search


keyboard_tab Digital Service Act 2022/2065 NL

BG CS DA DE EL EN ES ET FI FR GA HR HU IT LV LT MT NL PL PT RO SK SL SV print pdf

2022/2065 NL cercato: 'zaken' . Output generated live by software developed by IusOnDemand srl


expand index zaken:

    HOOFDSTUK I
    ALGEMENE BEPALINGEN
  • 3 Art. 2 Toepassingsgebied

  • HOOFDSTUK II
    AANSPRAKELIJKHEID VAN AANBIEDERS VAN TUSSENHANDELDIENSTEN

    HOOFDSTUK III
    ZORGVULDIGHEIDSVERPLICHTINGEN VOOR EEN TRANSPARANTE EN VEILIGE ONLINEOMGEVING

    AFDELING 1
    Op alle aanbieders van tussenhandeldiensten toepasselijke bepalingen

    AFDELING 2
    Aanvullende bepalingen die gelden voor aanbieders van hostingdiensten, waaronder onlineplatforms

    AFDELING 3
    Aanvullende bepalingen die gelden voor aanbieders van onlineplatforms

    AFDELING 4
    Bijkomende bepalingen die gelden voor aanbieders van onlineplatforms die consumenten de mogelijkheid bieden overeenkomsten op afstand te sluiten met handelaren

    AFDELING 5
    Aanvullende verplichtingen voor aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines om systeemrisico’s te beheersen
  • 1 Art. 37 Onafhankelijke controle

  • AFDELING 6
    Andere bepalingen betreffende zorgvuldigheidsverplichtingen

    HOOFDSTUK IV
    UITVOERING, SAMENWERKING, SANCTIES EN HANDHAVING

    AFDELING 1
    Bevoegde autoriteiten en nationale digitaledienstencoördinatoren
  • 1 Art. 53 Het recht om een klacht in te dienen

  • AFDELING 2
    Bevoegdheden, gecoördineerd onderzoek en consistentiemechanismen

    AFDELING 3
    Europese Raad voor digitale diensten

    AFDELING 4
    Toezicht, onderzoek, handhaving en monitoring met betrekking tot aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines
  • 1 Art. 79 Recht om te worden gehoord en toegang tot het dossier

  • AFDELING 5
    Gemeenschappelijke voorschriften voor de uitvoering

    AFDELING 6
    Gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen

    HOOFDSTUK V
    SLOTBEPALINGEN


whereas zaken:


definitions:


cloud tag: and the number of total unique words without stopwords is: 618

 

Artikel 2

Toepassingsgebied

1.   Deze verordening is van toepassing op tussenhandeldiensten die worden aangeboden aan afnemers van de dienst die gevestigd zijn of zich bevinden in de Unie, ongeacht waar de aanbieders van die tussenhandeldiensten hun plaats van vestiging hebben.

2.   Deze verordening is niet van toepassing op diensten die geen tussenhandeldiensten zijn noch op vereisten die zijn opgelegd met betrekking tot dergelijke diensten, ongeacht of de dienst wordt verleend via het gebruik van een tussenhandelsdienst.

3.   Deze verordening laat de toepassing van Richtlijn 2000/31/EG onverlet.

4.   Deze verordening doet geen afbreuk aan de regels die zijn vastgesteld bij andere Unierechtshandelingen ter regeling van andere aspecten van de aanbieding van tussenhandeldiensten op de interne markt, of die deze verordening specificeren en aanvullen, en met name het volgende:

a)

Richtlijn 2010/13/EU;

b)

het Unierecht inzake auteursrechten en verwante rechten;

c)

Verordening (EU) 2021/784;

d)

Verordening (EU) 2019/1148;

e)

Verordening (EU) 2019/1150;

f)

het Unierecht betreffende consumentenbescherming en productveiligheid, met inbegrip van Verordeningen (EU) 2017/2394 en (EU) 2019/1020, en Richtlijnen 2001/95/EG en 2013/11/EU;

g)

het Unierecht betreffende de bescherming van persoonsgegevens, met name Verordening (EU) 2016/679 en Richtlijn 2002/58/EG;

h)

het Unierecht op het gebied van justitiële samenwerking in burgerlijke zaken, met name Verordening (EU) nr. 1215/2012 of enige andere Unierechtshandeling tot vaststelling van de rechtsregels die van toepassing zijn op contractuele en niet-contractuele verbintenissen;

i)

het Unierecht op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken, met name een verordening betreffende het Europees bevel tot verstrekking en het Europees bevel tot bewaring van elektronisch bewijsmateriaal in strafzaken;

j)

een richtlijn tot vaststelling van geharmoniseerde regels inzake de aanwijzing van wettelijke vertegenwoordigers ten behoeve van de bewijsgaring in strafprocedures.

Artikel 37

Onafhankelijke controle

1.   Aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines worden, op hun eigen kosten en ten minste één keer per jaar, onderworpen aan onafhankelijke controles om de naleving te beoordelen van:

a)

de in hoofdstuk III uiteengezette verplichtingen;

b)

toezeggingen die zijn gedaan krachtens de in de artikelen 45 en 46 bedoelde gedragscodes en de in artikel 48 bedoelde crisisprotocollen.

2.   Aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines bieden de organisaties die de controles krachtens dit artikel uitvoeren de nodige samenwerking en bijstand om hen in staat te stellen die controles op doeltreffende, efficiënte en tijdige wijze uit te voeren, onder meer door hun toegang te verlenen tot alle relevante gegevens en gebouwen en door mondelinge of schriftelijke vragen te beantwoorden. Zij onthouden zich ervan de uitvoering van de controle te belemmeren, onnodig te beïnvloeden of te ondermijnen.

Dergelijke controles waarborgen, ook na beëindiging van de controles, een passend niveau van vertrouwelijkheid en het beroepsgeheim ten aanzien van de informatie die in het kader van de controles van de aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines en derden is verkregen. De naleving van dat vereiste mag echter geen negatieve gevolgen hebben voor de uitvoering van de controles en andere bepalingen van deze verordening, met name die inzake transparantie, toezicht en handhaving. Indien dit nodig is voor de transparantierapportage krachtens artikel 42, lid 4, gaat het controlerapport en het in de leden 4 en 6 van dit artikel bedoelde controle-uitvoeringsrapport vergezeld van versies die geen informatie bevatten die redelijkerwijs als vertrouwelijk zou kunnen worden beschouwd.

3.   Controles krachtens lid 1 worden uitgevoerd door organisaties die:

a)

onafhankelijk zijn van en geen belangenconflicten hebben met de betrokken aanbieder van zeer grote onlineplatforms of van de zeer grote onlinezoekmachines en met eender welke met die aanbieder verbonden rechtspersoon, en die met name:

i)

in de periode van twaalf maanden vóór de start van de controle geen niet-controlediensten met betrekking tot de gecontroleerde zaken hebben verleend aan de betrokken aanbieder van het zeer grote onlineplatform of van de zeer grote onlinezoekmachine, noch aan eender welke met die aanbieder verbonden rechtspersoon, en zich ertoe hebben verbonden hen zulke diensten niet te aan te bieden in de periode van twaalf maanden na voltooiing van de controle;

ii)

gedurende een periode van meer dan tien opeenvolgende jaren geen controlediensten krachtens dit artikel hebben verstrekt aan de betrokken aanbieder van het zeer grote onlineplatform of van de zeer grote onlinezoekmachine en eender welke met die aanbieder verbonden rechtspersoon;

iii)

de controle niet uitvoeren tegen vergoedingen die afhankelijk zijn van het resultaat van de controle;

b)

expertise hebben aangetoond op het gebied van risicobeheer, technische competentie en capaciteiten;

c)

blijk hebben gegeven van objectiviteit en beroepsethiek, met name op basis van het naleven van codes voor goede praktijken of gepaste normen.

4.   Aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines zullen ervoor zorgen dat de organisaties die de controles uitvoeren, van elke controle een controlerapport opstellen. Dat rapport wordt schriftelijk gemotiveerd en bevat ten minste het volgende:

a)

de naam, het adres en het contactpunt van de aanbieder van het zeer grote onlineplatform die of van de zeer grote onlinezoekmachine dat aan de controle is onderworpen, alsook de gecontroleerde periode;

b)

de naam en het adres van de organisatie of organisaties die de controle uitvoert respectievelijk uitvoeren;

c)

een belangenverklaring;

d)

een beschrijving van de specifieke gecontroleerde elementen en de toegepaste methodologie;

e)

een beschrijving en een samenvatting van de belangrijkste bevindingen van de controle;

f)

een lijst van de derden die in het kader van de controle zijn geraadpleegd;

g)

een controleadvies over de vraag of de aanbieders van aan de controle onderworpen zeer grote onlineplatforms of zeer grote onderzoekmachines hebben voldaan aan de verplichtingen en aan de in lid 1 vermelde toezeggingen, met name “positief”, “positief met kanttekeningen” of “negatief”;

h)

indien het controleadvies niet “positief” is, operationele aanbevelingen over specifieke maatregelen om naleving te bereiken, alsmede het aanbevolen tijdsbestek om naleving te bereiken.

5.   Wanneer de organisatie die de controle uitvoert, niet in staat was bepaalde specifieke elementen te controleren of op basis van haar onderzoeken een controleoordeel te geven, bevat het controlerapport een toelichting op de omstandigheden en de redenen die ertoe leidden dat die elementen niet konden worden gecontroleerd.

6.   Aanbieders van zeer grote onlineplatforms of van zeer grote onlinezoekmachines die geen positief controlerapport krijgen, houden naar behoren rekening met de aan hen gerichte operationele aanbevelingen teneinde de nodige maatregelen te nemen om ze uit te voeren. Binnen een maand na ontvangst van die aanbevelingen stellen zij een controle-uitvoeringsrapport vast waarin die maatregelen zijn uiteengezet. Wanneer zij de operationele aanbevelingen niet uitvoeren, geven zij in het controle-uitvoeringsrapport de redenen hiervoor alsook een overzicht van eventuele alternatieve maatregelen die zij hebben genomen om vastgestelde niet-naleving aan te pakken.

7.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 87 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde deze verordening aan te vullen door de nodige voorschriften vast te stellen voor de uitvoering van de controles krachtens dit artikel, met name wat betreft de nodige regels inzake de procedurele stappen, controlemethoden en rapportagetemplates voor de krachtens dit artikel uitgevoerde controles. In die gedelegeerde handelingen wordt rekening gehouden met eventuele vrijwillige controlenormen als bedoeld in artikel 44, lid 1, punt e).

Artikel 53

Het recht om een klacht in te dienen

Afnemers van de dienst, alsmede alle organen, organisaties of verenigingen die gemachtigd zijn om namens hen de door deze verordening verleende rechten uit te oefenen, hebben het recht om een klacht in te dienen tegen aanbieders van tussenhandeldiensten wegens vermeende inbreuk op deze verordening bij de digitaledienstencoördinator van de lidstaat waar de afnemer van de dienst zich bevindt of gevestigd is. De digitaledienstencoördinator beoordeelt de klacht en stuurt deze, waar passend, door naar de digitaledienstencoördinator van de plaats van vestiging, samen met een advies indien dit passend wordt geacht. Indien de klacht onder de verantwoordelijkheid van een andere bevoegde autoriteit in haar lidstaat valt, stuurt de digitaledienstencoördinator die de klacht ontvangt, deze door naar die autoriteit. Tijdens deze procedure hebben beide partijen het recht om te worden gehoord en passende informatie te ontvangen over de stand van zaken in verband met de klacht, in overeenstemming met het nationaal recht.

Artikel 79

Recht om te worden gehoord en toegang tot het dossier

1.   Alvorens een besluit te nemen krachtens artikel 73, lid 1, artikel 74 of artikel 76, stelt de Commissie de betrokken aanbieder van het zeer grote onlineplatform of van de zeer grote onlinezoekmachine of een andere persoon als bedoeld in artikel 67, lid 1, in de gelegenheid te worden gehoord over:

a)

voorlopige bevindingen van de Commissie, met inbegrip van alle zaken waartegen de Commissie bezwaren heeft gemaakt; en

b)

maatregelen die de Commissie eventueel voornemens is te nemen in het licht van de in punt a) bedoelde voorlopige bevindingen.

2.   De betrokken aanbieder van het zeer grote onlineplatform of de zeer grote onlinezoekmachine of een andere persoon als bedoeld in artikel 67, lid 1, kan zijn opmerkingen over de voorlopige bevindingen van de Commissie indienen binnen een redelijke termijn die de Commissie in haar voorlopige bevindingen heeft vastgesteld en die niet minder dan 14 dagen mag zijn.

3.   De Commissie baseert haar besluiten slechts op de bezwaren waarover de betrokkenen opmerkingen hebben kunnen maken.

4.   Het recht van verdediging van de betrokkenen wordt in de loop van de procedure ten volle geëerbiedigd. Zij zijn gerechtigd inzage in het dossier van de Commissie te krijgen onder de voorwaarden van een overeengekomen openbaarmaking, met inachtneming van het legitieme belang van de aanbieder van het zeer grote onlineplatform of van de zeer grote onlinezoekmachine of een andere betrokkene bij de bescherming van hun bedrijfsgeheimen. Bij onenigheid tussen de partijen is de Commissie bevoegd om besluiten te nemen tot vaststelling van de voorwaarden van openbaarmaking. Het recht tot inzage in het dossier van de Commissie geldt niet voor vertrouwelijke informatie en interne documenten van de Commissie, de raad, digitaledienstencoördinatoren, andere bevoegde instellingen of andere lidstatelijke autoriteiten. Het recht van toegang geldt met name niet voor correspondentie tussen de Commissie en die autoriteiten. Niets in dit lid belet de Commissie om voor het bewijs van een inbreuk noodzakelijke informatie bekend te maken of te gebruiken.

5.   De krachtens de artikelen 67, 68 en 69 verzamelde informatie wordt alleen voor de toepassing van deze verordening gebruikt.

Artikel 93

Inwerkingtreding en toepassing

1.   Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Deze verordening is van toepassing met ingang van 17 februari 2024.

De artikelen 24, leden 2, 3 en 6, artikel 33, leden 3 tot en met 6, artikel 37, lid 7, artikel 40, lid 13, artikel 43 en de afdelingen 4, 5 en 6 van hoofdstuk IV zijn evenwel van toepassing met ingang van 16 november 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 19 oktober 2022.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

M. BEK


(1)  PB C 286 van 16.7.2021, blz. 70.

(2)  PB C 440 van 29.10.2021, blz. 67.

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 5 juli 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 4 oktober 2022.

(4)  Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt (richtlijn inzake elektronische handel) (PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1).

(5)  Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).

(6)  Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 351 van 20.12.2012, blz. 1).

(7)  Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PB L 95 van 15.4.2010, blz. 1).

(8)  Verordening (EU) 2019/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 98/2013 (PB L 186 van 11.7.2019, blz. 1).

(9)  Verordening (EU) 2019/1150 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 ter bevordering van billijkheid en transparantie voor zakelijke gebruikers van onlinetussenhandeldiensten (PB L 186 van 11.7.2019, blz. 57).

(10)  Verordening (EU) 2021/784 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (PB L 172 van 17.5.2021, blz. 79).

(11)  Verordening (EU) 2021/1232 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juli 2021 betreffende een tijdelijke afwijking van sommige bepalingen van Richtlijn 2002/58/EG ten aanzien van het gebruik van technologieën door aanbieders van nummeronafhankelijke interpersoonlijke communicatiediensten voor de verwerking van persoonsgegevens en andere gegevens ten behoeve van de bestrijding van online seksueel misbruik van kinderen (PB L 274 van 30.7.2021, blz. 41).

(12)  Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).

(13)  Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 1).

(14)  Verordening (EU) 2019/1020 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende markttoezicht en conformiteit van producten en tot wijziging van Richtlijn 2004/42/EG en de Verordeningen (EG) nr. 765/2008 en (EU) nr. 305/2011 (PB L 169 van 25.6.2019, blz. 1).

(15)  Richtlijn 2001/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 december 2001 inzake algemene productveiligheid (PB L 11 van 15.1.2002, blz. 4).

(16)  Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (“richtlijn oneerlijke handelspraktijken”) (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 22).

(17)  Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 304 van 22.11.2011, blz. 64).

(18)  Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG (PB L 165 van 18.6.2013, blz. 63).

(19)  Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB L 95 van 21.4.1993, blz. 29).

(20)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(21)  Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PB L 167 van 22.6.2001, blz. 10).

(22)  Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (PB L 157 van 30.4.2004, blz. 45).

(23)  Richtlijn (EU) 2019/790 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt en tot wijziging van Richtlijnen 96/9/EG en 2001/29/EG (PB L 130 van 17.5.2019, blz. 92).

(24)  Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 36).

(25)  Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).

(26)  Richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en ter vervanging van Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad (PB L 335 van 17.12.2011, blz. 1).

(27)  Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad (PB L 101 van 15.4.2011, blz. 1).

(28)  Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van 31.3.2017, blz. 6).

(29)  Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).

(30)  Richtlijn (EU) 2021/514 van de Raad van 22 maart 2021 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (PB L 104 van 25.3.2021, blz. 1).

(31)  Richtlijn 98/6/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 betreffende de bescherming van de consument inzake de prijsaanduiding van aan de consument aangeboden producten (PB L 80 van 18.3.1998, blz. 27).

(32)  Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB L 157 van 15.6.2016, blz. 1).

(33)  Richtlijn (EU) 2020/1828 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2020 betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (PB L 409 van 4.12.2020, blz. 1).

(34)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(35)  PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(36)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(37)  PB C 149 van 27.4.2021, blz. 3.

(38)  Richtlijn (EU) 2019/882 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de toegankelijkheidsvoorschriften voor producten en diensten (PB L 151 van 7.6.2019, blz. 70).

(39)  Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad van 20 januari 2004 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1).

(40)  Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73).

(41)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).



whereas









keyboard_arrow_down