verbods- of beperkingsbepalingen inzake het opleggen van zulke beperkingen die voortvloeien uit de toepassing van Uniehandelingen of lidstatelijk recht dat in overeenstemming is met het Unierecht en die op de onlinetussenhandelsdienstverleners van toepassing zijn.

Artikel 11

Intern klachtenafhandelingssysteem

1.   Onlinetussenhandelsdienstverleners zorgen voor een intern systeem voor het afhandelen van de klachten van zakelijke gebruikers.

Dat interne klachtenafhandelingssysteem is eenvoudig en kosteloos toegankelijk voor zakelijke gebruikers en zorgt voor afhandeling binnen een redelijke termijn. Het systeem is gebaseerd op de beginselen van transparantie en gelijke behandeling voor gelijke situaties, en de behandeling van klachten op een wijze die in verhouding staat tot hun belang en complexiteit. Via dit systeem kunnen zakelijke gebruikers rechtstreeks klachten indienen bij de betrokken aanbieder met betrekking tot elk van de volgende kwesties:

a)

vermeende niet-naleving door die aanbieder van in deze verordening vastgestelde verplichtingen, waarbij de niet-naleving gevolgen heeft voor de zakelijke gebruiker die de klacht indient („de klager”);

b)

technologische kwesties die rechtstreeks verband houden met de verstrekking van onlinetussenhandelsdiensten en die gevolgen hebben voor de klager;

c)

maatregelen die door de aanbieder zijn getroffen, dan wel gedrag van die aanbieder, die rechtstreeks verband houden met de verstrekking van de onlinetussenhandelsdiensten en die gevolgen hebben voor de klager.

2.   In het kader van hun interne klachtenafhandelingssysteem voeren onlinetussenhandelsdienstverleners de volgende taken uit:

a)

zij nemen ingediende klachten terdege in overweging en geven er zo nodig gevolg aan teneinde de opgeworpen kwestie adequaat aan te pakken;

b)

zij verwerken klachten vlot en doeltreffend en houden daarbij rekening met het belang en de complexiteit van de opgeworpen kwestie;

c)

zij stellen de klager individueel en in duidelijk en begrijpelijke taal in kennis van het resultaat van het interne klachtenafhandelingsproces.

3.   Onlinetussenhandelsdienstverleners verschaffen in hun algemene voorwaarden alle relevante informatie die verband houdt met de toegang tot en de werking van hun interne klachtenafhandelingssysteem.

4.   Onlinetussenhandelsdienstverleners stellen informatie vast over de werking en de doeltreffendheid van hun interne klachtenafhandelingssysteem en zorgen ervoor dat de informatie eenvoudig beschikbaar is voor het publiek. Zij controleren de informatie ten minste eenmaal per jaar en werken de informatie bij wanneer significante veranderingen nodig zijn.

Die informatie omvat het totale aantal ingediende klachten, de voornaamste soorten klachten, de tijd die gemiddeld nodig was voor de verwerking van de klachten, en gebundelde informatie over de uitkomst van de klachten.

5.   De bepalingen van dit artikel zijn niet van toepassing op onlinetussenhandelsdienstverleners die kleine ondernemingen zijn in de zin van artikel 2, lid 2, van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG.

Artikel 12

Bemiddeling

1.   Onlinetussenhandelsdienstverleners wijzen in hun algemene voorwaarden twee of meer bemiddelaars aan waarmee zij bereid zijn te werken om te trachten tot overeenstemming te komen met zakelijke gebruikers wat betreft de buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen de aanbieder en zakelijke gebruiker naar aanleiding van de verstrekking van de betrokken onlinetussenhandelsdiensten, waaronder klachten die niet konden worden opgelost door middel van het in artikel 11 bedoelde interne klachtenafhandelingssysteem.

Onlinetussenhandelsdienstverleners mogen alleen bemiddelaars aanwijzen die hun diensten verlenen vanuit een plaats buiten de Unie wanneer is gewaarborgd dat zulks de betrokken zakelijke gebruikers geen in het Unie of lidstatelijk recht vastgestelde juridische bescherming ontneemt als gevolg van het feit dat de bemiddelaars die diensten vanuit een plaats buiten de Unie verlenen.

2.   De in lid 1 bedoelde bemiddelaars voldoen aan de volgende vereisten:

a)

zij zijn onpartijdig en onafhankelijk;

b)

hun bemiddelingsdiensten zijn betaalbaar voor zakelijke gebruikers van de betrokken onlinetussenhandelsdiensten;

c)

zij zijn in staat om hun bemiddelingsdiensten te verlenen in de taal van de algemene voorwaarden die van toepassing zijn op de contractverhouding tussen de onlinetussenhandelsdienstverlener en de betrokken zakelijke gebruiker;

d)

zij zijn eenvoudig toegankelijk, ofwel fysiek op de vestigings- of woonplaats van de zakelijke gebruiker, ofwel op afstand door middel van communicatietechnologie;

e)

zij zijn in staat om hun bemiddelingsdiensten onverwijld te verlenen;

f)

zij hebben voldoende begrip van de algemene handelsbetrekkingen tussen ondernemingen, waardoor zij in staat zijn om op doeltreffende wijze bij te dragen tot de poging om geschillen te beslechten.

3.   Niettegenstaande het vrijwillige karakter van bemiddeling, werken onlinetussenhandelsdienstverleners en zakelijke gebruikers te goeder trouw mee aan bemiddelingspogingen die overeenkomstig dit artikel plaatsvinden.

4.   De onlinetussenhandelsdienstverleners dragen een redelijk aandeel van de totale kosten van de bemiddeling in elke afzonderlijke zaak. Op basis van een voorstel van de bemiddelaar wordt vastgesteld wat een redelijk aandeel van die totale kosten is, waarbij rekening wordt gehouden met alle relevante elementen van de desbetreffende zaak, en met name met de relatieve gegrondheid van de verwijten van de partijen bij het geschil, het gedrag van de partijen, alsmede de grootte en de financiële draagkracht van de partijen in verhouding tot elkaar.

5.   Pogingen om overeenkomstig dit artikel door bemiddeling tot overeenstemming over de beslechting van een geschil te komen, doen geen afbreuk aan de rechten van de onlinetussenhandelsdienstverleners en van de betrokken zakelijke gebruikers om op elk moment vóór, tijdens of na het bemiddelingsproces een gerechtelijke procedure in te leiden.

6.   Vóór of tijdens de bemiddeling stellen onlinetussenhandelsdienstverleners de zakelijke gebruiker op diens verzoek informatie ter beschikking over de werking en de doeltreffendheid van de bemiddeling gerelateerd aan de activiteiten van de zakelijke gebruiker.

7.   De in lid 1 vastgestelde verplichting is niet van toepassing op onlinetussenhandelsdienstverleners die kleine ondernemingen zijn in de zin van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG.

Artikel 13

Gespecialiseerde bemiddelaars

De Commissie moedigt, in nauwe samenwerking met de lidstaten, onlinetussenhandelsdienstverleners alsmede organisaties en verenigingen die hen vertegenwoordigen aan om afzonderlijk of gezamenlijk een of meerdere organisaties op te zetten die bemiddelingsdiensten aanbieden die voldoen aan de in artikel 12, lid 2, vastgestelde vereisten, met als specifiek doel het vergemakkelijken van de buitengerechtelijke beslechting van geschillen met zakelijke gebruikers die zich voordoen bij de verstrekking van dergelijke diensten, met name rekening houdend met de grensoverschrijdende aard van onlinetussenhandelsdiensten.

Artikel 14

Door vertegenwoordigende organisaties of verenigingen en door publieke organen ingeleide gerechtelijke procedures

1.   Organisaties en verenigingen die een rechtmatig belang hebben bij het vertegenwoordigen van zakelijke gebruikers of bij het vertegenwoordigen van bedrijfswebsitegebruikers, alsmede in de lidstaten opgezette publieke organen, hebben het recht een vordering in te stellen bij bevoegde nationale rechterlijke instanties in de Unie, in overeenstemming met het recht van de lidstaat waar de vordering wordt ingesteld, teneinde niet-naleving door onlinetussenhandelsdienstverleners of door aanbieders van onlinezoekmachines van de toepasselijke in deze verordening vastgestelde vereisten te beëindigen of te verbieden.

2.   De Commissie moedigt de lidstaten aan om beste praktijken en informatie uit te wisselen met andere lidstaten, op basis van registers van onrechtmatige handelingen die het voorwerp zijn geweest van een nationaal gerechtelijk bevel tot beëindiging van de inbreuk, wanneer dergelijke registers door de desbetreffende overheidsorganen of autoriteiten worden opgezet.

3.   Organisaties of verenigingen hebben het in lid 1 bedoelde recht uitsluitend wanneer zij aan alle volgende vereisten voldoen:

a)

zij zijn op geldige wijze overeenkomstig het recht van een lidstaat opgericht;

b)

zij streven doelstellingen na die in het gezamenlijk belang zijn van de groep zakelijke gebruikers of bedrijfswebsitegebruikers die zij op structurele basis vertegenwoordigen;

c)

zij hebben geen winstoogmerk;

d)

hun besluitvorming wordt niet onnodig beïnvloed door derden die financiering verstrekken, met name onlinetussenhandelsdienstverleners of onlinezoekmachines.

Daartoe maken organisaties en verenigingen informatie over de leden en de bron van de financiering volledig openbaar.

4.   In de lidstaten waarin publieke organen zijn opgezet, hebben die publieke organen het in lid 1 bedoelde recht wanneer zij belast zijn met het verdedigen van de gezamenlijke belangen van zakelijke gebruikers of bedrijfswebsitegebruikers of met het waarborgen van de naleving van de in deze verordening vastgestelde vereisten, overeenkomstig het nationale recht van de betrokken lidstaat.

5.   De lidstaten kunnen:

a)

in hun lidstaat gevestigde organisaties en verenigingen aanwijzen die ten minste voldoen aan de voorschriften van lid 3 en de lidstaat verzoeken het in lid 1 bedoelde recht te verkrijgen;

b)

in hun lidstaat opgezette overheidsorganen aanwijzen die voldoen aan de voorschriften van lid 4,

en waaraan het in lid 1 bedoelde recht is toegekend. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de naam en het doel van zulke aangewezen organisaties, verenigingen of publieke organen.

6.   De Commissie stelt een lijst op van de overeenkomstig lid 5 aangewezen organisaties, verenigingen en overheidsorganen. Deze lijst specificeert het doel van die organisaties, verenigingen of overheidsorganen. Deze lijst wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. In deze lijst aangebrachte veranderingen worden onverwijld bekendgemaakt en in elk geval wordt er om de zes maanden een geactualiseerde versie van de lijst opgesteld en bekendgemaakt.

7.   De rechterlijke instanties aanvaarden de in lid 6 bedoelde lijst als bewijs van de bekwaamheid om te handelen van de organisatie, vereniging of het overheidsorgaan, onverminderd hun recht om na te gaan of de doelstelling van de klager het instellen van een actie in een specifiek geval rechtvaardigt.

8.   Indien een lidstaat of de Commissie bezwaren opwerpt met betrekking tot de naleving van de in lid 3 vastgestelde criteria door een organisatie of vereniging, of met betrekking tot de in lid 4 vastgestelde criteria door een overheidsorgaan, onderzoekt de lidstaat die de organisatie, de vereniging of het overheidsorgaan overeenkomstig lid 5 heeft aangewezen deze bezwaren en herroept hij in voorkomend geval de aanwijzing indien een of meer van de criteria niet worden nageleefd.

9.   Het in lid 1 bedoelde recht laat het recht van zakelijke gebruikers en bedrijfswebsitegebruikers onverlet om bij bevoegde nationale rechterlijke instanties een vordering in te stellen overeenkomstig het recht van de lidstaat waar de vordering wordt ingesteld, op grond van individuele rechten en met als doel een einde te maken aan de niet-naleving door onlinetussenhandelsdienstverleners of aanbieders van onlinezoekmachines van de toepasselijke in deze verordening vastgestelde voorschriften.

Artikel 15

Handhaving

1.   Elke lidstaat verzekert de adequate en doeltreffende handhaving van deze verordening.

2.   De lidstaten stellen de regels vast waarin is voorzien in de maatregelen die van toepassing zijn bij schendingen van deze verordening en zorgen ervoor dat deze worden toegepast. De vastgestelde maatregelen zijn doeltreffend, evenredig en afschrikkend.

Artikel 18

Evaluatie

1.   Uiterlijk op 13 januari 2022 en daarna om de drie jaar evalueert de Commissie deze verordening en brengt zij hierover verslag uit aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal Comité.

2.   De eerste evaluatie van deze verordening wordt in het bijzonder uitgevoerd met het oog op het volgende:

a)

het beoordelen van de naleving van, en de gevolgen voor de onlineplatformeconomie, van de in de artikelen 3 tot en met 10 vastgestelde verplichtingen;

b)

het beoordelen van de invloed en de effectiviteit van gevestigde gedragscodes om de billijkheid en transparantie te verbeteren;

c)

het verder onderzoeken van de problemen veroorzaakt door de afhankelijkheid van zakelijke gebruikers van onlinetussenhandelsdiensten en problemen die worden veroorzaakt door oneerlijke handelspraktijken door onlinetussenhandelsdienstverleners, om verder te bepalen in hoeverre deze praktijken wijdverbreid blijven;

d)

het onderzoeken of er bij de concurrentie tussen goederen of diensten die worden aangeboden door een zakelijke gebruiker en goederen of diensten die worden aangeboden of beheerd door een aanbieder van onlinetussenhandelsdiensten sprake is van eerlijke concurrentie en of onlinetussenhandelsdienstverleners in dit verband misbruik maken van geprivilegieerde gegevens;

e)

het beoordelen of deze verordening invloed heeft op mogelijke onevenwichtigheden in de verhoudingen tussen aanbieders van besturingssystemen en hun zakelijke gebruikers;

f)

het beoordelen of het toepassingsgebied van de verordening, met name wat de definitie van „zakelijke gebruiker” betreft, geschikt is, zodat het schijnzelfstandigheid niet bevordert.

In de eerste en daaropvolgende evaluatie moet worden vastgesteld of aanvullende regels, onder meer inzake handhaving, nodig zijn om een eerlijk, voorspelbaar, duurzaam en betrouwbaar online ondernemingsklimaat binnen de interne markt te waarborgen. Na de evaluaties neemt de Commissie passende maatregelen, die onder meer kunnen bestaan in wetgevingsvoorstellen.

3.   De lidstaten voorzien de Commissie van alle hun ter beschikking staande relevante informatie die zij nodig kan hebben voor het opstellen van het in lid 1 bedoelde verslag.

4.   De Commissie houdt bij het uitvoeren van de evaluatie van deze verordening onder meer rekening met de adviezen en verslagen die zij ontvangt van de deskundigengroep van het Waarnemingscentrum voor de onlineplatformeconomie. Daarnaast houdt zij voor zover passend rekening met de inhoud en werking van de in artikel 17 bedoelde gedragscodes.


whereas









keyboard_arrow_down